Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kracht van Zijn opstanding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kracht van Zijn opstanding

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is geen wonder dat de boodschap van de opstanding van de Heere Jezus Christus zo vol van blijde klanken is. Toen Hij stierf aan het kruis omdat Hij onze zonde en schuld en straf op Zich genomen had, kon Hij de overwinning al aankondigen door het uit te roepen: „Het is volbracht!" En op de dag van Zijn opstanding bevestigt de Vader het openlijk, dat de zonde verzoend en de schuld betaald is zodat de dood is overwonnen en gerechtigheid is aangebracht voor een ieder die gelooft.

Maar Christus wil die gerechtigheid, dat is de vergeving der zonden, de vrijspraak Gods, die Hij door Zijn dood verwierf, aan Zijn kerk en volk deelachtig maken.

Hij heeft Zijn gemeente gekocht uit alle geslacht en taal en volk en natie met Zijn dierbaar bloed. Dit evangelie moet verkondigd worden, deze blijde boodschap moet uitgeroepen worden in deze wereld: Ja, Hij heeft voor ons voldaan. God neemt ons als zondaars aan. 't Zelfde recht, dat Hem deed sterven, doet ons 't eeuwig leven erven": n waar de Heilige Geest deze evangelieboodschap aan onze harten toepast, waar we deel krijgen aan deze gekruisigde en opgestane Christus, daar leren we van Zijn volbrachte werk leven en daar worden we ook door Christus' opstandingskracht opgewekt tot een nieuw leven, dat eigenlijk maar één verlangen meer kent: opdat ik Hem kenne en de kracht van Zijn opstanding" (Filippensen 3 : 10a).

Waar het evangelie van de gekruisde en opgestane Christus verkondigd wordt, daar gaat het woord van de Heiland in vervulling, dat de ure komt en nu reeds is, dat de doden, de geestelijk doden, horen naar de stem van de Zoon van God. en die ze horen, zullen leven. Dat wonder zien we allereerst in de kring van de discipelen. Waar ze in aanraking komen met de opgestane Christus, daar worden ze wedergeboren tot een levende hoop, daar breekt het licht door in de duisternis van hun hart, daar belijden ze Hem als de levensvorst: Mijn Heere en mijn God!

Daar hebben ze het leven in Zijn Naam. Maar dan werkt die opstandingskracht van Christus verder door. Dan worden er duizenden getrokken uit de duisternis en gebracht tot Zijn wonderbaar licht. Dan wordt zelfs Paulus overwonnen, de vervolger van de gemeente van Christus, zodat hij een streep leert zetten door al zijn zogenaamde goede werken, heel zijn vroegere leven schade leert achten voor zijn zieleheil en alleen nog maar van genade kan leven, van de genade van Christus, Die hij eerst verworpen en vervolgd heeft.

En nu heeft hij nog maar één verlangen over: Christus Jezus te kennen en de kracht van Zijn opstanding.

Zeker, op de weg naar Damaskus heeft hij de Heere Jezus ontmoet en Hem leren kennen. Als een verbroken en verslagen man, als een zondaar die, alleen nog door genade behouden kan worden is hij in die stad aangekomen waar hij de schapen van de Heere Jezus gevangen heeft willen nemen om hen uit te roeien, zodat er niemand meer zou zijn die deze enige Naam tot zaligheid zou noemen. En nu heeft hij nog maar één verlangen om die Christus te kennen in Zijn genade en vergeving en ontferming. En wanneer hij daarvan mag weten dat Christus ook alles voor hem heeft volbracht en dat deze Heiland ook voor hem de dood heeft overwonnen en het leven aan het licht gebracht, dan blijft hij toch nog dat éne zoeken: in levensgemeenschap met Christus te leven, Hem te kennen, en Zijn opstandingskracht te ervaren, zodat het nieuwe leven in hem triumferen zal en een nieuw godzalig leven openbaar zal komen, daar we immers door Zijn kracht opgewekt worden tot een nieuw leven.

Opdat ik Hem kenne... Dat moet het verlangen zijn van iedere gelovige. Paulus wil niet alleen de genadeweldaden van Christus ontvangen, maar hij wil zo innig met Hem verbonden zijn, hij wil zozeer in Zijn gemeenschap leven, hij wil zo helemaal met Hem vervuld zijn, dat er eigenlijk niets anders meer is en niemand anders meer is dan Christus boven alles.

En dan ook de kracht van Zijn opstanding.

Door die kracht is niet alleen Zijn dood overwonnen, maar worden ook dode zondaarsharten levend gemaakt. Waar Christus zich in Zijn opstandingskracht openbaart, moet de dood in ons hart wijken, hoe diep we ook in die dood zijn weggezonken, daar we dood zijn in de zonden en de misdaden.

Daar bloeit het nieuwe leven op, een onverderfelijk en eeuwig leven.

Daar worden we zelf kinderen der opstanding, die uit hun zondegraf zijn opgestaan, zodat we wedergeboren zijn tot een levende hoop. En over elke verloren zoon, die naar het vaderhuis terugkeert, kHnkt de lofzang: „Deze mijn zoon was dood en is weder levend geworden, en hij was verloren en is gevonden".

Paulus had die levendmakende kracht van Christus' opstanding leren kennen toen de levende Christus hem verscheen op de weg naar Damascus en toen de dood in hem overwonnen werd, zodat hij niet langer luisterde naar de stem van de duivel en van zijn eigen boze hart, maar naar de stem des Heeren: Zeg Gij me toch wat ik doen moet.

Maar hoewel Paulus een „nieuw mens" geworden was, hoewel hij de Heere Jezus had liefgekregen en naar het gebod des Heeren wilde handelen, was er toch nog een andere wet in hem, de wet der zonde, de oude mens, gebonden, machteloos om het goede te doen. En zo ontstaat de strijd, de worsteling: „Het goede dat ik wil, doe ik niet en het kwade dat ik niet wil, doe ik". En dat doet hem uitroepen: „Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? "

Maar ziende op die opgestane Christus kan hij ook jubelen: „Ik dank God door Jezus Christus, onze Heere".

Daarom juist is het zijn begeerte om „Hem te kennen en de kracht van Zijn opstanding". Want die kracht alleen kon immers de krachten van de dood die in hem woelen naar de oude mens vernietigen, zodat hij zich helemaal zou geven aan de Heere en Hem in volmaaktheid zou mogen dienen.

Deze bede en dit verlangen van Paulus mag wel leven in ons aller hart. Hoe menigmaal moeten we niet klagen over onze zondeliefde en wereldliefde.

Hoe kunnen de krachten van de oude mens ons nog gevangen nemen, zodat we in het donker van de nacht vertoeven in plaats van in het licht van de gemeenschap met Christus. Maar het moet net andersom. We moeten Hem kennen, in Zijn gemeenschap leven, met Hem wandelen en ervaren dat Hij de opstanding en het leven is.

Waar dat ervaren wordt, kunnen we zelfs met een verbroken hart en onder het zwaarste kruis en in het grootste verdriet en in de bangste nood zingen: „Ik zal Zijn lof zelfs in de nacht zingen daar ik Hem verwacht".

Zó moeten we Zijn opstandingskracht leren ondervinden, zo moeten we Hem zoeken en zo moeten we tot Hem roepen, zo moeten we Hem niet loslaten totdat Hij ons zegent.

Dat moet ook ons verlangen blijven: „Op dat ik Hem kenne en de kracht van Zijn opstanding."

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1978

Gereformeerd Weekblad | 21 Pagina's

De kracht van Zijn opstanding

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1978

Gereformeerd Weekblad | 21 Pagina's