Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jeukende oren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jeukende oren

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Misschien vinden onze lezers het opschrift boven dit artikel een beetje vreemd, maar we willen hen dat straks nader verklaren. Eerst willen we iets zeggen over de aanleiding tot hetgeen we hier schrijven. Daar kwam een brief van een ouderling, die nogal ontstemd was over enkele leden van zijn gemeente die een commissie hadden gevormd om „winteravondlezingen" te doen houden en daarvoor het gebruik van de kerk hadden aangevraagd: „Men motiveerde dit verzoek met de opmerking dat men wel eens iets anders wilde horen dan in de zondagse kerkdiensten door de eigen predikant werd gebracht. Diens prediking was hen „te gewoon". Ze kenden wel predikanten die op een nieuwe en bijzondere wijze de Schrift verklaarden en die daardoor bijzonder boeiden. Ik heb hen toen gezegd dat onze predikant in zijn prediking Gods waarheid zuiver naar voren brengt, een rijke Christus predikt voor een arme zondaar, en dat het er op leek dat men de gezonde leer niet meer kon verdragen en dat men kittelachtig van gehoor was geworden en daarom wat anders wilde horen..."

Gelukkig zijn er nog zeer veel kerkgangers die graag het oude evangelie van Gods genade in Christus Jezus willen horen, die de weg van de drie stukken willen horen verkondigen en de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen, die van geen vreemde dingen in de prediking willen weten, maar die het om de gezonde bijbelse leer te doen is zoals die in de dagen van de reformatie weer duidelijk naar voren is gekomen. Men verwacht wel dat de prediker achter de dingen staat die hij verkondigt, dat het echt is, zodat er geen valse tonen doorheen klinken, die onecht zijn. Onlangs schreef een jonge lezer van ons blad: „In onze gemeente is een nieuwe dominé gekomen en ik vind het fijn om bij hem naar de kerk te gaan, want ik heb het gevoel dat hij echt meent wat hij zegt en dat de preek door hem heengegaan is..."

Maar toch zijn er ook die het om meer dan het zuivere evangelie is te doen, die bijzondere dingen willen horen, iets dat ze voorheen niet hebben gehoord. We denken hierbij aan allerlei toekomstvoorspellingen die we, om een voorbeeld te noemen, in de boeken van Hal Lindsey tegenkomen. Iemand zei tegen ons: „Ik vind het prachtig, want die dingen heb ik van mijn leven nog niet gehoord." Dat kan goed waar zijn, want er worden heel veel dingen gezegd en verkondigd die men in de Schrift niet terug kan vinden, maar die door sommige predikers als de „hoogste waarheid" aan de hoorders worden voorgelegd. We kunnen datzelfde in de wereld van vandaag terugvinden. Veel mensen willen niet meer luisteren naar de gewone dingen, ze willen schokkende dingen horen, onthutsende dingen, terwijl ze het gewone veel te gewoon vinden. En daar moet men in de kerk in onze dagen ook erg voor oppassen. Anders worden we inderdaad „kittelachtig van gehoor".

In dit verband sprak prof. dr. H. Jonker dezer dagen over „jeukende oren". En hiermee hebben we het opschrift van dit artikel weer in het vizier. Hij sprak naar aanleiding van 2 Timotheüs 4:1—4 in verband met modaliteitsverschillen die in een kerk kunnen zijn, terwijl men toch samen onder de Bijbel wil staan. Paulus richt zich hier tot Timotheüs met de oproep getrouw te blijven aan de boodschap: Ik betuig dan voor God en de Heere Jezus Christus, Die de levenden en de doden oordelen zal in Zijn verschijning en in Zijn koninkrijk: redik het Woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. Want er zal een tijd zijn wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelf leraars opgaderen naar hun eigen begeerlijkheden. En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden en zullen zich keren tot fabelen. Maar gij wees wakker in alles, lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist, maak dat men van uw dienst tenvolle verzekerd zij."

Prof. Jonker wees er op dat het grondwoord dat hier met „kittelachtig van gehoor" wordt weergegeven, maar eenmaal in de Bijbel voorkomt. We kunnen met de betekenis die „kittelachtig" in ons spraakgebruik heeft hier niet verder. Want het woordenboek van Van Dale zegt dat het betekent:1. gevoelig voor kitteling en 2. lichtgeraakt. Maar Calvijn heeft het al vertaald met „jeukende oren", die kittelachtig van gehoor zijn hebben „jeukende oren". En de Kanttekeningen bij de Statenvertaling hebben de juiste betekenis begrepen wanneer ze zeggen: kittelachtig van gehoor, dat is, hebbende een hart en oren die jeuken naar wat nieuws en vreemds". En hier is te denken ook aan de Atheners op de Areopagus, waarvan we in Handelingen 17 : 21 lezen: Die

van Athene nu allen, en de vreemdelingen die zich daar onthielden, besteedden hun tijd tot niets anders dan om wat nieuws te zeggen en te horen." Die Atheners hadden ook jeukende oren, maar ze kwamen er niets verder mee. Ze hebben de boodschap van Paulus wel aangehoord, maar ze hebben zich niet bekeerd. En we zijn zo bang dat er tegenwoordig nogal wat mensen zijn met „jeukende oren", die jeuken naar wat nieuws en vreemds. Maar we hebben veel meer nodig een brandend hart.

Wanneer we de geschiedenis van de kerk nagaan heeft men geregeld geprobeerd om wat nieuws te verkondigen om daardoor de mensen te boeien. Maar het is allemaal op niets uitgelopen. Er zijn al zoveel nieuwe theologieën geweest in de loop der eeuwen, maar alleen het oude evangelie van Gods verzoening en vergeving in het bloed van Jezus Christus is gebleven. Die oude en eenvoudige boodschap van Gods souvereine genade waardoor een zondaar behouden wordt, gered van het verderf waarin hij zichzelf heeft gebracht, en geleid tot het eeuwig zalig leven, dat de Heere God bereid heeft voor allen die Hem vrezen.

En daarom hebben we het woord van de apostel Paulus ter harte te nemen, waarin hij aan Timotheus opdracht geeft om het Woord te prediken, het reine en zuivere Woord van Gods waarheid te verkondigen aan de mensen, zich niets aan te trekken van „jeukende oren" maar alles te doen om brandende harten de Christus te verkondigen, het Lam Gods voor te stellen als de enige Naam en de enige weg tot behoud en redding en verlossing en zaligheid.

Paulus heeft het duidelijk voorzien dat 'het al maar moeilijker zal worden, dat men zelfs verdrukkingen zal moeten lijden wanneer men trouw wil blijven aan dat eenvoudige evangelie. Maar het is de moeite waard om dat te verkondigen, het is de moeite waard om arme en verloren zondaren te wijzen op het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt en het is de moeite waard om verbroken en verslagen harten, die hun zonden belijden en om genade smeken, te wijzen op de enige Heelmeester. Het is de moeite waard om maar niet te denken aan die „jeukende oren" maar om al zijn aandacht te richten op hen, die in hun nood en ellende tot God roepen om ontferming.

Er is ook in onze tijd weer een roep om nieuwe vormen, om nieuwe kerkdiensten, om andere samenkomsten van de gemeente. Maar de toekomst zal het leren, zoals ook het verleden het heeft geleerd, dat men steeds meer mensen verliest, die zich van de kerk afkeren, omdat ze niet horen wat hen treft in het hart. En al proberen we nog zo te voldoen aan de „jeukende oren" door iedereen dan maar te bieden wat hij graag horen wil, de gemeente zal er niet door gebouwd maar door verscheurd en verstrooid worden. De vrucht die er overblijft in deze weg is meer dan droevig.

Daarom roepen we de kerk op om trouw te blijven aan de boodschap van Gods Woord, daar niets af te doen, maar daar ook niets toe te doen, geen vreemde leringen voort te brengen, ook niet te voldoen aan de „jeukende oren". Het moet ons gaan om de prediking van het volle Woord, waarbij het werk van de Drieënige God aan de orde komt. Het moet ons gaan om de eenvoudige evangelieprediking van de rijke Christus voor de arme zondaar. Dan zullen de „jeukende oren" wel niet verzadigd worden, maar wel brandende harten, wanneer de Heilige Geest dat evangelie in die harten brengt, wanneer Hij het alles uit Christus neemt en het ons te schenken. En dan denken we aan een uitspraak van een eenvoudige man op zijn sterfbed: „Wat is het evangelie van de Heere Jezus Christus voor een arme zondaar toch eenvoudig en daarom zo rijk".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Jeukende oren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's