Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het bloed des kruises

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het bloed des kruises

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze lijdensweken komt nog meer dan anders in de prediking naar voren dat de Heere Jezus Christus door Zijn lijden en sterven de zonde verzoend en de schuld betaald en de straf gedragen heeft tot verzoening met God. Daar spreken ook die bekende woorden uit Jesaja 53 van: „Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de Heere heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen... als een lam werd Hij ter slachting geleid en als een schaap dat stom is voor het aangezicht van zijn scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open."
Zo staat het kruis van Christus wel in het middelpunt van de prediking van het evangelie, want het bloed van de Heere Jezus Christus, het Lam Gods, reinigt ons van alle zonde. Dit evangelie willen we vasthouden tegen alle nieuwere opvattingen in, het evangelie van verzoening door voldoening. En we stemmen dan ook geheel in met artikel 21 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, dat aan 't slot zegt: „Daarom zeggen wij wel terecht met Paulus, dat we niets anders weten dan Christus en Die gekruisigd; wij achten alle dingen voor drek om de uitnemendheid der kennis van onze Heere Jezus Christus; wij vinden allerlei vertroosting in Zijn wonden en hebben niet van node enig ander middel te zoeken of uit te denken om ons met God te verzoenen dan alleen deze enige offerande, eenmaal geschied, door welke de gelovigen in eeuwigheid volmaakt worden."
We wijzen dan ook met alle beslistheid opvattingen af als van dr. Wiersinga in de gereformeerde kerken, die trouwens door de gereformeerde synode ook zijn afgewezen. We willen het evangelie naar de Schriften niet inruilen voor nieuwe menselijke opvattingen en interpretaties van de Schrift. Door „het bloed des kruises" worden we met God verzoend, zoals Paulus ook aan de Colossenzen schrijft: „Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou; en dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelf, hetzij de dingen die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn" (Collossenzen 1 : 9 — 20). Door de zonde is in de ganse schepping de verhouding verstoord. Maar de Zoon heeft alles als 't ware weer recht gezet. Zo heeft God vrede gemaakt door „het bloed des kruises", door het aan het kruis als een offer vergoten bloed van Christus. Zo is de zondaar met God verzoend, en de verhouding tot God weer de rechte geworden. En nu is voor het geloof alles weer recht gezet.
Het kruis van Christus is voor de gelovige dan ook het middelpunt van het evangelie. Maar nu komt een lezer van een blad met een vraag aandragen. Hij zit in een bouwcommissie van een nieuwe kerk. En de architect wil naast de preekstoel een houten kruis aanbrengen. Hij wil daarmee zeggen dat het gaat om de prediking van het kruis, om het „bloed des kruises" en dat geen enkele predikant die in die kerk op de kansel staat dat ooit mag vergeten. En hoewel onze briefschrijver het met dit laatste volkomen eens is, wil hij toch van dat houten kruis niet weten. Men heeft hem wel van alle kanten proberen te overtuigen dat er in zo'n houten kruis toch geen kwaad steekt, maar hij kan het er toch niet mee eens zijn. En zodoende komt hij met zijn vraag tot ons of hij zich nu alleen maar „uit conservatisme verzet tegen het houten kruis, zoals men hem verwijt, of dat hij dit toch op goede evangelische grond doet?"
We moesten na het lezen van deze brief denken aan het woord dat de Heere Jezus heeft gesproken tot de samaritaanse vrouw. Zij had gevraagd of men op de berg van de Samaritanen of te Jeruzalem moest aanbidden. De Heiland zegt dan: „Maar de ure komt en is nu, wanneer de ware aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken die Hem alzo aanbidden. God is een Geest en die Hem aanbidden moeten Hem aanbidden in geest en waarheid." En hiermee wijst de Heere Jezus op het geestelijk karakter van onze godsdienst. Wij mensen willen altijd iets voor ogen hebben, wij willen iets kunnen waarnemen met ons natuurlijk oog, maar het komt op ons hart aan. Van de Heere Jezus is gelukkig geen portret overgebleven, anders zouden we het allemaal in ons bezit hebben om dat te aanbidden. Van Hem is er gelukkig niets stoffelijks overgebleven. We weten niet eens precies de plaats waar Hij gekruisigd is en waar Hij in het graf gelegd is en waar Hij opgestaan is van de doden. Niemand kan ook de preciese plaats van Zijn geboorte aanwijzen. Maar dat doet er allemaal eigenlijk niets toe. We hebben het Woord van God, waarin ons de heilsfeiten worden verkondigd, waarin we horen van Zijn geboorte, van Zijn lijden en sterven, van Zijn opstanding en hemelvaart.
Toch is onder de mensen het verlangen naar iets tastbaars gebleven. En vooral het kruis der verzoening is daarbij duidelijk naar voren gekomen. We kennen misschien wel het verhaal van keizerin Helena, die een boodschap van de hemel zou hebben gekregen waarin haar de plaats werd aangewezen waar het echte kruis van Christus te vinden was, dat drie eeuwen begraven was geweest. Het bijgeloof heeft er zich van meester gemaakt. En nog steeds vertelt men dat er stukjes van dat kruis overgebleven zijn, die dan bewaard worden in verschillende kerken, zoals in de Pieterskerk te Rome. Wij wijzen dit bijgeloof met alle beslistheid af. En het is afgoderij wanneer men voor zo'n stukje hout, dat dan van het echte kruis van Christus afkomstig zou zijn, neerknielt. Daarna zijn ook de zogenaamde „crucifixen" ontstaan, het kruis met de lijdende Christus er aan. Hij hangt gelukkig niet meer aan het kruis. Rome leert wel dat Christus elke dag nog geofferd moet worden, maar de Bijbel zegt ons duidelijk dat alles volbracht is door dat éne offer van de Heere Jezus Christus aan het kruis geschiedt. Het offer van Christus kan en mag niet herhaald worden: „Want met één offerande heeft Hij volmaakt in eeuwigheid degenen die geheiligd worden." Een kruis met het lichaam van de Heere Jezus eraan is voor ons geheel onaannemelijk. Wij kennen alleen het ledige kruis en daarnaast de bezette troon in de hemel van Gods heerlijkheid.
Toch heeft de reformatie ook die ledige kruisen uit de kerk en verwijderd, voorzover het de gereformeerde reformatie betreft. De Luthersen hebben ze in hun kerken nog wel bewaard, maar de gereformeerde belijders wilden ook van dat ledige kruis niet weten. Niet alsof wij geen eerbied zouden hebben voor het teken van het kruis. Maar we voelen er wel een bedreiging in van de ware geestelijke aanbidding, die de Heere van ons vraagt. Zo'n kruis is niet geestelijk, maar zinnelijk-waarneembaar. Laten we niet wijzer willen zijn dan de Heere God en Zijn Christus. Hij heeft ons Zijn Woord gegeven. En bij dat Woord heeft Hij ons ook nog tekenen gegeven. Het teken van het water in de Heilige Doop als het teken van het bloed van Jezus Christus, dat reinigt van alle zonde. En de tekenen van brood en wijn in het Avondmaal, als de tekenen van het verbroken lichaam en het vergoten bloed van Christus tot verzoening van de zonde. Laten we daar nu geen andere tekenen meer bijvoegen. We moeten niet wijzer willen zijn dan de Heere God, Die ons deze tekenen heeft gegeven. De Heere weet beter dan wijzelf wat we nodig hebben. Wij hoeven er niets bij te verzinnen. Het gaat niet om het teken van het kruis waar we naar kunnen kijken, maar het gaat om het Woord des kruises, om het bloed des kruises, dat reinigt van alle zonde. En we hebben nodig de bediening door de Heilige Geest van dat dierbaar bloed van Christus aan onze harten, opdat we welgetroost kunnen leven en eenmaal zalig kunnen sterven. Misschien heeft onze briefschrijver iets aan onze gedachten hierover in zijn discussie met de architect en de andere leden van de bouwcommissie. Het gaat voor een arm en verloren zondaar niet om een houten kruis, maar om het evangelie van Christus, dat verkondigd wordt aan arme en verloren zondaren, waardoor we vrede met God verkrijgen. Want die vrede heeft Christus gemaakt in de weg van voldoening door verzoening voor een iegelijk die leert geloven, zodat we met Paulus kunnen getuigen: ook aan mij, de grootste der zondaren, is barmhartigheid geschied.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Het bloed des kruises

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's