Kleine kroniek
Wie moeten we stemmen?
Dat is een vraag die me meer dan ooit gesteld wordt nu de grote protestants christelijke partijen zijn opgegaan in het C.D.A. Het is wel duidelijk dat veel reformatorische christenen het samengaan met Rome in de politiek in één partij moeilijk zullen kunnen meemaken. En nu ze niet meer op hun oude vertrouwde partij kunnen stemmen komen ze in verwarring en welen ze niet goed aan welke partij ze nu hun stem zullen geven. Er gaan verschillende stemmen op die zich in deze situatie maar liever onthouden willen en niet naar de stembus willen gaan. Nu acht ik dit in elk geval verkeerd. Het is de roeping van ieder christen om zijn stem uit te brengen op een verantwoorde wijze. En de man van onze keuze dient iemand te zijn die rekening wenst te houden ook in het politieke leven met de wet van God. Er wordt in onze tijd zo menigmaal alleen gevraagd naar wat nuttig is voor de mens. Maar wanneer we een christelijke politiek willen voeren zullen we toch zeker allereerst rekening willen houden met de wil des Heeren, in elk geval onze stem uitbrengen op een partij die in haar beginselprogramma daarvan uitgaat. Men zegt wel eens dat er in onze tijd in politiek Nederland alleen maar economische problemen zijn op te lossen en dat daarom de Heere God en Zijn Woord daarbij helemaal niet te pas komen. Maar wanneer men zo redeneert is men toch wel ver van zijn oorspronkelijke basis weggedwaald. Gods Woord en wet heeft gezag op alle terreinen van het leven. En ik zou niet graag instemmen met velen in onze dagen, die zeggen dat Bijbel en politiek niets met elkaar te maken hebben. We zouden hierbij duidelijk de zinspreuk van Groen van Prinsterer willen aanhalen: Tegen de revolutie, het evangelie! En het is wel duidelijk dat juist in onze revolutionaire tijd de kerk en de christen het evangelie op de voorgrond heeft te brengen. Het gaat hem om het „Evangelie in het leven van een mens en een volk, omdat het daarin gaat om „waarheden die nooit verouderd zijn" en om „onveranderlijke beginselen", om het geloof in God en Zijn Christus, Die ons de weg wijzen in dit leven, terwijl het in de révolutie om het ongeloof gaat als beginsel waarnaar men wil handelen.
Wanneer we van het evangelie uit politiek bedrijven zullen we leven uit de „beginselen van het geloof" en die zullen we stellen tegenover de ,,beginselen van het ongeloof". Groen van Prinsterer heeft in dit verband gezegd: „Menigeen is er die in de doolhof der politieke redeneringen geen weg kent. Zoek de draad die de Heilige Schrift u in de hand geeft. Menigeen is, temidden van het politieke flikkerlicht in het duister. Sla uw Bijbel op, en ge zult ervaren: „de opening Uwer woorden geeft licht, de eenvoudigen verstandig makende". Menigeen gevoelt zich tegenover de reuzen, de geweldigen en de mannen van naam in onze tijd zwak. Grijp naar de wapenrusting des geloofs, en ge zijt, in uw onvermogen, sterk. Menigeen weet van staatsrecht en politieke leerstellingen niet veel. Wees met het éne nodige bekend, en, in velerlei gevaar van medegesleept te worden, zult ge één ding weten, waarmee gij tegen de stroom der ongerechtigheid bestand zijt". Het moet ons wel heel duidelijk zijn dat men niet kan stemmen op een partij die uit de beginselen van de revolutie leven. Ik kan ook nog begrijpen dat men een sterke macht wil vormen tegenover de socialisten, en dat men daarom gekozen heeft voor het C.D.A. Maar toch meen ik dat men daarmee niet op de goede weg is gegaan. Voor velen die deze keuze ook niet kunnen meemaken is er gelukkig nog een keuzemogelijkheid uit drie reformatorische partijen, die heel duidelijk een gezamenlijke band gevoelen, doordat ze met elkaar een zogenaamde lijstverbinding zijn aangegaan en er dus straks geen stemmen „verloren" kunnen gaan.
Een verklaring van de Raad van kerken.
De Raad van kerken in Nederland heeft een verklaring uitgegeven in verband met de a.s. verkiezingen waarin men stelt geen stembusadvies te kunnen geven, maar het ondertussen wel doet:
„De raad van kerken doet een dringend beroep op al degenen, die op 25 mei voor het kiezen van een nieuwe tweede kamer naar de stembus zullen gaan, zich bewust te zijn van het gewicht van hun stem.
De raad acht het niet juist een stemadvies te geven. Hij meende er echter wel op te mogen aandringen, dat de kiezers hun stem uitbrengen op partijen die er blijk van gegeven hebben processen te stimuleren, waardoor niet alleen vermindering van onrecht en lijden mag worden verwacht, maar ook mensen en volkeren de kans krijgen zich te ontplooien, rechten te verwerven en verantwoordelijkheid te dragen.
De raad is zich ervan bewust, dat er in ons land grote vraagstukken aan de orde zijn waarover leden van kerken, van politieke partijen en ook de raad van kerken zelf geen eensluidend oordeel hebben. De raad spreekt de wens uit dat waar vraagstukken aan de orde zijn, waarover verdeeldheid bestaat, een ieder zijn standpunt zal verdedigen met waardigheid en met respect voor de tegenstander. Kwetsend woordgebruik en handelen stoot de kiezer af en brengt de democratie in discrediet.
De raad van kerken voelt zich gedrongen tot het doen van deze oproep, omdat hij met de internationale oecumenische beweging, waarvan hij deel uitmaakt, nu en in het verleden, het als opdracht ziet, de materiële en geestelijke nood van mensen te leren kennen en waar mogelijk te helpen lenigen. Het'gaat daarbij niet alteen om de bestijding van de symptomen, maar ook om het blootleggen van de oorzaken en het zoeken van middelen om deze weg te nemen. Zo verstaat de raad de bijbelse oproep tot gerechtigheid.
De wereldwijde problematiek van arm en rijk, van onrecht en discriminatie, strijd voor het behoud van levenskansen voor toekomstige generaties, het behoud van de schepping, de toenemende verstrengeling van militaire, economische en technologische belangen, vragen sterk de aandacht. De raad is van mening, dat de nederlandse en de europese samenleving een aantal hervormingen behoeven, waardoor een rechtvaardiger verdeling van welvaart, arbeid, macht en zeggenschap wordt bevorderd en het welzijn van alle mensen wordt gediend. Oplossingen kunnen niet bereikt worden zonder dat er politieke beslissingen vallen, internationaal en nationaal.
De raad wil daarom de politieke verantwoordelijkheid zowel van de kiezers als van de gekozenen beklemtonen. Deze verantwoordelijkheid begint met het gaan naar de stembus en dient zich in de komende jaren voort te zetten in een wisselwerking tussen kiezer en gekozene".
Uit het bovenstaande is het wel duidelijk dat het standpunt van de Raad van kerken ver afwijkt van de gedachten van Groen van Prinsterer. Het is bovendien merkwaardig dat hier bijna letterlijk de doelstelling overgenomen wordt van het kabinet-Den Uyl wat trouwens heel goed past in de oecumenische beweging van onze tijd. Op zichzelf heb ik er niet veel moeite mee om er mee in te stemmen, maar dan vanuit een heel ander levensbeginsel. Maar het is wel uiterst merkwaardig dat in deze verklaring helemaal gezwegen wordt over het gebod Gods en over de beginselen van het evangelie, van het christelijk geloof, waaruit we te leven en te handelen hebben. Dat is een teken aan de wand dat zo'n Raad van kerken eigenlijk helemaal „ontkerstend" en „verwereldlijkt" is zoals men dat in de oecumenische beweging van onze tijd duidelijk kan opmerken. Het is alsof de Raad van kerken niet weet van alle vragen die aan de orde zijn en waarbij de bijbelse beginselen duidelijk naar voren komen zoals ten aanzien van abortus, euthanasie, onderwijsvraagstukken, huwelijk en gezin en dergelijke. Men zou toch op zijn minst verwacht hebben dat de Raad van kerken daar de aandacht op gevestigd zou hebben. Niets daarvan, maar alleen de leuzen die de socialisten zozeer op de voorgrond zetten.
Een ander uitzicht
Dit nummer van ons blad verschijnt in de week waarin we herdenken de hemelvaart van onze Heere Jezus Christus. Dat geeft een ander uitzicht dan de Raad van kerken ons hier biedt. Alles wat we hier op aarde doen dient te staan „onder het licht van de eeuwigheid". Men probeert het koninkrijk Gods en het nieuwe paradijs wel hier op aarde te verwezenlijken, maar dat zal onmogelijk zijn. We hebben gelukkig een andere toekomst dan deze tegenwoordige wereld, wanneer we tenminste door een waar geloof Christus zijn ingelijfd en wanneer we een levend lidmaat van Hem zijn. Dat toont ook weer de betrekkelijke waarde van de politiek aan. En het is zeker nodig i n deze tijd om de hemel niet te vergeten, want menigeen meent dat hij op deze aarde de hemel vinden zal en in die weg komt hij teleurgesteld uit. De Heere Jezus Christus is ten hemel opgevaren om plaats te bereiden voor Zij n volk in het Vaderhuis met de vele woningen.
Zeker, ieder heeft op deze aarde zijn plaats en roeping. Maar het is alles slechts tijdelijk. We zijn op weg naar een eeuwige toekomst. En inderdaad, dan hebben we wel ook in Allerlei vragen en problemen van onze tijd een standpunt in te nemen, dan hebben we ook te getuigen van de Heere en van Zijn Woord, tegenover alle revolutiegedachten het evangelie te plaatsen. Maar al ons doen en laten blijft staan onder dat licht van de eeuwigheid. En we verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1977
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1977
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's