Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus opgenomen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus opgenomen

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen. Handelingen 1 : 9.

Opgenomen, nadat Hij gesproken had.

Tot het laatste toe is Christus bezig geweest in Zijn profetische bediening. Ook hier nog vlak voor Zijn hemelvaart onderwijst Hij Zijn discipelen. De veertig dagen die gevolgd waren op Zijn opstanding was Hij er telkens weer geweest: Zichzelf bekend m.akend, onderwijzend, vertroostend en vermanend. En zo maakt Hij die veertig dagen ook helemaal vol. Ook nu neemt Hij er niet enkele dagen af om zich voor te bereiden op de hemelse heerlijkheid. Hij is altijd maar doende in de dingen Zijns Vaders. Hij is altijd maar doende met Zijn Kerk. Hij zal hen straks achterlaten, maar Hij laat hen niet zonder troost achter. Niet zonder troost, immers dé Trooster zal komen! De Heilige Geest en Die zal bij hen blijven en hen in alle waarheid leiden. Straks, als Hij opgenomen is, zullen ze wezenloos omhoog staan te staren met het besef: Nu is Hij toch echt weg, toch echt niet meer bij ons. En toch dat zal het laatste niet zijn. De Geest zal komen om hen te vervullen met de blijde zekerheid, dat Christus met hen zou zijn al de dagen tot aan de voleinding der wereld. Wat zorgt Christus toch in alles volkomen voor Zijn volk. Zonder Hem kunnen ze niets doen, maar ze hoeven zonder Hem ook niets te doen. Hij zal hen immers Zijn Geest zenden als een tegenpand.

De Heere Jezus laat zijn discipelen ook niet achter zonder hen duidelijk gezegd te hebben, wat ze moeten doen. Ze moeten van Jeruzalem niet scheiden tot dat de Heihge Geest als de belofte des Vaders op hen zal komen. Wat zouden ze zonder dat bevel van hun Heere gedaan hebben.? Simon Petrus was misschien wel weer aan het vissen geslagen. En er zouden ook zeker sommige anderen met hem gegaan zijn. Weer anderen zouden wellicht wat anders zijn gaan doen. Ach. zonder het woord van hun Heere zou er ook niets van terecht gekomen zijn. Ze zouden als gemeente haast wel zeker uit elkaar zijn gevallen. Waar het Woord en de weg Gods niet bekend of erkend zijn, zijn we overgeleverd aan ons persoonlijk inzicht en wat kan er dan ooit van terecht komen.? Wij zijn toch arme en blinde schepselen, die geen weg weten in dit leven. Wij dwalen allen als schapen, wij keren ons een ieder naar onze eigen weg. Maar Christus weet wat die arme, blinde en dwaze leerlingen van Hem nodig hebben. Hij laat hen niet achter zonder concreet aan te geven wat ze moeten doen als Hij van hen weggevaren zal zijn. Wat een wijze en trouwe Leermeester hebben die discipelen toch. Hij weet waar hun zwakke punt zit. Mag u ook bij Hem op school zijn.? Een betere Leermeester is er niet!

Christus laat Zijn discipelen ook niet achter zonder hen vermaand te hebben. Ja, dat was ook nodig. Daaruit blijkt nog eens te meer, hoe blind ze zijn in zichzelf. Ze hebben die wonderlijke belofte van Christus gehoord: De belofte des Vaders zal hen gegeven worden. Ze zullen gedoopt worden met de Heilige Geest. Maar betekent dat niet dat dan nü het Koninkrijk komen zal in volle heerlijkheid.? Betekent dat niet, dat nü het einde daar is. Echter Christus vermaant hen om hun nieuwsgierigheid. Het komt hun niet toe te weten de tijden, die de Vader in Zijn macht gesteld heeft. Ze zullen de Heilige Geest ont\^angen om getuigen te zijn van Christus. De weg van het Koninkrijk is voorshands de weg van het Woord. Dat ze hebben uit te dragen tot aan het einde der aarde. Naar de tijden en gelegenheden moeten ze maar niet nieuwsgierig vragen. Die moeten ze maar in Gods Raad laten en zij moeten maar doen, wat hun hand vindt om te doen.

Die vermaning kon ook voor ons dienstig zijn. We lopen immers zo vaak vooruit op de dingen van Gods Koninkrijk, nieuwsgierig en haastig. In de gemeente, in ons eigen hart en in de wereld. Maar we worden teruggewezen. Predik het Woord en ontvang het Woord, dat is voor ons en onze kinderen weggelegd. Voor het overige zorgt de HEERE Zelf.

Opgenomen van 's Vaderswege

En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen. Nog maar nauwelijks is Christus uitgesproken of Hij wordt van de aarde opgeheven naar de hemel. Hij werd opgenomen namelijk door Zijn Vader. Elders houdt ons de Schrift voor, dat Hij heen is gevaren. Dan ligt de nadruk op de daad van Christus Zelf. Hier valt het volle licht op de daad van Zijn Vader. Die neemt Hem op, bij zich op, zo zouden we kunnen lezen. Daaruit blijkt nog eens te meer hoezeer de Vader het werk van de Zoon heeft aanvaard. Het welbehagen des Vaders licht nog heerlijker dan met Pasen over Hem op. Deze, Die vlees geworden is. Die geleden heeft op het vloekhout der schande. Deze is Zijn geliefde Zoon. Hij neemt Hem bij zich op.

Wat bevestigt Hemelvaart het dan nog maar weer eens voor ons: Al Gods welbehagen is in Zijn Zoon! Zijn Zoon, Die Borg en Middelaar is geworden. Nergens anders zullen we dan ook dat welbehagen vinden over ons leven, dan in Hem. Niet in deugden en gerechtigheden van ons, niet in gestalten en bevindingen van ons hart, maar in de gerechtigheid, die Hij heeft aangebracht, in wat Hij heeft ondervonden, in de gehoorzaamheid, die Hij geleerd heeft, hoewel Hij de Zoon was. Zoekt dat welbehagen Gods dan ook nergens anders dan in Jezus Christus en Dien gekruisigd.

Hij werd opgenomen. De Vader ontsluit voor Hem de poorten der gerechtigheid. Hij mag ingaan in het hemelse Jeruzalem. Nooit kon de HEERE daar nog een mens in opnemen. Hoe zouden wij onze bevuilde voeten ooit zetten op de reine straten van de stad Gods.? Hoe zouden wij ooit de berg des HEEREN opklimmen.? De hemel is dichtgegaan in de hof van Eden. Het paradijs is verloren. En uit onszelf talen wij er niet eens naar om het terug te vinden. Vkblind en verdwaasd leeft de mens zijn ondergang tegemoet. En waar de HEERE het verlangen wekte naar Hem, moet het geleerd worden: afgesneden, er is geen weg terug. Vlees en bloed zullen het Koninkrijk Gods niet binnengaan. En nu zie daar gaan vlees en

bloed de stad Gods in, het vlees en bloed van de gezegende Middelaar Gods en der mensen.

Hij werd opgenomen. Neen, Hij is geen indringer. Of, in zekere zin toch wel. De geweldenaars nemen het Koninkrijk Gods met geweld. Hij heeft het genomen met het geweld van Zijn liefde. Maar toch: Hij is geen indringer want Hij wordt opgenomen. De Vader haalt Hem naar Zich toe. Hij is welkom. Rijst eeuwige deuren, rijst omhoog, omdat g' uw Koning moogt ontvangen.

Hij werd opgenomen. Ja, de grote Hij. De Middelaar Gods en der mensen. Hij, die Zijn werk heeft volbracht en dat werk draagt in de schoot van Zijn Vader, voorsprekend voor zondaren. We hebben een moeder in de hemel, kun je de kinderen van een godzalige moeder horen zeggen. O, maar hemelvaart dat is nog veel meer. Dan roept Johannes uit: Wij hebben een Voorspraak bij de Vader, namelijk Jezus Christus, de Rechtvaardige. Wat is dat groot. De aarde is vol van uw zonden, dat moet u belijden. Uw ongerechtigheid schreit naar de hemel. Maar in de hemel zelf wordt een andere sprake gehoord: Voor deze heb Ik verzoening gevonden.

De aarde vol van onze zonden. De hemel vol van Christus' verzoening. De geur van Christus' offer is Gode een lieflijke reuk. De Hogepriester van onze belijdenis gaat door de hemelen door en heft biddend en zegenend Zijn doorboorde handen. Hemelvaart: dat is de Christus in de hemel. Dat is een hemel vol van Zijn priesterlijke liefde. Dan is er buiten Hem ook geen slachtoffer meer voor de zonde. Wee, wee dan degene, die Zijn bloed onrein acht! Zalig, zalig dan die, die Hem nodig kreeg.

Hij werd opgenomen. Hij, Die ons leven is. Ja, nu is het leven van Gods kind met Christus verborgen in God. Het wordt daar bewaard tot de dag der zaligheid. Voor wie Hem niet kent is het leven hier op aarde: in zijn bezit, in zijn werk of zelfs in zijn godsdienst. Dat leven is echter de dood cn loopt ook op de dood uit. Wie in Christus het leven vond in de gunst Gods, heeft zijn leven in de hemel, heeft zijn burgerrecht in de hemel. Ons vlees, verheerlijkt in Zijn mei. Daarom gaat de hoop, die wij hebben als een anker der ziel, dat zeker en vast is, in in het binnenste van het voorhangsel, waar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus.

Hij werd opgenomen. Hij, Die ons vlees heeft aangenomen. Dat vlees beërft het Koninkrijk Gods. Onze belijdenis getuigt: Dat is een zeker pand daarvan, dat Hij ons, Zijn lidmaten, tot Zich nemen zal. Ons vlees in de hemel. Ons vlees, verheerlijkt in Zijn opstanding en nu opgenomen in Zijn Hemelvaart. Zo zal ook eenmaal Gods kind verheerlijkt worden, het zondekleed afleggen en aan Zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig worden, om Hem in volkomenheid te mogen dienen. Hemelvaart mag voor Gods Kerk het feest van de geopende hemel zijn en daarom het feest van de hoop. Onze oudste broeder is voorgegaan en Hij zal ons allen tot Zich trekken.

Hij werd opgenomen. Christus wordt in Zijn hemelvaart opgetild van de aarde naar de hemel. In de hemel immers alleen kan Hij die eer ontvangen die Hem toekomt. Op aarde heeft Hij na Zijn opstanding toch niet veel meer gevonden dan aarzelende en twijfelende discipelen, die dan tenslotte nog wel geloofden. Maar in de hemel zijn de legioenen van engelen. Zij hebben gezongen toen Hij de hemel verliet. Zij zullen gezongen hebben nu Hij glorierijk intocht mag houden. Beschamend is dat ook, die hemelvaart! Een oordeel over ons oude leven, over deze oude aarde. Hier heerst de vloek der zonde en wat van God is, het nieuwe, komt hier niet verder dan een beginsel, een knop. Daarom wordt Hij opgenomen. Hij mag de volle bloei genieten. De volle gunst en de volle heerlijkheid. Wat glans, wat majesteit hebt Gij die Vorst bereid!

Hij werd opgenomen. Gods majesteit overwint de krachten van de natuur die Hem aan de aarde binden. Hij mag de aarde achter zich laten en alles wat aards is. Hij gaat Zijn vreugde tegemoet. Wat blijkt in dit wonder Gods heerlijke almacht in het natuurlijke, maar ook in het geestelijke. Wij liggen gebonden aan de aarde, wat de natuur betreft, maar geestelijk gezien nog wel veel meer. Die natuurkrachten kunnen we met onze raketmotoren nog enigszins aan. Die geestelijke krachten niet cn nooit. En toch, u mag het horen, u gebondene: De HEERE regeert de hoogste Majesteit. En de HEERE regeert in Zijn genade in Christus.

Hij werd opgenomen daar zij het zagen. De Heere Jezus wilde zijn discipelen er getuige van laten zijn. Hij is niet in het verborgene heengegaan. Ze mochten weten, waar Hij was. Ze móesten het ook weten, opdat wij het ook zouden weten: Hij is in de hemel en Hij zit ter rechterhand Gods. En al de rijkdom die hemelvaart bevat, wordt dan ook bevestigd door dit: daar zij het zagen. Ze hebben het met hun ogen aanschouwd. Verwonderd, ja ontzet. Daar had de Heere Jezus al over gesproken met de joden. Die hadden zich geërgerd aan Zijn Woord, dat Hij het Brood was dat uit de hemel is nedergedaald. Wat zou het dan zijn, had de Heere Jezus toen gezegd, zo gij de Zoon des mensen zaagt opvaren, daar Hij tevoren was. Nu mochten de discipelen dat zien. Hij is uit de hemel nedergedaald en keert nu naar de hemel weer in eer en in glorie.

Toch mogen de ogen der discipelen niet alles zien. Wel Zijn opname, niet Zijn intocht. De hemelse luister, die Hij ontvangt blijft verborgen. Een wolk nam Hem weg van hun ogen. Er blijft een grens. Gods heerlijkheid is nog verhuld. Wij zien nu nog in een spiegel door een duistere rede, maar alsdan zullen we Hem zien van aangezicht tot aangezicht.

We moeten onwillekeurig aan Mozes denken, toen Hij de Sinaï opging. Ook toen was er de wolk, tot verhulling en bedekking. Mozes mocht ingaan in de wolk, maar het volk moest achterblijven. Zo is de meerdere Mozes ook ingegaan in de wolk. Niet om de stenen tafelen te ontvangen, maar om de Geest te ontvangen, opdat die de wet zou schrijven in hun binnenste. Dan is Pinksteren Gods spreken uit de wolk onder het nieuwe verbond. Dan is een wolk wel verhulling, maar geen verberging. Christus zendt ons Zijn tegenpand, opdat wij zouden zoeken de dingen die boven zijn. Onze harten mogen we door de Geest opheffen in de hemel waar Christus Jezus is. En Gods Kerk mag zich, hoewel Hem niet ziende, nochtans in Hem verheugen met een onuitsprekelijke vreugde. En in die vreugde, aangevochten en wel, toch haar Zaligmaker met blijdschap uit de hemel verwachten. Want: Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijk gij Hem naar de, hemel hebt zien heenvaren.

Wien heb ik nevens U omhoog? Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog Op aarde nevens U toch lusten? Niets is er waar ik in kan rusten. Bezwijkt dan ooit, in bitt're smart, Of bange nood, mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Christus opgenomen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's