Geheel anders!
Van verschillende kanten kregen we instemming met hetgeen in ons blad van 13 mei j.l. geschreven werd over „een andere levensstijl". Daar werden enkele opmerkingen gemaakt naar aanleiding van de bespreking in de hervormde synode over de „nieuwe levensstijl' zoals die door de Raad van kerken in Nederland wordt voorgestaan. Die nieuwe levensstijl is geheel maatschappelijk bepaald. Wie mocht menen dat die Raad van kerken zou oproepen tot een wandel in de weg van Gods geboden, tot een waarachtig christelijk leven, die komt wel zeer teleurgesteld uit. Wel wordt gesproken over een „wekelijkse vastendag" maar niet als een uiting van boete en berouw, zoals we daarover in de Bijbel lezen, als een uiting van droefheid over de zonde, maar veel meer als een „praktische oefening gericht op de samenleving, waarin het recht der armen voorop moet staan in het persoonlijk en maatschappelijk leven". Ook wordt opgeroepen tot een zuiniger gebruik van grondstoffen en energie, terwijl de strijd moet worden aangebonden tegen alle vormen van verspilling van voedsel en andere producten. Men moet ook minder dierlijk voedsel gaan eten omdat er zoveel graan nodig is voor de productie van vlees. Van de de kerken zou men toch mogen verwachten dat ze een nieuwe levensstijl zouden zoeken vanuit het geloof in Christus om als christen te leven, als een pelgrim naar de nieuwe toekomst, als een vreemdeling hier op aarde die wacht op de komst van Gods koninkrijk. Maar daarover kan men niets vinden in alle acties voor een nieuwe levensstijl, zoals die in onze dagen naar voren wordt gebracht. Daarom heeft ouderling J. Haeck van Hoevelaken in die synodevergadering duidelijk gezegd dat het rechte geloof (orthodoxie) en het rechte handelen (orthopraxie) op elkaar afgestemd moeten zijn. Hij vreesde voor de zweep van de wet die over de gemeente gehaald wordt. Het moet volgens hem beginnen bij de wortel en niet bij de takken. Hij miste dan ook de Bijbelse doordenking bij de plannen die door de Raad van kerken ontworpen zijn voor een nieuwe levensstijl. En hij zag bij dit alles duidelijk een proces van vervreemding van het reformatorisch geloof zich afspelen.
Zelf hebben we ook gesteld dat er zeker een andere levensstijl zal moeten komen onder ons volk. En dat we ook als christenen en kerkelijk meelevende mensen „geheel anders" zullen moet gaan leven. Er is haast geen onderscheid meer tussen de levensstijl van de ongelovigen en van veel christenen. We schreven o.a.: „Het is een verschrikkelijke zaak zo werelds als ons volk is gaan leven. Van de vroegere ingetogenheid en de christelijk levensstijl van zoveel christenen is niet zoveel meer op te merken in onze dagen... Daarom is bekering nodig, een andere levensstijl die opkomt uit een nieuw hart. En daar hoort men zo weinig van bij allen die een nieuwe levensstijl propagaren. Waarachtige bekering en wedergeboorte des harten zijn de onmisbare voorwaarden voor een nieuwe en geheel andere levensstijl dan de wereld altijd heeft gehad en nog steeds heeft".
Een lezer van ons blad schreef: „Daarom ben ik u zo dankbaar voor deze opmerkingen, omdat u ook de christenen van Nederland oproept om geheel anders te gaan leven. De Heere Jezus heeft van hen gezegd dat ze het „zout der aarde" moeten zijn, maar wanneer het zout smakeloos is geworden dan betekenen we niets voor de wereld en dan zijn we ook alleen maar waard om weggeworpen te worden."
Veel minder tevreden was echter de „Vandaag- schrijver" in het dagblad „Trouw". Hij heeft zo fel gereageerd dat het hem waarschijnlijk persoonlijk geraakt heeft, misschien wel vanuit een verleden waarin hij toch ook nog in het reformatorisch geloof en in een christelijke levensstijl is opgevoed. De hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad schreef zelfs: „Een beschouwing in het „Gereformeerd Weekblad" over de nieuwe levensstijl heeft de woede opgewekt van de medewerker die op de kerkpagina van „Trouw" de rubriek Vandaag verzorgt". Men kan inderdaad zijn ogen niet geloven wanner men in dit „christelijk ochtendblad" leest: „Deze week was het er weer. Ik herken het van vroeger. Het gezeur over waarachtige bekering en wedergeboorte. Het ging over levensstijl. Er moet een nieuwe levensstijl komen. Daar was de dominee het mee eens. Het werd zelfs nog even aangedikt met een paar forse uithalen naar de verdorvenheid van ons volk, genomen uit het bekende arsenaal. Ons volk is werelds gaan leven. De christelijke levensstijl van zoveel christenen is niet meer bemerkbaar'.
De Vandaag-schrijver heeft vroeger ook wel over „waarachtige bekering en wedergeboorte" gehoord. Hij noemt dat maar „gezeur". Dat doet ons denken aan een kerkganger die onlangs na de preek in de consistorie kwam, om te vertellen dat we veel te ouderwets preekten omdat we het nog hadden over de noodzakelijkheid van de bekering en van een nieuw hart. Daar sprak mijn grootmoeder vroeger ook over, maar dat zijn toch dingen die in onze tijd niet meer thuishoren, zo was zijn mening. Toen we hem er op wezen dat we de roeping hebben om Gods Woord te verkondigen en dat deze dingen nu eenmaal duidelijk in de Bijbel gezegd worden en dat de tijden wel veranderen kunnen, maar dat Gods Woord bestaat tot in der eeuwigheid, ging hij morrend heen. Het is wel duidelijk dat de Vandaag- schrijver met zoveel anderen, in en buiten de kerken van onze tijd, meent.dat we zelf een nieuwe wereld kunnen scheppen en zelf het paradijs dat we door de zonde verloren zijn, kunnen terugwinnen en dat we zelf het koninkrijk kunnen maken, dat de Heere in Zijn Woord aan Zijn volk belooft als een gave van Zijn genade, door het verzoenend lijden en sterven van de Heere Jezus Christus verworven. Dit is juist de nood van de kerk van onze tijd dat ze niet meer afhankelijk wil zijn van haar Koning en dat ze niet meer van genade wil leven en dat ze haar verwachting stelt op eigen krachtsinspanning. De Vandaag-schrijver roemt in de menselijke activiteiten en hij schopt aan alle kanten aan tegen hetgeen we hebben geschreven over de noodzakelijkheid van wedergeboorte en bekering om werkelijk tot een geheel ander, tot een nieuw leven te komen. Hoor maar hoe hij bezig is: „Allen die een nieuwe levensstijl propageren op de hoop der ongelovigen! In plaats van eens eerlijk toe te geven dat het hondsmoeilijk is om tot een andere levensstijl te komen en dat je elkaar daarvoor nodig hebt. En dat de Geest wel eens daar zou kunnen werken waar over die dingen niet kwasi-vroom gezeurd, maar waar aan die dingen wat gedaan wordt."
De Vandaag-schrijver in „Trouw" begrijpt er blijkbaar niets van. Hij heeft het nog niet geleerd dat het niet alleen „hondsmoeilijk" is — wat dat dan ook moge zijn — maar dat het onmogelijk is om tot een werkelijk christelijke levensstijl te komen, tot een waarachtig christelijk leven, tot een „geheel anders" leven dan de ongelovigen lieden die van de Heere en Zijn inzettingen niet willen weten, tenzij ons hart veranderd en vernieuwd is, tenzij we wederomgeboren zijn. Hij mag dat dan „kwasi-vroom" noemen, het zij zo! Laten we echter niet vergeten dat we niet op bepaalde punten anders moeten gaan leven, maar dat we geheel anders moeten worden. En daarbij hebben we Ons allen te onderzoeken of we wel leven zoals de Heere het van ons vraagt en of we wel onze roeping als christenen vervullen. Want we worden o zo gemakkelijk meegesleurd op de wereldse weg in deze tijd van materialisme en welvaart. Een sober leven past een christen, die de verborgen omgang met God zoekt. Wanneer de Vandaag-schrijver daar op gewezen had vanuit Gods Woord, dan zouden we hem helemaal bijgevallen zijn. Nu moeten we onze instemming betuigen met het artikel in het R.D. waarin we lezen: „Kennelijk is de schrijver van die rubriek wel christelijk opgevoed, al is daar verder weinig meer van te merken. Thans geldt voor hem immers: leve de menselijke activiteit om tot een betere wereld en een betere levensstijl te komen (althans wat in zijn ogen beter is). Dat moeten we steunen. Daar moeten we het van verwachten. Daar zou de Geest wel eens kunnen werken. Wat zijn echter naar de Schrift de vruchten van het werk van Gods Geest? Is dat menselijke werkheiligheid en menselijke activisme om aan een betere wereld te bouwen? Beslist niet, dan zijn we immers vleselijk in plaats van geestelijk bezig." Daarom juist willen we duidelijk zeggen dat we niet alleen vroeger, maar ook nu nog wedergeboorte en bekering nodig hebben. Men kan dat ouderwets noemen. Men kan dat kwasi-vroom noemen. Die Vandaag-schrijver mag het noemen zoals hij wil. Maar zonder wedergeboorte zal niemand het Koninkrijk Gods ingaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1977
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1977
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's