Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INHOUD: Petrus door

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INHOUD: Petrus door

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

INHOUD: Petrus door Gods engel verlost — Het merk-en veldteken van Christus — De eerste Bijbelvertaling — Kleine kroniek — Kerknieuws — Advertenties.

is in dodelijk gevaar. Ze hebben niets te verwachten, niets te hopen en toch: als mij geen hulp of uitkomst bleek... hebt Gij, o Heere, mijn pad gekend. Alle deuren zitten dicht, alleen die ene deur is nog open. Die van de troon van Gods genade.

Heeft dat ook een vaste plaats in ons gebed? De nood van christenen in de verdrukking, de nood van Gods Kerk op deze aarde, de voortgang van het Evangelie? Is dat ons gebed: Uw werk, o Heere, houd dat in het leven in het midden der jaren?

De gemeente van Jeruzalem bidt het gebed des geloofs. Want als we het oppervlakkig bekijken, dan moeten we zeggen: houd er maar mee op, het is volkomen zinloos. Petrus zit zwaar bewaakt in zijn cel, hij komt er niet uit. Wat zou bidden nu nog helpen? Daar krijg je de deuren niet mee open, daardoor vallen de boeien niet van zijn handen.

Zo redeneert het ongeloof. Want we zingen wel uit volle b'orst: Gij hoort hen die Uw heil verwachten... Maar in werkelijkheid verwachten we maar zo weinig-van de Heere.

Het gebed des geloofs maakt het onmogelijke mogelijk. Dat brengt de arm des Heeren in beweging. Dat staart zich niet blind op de dreigende handen van Herodes, dat ziet op de sterke rechterhand des Heeren.

Een gedurig gebed tot God. Ja, tot die God Die koperen deuren verbreekt en ijzeren grendels in stukken slaat. Tot die God Die gevangenen vrijheid schenkt en aan hun ellende denkt. Tot die God Die machtig is meer dan overvloedig te doen boven al wat wij bidden of denken.

En dat gelovig gebed is een gedurig gebed. Het dwingt niet, maar het dringt wel. Het kan de Heere niet met rust laten. In Jeruzalem wordt onophoudelijk gebeden. In huis, in de eenzaamheid, aan tafel, in de samenkomst van de gemeente, bij dag en bij nacht. En naarmate de tijd verstrijkt en de verhoring uitblijft wordt het gebed heviger, vuriger, intenser. Daarom zal ik de Heere verwachten, hoewel Hij Zijn aangezicht verbergt...

Zijn we ook zulke aanhouders, zulke volhouders, zulke worstelaars aan Gods troon? Heere, ik laat U niet los, tenzij Gij mij zegent? Of zeggen we: ik heb het nu al zo dikwijls gevraagd en de Heere hoort toch niet...

In Jeruzalem gaat een gedurig gebed op. Want daar weten ze het: allen die Hem verwachten zullen niet beschaamd worden.

4) Reddende handen

En zie, een engel des Heeren stond daar. Onverwacht grijpt de Heere in. Als alle verwachting afgesneden is, dan komt Hij. En zie... Wat er nu te zien is is niet alledaags: een engel. Ja, de engel des Heeren legert zich toch rondom degenen die Hem vrezen en hij rukt ze uit! Dat gaat nu gebeuren.

Petrus ziet hem wel, maar zijn bewaker ziet hem niet. Er valt hemels licht in zijn cel. Het gaat allemaal vliegensvlug in z'n werk, Petrus krijgt een duw: opstaan, schoenen aan, meekomen. Daar liggen de boeien al, daar zijn ze al buiten. Petrus hoeft er niets aan te doen. Voor hij het goed weet is het allemaal gebeurd. Want het lot van Petrus ligt immers niet in de dreigende handen van Herodes, zelfs niet in de reddende handen van de engel, maar in de doorboorde handen van Christus! En als Hij werkt, wie zal het dan keren? Als Hij komt, hebben we niets te doen.

Wie is er uitgewerkt, uitgebeden, uitgeworstcld? Laat de Heere werken, laat de Heere besturen, waken. Hij heeft er niemand bij nodig, Hij kan het alleen. Zo krijgt Hij de eer van Zijn eigen werk.

Daar gaan ze door de straten van Jeruzalem, Petrus en de engel... Nee, Petrus alleen! De engel is al weg. Zijn diensten zijn overbodig geworden. Petrus kan de weg alleen wel vinden. De Heere geeft ons niet meer dan we nodig hebben.

En daar staat hij te kloppen op de deur van het huis van Johannes Markus. Geen gehoor! De gevangenisdeur ging vanzelf open, maar de deur van het vriendenhuis blijft gesloten. Petrus? zeggen ze daar binnen... Dat kan niet, dat is onmogelijk. Het is zijn engel, zeggen ze. Ze geloven nog eerder dat er een engel voor de deur staat dan dat het Petrus is. En daar hebben ze nu dag en nacht om zitten bidden?

Vindt u het vreemd? Er zijn mensen die zeggen: ik krijg alles waar ik om vraag. Ze bidden en ze worden verhoord. Vanzelfsprekend. Maar de teruggekeerde ballingen zongen: toen de Heere de gevangenen van Sion wederbracht waren wij gelijk degenen die dromen... Ze wreven hun ogen uit.

We hebben een God Die de oren wonderen doet op wonderen horen. Want het is een wonder dat Petrus uit de gevangenis werd verlost. Maar het is een groter wonder dat het Woord niet gebonden is, en dat wij onder dat Woord mogen leven. Het Woord, dat ons te kijk stelt als gevangenen, als geboeiden, gebonden door de machten van zonde en dood. Maar ook het Woord dat ons Hem openbaart, die de boeien losmaakt en stelt in de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods.

Zit u weieens te kijken naar de ondoordringbare muren van uw cel? Gaat het gebed welcens op: voer mij uit mijn gevangenis?

Zal ook een machtige de vangst ontnomen worden en zullen de gevangenen van een tiran ontkomen? Ja, zegt de Heere, de gevangenen van de machtige zullen hem ontnomen worden, want met uw twisters zal Ik twisten en uw kinderen zal Ik verlossen. Nooddruftigen, veracht Zijn goedheid niet,

nooit zal Hij Zijn gevangenen begeven. En de satan met zijn dreigende klauwen zal er niet één meer rukken uit de doorboorde handen van Christus. Want Hij zal Zijn engelen bevelen dat zij u bewaren op al uw wegen. Zo wordt de Kerk bewaard voor de zaligheid en zo wordt de zaligheid bewaard voor de Kerk. En dan? Alleen nog dit: Heere, ik ben Uw knecht, Uw dienstmaagd, Gij hebt mijn banden losgemaakt.

Wijk (bij Heusden)

W. van Gorsel

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juli 1978

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

INHOUD: Petrus door

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juli 1978

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's