Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het jaar onzes Heeren 1978

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het jaar onzes Heeren 1978

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is een deur achter ons dichtgevallen. Het jaar 1977 is onherroepelijk voorbij. Misschien hebben we op de Oudejaarsavond teruggekeken met dankbaarheid of met droefheid al naardat we in het afgelopen jaar ervaren hebben. Misschien was uw levenspad met veel zegeningen bezaaid, maar het kan ook zijn dat de weg die door de diepte ging bijna te zwaar voor u was. Het leven is nu eenmaal niet voor allen gelijk. Het geeft en het neemt. Het maakt rijk, maar het maakt ook arm. Maar hoe het ook zij, het jaar 1977 is voorbij, onherroepelijk voorbij. De deur is achter ons dichtgevallen, een deur die nooit meer geopend wordt.

Wel is er een nieuwe deur voor ons opengegaan. Daardoor zijn we immers het nieuwe jaar binnengetrokken. Een geheel onbekende toekomst ligt nog voor ons. En nu kijken we niet meer achterwaarts, zoals op de Oudejaarsavond, maar nu kijken we vooruit. En we kunnen eigenlijk niet verder vooruitkijken dan dit ogenblik. We weten immers niet wat de toekomst ons brengen zal. We kunnen raden, we kunnen gissen, we kunnen hopen en we kunnen verwachten. Maar met zekerheid kunnen we niets zeggen. Maar bij dit alles mogen we één ding weten. Ook het jaar 1978 is een jaar onzes Heeren. Hij is het Die alles leidt en bestuurt.

En dat mag ons toch rust geven in een wereld vol onrust en nood, zoals ook onze oude Heidelberger het zegt: „Dat wij in alle tegenspoed geduldig, in voorspoed dankbaar zijn mogen en in alles dat ons nog toekomen kan een goed vertrouwen hebben op onze getrouwe God en Vader, dat ons geen schepsel van Zijn liefde scheiden zal, aangezien alle schepselen alzo in Zijn hand zijn, dat zij tegen Zijn wil zich noch roeren noch bewegen kunnen", (antwoord 28)

We zijn zo gewoon om elkaar bij de aanvang van het nieuwe jaar veel heil en zegen toe te wensen. En dat willen we onze lezers zeker ook doen. Alleen moeten we daarbij niet alleen denken aan uiterlijke omstandigheden. In Israël is de oude zegengroet „Sjaloom" weer in ere gekomen. Dat woord dat wij vertalen met „vrede" is eigenlijk veel rijker dan wij daaronder verstaan. Dat woord sjaloom duidt aan dat we niet alleen van buiten maar ook van binnen vrede hebben. Het is in de grond der zaak hetzelfde woord waar de Heere Jezus Zijn discipelen mee begroette toen Hij na Zijn opstanding aan hen verscheen en tegen hen zei: „Vrede zij ulieden". Die vrede zullen we dan bezitten wanneer de Heere Jezus in ons hart woont, want dan bezitten we die alles omspannende vrede, een innerlijke en een uiterlijke vrede, een vrede met God en alle wegen waarop Hij ons leidt, en een vrede met de mensen en de omstandigheden, een vrede, zoals de apostel het zegt, die alle verstand te boven gaat.

Die vrede zal tenvolle ons deel zijn in de toekomst van onze Heere Jezus Christus, wanneer Hij komen zal en het Koninkrijk Gods tenvolle openbaar zal worden, de nieuwe aarde onder de nieuwe hemel, waar gerechtigheid zal wonen, waar de bergen vrede zullen dragen en de heuvels heilig recht. Misschien leven we wel veel te weinig uit die toekomst, zodat de volle nadruk valt op het heden met al zijn moeite en verdriet, met al zijn nood en ellende, met al zijn rouw en tranen. Daardoor gaan we ook zo onzeker het nieuwe jaar in. Wanneer we alleen maar op het heden zien is er inderdaad niet veel reden tot blijdschap en verheuging. De ontkerstening neemt hand over hand toe. Een modern heidendom wint zienderogen aan invloed.

Men ruilt het christelijk geloof in steeds breder kringen in voor een modern levensgevoel, wat dat dan ook moge zijn, maar waarbij het geloof in de Heere God, zoals Hij Zich in Zijn Woord heeft geopenbaard in Christus Jezus geheel wordt losgelaten. En daarmee zijn tegelijk bijna alle zedelijke banden verbroken die in het verleden toch nog stuur gaven aan het leven. Een steeds grotere zedeloosheid en bandeloosheid en wetteloosheid komt openbaar. En deze tijdgeest heeft ook zijn invloed op, het kerkvolk, dat in veel steden en dorpen ook steeds verder afbrokkelt en waardoor ook de innerlijke weerstand minder wordt, zodat velen zich mee laten voeren op de weg van God en Zijn Christus af.

En ook in het nieuwe jaar zullen er allerlei pogingen aangewend worden om deze aarde meer leefbaar te maken, om, zoals men het tegenwoordig graag aanduidt, de structuren waarin we leven en werken te vernieuwen en om deze wereld van alle banden vrij te maken. Maar al die pogingen zullen op

niets uitlopen, daar ze buiten God en buiten Zijn Christus omgaan, omdat ze buiten het geloof omgaan, het christelijk geloof zoals we dat door het Woord Gods, door de prediking van de profeten en apostelen hebben leren verstaan. Daarom zullen we als christenen ook niets te verwachten hebben van deze wereld met al haar begeerlijkheden, want we worden er al maar armer en al meer leger mee.

Daarom moeten we van het nieuwe jaar maar niet te veel venvachten. We mogen van de Heere van het jaar 1978 echter wel veel verwachten. Zeker, dezelfde vragen als die van het vorige jaar zullen ons bezig houden: „Wat zullen we eten en wat zullen we drinken en waarmee zullen we ons kleden? " De werkloosheid in ons land is groot en de economie van ons land is zwak en de moeilijkheden zijn vele. Maar dat is allemaal het ergste niet. Wanneer de Heere God maar met ons meereist in het nieuwe jaar. Dan kunnen de problemen en de zorgen en de moeiten en de kruisen wel zwaar zijn, dan kunnen we wel door veel noden en moeiten en verdrukkingen heenmoeten. Maar Hij troont niet ver boven ons in de hemel van Zijn heerlijkheid maar Hij staat ook vlak naast ons in het grootste verdriet en in de diepste nood. In alle benauwdheid is Hij met ons benauwd. En Hij weegt ons verdriet en ons leed zodat Hij ons nooit een kruis oplegt dat te zwaar is. Hij neemt onze zorgen in het nieuwe jaar misschien niet weg. Maar Hij wil wel onze onnodige bezorgdheid wegnemen. Laten we niet vergeten dat de Heere zelfs zorgt voor de mussen, zou Hij dan ook niet zorgen voor allen die Hem zoeken en het van Hem verwachten.

Maar we moeten van deze tegenwoordige wereld niet te veel verwachten. Dat is bij velen een stuk geestelijke nood dat we misschien wel denken aan wat ons in het jaar 1978 kan overkomen en of wij het wel aan zullen kunnen al die dagen en weken en maanden van dit jaar met al zijn kruis en moeite en verdriet. Want in de eerste plaats mogen we weten dat het jaar 1978 ook een jaar onzes Heeren is, zodat Hij er ook de leiding van heeft. Maar we moeten veel verder in de toekomst leren zien. We moeten het veel meer leren verwachten van de toekomst van de Heere Jezus Christus. En daarbij hebben we te letten op de tekenen der tijden. Niet voor niets heeft de Heere Jezus ons erop gewezen wat er zal gebeuren naarmate de dag van Zijn wederkomst naderbij komt. Neen, als gereformeerde belijders zijn we niet van die rekenmeesters, die allerlei Schriftgegevens nagaan en daamee gaan rekenen hoeveel jaren het nog duren zal eer de Zoon des mensen wederkomt op de wolken * des hemels om te oordelen de levenden en de doden. Zo hebben we onze Bijbel nimmer gebruikt en zo mogen we haar ook niet gebruiken. Maar toch hebben we wel eens al te veel bij deze tegenwoordige wereld geleefd en te weinig bij de toekomst van Christus. En het is alsof de Heere ons in de laatste jaren meer dan ooit wil doen verstaan dat we wel door veel verdrukkingen heenmoeten maar dat het einde van die weg die vrede is, die sjaloom, waar Christus van spreekt als

Hij aan het begin van het nieuwe jaar zegt: „Vrede zij ulieden". En het lijden van de tegenwoordige tijd is niet te waarderen tegen de heerlijkheid die eens zal geopenbaard worden. Want straks zal er geen tijd meer zijn. Dan zal de laatste deur van de jaren dichtslaan. Dan zal de eeuwigheid zijn aangebroken. Hoe nodig is het dan om wel tot het einde toe onze roeping hier op aarde te vervullen, maar aan de andere kant die Koning uit de hemel te verwachten. Die straks komen zal omstuwd door Zijn heilige engelen. En zeker, Hij zal komen om te oordelen de levenden en de doden. Hij zal komen om w gericht te houden. Maar Hij zal ook komen om Zijn volk thuis te brengen, eeuwig thuis, om alle tranen van de ogen af te wissen en de eeuwige sjaloom te brengen. Laten we dan waken en bereid zijn. Want daartoe krijgen we dit jaar 1978 nog als een heden der genade. En hoe het dan ook gaat en wat er ook komt, alle dingen moeten nog medewerken ten goede, namelijk degenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn. En bij alles wat ons dan overkomt in dit nieuwe jaar laten we nooit vergeten, dat ook 1978 een jaar onzes Heeren is.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Het jaar onzes Heeren 1978

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's