Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nazareth

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nazareth

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer men het heilige land bezoekt, zijn er van die plaatsen waar we beslist naar toe willen omdat de klank van de naam ons hart ontroert. Eén van die plaatsen is Nazareth, waar de aankondiging plaats had van de geboorte van de Heere Jezus, waar Maria woonde, de dienstmaagd des Heeren, en waar de Heiland zelf zoveel jaren heeft gewoond voordat Hij in het openbaar optrad en Zich aan Israël openbaarde. Zoals onze lezers zullen weten, was bij de Joden dertig jaar de leeftijd waarop een leraar met zijn optreden kon beginnen. Daarom is de Heere Jezus na zijn geboorte in Bethlehem en na het korte verblijf in Egypte tot zijn dertigste jaar in Nazareth geweest. En vandaar is hij vertrokken om door het land heen te reizen en te prediken, wonderen te doen en de mensen op te roepen tot bekering en geloof. Hij werd dan ook Jezus de Nazarener genoemd, hoewel Hij in Bethlehem geboren is. Maar ook hier geldt het woord van de profeet: „Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen." Aan Bethlehem, de stad van de grote koning David, was de koningseer verbonden, maar wat was nu Nazareth? Het had eigenlijk geen enkele traditie. In het Oude Testament wordt deze plaats niet eens genoemd en in het Nieuwe Testament horen we er maar weinig goeds van. Wanneer de Heere Jezus er niet gewoond had zouden we er misschien nooit van gehoord hebben. De heerlijkheid van Nazareth is eigenlijk alleen de Heere Jezus. Zonder deze enige Naam die tot zaligheid is gegeven betekent Nazareth niets. Denk maar aan de woorden van Nathanaël. Toen Filippus en Andreas hem vertelden dat ze de lang beloofde Messias hadden gevonden en dat het Jezus was, de zoon van Jozef, van Nazareth, zegt Nathanaël het zonder enige terughouding: „Kan uit Nazareth iets goeds zijn? " Nazareth lag bovendien in Galilea en dat is nooit tenvolle tot het Joodse land gerekend. De Joden die er woonden werden in Jeruzalem gerekend tot een minderwaardig soort. U weet wel hoe de leden van de Joodse Raad Nicodemus, die een goed woord voor de Heiland wil doen, toebijten: „Zijt gij ook van Galilea? Onderzoek en zie dat uit Galilea geen profeet opgestaan is." En jesaja noemt het: Galilea der heidenen.

Uit Galilea en dan nog wel uit Nazareth, dat onbetekende plaatsje zonder enig verleden in de geschiedenis van Israël, komt de Heere Jezus. Geen wonder dat de Farizeeën en de Schriftgeleerden met verachting spreken over „de Nazarener" of „de Nazoreeër". Het is duidelijk dat de Heere God Hem deze naam heeft laten geven om aan te duiden hoezeer Hij ons in alles gelijk geworden is. Zijn aardse verschijning was 'n verschijning in dienstknechtsgestalte. Hij komt niet als de Koning der joden, als de zoon van David, hoewel tegen het einde van Zijn aardse loopbaan die namen reeds schitteren in de donkere nacht, maar Hij komt als de Zoon des mensen, Hij komt als de Borg en Middelaar, Hij komt als de Nazarener. Het is de naam die hoort bij de stal en de kribbe al stonden die ook in Bethlehem. Pilatus liet deze naam ook schrijven op Zijn kruis: Jezus de Nazarener... Hij was veracht, maar Hij is om onze overtredingen verwond en om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld en zo heeft Hij vrede en verzoening voor ons verworven door Zijn dierbaar bloed.

Wanneer men tegenwoordig Nazareth bezoekt, is dat een mooi stadje met meer dan vijfentwintigduizend inwoners, waarvan meer dan de helft christenen zijn. Het ligt in het Noorden van het land, ten Zuid-Westen van de zee van Tiberias, tegen de helling van een heuvel aan. In het verleden was Nazareth veel kleiner, het was, zoals we hierboven reeds vertelden, een klein dorpje, waarvan de overblijfselen bij opgravingen zijn gevonden. De grotten in de heuvel dienden meestal tot woningen. Men bouwde er dan menigmaal nog wat vóór die grotten en dat was het hele stadje. Toch was Nazareth geen plaats die van het leven in de wereld was afgesneden. Langs Nazareth heen ging de weg naar Jeruzalem waar de pelgrims over trokken wanneer ze opgingen naar Gods huis in die tempelstad. En nog een andere grote weg ging langs Nazareth heen waarlangs de Romeinse legers trokken die de verschillende landen rondom bezet hielden. Ook de kooplieden gingen langs die wegen naar het zuiden en het noorden, naar het oosten en het westen. Zo kreeg men allerlei politieke berichten uit de eerste hand. En de Heere Jezus is dan ook niet opgegroeid in een wereldvreemde omgeving, hoewel Nazareth zelf terzijde van al die hoofdwegen lag, zodat Hij Zich in alle rust kon voorbereiden op Zijn grote en heerlijke taak.

Het is voor een bezoeker menigmaal teleurstellend dat er zo weinig van het oude Nazareth is overgebleven. Men zou immers zo graag willen dat al die plaatsen, die herinneren aan het werk van de Heere Jezus, zoals ze oorspronkelijk waren. Daarom trekt ons de kerk die in Nazareth gebouwd is over de zogenaamde grot van de aankondiging werkelijk niet zo erg aan. We weten ook niet of dit inderdaad de juiste plaats is geweest waar de engel tot Maria kwam met zijn boodschap dat de Heere Jezus uit haar zou geboren worden. Het doet er verder niet zoveel toe of het inderdaad de juiste plaats is die men aanwijst. Eén ding is zeker. Hier in Nazareth is de engel Gabriël verschenen aan Maria om haar de boodschap van God over te brengen: „Vrees niet Maria, want gij hebt genade bij God gevonden. En zie, gij zult bevrucht worden cn een Zoon baren en gij zult Zijn naam heten Jezus. En Deze zal groot zijn en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God de Heere zal Hem de troon van Zijn vader David geven en Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde zijn."

Zeker, we knielen in Bethlehem neer bij het Kind in de kribbe. Toen kwam het wonder aan het licht. Maar het eigenlijke wonder is in Nazareth geschied. Het is in Nazareth, dat de eeuwige God tot ons menselijk geslacht is ingegaan. Daar heeft het wonder van de heilige ontvangenis plaatsgevonden, daar heeft het Goddelijke het menselijke aangevat. Zeker, in Bethlehem, in de stad Davids, vond het wonder van de geboorte plaats, maar in Nazareth is het Woord al vlees geworden, om in Bethlehem onder ons te komen wonen.

Er zijn verschillende plaatsen in Nazareth waar men herinneringen aan de Heere Jezus oproept. Zo laat men ons de plaats zien waar de synagoge van Nazareth zou hebben gestaan waar de Heere Jezus toen Hij daar de leeftijd voor had geregeld is heengegaan op de sabbat om Gods Woord te horen. Men wijst ook de plaats aan waar men de Heere Jezus van de steilte af zou hebben willen werpen om Hem te doden, omdat ze naar Zijn woorden niet wilden horen en Zijn prediking verwierpen. Maar daar kunnen we toch niet zeker van zijn dat dit allemaal plaatsen zijn die werkelijk de dingen hebben meegemaakt die men ervan vertelt. Eén plaats is er echter waarvan dit met alle zekerheid kan worden gezegd. Dat is de bron waaruit ook Maria het water voor het dagelijks gebruik moet hebben geput en waar de Heere Jezus ook als kind gespeeld zal hebben. Er is immers maar één bron waar de vrouwen telkens heen moesten om het water voor het dagelijks gebruik te halen. Volgens de traditie van de Grieks-katholieken heeft de aankondiging van de geboorte van Christus aan Maria plaatsgehad bij deze bron toen Maria daar kwam om water te halen. Dit kan men vinden in het zogenaamde proto-evangelie van Jacobus, maar het is heel duidelijk dat dit allemaal een overlevering is van latere datum. We houden ons maar helemaal aan de bijbelse gegevens. Daar wordt de plaats niet nader aangeduid. Er wordt immers alleen gesproken van een stad in Galilea genaamd Nazareth waarheen de engel wordt gezonden. Het doet er ook niet zoveel toe of we al dan niet de juiste plaats weten van de aankondiging van Christus' geboorte. We willen er alleen aan herinneren dat de Heere Jezus de naam Nazarener draagt. Die naam draagt Hij zelfs nog in de hemel. Want wanneer Hij aan Paulus verschijnt op de weg naar Damaskus dan zegt Hij nog: „Ik ben Jezus de Nazarener". En we denken aan het woord van de apostel: „Die nedergedaald is, is Dezelfde ook, Die opgevaren is ver boven al de hemelen."

Wanneer men Nazareth verlaat en nog even omkijkt, ziet men daar het stadje liggen tegen de heuvel aan. Allerlei herinneringen moeten dan wel opkomen in het hart. Nazareth is zozeer verbonden met de Heere Jezus, Nazareth is zozeer één van die plaatsen die ons terstond doen denken aan de Heiland, dat men het nog even goed in zich op wil nemen wanneer men er uit vertrekt. Hoe nederig dit plaatsje dan ook in de tijd van de Heere Jezus geweest is, daar heeft toch gewoond en daar is toch opgegroeid: Jezus de Nazarener, de Zoon van David, de Zoon van God.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1977

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Nazareth

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1977

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's