Wat gebeurt er als de Bijbel echt open gaat?*’
Wat er gebeurt wanneer de Bijbel echt opengaat kunnen we o.a. vinden in Nehemia 8. Daar wordt verhaald van een volksvergadering waarin de priester Ezra uit „het boek van de wet van Mozes" voorleest. Het boek Nehemia vertelt ons van de opbouw van Jeruzalem en het land er omheen nadat de Joden waren teruggekeerd uit Babel, het land van de ballingschap, die ze hadden moeten ondergaan vanwege hun zonden en overtredingen. Groot was het verval van stad en land. Maar hoewel men voor een zeer moeilijke taak staat gaat men toch aan het werk ondanks de tegenwerking die men ondervindt van veel vijanden. Nehemia zegt: „God van de hemel, Die zal het ons doen gelukken, en wij Zijn knechten, zullen ons opmaken en bouwen."
Maar niet alleen de herbouw van stad en land wordt ter hand genomen, ook de geestelijke opbouw verkrijgt alle aandacht. En dat is 't wat ook ons volk zo nodig heeft. Toen ons land na de oorlogsjaren eigenlijk één grote puinhoop was geworden, heeft men de handen uit de mouwen gestoken. Er is geweldig veel tot stand gebracht. Nederland is herbouwd geworden. Maar de geestelijke wederopbouw bleef daarbij sterk achter. In de loop van de jaren kwam er zelfs een geestelijke afbraak openbaar. Het Woord Gods werd voor velen een gesloten boek. Naar Gods wetten en inzettingen wilde men niet meer leven. Zelfs-veel kerkelijke leiders werden ontrouw aan Gods Woord. Daardoor dwaalde ons volk al maar verder weg van de Heere en Zijn dienst. Nederland is dan ook in grote geestelijke nood gekomen. Ons volk is in een crisis terechtgekomen. Daarom moet de Bijbel weer opengeslagen worden onder ons volk, het Woord Gods moet weer richtsnoer worden voor ons geloof en leven. Dat is één van onze voornaamste taken, dat is de belangrijkste opdracht. De Bijbel open, opdat ons volk 'zal horen naar Gods Woord en zal wederkeren tot Hem, Die alleen redding en verlossing, licht en genade geven kan. Zo is ook het volk Israël samengekomen om naar de boodschap van Gods Woord te luisteren. Mannen en vrouwen en jongeren zijn in een volksvergadering bijeen. En de priester Ezra staat met de „rol van het Boek" in de hand. De wet des Eleeren zal aan het volk
worden voorgelezen. Maar eerst vraagt Ezra daarover de zegen des Heeren en looft hij God omdat Hij ons Zijn Woord heeft toebetrouwd. En het hele volk zegt daarop: Amen!
En dan leest Ezra uit de rol het Woord Gods voor. Hij leest van de morgen tot de middag. En allen luisteren nauwlettend naar het Woord Gods. De Bijbel wordt daar opengelegd in het midden van het volk. En die voorlezing van de Schrift maakt diepe indruk op het volk. Het licht van Gods Woord viel over hun leven. Ze zagen de weg die ze te gaan hadden. Gods Woord is immers een licht op ons pad cn een lamp voor onze voet. En Ezra had bij die voorlezing van de Schrift ook nog verschillende helpers, die het Woord Gods ook uitlegden, zodat men de inhoud ervan ging verstaan. Het Woord moet immers uitgelegd worden, want anders zijn het slechts lege klanken die gehoord worden. De vraag komt immers op ons af: verstaat ge ook hetgeen ge leest? En moeten we dan niet antwoorden: Hoe zouden wij toch kunnen zo ons niet iemand onderricht? Daarbij hebben we nodig het onderwijs van de Heilige Geest, zodat we vragen: Heere, maak ons Uwe wegen door Uw Woord en Geest bekend... Ja, dan gaat de Bijbel werkelijk voor ons open, wanneerwe het Woord Gods niet alleen horen, maar ook verstaan. Dan gaat de Bijbel werkelijk voor ons open, wanneer we de Schrift leren lezen bij het licht van de Heilige Geest. Daarbij geeft de Heere God ons ook „uitleggers", die ons de boodschap van de Heere God doen verstaan en ons bij het licht van Gods Woord onderwijzen van de weg die we te gaan hebben.
Wanneer op deze wijze de Bijbel echt voor het volk Israël opengaat zien we als eerste vrucht berouw en schuldbelijdenis. We lezen dat al het volk weende als zij de woorden der wet hoorden. In de spiegel van Gods Woord en wet zien we immers onszelf als zondaren, als overtreders. Zo worden we ontdekt aan onze zonde en schuld en gaan we belijdenis doen voor de Heere, dat we gezondigd hebben en dat we gedaan hebben dat kwaad is in Gods oog. Berouw, dat is het begin van de bekering. En we moeten elke dag opnieuw tot de Heere wederkeren. Er is ook een dagelijkse bekering nodig. Wanneer de Bijbel echt opengaat, dan worden we kleine mensen, afhankelijke mensen, klein voor God, zodat we van Zijn
genade moeten leven, zodat we tot Hem de toevlucht nemen, zodat we zonder Hem en zonder Zijn genade in Christus Jezus de gekruisigde en opgestane Heiland en Zaligmaker niet meer kunnen. Wanneer de Bijbel echt voor ons opengaat leren we als een arme zondaar Gods genade begeren. Gods genade die zo groot is, dat de profeet Jesaja zegt: Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw, al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol.
Wanneer dc Bijbel echt opengaat voor het volk Israël, komt echter ook de troost van Gods Woord. Ezra en dc andere leiders van het volk gingen het volk troosten. Het was goed dat zij zo getroffen en ontroerd waren toen ze de Bijbelgedeelten hoorden voorlezen en onder de indruk kwamen van hun zonden. Maar zij mogen niet bovenmate treuren, inzonderheid niet op deze dag, omdat die dag de Heere heilig was. Het was een van de plechtige feestdagen waarop ze vrolijk moesten zijn in de Heere. En zelfs smart over de zonde mag hun blijdschap in God niet in de weg staan. Die smart moet hen juist tot God, de God des levens, terugbrengen. Daarom gaat Ezra het volk bemoedigen. Ze moeten zien op de zegeningen Gods. En ze moeten daar nu ook van genieten. Ze moeten het vette eten en het zoete drinken, maar ze mogen daarbij de armen niet vergeten. Wanneer de Bijbel echt opengaat dan krijgen we God in het oog en ook de naaste. Dan verstaan we het gebod dat we de Heere God moeten liefhebben boven alles en Hem de eer moeten geven en de lof moeten brengen voor al de weldaden en zegeningen en trouw die Hij aan ons heeft bewezen. Maar dan weten we ook van het gebod dat we de naaste moeten liefhebben ais onszelf. We moeten ook zorg hebben over onze naaste, ook voor de tijdelijke dingen, maar ook voor de eeuwige dingen.
Wanneer de Bijbel echt opengaat voor het volk Israël gaan ze ook letten op de inzettingen des Heeren. Hij heeft gezegd dat ze deze dag moeten vieren tot eer van Hem, Die tot hiertoe zo rijkelijk voor hen gezorgd heeft. Ze mogen „de blijdschap des Heeren" niet vergeten. En dc kanttekening bij de Statenvertaling zet daarbij: „Dat is: de oorzaak die u God geeft om blij te zijn over zijn voorgaande en tegenwoordige weldaden moet uw gewetens troosten en u een goede moed geven". Dat hebben ze leren verstaan, dat de Heere voor dit en voor het toekomende leven voor hen zorgen wil. Het is een rijke zegen wanneer we de Schrift zien als de openbaring Gods. En hoe meer we dc Schrift leren verstaan, hoe meer de Bijbel voor ons opengaat, hoe meer vertroosting we er in zullen vinden. Toen de Schrift voor het eerst aan het volk werd voorgelezen weenden ze, maar toen ze meer en meer van de Schrift gingen verstaan, toen ze niet alleen hun zonden zagen in de spiegel van Gods heilige wet, maar ook het evangelie van Gods genade in Christus Jezus meer en beter gingen verstaan, toen kwam de blijdschap, omdat er juist voor hen die berouw hebben over hun zonden en die zich bekeren tot de Heere, zulke heerlijke en troostvolle beloften in de Bijbel gevonden worden. En toen ze de Schrift nader gingen onderzoeken hebben ze in het bijzonder gelet op het gebod des Heeren om het Loofhuttenfeest te vieren. Dit feest was een herinnering aan de tijd dat ze door de woestijn trokken op weg naar Kanaan. Toen woonden ze ook niet in vaste huizen, maar in tenten. Welnu, het volk moest er ieder jaar aan herinnerd worden dat we hier geen vaste verblijfplaats hebben, dat we onderweg zijn op onze pelgrimstocht, naar het hemelse Kanaan. Daarbij mocht de trouw van God niet vergeten worden. Want ondanks alles was Israël immers in Kanaan gekomen. En dat is het wat we moeten leren, dat de Heere zelf voor Zijn volk zorgt in de woestijn van dit leven en dat we eenmaal aan zullen komen aan het einde van de reis in het nieuw Jeruzalem waar we eeuwig bij God en bij Zijn Christus zullen zijn.
Wanneer de Bijbel echt opengaat — zo zien we hier duidelijk — gaan we vragen naar de wil dés Heeren om met blijdschap te wandelen in de inzettingen van onze God. Zo zelfs dat we ons kruis op ons nemen en onszelf verloochenen om zo achter Christus aan te gaan, en daarbij ook ons kruis nog vrolijk leren dragen ook. Ja, dan krijgen we de wegen des Heeren lief, dan gaan we zelfs danken voor de moeilijke wegen waarin we geleid worden, omdat het goed voor ons is verdrukt te worden, want daardoor worden we naar de Heere toegetrokken en nemen we onze toevlucht tot Hem.
Wanneer de Bijbel echt voor ons opengaat, kunnen we welgetroost leven en eenmaal zalig sterven. Het is dan ook de moeite waard om de Bijbel te openen. Wat een zegen was het toen Ezra en zijn helpers de Bijbel opensloegen voor Israël. Wat een rijke vruchten kwamen toen openbaar. En wat een rijke zegen is het ook nu, wanneer we onder ons volk de Bijbel openleggen, wanneer we ook leiding geven bij het onderzoek van Gods Woord, wanneer we ons volk de wegen des Heeren mogen voorleggen, wanneer we die enige Naam, die onder de hemel tot zaligheid gegeven is, mogen aanwijzen, wanneer we naar het Lam Gods mogen wijzen, naar die gekruisigde en opgestane Christus, Die dood is geweest maar Die leeft en Die aan al Zijn discipelen het leven geeft.
We moeten allemaal leerjongens van deze grote Profeet en Leraar worden, we moeten in Hem onze enige Hogepriester zien, Die voor Zijn volk alles heeft volbracht en we moeten Hem als onze eeuwige Koning eren. En dat gebeurt wanneer de Bijbel echt voor ons opengaat.
*) Slotwoord op een vergadering over „De Bijbel open" op 8 april j.1.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1978
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1978
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's