Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

John Bunyan en het wonder der genade

In onze kringen is de naam van John Bunyan erg bekend evenals zijn boek: Een Christenreis naar de eeuwigheid. Trouwens, men zegt dat dit boek het meest gedrukte en verspreide is ter wereld na de Bijbel. Het is, naar men zegt „een allegorie in proza die zijn weerga niet kent in het Engels, misschien zelfs niet in de wereldliteratuur". Het grote wonder daarbij is dat Bunyan maar een eenvoudige ketellapper was, die nauwelijks lezen of schrijven kon en dat hij „één van de klassieke boeken van de wereld" heeft geschreven. Hij was een man „van God geleerd" en Hij heeft hem bekwaamd om dit boek te schrijven dat door zovelen is gelezen en dat zo'n grote invloed heeft gehad op het geestelijk leven van duizenden mensen uit allerlei landen en volkeren. Waarom ik ineens hier over hem schrijf? Wel ik vond in Het Zoeklicht een artikel van Ds. P. J. Mietes dat me trof. Een lezer had aan deze predikant bericht dat het dit jaar 350 jaar geleden is dat Bunyan werd geboren. Nu valt zijn geboortedag in november. En ik vermoed dat er in ons blad rondom die tijd nog wel aandacht zal worden besteed aan deze boeiende persoonlijkheid uit de geschiedenis van de christelijke kerk. Maar toch vond ik in. het bovengenoemde artikel enkele aardige bijzonderheden, die ik nu alvast wil doorgeven aan mijn lezers:

„Nu kan meteen wel de vraag worden opgeworpen, of dat nu de moeite waard is om een ketellapper te herdenken? Ach, er zijn immers heel wat belangrijker persoonlijkheden om te gedenken! En inderdaad, deze man getuigt van zichzelven: „Mijn afkomst was uit een laag en onaanzienlijk geslacht". Hij werd geboren te Elstow bij Bedford op 28 november 1628. Na een moeilijke jeugd cn veel innerlijke strijd, kwam het licht van God, de Heere Jezus Christus, zijn leven beheersen. Zijn vrouw, Elisabeth, en zijn vier kinderen: Mary (blind), Thomas, Jozef en Sara hebben het ook uiterst moeibjk gehad. De Staatskerk van die dagen duldde geen andere prediking en geen andere gebeden dan de voorgeschrevene. Bunyan kon niet zwijgen van het heil dat hem door onnoembare strijd ten deel was gevallen en werd tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld, hoewel dat uitliep op twaalf jaren in de gevangenis. „Naar zijn uiterlijk scheen het alsof hij een bars en ruw karakter had, maar in de omgang was hij zacht en meegaande."

„Drie gaven heeft hij in Gods dienst besteed: Historieschrijver, dichter en profeet; Hij rustte in vrede tot de dag genaakt, waarop Gods volk voor de eeuwigheid ontwaakt."

Zo lezen wij in het boek: „Genade overvloeiende voor de voornaamste der zondaren." In dat boek lezen wij op blz. 30: „Maar toch bemerkte ik, dat, ofschoon ik vóór mijn bekering zulk een groot zondaar geweest was, God toch niet de schuld van de zonden in mijn onwetendheid begaan, zwaar op mij deed wegen; alleen toonde Hij mij, dat ik verloren was, indien ik Christus niet had". Vreselijk trof hem een uitdrukking van Franciskus Spira: „Een mens weet wel waar de zonde begint, maar wie kent haar einde? " (bl. 54).

In zijn twijfelingen hoorde hij een stem: „Blijft ge steeds weigeren, gerechtvaardigd te worden door het bloed van Christus? " (bl. 58).

In het boek: „Komst en Welkomst tot Christus" bemerken wij hoe nauw hij het neemt: „Deze volgden Jezus tot over de zee om den brode; des mensen buik zal hem een groot stuk weegsheen kunnen dragen in den godsdienst, ja, des mensen buik te maken, dat hij hemzelve zeer verre durft wagen voor de zake Christi ... niet de bezigheid en werkzaamheid der belijders, maar hunne liefde tot Jezus heeft zijne approbatie en goedkeuring" (bl. 4)." -

Bunyan heeft een hele serie boeken geschreven, maar de „Christenreis naar de eeuwigheid" blijft toch wel het voornaamste en meest bekende boek van deze schrijver bij de gratie Gods. In al zijn boeken echter verkondigt hij de genade Gods waardoor een mens behouden wordt, „door genade alleen".

Bunyan nodigt om tot Christus te komen!

In zijn preken en in zijn boeken nodigt Bunyan zondaren om tot de Heere Jezus Christus te komen. Hij wijst arme en in zichzelf verloren zondaren de weg naar de Heiland en Zaligmaker, Die gekomen is om te zoeken en zalig te maken wat verloren is:

„Om u te tonen wat het is tot Christus te komen, zo moet gij dit woord komen geestelijk, en niet vleselijk opvatten; want daar kwamen er menigeen tot Hem, vleselijk of lichamelijk, die nooit een zalig voordeel door Hem hadden... Daar is ook heden ten dage een komen tot Zijne ordonnantiën en wegen van godsdienst, uit een formaliteit en gewoonte. Het komen waar Joh. 6 : 37 op ziet: Alles wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en wie lot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen", is te verstaan van een komen des gemoeds, even het bewegen van 't harte te zijnwaarts".

De taal is archaïsch en de spreekwijze dateert uit voorbijgegane eeuwen maar de betekenis heeft niet aan waarde verloren. De „tijdloze prediking", waarop zo dikwijls werd afgegeven, blijkt een blijvende waarde te hebben.

Treffend ook als hij zegt: Zij mochten liefkozingen maken met hun lippen", maar ook: Petrus verloochende zijn Meester, eens, twee en driemaal, en dat met den eed; nochtans ontving hem Christus zonder de minste schroom. Toen al Zijn discipelen Hem verlieten cn vluchtten, zag Hij dit ook als een zeer lichte zaak in hen... hoe erg ook... en daaruit bleek de rijkdom van Zijn genade. De bloedschender werd op zijn bekering ontvangen en in genade weer aangenomen. 1 Cor. 5 : 12; 2 Cor. 2 : 6, 7, 8".

Naast de barmhartigheid Gods wees hij op de vreselijke toekomst van de ongelovigen: „Hun gedrag in de helle wordt ons door vier dingen uitgedrukt:

1. Door een vergeefs roepen om hulpe en verlossinge. 2. Door weeninge. 3. Door huilinge. 4. Door knersinge der tanden." (bl. 100).

Maar daar perste de liefde Gods deze woorden uit zijn gemoed: „Tot Christus te komen, geschiedt niet door den wille, wijsheid of macht des mensen, maar door de gifte, belofte en trekkinge des Vaders". (bl. 105).

En iets verder schrijft hij:

„Zijt gij een groot zondaar? Een oud zondaar? Een afvallig zondaar? Hebt gij den satan al uw leven gediend? Hebt gij gezondigd tegen licht of genade? Hebt hij niets goeds met u te brengen... „Ik zal u geenszins uitwerpen" zegt Christus."

Dan wordt hem dit wonder zo groot, dat hij vermaant: „een weinig meer kennisse van Hem zal u beter moed doen grijpen en uwe ernstige begeerte zal niet meer zo verzeld gaan met zulk een hevige vreze".

Dan voelt hij zich zo klein voor God: „Zal Hij wonderen doen aan zulk een doden hond als ik ben? " Maar ook: „Ik verwonder mij over de dwaasheid en uitzinnigheid van zoveel mensen, die zo vrolijk zijn in hun boeien, terwijl zij zorgeloos huppelen en springen om den mond der hel. Hoe meer gij uw zonden ziet, hoe gij te sterker moet vluchten naar Jezus en Iaat het gevoel van uw eigen onwaardigheid u te meer naar Hem doen spoeden" (bl. 128).

Bunyan heeft tientallen boeken geschreven, maar beroemd werd hij door „De Christen-en Christinnereis naar de eeuwigheid". Een allegorie, maar zo treffend, dat rijk en arm, geleerd en ongeleerd er door werden getroffen en nog steeds treft het ook de moderne mens van deze tijd, die de moeite neemt om het rustig te lezen.

„Ongestudeerd, is hij een geboren taaigenie. De gedachte uit zich aanstonds in het geïnspireerde, alleen juiste woord." —

Inderdaad, de weg der zaligheid is in deze zin tijdloos dat het evangelie niet veranderd is door de eeuwen heen en dat een mens zowel vroeger als nu bekeerd moet worden, een nieuw hart nodig heeft, wederomgeboren moet worden en alleen door genade zalig kan worden, door het geloof in de Heere Jezus Christus, dat rechtvaardigende geloof dat de Heilige Geest in de harten werkt. Dat evangelie moet verkondigd worden aan de mens van hier en nu, maar het is in de grond hetzelfde evangelie als in de dagen van Bunyan en als in de dagen van de reformatie, het is het evangelie naar de Schriften.

Bunyan nog niet vergeten

Het is een teken dat men niet voorbij mag zien dat de naam van zo'n eenvoudig man als John Bunyan na enkele eeuwen nog niet vergeten is, terwijl zoveel namen van beroemde theologen in de vergetelheid zijn geraakt. Daarmee heeft de Heere God iets te zeggen, zodat we wel op moeten merken op de boodschap die tot ons komt. Bunyan voorziet zware tijden, zoals trouwens ook in de Schrift voorzegd is. De afval van de kerk is groot en toch zal de Heere een volk bewaren, ook in de nood der tijden:

„In zijn boek: De Verwoesting van de Antichrist" merkt hij op: De duivel heeft de kerk van God tot een vroedvrouw van dit monster deiwereld gemaakt, gelijk de apostel zegt in 2 Thess. 2:4". (bl. 14) En vier bladzijden verder: De schoonheid van den Anti-Christ zal als een bloem verwelken, en als een blad afvallen, dat verstoken is van het sap des booms, of gelijk de schoonheid des lichaams vergaat door den dood. Het lichaam kan niets dan walgelijk zijn in zulk een staat, en evenzo zal het lichaam van den Anti-Christ worden voor alle aanschouwers, als de Heere het zal slaan door den adem zijns monds".

Zijn kijk op de maatschappij van die dagen zou niet misstaan in onze tijd: „Het Woord werkt niet; de ware verootmoediging wordt gemist, ware bekering is zeldzaam, een geestelijk leven is iets vreemds, helaas! Waar is de praktijk van een geestelijken en heiligen wandel? Integendeel is het ene vormelijkheid en belijdenis" (bl. 25).

Dan komt die aangrijpende oproep: „Laat de Koning een plaats in ons hart hebben en laten wij den Heere met hart en mond bidden, dat Hij ons bescherme tegen de aanvallen en angsten des doods, teveel om mede te delen".

Een ellendige en smerige gevangenis en daarin een Koningskind!

Een ketelboeter en een openbaring van wat de Heilige Geest vermag in een geheel overgegeven hart. Keizers en Koningen zijn de vergetelheid ingegaan. Beroemde redenaars spreken niet meer, maar van Bunyan zouden wij willen zeggen wat ook van Abel geschreven staat: „en hierdoor spreekt hij nog, nadat hij gestorven is" (Hebr. 11).

„Te dien dage hief Jezus aan en zeide: k dank U, Vader, Heer' des hemels en der aarde dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen voor U" (Matth. 11 : 25, 26) —

Inderdaad, deze knecht des Heeren is op een bijzondere wijze geleid. Ook toen was de vervolging groot. Hij heeft immers twaalf jaar in de gevangenis doorgebracht omdat hij zonder vergunning van de overheid gepreekt had. Voor ons mensen is dit een verschrikkelijke gedachte. Maar in de gevangenis heeft hij zijn bekende boek geschreven, een boek dat, toen het eenmaal in druk verschenen was in 1678, de wereld stormenderhand heeft veroverd. Ik heb er hier alvast aan willen herinneren dat Bunyan driehonderdvijftig jaar geleden geboren werd in november 1628. En ik weet dat veel lezers bovenstaande bijzonderheden graag lezen. Kroniekschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's