Pilaar en kandelaar
Onder redactie van Ir. J. van der Graaf is vanuit hervormd gereformeerde kring een boek verschenen: Pilaar en kandelaar *), waar we gaarne uw aandacht voor vragen. Verschillende auteurs behandelen onderwerpen, die nauw met de kerk en haar roeping in deze tijd verbonden zijn. Vandaar ook de ondertitel van dit boek: „Aspecten van het kerkelijk leven". Natuurlijk zijn er vaststaande beginselen en uitgangspunten, maar toch komen er geregeld nieuwe vragen naar voren. Ir. J. van der Graaf schrijft in zijn voorwoord o.a.: „Ten aanzien van de Heilige Doop kregen we de laatste jaren meer en meer te maken met volwassenendoop; bij de zending rees het vraagstuk „zending in zes continenten"; het diaconaat spitste zich toe in werelddiaconaat; wat betreft de verhouding van kerk en Israël kwam er op zijn minst nieuwe bezinning; aangaande de toekomstverwachting meldden zich in toenemende mate groepen, die de toekomst in kaart trachten te brengen. Spreken we over secten dan moeten we ons afvragen welke „nieuwe" secten zich meldden en in de oecumene deed zich een radicale aardverschuiving voor, tenminste wat betreft de koers van de Wereldraad van Kerken." Allemaal vragen die vanuit Schrift en belijdenis een nieuwe bezinning eisen.
En ter verklaring van de titel van dit boek schrijft de samensteller: „Gezocht is naar antwoorden op vragen die vandaar gesteld worden... Opdat de gemeente mag worden toegerust in de geestelijke strijd met de geestelijke wapenrusting. De kerk is immers daar waar de gemeente is. En van de gemeente geldt, dat zij door Christus onderhouden wordt. Hij wandelt tussen de „gouden kandelaren", die Zijn gemeenten zijn. Zo alleen — in de verbinding van de gemeente met haar Hoofd — kan de gemeente ook pilaar en vastheid der Waarheid zijn. Om deze twee aspecten, het kandelaar en pilaar zijn, gaat het dan ook in kerk en gemeente, het één niet los van het ander, het ander niet los van het één. Vandaar de titel van dit boek: Pilaar en Kandelaar!"
Om de rijke inhoud van dit boek te laten zien geven we eerst een opsomming van wat het biedt: Ds. L. Kievit schrijft over „Kerk en Woord Gods"; Ds. C. den Boer over „Belijdende kerk en kerk met een belijdenis"; Ds. K. Exalto over „Om het erfgoed van reformatie en nadere reformatie"; Ds. W. van Gorsel over: „Kerk en prediking"; Ds. L. J. Geluk over „Kerk en ambt"; Ds. C. Snoei over „Pastoraat en Apostolaat"; Ds. A. Romein over „Kerk en diaconale roeping"; Dr. H. Goedhart over „Kerk en zending"; Ds. R. J. van de Hoef over „Opvoeding in kerk en gezin"; Prof. Dr. C. Graafland over „De plaats van Israël in de Bijbel"; Ds. H. Veldhuizen over „De Kerk en de sekten"; het echtpaar Ds. en mevr. Hoek-van Kooten over „De medische-ethische spanningen van onze tijd"; Ir. J. van der Graaf over „Kerk-Politiek-Oecumene" en Ds. L. van Nieuwpoort over „De toekomstverwachting van de Christelijke gemeente".
Zoals onze lezers kunnen zien biedt dit boek zeer veel. Het is niet mogelijk om in het bestek van dit artikel in te gaan op alle hoofdstukken. Wanneer we dat ten aanzien van enkele doen is dit geen gebrek aan waardering voor hetgeen de anderen geleverd hebben. Over het geheel genomen zijn we erg dankbaar voor alle bijdragen die we in dit boek vinden, omdat er duidelijke lijnen getrokken worden en klare antwoorden gegeven worden op veel vragen die ook onder ons leven.
Toch willen we in het bijzonder wijzen op het hoofdstuk van prof. Graafland over Israël. De bijzondere plaats die Israël ingenomen heeft in de heilsgeschiedenis en de bijzondere beloften voor dit volk komen op een evenwichtige wijze ter sprake. Aan de éne kant zien we in het Oude Testament de verwerping van Israël tengevolge van de verbondsbreuk, aan de andere kant blijft toch het „nochtans" van Gods verkiezing en trouw. Immers een rest zal zich bekeren en aangenomen worden. In het Oude Testament vinden we weliswaar beloften voor Israël die het aards en lichamelijk karakter van het heil benadrukken, maar toch zijn het allereerst en allermeest beloften met een geestelijk karakter, waar de profeten immers spreken van het „nieuwe hart" dat gegeven zal worden, terwijl de „kennis des Heeren" overal gevonden zal worden. In het Nieuwe Testament komen de beloften met een geestelijk karakter nog meer op de voorgrond. Dat wordt in onze tijd maar al te veel vergeten in die kringen, die zo duidelijk een herstel van het „vleselijk Israël" verwachten. Toch wil prof. Graafland niet alles „geestelijk" verklaren, maar hij wil ook ruimte laten voor hetgeen we nu nog niet weten, maar dat de Heere God toch doen kan. Duidelijk distantieert hij zich echter van Hal Lindsey's boek: De planeet die aarde heette. „Dit boek weet het allemaal zo te vertellen, dat men er een strategie op zou kunnen bouwen. Maar wie het boek kritisch leest ontdekt, dat daaruit meer de stem van de Amerikaanse pragmaticus spreekt, dan de stem van de gelovige, die hoopt, niet die het weet of die het al ziet gebeuren." Zo zien we duidelijk in de Schrift de bijzondere plaats van Israël, aan de andere kant leert de Heere Jezus ons dat er zullen komen van oosten en westen en zullen aanzitten in het koninkrijk Gods, terwijl de kinderen des koninkrijks, de kinderen des verbonds, vanwege hun ongeloof buitengeworpen zullen worden. Maar toch blijft onder alles door Gods trouw.
Ook de bijdrage van Ir. J. van der Graaf vraagt bijzondere aandacht. Hij gaat uit van Gods souvereiniteit over ons hele leven. Hij is de Schepper en de Onderhouder van alles wat is en leeft. Daarom moet ook Gods kerk midden in deze wereld staan met haar profetisch getuigenis, maar ook met haar diaconale dienst. De gemeente valt niet samen met de wereld. De wereld is echter wel de akker waarop gezaaid moet worden. Diepgaand bespreekt Van der Graaf de oecumenische beweging van onze tijd, waarin veel is dat afgewezen dient te worden. Maar daarmee is de oecumenische opdracht nog niet veroordeeld. Integendeel, die wordt ons in de Schrift duidelijk gegeven. Hij besluit zijn artikel: „Kerk en staat hebben een niet te scheiden, maar wel onderscheiden verantwoordelijkheid. Niet een politiek en maatschappelijk getinte oecumene brengt ons het Bijbels beeld van de gemeenschap naderbij. Maar een gezamenlijke verootmoediging, een buigen onder de geestelijke heerschappij van Christus, Die Bevrijder van Zijn volk is, omdat Hij Verlosser is. Houden we dat in het oog, dan geldt: in niet-noodzakelijke dingen vrijheid, in noodzakelijke dingen eenheid, in alle dingen liefde."
We zouden nog wel meer uit dit boek willen noemen, maar mijn plaatsruimte is op. Maar Pilaar en kandelaar is duidelijk een boek dat we graag in handen zien, niet alleen van hervormd gereformeerden, maar van allen die belangstelling hebben voor de vragen die aan de orde komen en die vanuit de Schrift beantwoord worden.
*) Pilaar en kandelaar. Aspecten van het kerkelijk leven, onder redactie van Ir. J. van der Graaf. Uitgave van Uitgeverij Ton Bolland voorheen H. A. van Bottenburg B.V. te Amsterdam. Prijs geb. ƒ 29,50.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1977
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1977
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's