Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om de vrede van de strijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om de vrede van de strijd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de jongste synodevergadering is — we hebben het reeds gemeld — breedvoerig gesproken over Zuid Afrika en daarbij kwam ook het boekje ter sprake dat onlangs verschenen is van de hand van de secretarisgeneraal van de synode Dr. A. H. van den Heuvel „Om de vrede van de strijd", dat een aanbeveling is om als hervormde gemeenten deel te nemen en giften te schenken aan het „Speciale Fonds ter Bestrijding van het Rassisme van de Wereldraad van Kerken". Het breed moderamen van de synode besloot in 1971 zich achter dit fonds te stellen dat steun geeft aan verschillende bevrijdingsbewegingen in Zuid-Afrika, die lichter of donkerder rood gekleurd zijn en die meestal door communisten overheerst worden en die terreur oefenen terwijl men voor moord en doodslag en alles wat daarmee verbonden is niet terugschrikt. Wat we hier in Nederland allemaal zo fel hebben afgekeurd van de Zuid-Molukkers, dat wordt in honderdvoudige mate bedreven in Afrika en dat zouden dan de kerken en met name onze hervormde gemeenten moeten steunen. Onze gemeenten waren wijzer dan het breed moderamen, want deze actie bracht slechts achttieneneenhalf duizend gulden op.
Dat de Generale Diaconale Raad zich met de inzameling van deze gelden heeft willen belasten betreuren we zeer. Maar in 1975 besloot het breed moderamen om opnieuw vrijwillige bijdragen voor dit doel te vragen. Men vroeg aan Dr. van den Heuvel een „voorlichtend geschrift" voor de gemeenten te vervaardigen. Hoewel het breed moderamen zich niet achter dit geschrift heeft gesteld meent het toch dat het „als een steun voor de oordeelsvorming kan gelden". We betreuren het zeer dat men in onze kerk — ook wat de leiding betreft, of moeten we zeggen: juist wat de leiding betreft — zozeer op de politieke toer gaat waardoor men veel trouwe kerkleden van zich vervreemdt en waarbij men de fundamenten van de kerk ondermijndt. De benoeming van Dr. A. H. van den Heuvel tot secretaris-generaal van onze kerk, waartegen we ons destijds sterk hebben verzet, gaat nu steeds duidelijker zijn vruchten afwerpen. We betreuren deze ontwikkeling want we hebben onze kerk lief en we hebben de belijdenis van onze kerk lief. We hebben in de oorlogstijd ook gehoopt dat er een wederkeer zou komen in onze kerk naar de gehoorzaamheid aan Gods Woord en de gemeenschap met de gereformeerde belijdenis. In de eerste jaren onder de nieuwe kerkorde waren er ook enkele symptomen die enige hoop gaven van 'n wezenlijk begin van verandering. Van verschillende kanten hoorden we stemmen dat de kerk in haar geheel weliswaar aan haar belijdenis ontzonken was, maar dat het leven en werken der kerk daarop gericht moest worden, dat we als kerk weer vaste reformatorische grond onder de voeten zouden krijgen en zodoende weer „als een pilaar en vastigheid der waarheid" in het midden van ons volk zou staan en getuigen zou van de genade en de verzoening en het heil in Christus Jezus.
Maar dat alles is allang verleden tijd geworden. Destijds heeft Dr. Gravemeijer, die zich zozeer heeft ingezet voor de reorganisatie van de kerk, met zoveel hoop dat de hervormde kerk weer een belijdende kerk zou worden in de zin van de Heilige Schrift en de gereformeerde belijdenis, tot zijn teleurstelling moeten erkennen dat alles heel anders was gelopen dan hij zich voorgesteld had. Openlijk heeft hij daarvan getuigenis afgelegd. Maar wanneer hij nu de ontwikkeling zou weten, zou zijn teleurstelling en verdriet zeker nog veel groter zijn. Wanneer men de agenda's ziet van de synode blijkt de politiek steeds meer te gaan overheersen. Zijn er dan geen zaken die de kerk in haar wezen raken, die de boodschap /an het evangelie raken, die noodzakelijk aan de orde moeten komen? De classis Harderwijk heeft een schrijven gericht aan de synode over het feit dat de Amsterdamse jeugdpredikant Dr. E. E. Stern openlijk de verzoening door voldoening heeft geloochend. Is dit niet een zaak die in de eerste plaats aan de orde moet komen opdat de synode duidelijk zal uitspreken dat men op deze wijze de kerk van het evangelie van Gods genade in Christus Jezus berooft en de fundamenten wegneemt? En zijn er niet verschillende andere zaken die het wezen der kerk raken en waarover een synode zich moet buigen? En is men niet bezig de kerk te verscheuren door al deze politieke kwesties op een eenzijdige wijze aan de orde te stellen? Werkt men de polarisatie waartegen men zo menigmaal waarschuwt niet sterk in de hand? Draagt het moderamen, die zulke agenda's samenstelt en draagt de secretaris- generaal die bij vernieuwing zo'n polariserend figuur blijkt te zijn, zoals ook op de laatste synodevergadering is gebleken, niet een grote verantwoordelijkheid voor de heilloze ontwikkelingen die men in beweging zet?
Nu moet men ons goed begrijpen. We zouden niet graag een rassist willen zijn en we willen van rassendiscriminatie niet weten. Maar ook de kerken van Zuid-Afrika staan op dit standpunt. Het moeilijke punt in deze dingen is echter de praktijk van de omgang met elkaar. En dan zullen we ons allemaal toch wel erg bescheiden moeten opstellen. Want wie zal durven ontkennen dat er in Zuid-Afrika niet veel verkeerde dingen gebeuren? Maar gebeuren die in ons eigen land ook niet en zijn die ook in ons eigen leven niet te vinden.
Natuurlijk moeten we het ons aantrekken wanneer er mensen zijn in Zuid-Afrika die echt lijden vanwege de rassendiscriminatie. Maar trekken we ons dan ook het lot van de vervolgde christenen — ook onze broeders en zusters in de Heere — aan in de communistische landen? Waarom verbreken we met die landen niet de economische banden? Waarom stellen we geen boycot tegen die landen voor? Of is het toch maar een gelegenheidspolitiek die we voeren en hebben we een geselecteerde verontwaardiging?
We hebben het boekje van Dr. van den Heuvel over „Het anti-racismefonds" gelezen. Het heeft ons niet kunnen overtuigen. Misschien komt het omdat het uit zo'n eenzijdige visie is geschreven dat het niet kan overtuigen. We willen geen kerkegeld geven voor geweld. Het geweld is de kerk wezensvreemd. Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden.
Eén ding in dit boekje heeft ons toch wel erg geraakt. Het politieke evangelie heeft in de beschouwing van dr. Van den Heuvel zozeer de overhand gekregen, dat hij verschillende uitdrukkingen gebruikt aan de Bijbel en het geloofsleven van de christenen ontleend om zijn verandering in politieke visie duidelijk te maken. Hij spreekt daarbij van „bekering". Van zijn politieke geschrift heeft hij dan ook een „bekeringsgeschiedenis gemaakt". Als hulpprediker in Amerika verhuurde hij een kerkzaaltje aan Martin Luther King tegen de wens van zijn parochianen in omdat dit kerkzaaltje niet door „zwarten" gebruikt mocht worden. Hij deed het echter toch. En de doorbreking van de opvatting van zijn gemeenteleden heeft hij ervaren als een bevrijding, als een geloofservaring: „Ik was bevrijd „van onder de wet", vanuit het oude schema van de wereld, tot een nieuwe vrijheid van kinderen Gods. Het verhaal van Gods volk in Epypte en de brieven in het Nieuwe Testament geschreven aan kleine minderheidsgroepjes, kregen een heel nieuwe glans. Ik was in de ruimte gezet. Kortom, ik dankte aan mijn zwarte vrienden... en een aantal factoren die ik niet goed onder woorden kan brengen een „nadere bekering". Als u, lezer, dit gebruik van het woord „bekering" stoort omdat u gewend bent er alleen maar de ommekeer in te zien, die een mens ervaart wanneer hij zich terugbuigt tot God, Zijn genade, geboden en beloften, laat mij dan aan het bovenstaande toevoegen dat dit precies is waar ik het over heb. Mijn langzaam zich verdiepende vluchtweg uit het rassisme dank ik tenslotte aan niemand anders dan de Heer; en het behaagde Hem om daarvoor zwarte mensen te gebruiken..."
Velen zullen dit inderdaad aanvoelen als een soort „heiligschennis" omdat hier deze uitdrukkingen gebruikt worden in deze politieke verbanden, die met de bijbelse noties niet zoveel meer te maken hebben. Maar dat is nu juist het ergste. In de prediking van velen kan men dergelijke „bijbelse" en „echt christelijke" woorden horen, die een heel andere inhoud hebben gekregen, en dat is de ontwikkeling van het kerkelijk leven, dat men de bijbelse prediking van vergeving en verzoening in Christus Jezus gaat vertalen in politieke opvattingen. En dan verminkt men het evangelie op een zodanige wijze dat het geen evangelie meer is. Dat is de kerkelijke en geestelijke nood van deze tijd. Dat is ook de nood van dit boekje. En onze bede kan alleen zijn dat de Heere God ons als kerk door Zijn Heilige Geest terug mag leiden tot de waarheid van Zijn Woord en tot de Christus der Schriften. Dan zullen we zeer zeker God liefhebben en onze naaste liefhebben. En die naaste kan blank of zwart zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Om de vrede van de strijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's