testamentisch gebruik van
testamentisch gebruik van dit woord. Een aanduiding voor de gemeente van Christus. De plaats waar de Heere woont, is Zijn gemeente op aarde. Daar zal de antichrist zich weten te nestelen. In de tempel Gods, in de kerk Gods zal hij als een God zitten. O, gruwelijke gedachte, verschrikkelijke werkelijkheid. De mens der wetteloosheid zit niet in het stadion, maar in de kerk. Daar ligt zijn operatieterrein. In de tempel Gods. Daar zit hij niet alleen. Maar vertoont hij ook, staat er, dat hij God is. Bedoeld wordt, daar doet hij zijn uiterste best om ook te laten zien dat hij god is, goddelijke macht heeft. Hij geeft demonstraties, voorstellingen van zijn god-zijn. Nadat hij in de kerk de hoogste macht heeft verworven, zal hij ook in daden laten zien dat hij god is. Door tekenen en wonderen, neem ik aan. Hoe ik me dat precies moet voorstellen en hoe ik dat concreet moet maken, weet ik niet. De tijd zal me dat leren. Ik waag me liever niet aan concrete invullingen. Alleen neem ik ter harte wat God me hier in Zijn Woord zegt. Ik leer er uit dat het niet genoeg is, als ik maar. lid van een kerk ben, ook al was het de meest rechtzinnige ter wereld. Want ook die kerk zal de mens der wetteloosheid niet voorbijgaan. Hij zal als een God zitten en tonen in woord en daad en geschrift dat hij God is.
het is u gezegd
De apostel is voor ons gevoel weinig concreet. Wij zouden wel willen dat hij wat nauwkeuriger formuleerde. Maar de gemeente in Thessalonica weet wat hij bedoelt. „Gedenkt gij niet, dat ik, nog bij u zijnde, u deze dingen gezegd heb? " Wij hebben genoegen te nemen met wat de Heere ons hier in Zijn Woord openbaart. Wij „willen niet curieuselijk (= nieuwsgierig) onderzoeken, meer dan ons begrip verdragen kan" (art. 13 NGB). Die mens zal geopenbaard worden, staat er. En zijn contouren zijn ons beschreven. De bril van het Woord zij ons genoeg met de lichtval van Gods Geest. Wetteloosheid zal het voornaamste kenmerk zijn. Verzet tegen de wil van God en tegen Zijn geboden. Dat is er alle eeuwen door geweest. Het wordt er alleen niet minder op in onze tijd. Dat kunnen we wel zeggen. Zonde is geen zonde meer. Ik bedoel: waar men eerder voor terugdeinsde, zich voor schaamde, schijnt meer en meer gewoon. Gods geboden hebben geen functie meer, naar het schijnt. De geboden van Lenin zijn voor een groot deel van de wereldbevolking maatgevend. Of het gebod van de dag, veelal samenvallend met wat men prettig vindt of wat als nuttig ervaren wordt. En laten we maar niet denken dat wij kerkmensen onbereikbaar zijn voor de invloeden van de mens der wetteloosheid. Hoort niet bij zijn karakteristiek ook dat de liefde van velen zal verkouden? Dat de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelf? Dat is ook wetteloosheid. Want de wet wordt in één woord vervuld: liefde. Waar de liefde niet is, daar is ook wetteloosheid, hoe wettisch we overigens ook leven en spreken. Daarom, denk niet dat een rechtzinnige kerk of gemeente een veilige bunker is tegen de mens der wetteloosheid. Ook daar zal hij zitten als een God en zichzelf vertonen dat hij God is.
Wie is veilig dan alleen de mens die in Christus is. Die door genade bij Hem behoort. Die mag weten dat er Eén Borg geworden is voor al zijn schulden. Die uit eigen zonde en wetteloosheid werd gehaald door Hem die zonde voor ons geworden is, die onder onze wetteloosheid Zijn gezegend Hoofd gebogen heeft. Op Wie onze wetteloosheid is aangelopen. Weet dat er zullen komen zware tijden. En voor een belangrijk deel zijn die er al. De afval breidt zich meer en meer uit en daarmee samenhangend openbaart zich de mens der zonde. En wie bij Christus mogen horen, weten zich steeds eenzamer. O, het is zo eenzaam vaak op aarde! Godsdienst is er genoeg. Vrome drukte geen gebrek. Heilsactivisme wat de klok slaat. Maar wie roemt de God van Israël? Wie zingt Hem blij te moe enen lofzang toe? Alleen zij die weten dat hun hals bevrijd is van de last te dragen. Die in vrijheid zijn gezet uit 's weerpartijders handen. Die in hun nood en dood Christus kregen geopenbaard in de belofte van het Evangelie. Die geloof in hun hart gewerkt kregen om die Christus te aanvaarden en te omhelzen. Welaan, gedenk elke dag van uw leven, dat u deze dingen gezegd zijn over de eindtijd. Laat u niet misleiden. Maar laat u leiden door het Woord van uw trouwe Heere en Zaligmaker. Het kruis van Christus stond geplant in deze wereld. Daarom zal die Koning overwinnen, ook al lijdt Hij schijnbaar elke dag een nederlaag. Dat gezegend kruis zij onze hoop. De Gekruisigde onze Hoop der heerlijkheid. Door een nacht hoe zwart hoe dicht, voert Hij Zijn volk naar het eeuwig licht. Dan zal de anti-christ in de kuil verzonken zijn. En zijn rook gaat op tot in alle eeuwigheid. Maar het Lam staat dan op de berg Sion en met Hem honderd vier en veertigduizend, die de Naam van Zijn Vader aan hun voorhoofden hebben geschreven.
Och waar ik bij den Heere Om 't Lam te geven ere, En lof en prijs en dank! Om eeuwig Hem te loven, Als ik zal wezen boven Dit nietig stof en stank. (Ledeboer)
B.
J. M.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1978
Gereformeerd Weekblad | 21 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1978
Gereformeerd Weekblad | 21 Pagina's