Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Barnabas te Antiochië

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Barnabas te Antiochië

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij zonden Barnabas uit dat hij het land doorging tot Antiochië toe. Dewelke daar gekomen zijnde en de genade Gods ziende, werd verblijd, en vermaande hen allen dat zij met een voornemen des harten bij de Heere zouden blijven. Handelingen 11 : 22b —23.

Na de dood van Stefanus is de gemeente van Jeruzalem uiteengeslagen, verstrooid naar alle windstreken. Daar had de Heere een bedoeling mee: het Evangelie moest verder komen. Eerst in Judea, dan in Samaria, en nu is het al in Antiochië. Want de duivel kon de discipelen van Christus wel uit elkaar slaan, maar hij kon hun monden niet sluiten. Overal waar zij kwamen verkondigden zij het Woord. Ook in Antiochië, het middelpunt van de cultuur, maar ook het brandpunt van de ongerechtigheid. Het zedenbederf in Antiochië was ontstellend groot, er ging van deze stad een verpestende invloed uit op de omgeving. En in deze stad, waar de troon des satans is, richt de Heere Zijn troon op, want velen komen tot geloof en bekering.

In Jeruzalem wordt bekend dat Antiochië het Woord Gods heeft aangenomen. En dan valt het besluit dat één van hen maar eens een kijkje moet gaan nemen in de stad waar de Heere zulke grote dingen gedaan heeft.

1. Barnabas' reis naar die gemeente

Er is in Jeruzalem wel iets veranderd. Toen Petrus voor het eerst contact had gehad met een heiden, Cornelius, was er een storm van kritiek. De christenen in Jeruzalem konden niet begrijpen dat de Heere de heidenen ging tellen als bij Israël ingelijfd. Maar nu de berichten uit Antiochië doordringen in Jeruzalem, nu is er blijdschap. Dat is een verandering ten goede. Genade maakt mededeelzaam. Wanneer we zelf tot de Heere zijn gebracht, dan horen we niets liever dan dat ook anderen tot Hem gebracht worden.

Hoe is dat onder ons? Gaat de gang van het Evangelie door de wereld ons óók ter harte? Verheugen we ons als anderen tot Christus gebracht worden, dichtbij en veraf?

Verheugen we ons over het werk dat de Heere doet, in de wereld en in de harten van mensen? Er moet iemand naar Antiochië. Wie moet dat zijn? Het wordt Barnabas. Hij heeft het vertrouwen van de joden-christenen in Jeruzalem. Hij heeft ook het vertrouwen van de heidenen, want hij is zelf een Griek, van geboorte uit Cyprus. Een man die de kloof tussen heiden-christenen en joden-christenen kan overbruggen. Bovendien een man die vol is van het geloof en van de Heilige Geest.

En Barnabas gaat. Hij protesteert niet. En het is toch geen kleinigheid, een reis van ongeveer 500 kilometer. En dan zonder vervoermiddel. Ieder ogenblik in gevaar door rovers te worden overvallen, door wilde dieren te worden gedood. Het zou geen wonder zijn geweest wanneer Barnabas had gezegd: Stuur voor mij maar een ander.

Zijn we ook zo gewillig als op ons een beroep wordt gedaan voor het werk in Gods Koninkrijk? Of hebben we dan duizend en één bezwaren? Als we vol zijn van het geloof en van de Heilige Geest, vallen alle bezwaren weg. Dan is geen reis te groot en geen moeite te veel. Dan zeggen we: Heere, waar U me heen zendt zal ik gaan en wat U zeggen zult zal ik spreken.

De Heere heeft een gewillig volk op de dag van Zijn heirkracht.

2. Barnabas' blijdschap over die gemeente

Geen woord horen we over de lange reis. Het is alsof Lukas haast heeft ons zo spoedig mogelijk in Antiochië te brengen. Zoals Barnabas haast had om er te komen. Hij weet immers van Gods plan met de heidenen. En hij brandt van verlangen om de eerste bewijzen daarvan te zien en te horen. En als hij er dan komt, dan overtreft de ververvulling alle verwachting.

Daar gekomen zijnde en de genade Gods ziende. Wat was die genade Gods? Dat de kerken zo vol waren en de koliekten zo goed? Dat de mensen het allemaal zo goed wisten? Op zichzelf zijn dat verheugende dingen. Dat het Woord verkondigd mag worden en récht verkondigd mag worden. Dat de mensen er belangstelling voor hebben. Dat ze wat kennis hebben van het Woord, dat ze de prediking wat kunnen onderscheiden. En dat ze wat over hebben voor de arbeid in het Koninkrijk Gods.

Maar Barnabas ziet in Antiochië de genade Gods. Dat is in de Handelingen der Apostelen altijd: de kracht die van de Vader en van de verhoogde Christus uitgaat. De kracht van de Heilige Geest Die met het Woord door de wereld gaat. Die de apostelen in staat stelt om het Evangelie te verkondigen. Die mensenharten overwint en inwint voor de Heere en voor Zijn dienst.

De genade Gods — het teken van Zijn aanwezigheid. De openbaring van Zijn heerlijkheid in de gemeente en in mensenharten. Ik denk dat ze Barnabas meegenomen hebben naar de samenkomst van de gemeente en dat hij onder de indruk gekomen is van de bediening van het Woord, in betoning van Geest en kracht. Daar werd gesproken en gezongen tot eer van de Heere. En ik denk dat ze hem meegenomen hebben naar de huizen, en daar waren mannen en vrouwen, jongens en meisjes die konden zeggen: Komt, luistert toe, gij Godgezinden, hoort wat mij God deed ondervinden! Waar Barnabas keek, daar zag hij de bewijzen van de genade Gods. En waar hij luisterde, daar hoorde hij de bewijzen van de genade Gods.

Zien wij die bewijzen ook? Zien wij het als een genade dat het Woord tot ons gekomen is? Dat er predikers zijn die dat Woord verkondigen? Dat de Geest wil werken onder het Woord? Dat die Geest door het Woord wederbaart, overtuigt, vernieuwt, onderwijst, vermaant en vertroost? Dat die Geest mensen vervult tot alle volheid Gods? Is die genade ook onder ons zichtbaar en tastbaar? En bent u er blij om als u er iets van hoort, als u er iets van ziet in uw gezin, in uw familie, in de gemeente?

Barnabas wèl, hij is verblijd. Dat heeft hij van de Heere Jezus Zelf. We lezen van Hem toen de 70 terugkeerden van hun tocht door Judea, dat Hij Zich verheugde in de geest. En alle rechtgeaarde dienstknechten zijn er blij mee als ze de genade Gods zien. Als ze ontdekken dat de Heere werkt met Zijn Geest, dat Hij onder ons w 7 onen wil met Zijn

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Barnabas te Antiochië

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's