Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tegen gereformeerden aankijken (1)

Een groep gereformeerde Argentijnen is een maand lang op bezoek geweest in Nederland om hier het gereformeerde leven in hun zusterkerken te bestuderen. Hoe ze tegen de gereformeerden hier aankijken vond ik in „Kerkinformatie" van de gereformeerde kerken:

„Nederland — zeer ontwikkeld. De mensen leven er in overvloed en willen nog beter leven. Hoewel de waarde van het individu wordt benadrukt, is er weinig persoonlijke aandacht voor elkaar. Er wordt veel t.v. gekeken en weinig gelezen. De jeugd maakt een nogal teleurgestelde indruk, omdat in de samenleving "alles al gedaan is", zodat er voor jongeren weinig overblijft. Er is verzet tegen gezagsverhoudingen: op school, in het werk en in de maatschappij, een neiging tot het ontvluchten van de samenleving (drugs e.d.). Er is een duidelijke politieke bewustheid, vooral ten opzichte van wat er in het buitenland gebeurt. Zelfkritiek op de eigen situatie lijkt veel minder aanwezig.

Dit zijn enkele indrukken, die de groep gereformeerde Argentijnen van hun maand verblijf in Nederland heeft overgehouden. Ze komen voor in een rapport aan hun synode, dat ook aan het Zendingscentrum in Leusden is toegezonden. Over het kerkelijk leven wordt opgemerkt, dat het niet goed raad lijkt te weten met de nieuwe levensvormen in Nederland. Het lijkt ook van de kleine problemen in het leven te vervreemden. De kerkelijke vergaderingen zijn zo talrijk, dat veel predikanten en andere ambtsdragers geen tijd hebben om hun gemeenteleden bij te staan, juist wanneer dat hard nodig is. De jeugd, bespeurt een zeker contrast tussen geloven op zondag en in de week. Het probleem voor de kerk is om jongeren in het gemcenteleven te integreren. Die jongeren hebben meestal niet hun geloof verloren, aldus het rapport, maar ze kunnen zich maar moeilijk vereenzelvigen met de kerk. Ze voelen er zich niet thuis en ze krijgen er ook geen verantwoordelijkheden te dragen na hun geloofsbelijdenis.

In haar vele contacten bemerkte de Argentijnse delegatie een zekere ontreddering bij de Nederlandse broeders en zusters, die zich uitte in angst en pessimisme, alsof hun kerken in een doodlopende steeg terecht waren gekomen. Maar de delegatie vindt toch dat daar geen reden voor is. De kerkelijke situatie moge zich dan in een kritiek stadium bevinden, cr zijn voldoende overlevingskansen.

Om te beginnen zullen de Nederlandse christenen de nieuwe situatie, vertrouwend op het evangelie van Jezus Christus, als een uitdaging moeten leren aanvaarden. Dan kan het gevoel van ontreddering en pessimisme plaats maken voor nieuwe hoop. Daarbij dient dan gebruik gemaakt te worden van de vele mogelijkheden die de gereformeerde kerken ter beschikking staan, zoals haar grote gewicht, zeker met christenen van andere kerken, in de Nederlandse samenleving, haar wil tot actief zijn, haar aandacht voor de ander, die met veel meer warme menselijkheid gestalte moet krijgen en haar doorbreken van de impasse inzake de evangelisatie, die pas een feit kan worden via een analyse van de eigen werkelijkheid.

Het rapport besluit: het is duidelijk, dat het Koninkrijk Gods noch in Nederland, noch in Argentinië; al aangekomen is. Hoewel onderontwikkeling ellende en onderdrukking kan veroorzaken, is welvaart al evenmin een garantie tegen weer andere zonden, die mannen en vrouwen in hun greep kunnen houden. Zowel daar als hier is ons duidelijk geworden, dat christenen veel meer kunnen doen om tekenen van Gods Rijk zichtbaar te maken." —

Het is wel eens goed wanneer ons van onbevangen zijde de spiegel wordt voorgehouden. Want niet alleen de gereformeerde kerken kunnen er hun lessen uit trekken, maar zeker ook de andere kerken.

Tegen gereformeerden aankijken (2)

Nog een ander heeft tegen dc gereformeerden aangekeken en wel de vroeger christelijke gereformeerde en nu vrijzinnig hervormde dr. Anne van der Meiden. In hetzelfde blad „Kerkinformatie" vertelt hij er een en ander van. Eigenlijk kan het niet, zegt hij, tegen de gereformeerden aankijken, maar hij doet er toch een poging toe:

„Nu, als u het dan weten wilt, wil ik wel eens tegen dat bonte beeld aantikken, zoals je tegen een kaleidoscoop aantikt: dezelfde ingrediënten, telkens in een andere rangschikking.

Vroeger waren Gereformeerde kinderen voor mij kinderen, die al een nieuw hart hadden. Wij, van de christelijke gereformeerde lagere school, moesten nog een nieuw hart krijgen. Dat was een essentieel verschil, ook om op straat uit te vechten. Zij waren er al, wij nog niet. Ik was jaloers op die kinderen, soms had ik ook wat medelijden met ze. O, ingebeelde hemel!

Op de JV leerde ik dat gereformeerden naar de kerk gingen met een knapzak. Daar haalden ze dan wat in voor de hele week. Bij ons "mocht" je nog eens een knapzak krijgen!

Naar de kerk gingen ze dan ook iets vrolijker op dan wij. Ze waren vlugger bij Sions godgewijde

top. In huis werd wel eens verteld dat het lichtvoetige christenen waren. Ze renden met pasgeboren kinderen die nog blauw waren naar de kerk om gedoopt te worden. Dat was rooms! Als er in de doop dan werkelijk niets met het kind gebeurde (zoals ze beweerden) waarom dan dat rennen?

Gereformeerden waren in mijn ogen voorwerpelijke mensen. Dat zijn ze voor een groot deel nog. Hun ketters zijn in de regel gedeeltelijk onderwerpelijk: Kuitert en Wiersinga. Voorwerpelijk betekende toen (ik denk aan de synodale gevechten in de dertiger jaren) dat je het heil maar moest uitstallen, aanbieden. Je moest het Woord verkondigen, het Verbond als rotsvast aanbod presenteren. Daarom moest je gebeden beginnen met: Vader, wij danken U! Ik ben meer onderwerpelijk grootgebracht. "Vader" zeggen mocht je nog eens leren. Al die gepresenteerde waarheden zijn mooi, maar wat bezit een mens er van? Dat gereformeerde onderwerpelijke had je vroeger in de A-richting. Je kon daar psalmen horen zingen bij het orgel; het waren de Koningskinderen van Rijnsdorp en van Jo van Dorp-Ypma. Maar dat goud is snel verduisterd. In onze kringen hield men niet van die optimistische, voorwerpelijke, grijze das en hupde-preekstoel-op gereformeerde dominees.

De vrijmaking maakte ik van dichtbij mee, in Enschede. Ik woonde enkele buurtvoorüchtingsmiddagen bij, midden in de oorlog. Ik zag de beweging groeien en de haat. De verziekelijking in het kerkisme, de troosteloze splijtzucht. Dat heeft het image van de gereformeerden bij mij een blijvende deuk gegeven.

Later kwam ik de gereformeerden opnieuw tegen. In de oecumene, het evangelisatiewerk. Hardwerkende, solide mensen die veel willen organiseren, maar moeilijk eigen uitgangspunten ter discussie kunnen stellen. Vaak blijven zij 't hoofd opheffen om de eerkroon te dragen. Een enkele keer ontmoet ik dan een broeder die goed „vrijzinnig" is; Schleiermacheriaan wellicht, onderwerpelijk in de gezonde zin. Een mens moet er kennis aan hebben! Daarom lees ik Auke Jelsma graag en flapper ik even vreugdevol met de oren als ik in dit blad geluiden hoor als: zouden we niet eens moeten denken aan ons geloofsleven en ons geloofsbezit? Per slot van rekening heb je een tank nodig om je motor te laten rijden.

Turend langs de Gereformeerde kansels, zie ik ook veel felgekleurde, bebaarde profeten staan, die het heil in pasmunt van PPR of zelfs CPN proberen te slaan. Bezorgde tobbers met "verweg" problemen, die ze alsmaar dichtbij willen praten. Maar 't lukt niet zo erg. De meeste kerkgangers komen nog om wat zekerheid en troost te halen, lijkt me. De EO compenseert veel kritische prediking. De gereformeerden mogen de EO daar wel eens dankbaar voor zijn. Daarnaast tobben de verontrusten met de herformulering van de heilswaarheden en de politieke fijnproevers die kleine wigjes drijven in de brokken die er al gemaakt zijn.

Met andere woorden: wat is er nog gereformeerd? De gereformeerde kerken zijn al lang "hervormd" geworden. Geen hotelkerk, maar een soort informatie-balie met verschillende loketten. Ze behoeven niet met de hervormden samen op weg te gaan, want dat zijn ze al lang. Ze lopen misschien op parallel-wegen, maar dan zo dichtbij dat je kunt wuiven naar elkaar. Het grote struikelblok in de gereformeerde kerken, precies als bijvoorbeeld in de Gereformeerde Bond van de hervormde kerk, is het feit dat men nog niet accepteert dat men andere meningen en opvattingen — ook over het hart van de belijdenis — zal moeten toelaten. Laten we de dingen niet te rooskleurig voorstellen, maar ernstig. Niet alle gereformeerde dominees mogen op alle Gereformeerde kansels, net zomin als alle Bonders of christelijke gereformeerde dominees dat mogen op hun eigen kansels. Kennelijk — ik bedoel aantoonbaar — zijn de geschillen niet meer als "irritaties" te betitelen, maar echt en wezenlijk. Erkenning daarvan wil nog moeilijk over de lippen komen. Maar dat komt wel, als ze eenmaal "hervormd" geworden zijn. Dan leren ze ook eens hoe het eigenlijk niet moet, maar soms wel kan.

Om al die redenen kijk ik niet tegen de gereformeerden aan. Ze staan me te na. Je leert vaak van ze, daarom kijk ik er tegen op. De veranderingen die zich in hun kamp voltrekken zijn minstens even spectakulair als in het rooms-katholieke kamp. Het zou me niet verbazen wanneer ze met hun geweldig élan er op originele manier uitkomen." —

Dat is weer een ander beeld dan dat van de Argentijnen. Maar dat is ook te begrijpen, want het beeld komt uit een heel andere hoek.

Tegen gereformeerden aankijken (3)

In mijn vakantie kreeg ik nog „een derde kijk" op de gereformeerden. Het was een oud-ouderling van de gereformeerde kerk van een dorp in Nederland, die me vertelde zijn kerk vele jaren in het ambt gediend te hebben:

Van geslacht op geslacht hebben we op ons dorp gewoond. Mijn grootvader was met de doleantie meegegaan en als kind heeft hij me daarvan veel verteld. Het was geen gemakkelijke stap geweest om de hervormde kerk de rug toe te keren. Maar

het kon niet anders. In de hervormde kerk stond toen een zo goed als vrijzinnige dominé. En mijn grootvader zei tegen zijn vrouw: dat kunnen we onze kinderen niet aandoen, dat ze onder zo'n leer grootkomen, straks weten ze niet meer wat het evangelie is. Ik herinner me dat mijn grootvader een bijzonder vrome man was, die zo fijn kon spreken over de Heere Jezus, Die alles voor hem had volbracht. Als kinderen werden we er op gewezen dat we Hem moesten liefhebben en dienen en dat we moesten vragen om „een nieuw hart". Vele jaren heb ik ook zelf mijn kerk gediend als ouderling, met veel liefde. U kunt niet weten hoeveel ik van mijn kerk houd. Maar ik heb er ook veel verdriet over. Bij ons op het dorp is er lang een predikant geweest die zich helemaal hield aan Gods Woord. Maar we hebben nu een jonge dominé gekregen en hij preekt niet meer over vergeving en verzoening door het bloed van Christus, hij wijst ons niet meer op het Lam Gods, maar hij spreekt over onze taak hier op aarde, over onze roeping om de onontwikkelde volken te helpen, om steun te geven aan de verdrukten in de wereld en ik krijg wel eens de indruk alsof de Heere Jezus meer een politieke figuur is geweest dan de van God gezonden Borg en Middelaar. Ik voel me als een vreemdeling menigmaal in de eigen kerk. Maar ik ben al zo oud geworden, dat ik niet meer naar een andere kerk overga. Trouwens, ik zou het niet kunnen, want dit is toch de kerk van mijn vader en van mijn grootvader. In deze kerk ben ik gedoopt en heb ik belijdenis gedaan... En wanneer ik het oude evangelie wil horen, ga ik op tweede feestdagen en dergelijke, als er bij ons geen kerk is, naar de hervormde kerk op ons dorp. Want, en dat heeft mijn grootvader niet voorzien, in de hervormde kerk staat nu een dominé van de gereformeerde bond. Eén van mijn kleinkinderen is met een hervormd meisje getrouwd cn zelf ook hervormd geworden. En hij zegt wel eens: Opa, met wat jij gelooft hoor je eigenlijk bij ons in de hervormde kerk... Mijn grootvader moest hem dat nog eens horen zeggen! Zo ziet een mens maar weer, dat hij van tevoren niets weet. Mijn grootvader werd gereformeerd omdat hij niet graag zou willen dat zijn kinderen en kleinkinderen de waarheid niet meer zouden horen. En nu moet ik naar de hervormde kerk om nog weer eens geestelijk gevoed te worden...

Ik geef het bovenstaande maar door zonder commentaar. Maar dat velen in de gereformeerde kerken het moeilijk hebben met hun eigen kerk en met de ontwikkelingen daar in de na-oorlogse jaren, is een feit dat door niemand zal worden ontkend. Dat is een zaak die ons werkelijk niet met vreugde kan vervullen. Integendeel, de ontwikkelingen van de laatste tijd in alle kerken, ook in onze eigen kerk, kan iemand die werkelijk hart heeft voor het kerkelijk en geestelijk leven van ons volk, alleen maar met droefheid vervullen. En nog even laat ik die oud-ouderling aan het woord: „Soms kan ik bidden om de Heilige Geest, want wanneer Hij komt en de gereformeerde kerken doorwaait zullen er wonderen gebeuren..." Ja, dat is wel duidelijk, dat alle kerken nodig hebben de leiding cn het licht van de Heilige Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1978

Gereformeerd Weekblad | 21 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1978

Gereformeerd Weekblad | 21 Pagina's