Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van oude tijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van oude tijden

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

We weten niet zoveel meer van de toestand van ons land in de eerste eeuwen na de geboorte van Christus. Maar we weten wel dat er in de tweeduizend jaar die sinds die geboorte voorbijgegaan zijn er veel veranderd is in Nederland. Wanneer we alleen al letten op de veranderingen van de laatste honderd jaar dan kunnen we al zeggen dat de mensen die aan het einde van de vorige eeuw leefden niets zouden begrijpen van de wereld van vandaag en zich verwonderd zouden afvragen hoe alles in zo korte tijd kon veranderen?

Toch weten we tegenwoordig veel meer van oude tijden dan honderd jaar geleden, veel meer van beschavingen die duizenden jaren geleden hebben bestaan dan dat we weten van het ontstaan van ons eigen land en volk en de leefwijze van onze voorouders. Maar dan moeten we wel naar het Midden-Oosten, naar het land van de Bijbel, naar de landen waar Noach en Abraham en David hebben gewoond en geleefd. Er zijn opgravingen verricht die ons bijzonder veel geleerd hebben over volkeren en beschavingen die vier-tot vijfduizend jaar geleden geleefd en bestaan hebben. Zo heeft men in het noorden van Syrië bij opgravingen geweldige ontdekkingen gedaan. Daar moet een beschaving zijn geweest die ontstaan is nadat de zondvloed heeft plaatsgevonden. Voorheen plaatste men die zondvloed ongeveer 2500 voor Christus, maar bijbelgetrouwe exegeten zijn het daar toch niet helemaal over eens. Op het ogenblik lopen de schattingen uiteen van 3000 tot 5000 voor Christus. We gaan daar nu niet nader op in en we spreken daar ook geen oordeel over uit, omdat we ons niet deskundig genoeg voelen op dit gebied. Maar laten we maar aannemen dat Noach geleefd zal hebben ongeveer 4000 jaar voor Christus en dat in die tijd ook de zondvloed plaatsgehad heeft. Om één en ander duidelijker te kunnen verstaan en doorzien is het misschien goed te melden dat koning David ongeveer duizend jaar vóór Christus heeft geleefd. Mozes ongeveer vijftienhonderd jaar vóór Christus en Abraham tweeduizend jaar vóór Christus.

De zondvloed is een zeer belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van de wereld geweest. Dat wordt ons uit het Bijbelverhaal ook wel duidelijk. Maar wat is er na de zondvloed gebeurd, die door de Heere God als een oordeel over deze wereld is gezonden, vanwege de zonden van de mensheid: , , En de Heere zag, dat de boosheid des mensen menigvuldig was op de aarde, en al het gedichtsel der gedachten zijns harten te allen dage alleenlijk boos was. Toen berouwde het de Heere, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had en het smartte Hem aan Zijn hart. En de Heere zeide: Ik zal de mens, die Ik geschapen heb, verdelgen van de aardbodem... want het berouwt Mij dat ik hen gemaakt heb..."

Zo is het oordeel Gods over de aarde gegaan. „Maar Noach vond genade in de ogen des Heeren."

Wat is er nu na de zondvloed gebeurd? Van het punt uit waar de ark destijds gestrand is hebben de volkeren zich over de aarde verspreid. Dat gebeurde na de torenbouw van Babel. In een periode van tweeduizend jaar, van Noach tot Abraham, ontwikkelden zich geweldige beschavingen. En in tweeduizend jaar kan er geweldig veel veranderen. Dat wordt ons zeker duidelijk wanneer we letten op de geschiedenis van ons eigen volk in tweeduizend jaar, van de tijd van de Bataven af tot nu toe. En van die beschavingen nu is vooral in de laatste tientallen jaren veel teruggevonden bij opgravingen. Meestal vond men verschillende zaken in de zogenaamde tells, dat zijn heuvels waaronder zich oude steden bevinden. Zo'n teil ontstond als volgt: Op een of andere vlakte werd een stad gebouwd. Na verloop van tijd kwam er een veroveraar, die alles met de grond gelijk maakte. De ruïnes en het puin kwamen diep onder het stof en zand te liggen. Maar omdat de plaats op de een of andere manier toch geschikt was om er te wonen, kwamen er mensen die een nieuwe stad bouwden. Als het ware boven op de oude puinhopen. Maar soms kwam er dan opnieuw een veroveraar, waardoor de geschiedenis zich herhaalde.

In het Midden-Oosten zijn nu veel van deze tells gevonden. En wanneer men ze afgraaft ontdekt men diverse lagen van beschavingen. Dicht bij het dorpje Teil Mardich in Noord-Syrië ligt nu zo'n teil. Die heuvel bevat de restanten van het oude Ebla. Onze lezers zullen zich herinneren dat we

daar reeds eerder over hebben geschreven. Daar worden door verschillende archeologen, onder leiding van professor Paolo Matthiae, die verbonden is aan de universiteit van Rome, opgravingen gedaan. Deze professor is gespecialiseerd in de archeologie van het Midden-Oosten. Bij Teil Mardich begonnen de werkzaamheden in 1964. De heuvel heeft een oppervlakte van 64 hectare, is ovaal van vorm en heeft een diameter van meer dan duizend meter. Voor archeologen zijn de opgravingen in dit gebied bijzonder belangrijk. Professor Matthiae vertelt er zelf van: „De potscherven en het aardewerk aan de oppervlakte van deze teil bleken uit een tijdperk van 2500 tot 1500 voor Christus. Dat was precies de periode die ons het meeste interesseerde. Voor 1964 wisten we heel weinig van het Syrië van vóór 1700 voor Christus. Wat bekend was dankten we aan Engelse en Franse opgravingen, vooral van Ugarith."

Volgens de Italiaanse archeoloog is Teil Mardich een politiek en cultureel centrum van dc eerste orde geweest. Een bewijs daarvoor vond men in de grote en fraaie fontein, die enkele jaren voor het begin van de opgravingen werd ontdekt. Die bevindt zich nu in het museum van Aleppo. Sinds 1964 graaft men nu elke zomer gaten van zo'n vier bij vier meter. Een paar jaar geleden deed men een belangrijke ontdekking. Professor Matthiae zegt daarover: „Teil Mardich werd enorm belangrijk toen we in 1975 het staatsarchief van de stad Ebla ontdekten. Dat materiaal dateert uit het derde millennium. Om precies te zijn uit 2400 a 2250 voor Christus. Ebla is van essentieel belang geworden voor héél de oude geschiedenis van het Nabije Oosten. En niet alleen voor het noorden van Syrië. In 1973 hebben we kunnen vaststellen waar het voormalige koninklijk paleis van de stad Ebla stond.

Het wetenschappelijk onderzoek van dat paleis is pas begonnen. We kennen nog slechts een paar gedeelten ervan, zoals de ontvangstruimte, enkele kamers, de monumentale toegangspoort en vooral de administratieve vertrekken. Dankzij de archeologische gegevens van Teil Mardich, het koninklijk paleis en vooral de informatie uit het staatsarchief van Ebla kunnen we in de komende jaren de geschiedenis van het derde millennium voor Christus herschrijven."

Wanneer men vraagt hoe men de resten van oude gebruiksvoorwerpen kan dateren, dan willen we opmerken dat archeologen inderdaad kunnen zien uit welke tijd een schcrf stamt. Ze maken dat op uit de manier waarop dc pot is gevormd. Ze zien dat ook aan de schildering die er zich soms op bevindt. En ze kunnen het zelfs zien aan de materialen waar de klei van is vervaardigd. Nadat ze alles hebben verzameld wat zich in een bepaalde laag bevindt, kunnen ze de datering inderdaad vrij nauwkeurig vaststellen.

Het zijn allemaal interessante gegevens die we hierboven hebben weergegeven en die we ontvangen hebben van de Evangelische Omroep. Maar misschien komt de vraag bij u op of dit alles wel zo belangrijk is? We zouden daarop willen antwoorden dat we vanzelfsprekend speuren naar gegevens die ons de geschiedenis van deze wereld duidelijker maken. Maar omdat we hier op Bijbels terrein zijn en verschillende verhalen uit de Bijbel juist ook in deze tijden spelen, volgen we een en ander nog met des te groter belangstelling.

Lange tijd hebben moderne theologen immers de Bijbel bestreden omdat er verschillende geschiedenissen in zouden voorkomen die onmogelijk echt gebeurd konden zijn. Tenminste, naar het gevoelen van de Bijbelkritici. In de loop van de laatste tientallen jaren zijn er echter veel monden gestopt van de „mannen van de wetenschap". Want geregeld kwamen er bij opgravingen nieuwe gegevens naar voren, die de Bijbel en de verhalen van de Bijbel duidelijk staven. Nu moet men ons goed begrijpen. Voor ons hoeft de Bijbel niet bewezen te worden. De Bijbel wil geloofd worden en het. is het getuigenis van de Heilige Geest, waardoor we de Bijbel aanvaarden en geloven als Gods Woord. Maar het is toch goed dat de mond van de leugensprekers gestopt wordt. En dat is in de laatste jaren inderdaad gebeurd. Men is in elk geval veel voorzichtiger geworden met het uitspreken van oordelen over bijbelse gegevens die niet echt gebeurd zouden kunnen zijn. Daar lezers van ons blad over deze dingen nadere inlichtingen hebben gevraagd, schreven we bovenstaand artikel. Een volgende keer willen we op een en ander nog nader ingaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Van oude tijden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's