Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over zaaien, groeien en oogsten* )

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over zaaien, groeien en oogsten* )

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Hij zei: lzo is het koninkrijk Gods gelijk of een mens het zaad in de aarde wierp; en voorts sliep en opstond, nacht en dag, en het zaad uitsproot en lang werd, dat hij zelf niet wist hoe. Want de aarde brengt van zelve vruchten voort: erst het kruid, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar. En als de vrucht zich voordoet, terstond zendt hij de sikkel daarin, omdat de oogst daar is. Markus 4 : 26—29

Dankbaarheid en verwondering strijden vandaag in onze harten om de voorrang. Dankbaar zijn we vandaag immers als hervormde gemeente van Veenendaal dat de zevende predikantsplaats vervuld wordt. En dat geldt in het bijzonder van de wijkgemeente Dragonder, die vandaag immers voor de eerste maal een predikant ontvangt. Maar naast de dankbaarheid is er ook de verwondering. Want het is eerlijk om te zeggen dat kerkeraad en gemeente wel eens moedeloos geweest zijn toen de éne predikant na de andere bedankte en deze grote wijkgemeente met zijn vele flats en andere nieuwbouw herderloos bleef. Meer en meer gingen we beseffen dat het wonder van Gods kant zou moeten komen. Maar daarom is er vandaag zo'n blijde verwondering in onze harten omdat we geloven mogen dat dit van de Heere is. Dat leeft in het hart van onze nieuwe predikant ds. P. Vermaat, dat de Heere hem hierheen gezonden heeft, terwijl ook kerkeraad en gemeente hem mogen ontvangen als uit Gods hand.

Paulus noemt een predikant in één van zijn brieven „Gods mede-arbeider", terwijl de gemeente Gods akker wordt genoemd. Ook de wijkgemeente Dragonder is Gods akker. Veel straatnamen in deze nieuwe wijk herinneren er aan dat hier voorheen gezaaid en geoogst werd: Tarweveld, Gersteveld, Haverveld Wel, dat is nu ook de opdracht van ds. Vermaat als Gods mede-arbeider: de geestelijke akker bewerken en bezaaien, opdat er geoogst zal kunnen worden. Want het gaat uiteindelijk om de oogst. We zijn als Gods mede-arbeiders bezig met ons werk opdat de hemelse schuren vol zullen worden. Daar willen we in deze bevestigingsdienst nader met elkaar over gaan spreken. Onze tekst zegt er immers het volgende van:

1. Het werk van de zaaier

Dat is een bekend beeld dat in de Bijbel gebruikt wordt voor een mede-arbeider Gods: het beeld van de zaaier. Trouwens, een gemeente wordt menigmaal vergeleken bij een akker. We hebben zoeven al herinnerd aan het woord van Paulus, die aan de gemeente van Corinthe schrijft: „Want wij zijn Gods mede-arbeiders, Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij". Ook de gemeente Veenendaal is een akker, die door onze nieuwe predikant zal worden bewerkt. En hij moet het zaad op die akker uitstrooien, het zaad van het evangelie. Dat lezen we trouwens ook duidelijk in onze tekst: „En Hij, dat is de Heere Jezus, zei: Alzo is het koninkrijk der hemelen of een mens het zaad in de aarde wierp "

Het koninkrijk der hemelen! Wat is dat een heerlijk rijk. Daar zullen al Gods kinderen eenmaal wonen in vrede en gerechtigheid. Daar zal geen rouw en geen smart, geen moeite en geen verdriet meer wezen. Daar zullen we nooit meer hongeren en nooit meer dorsten. Daar zal geen zonde meer zijn, geen nacht en geen dood. Daar zullen we eeuwig zalig zijn om God en Zijn Christus groot te maken en te verheerlijken. Wat een toekomst, wat een heerlijke toekomst! Maar wat een taak ook, wat een heerlijke taak om Gods mede-arbeider te zijn, om mensen te winnen voor dat koninkrijk, om het zaad van het evangelie uit te strooien en om de boodschap van de Heere Jezus Christus, Die gekomen is om zondaren te zoeken en zalig te maken, bekend te maken. Wat een opdracht, wat een heerlijke opdracht, maar ook wat een verantwoordelijke opdracht, om Gods mede-arbeider te zijn. Want het gaat niet om kleine dingen. Het gaat om eeuwig leven of eeuwige dood. Het gaat om een eeuwig behoud of om een eeuwig verderf. Daarbij zullen we nooit mogen vergeten dat het bloed der zielen die door onze schuld verloren gaan, omdat we de rechte boodschap niet hebben gebracht, van onze hand geëist zal worden.

Onze nieuwe predikant moet dus een zaaier zijn. Hij moet het zaad uitstrooien op de akker Veenendaal. Denk niet dat dit eenvoudig is. Want iedere boer hier in de kerk weet wel dat je niet zomaar op een stuk land kunt gaan zaaien. Daar gaat heel wat aan vooraf. Een akker moet immers geploegd worden en de kluiten moeten fijngemaakt worden. Bovendien moet een akker van onkruid gezuiverd worden. Wanneer een akker niet goed bewerkt wordt, staat ze zo onder het vuil. En het onkruid dat er uitkomt is niet het ergste. Maar de wortels van het onkruid die onzichtbaar zijn, die zijn het ergste. Denk maar aan het kweekgras en de hanepoten. Het is net als met de zonde. Je denkt dat je alles er uit hebt, maar er is een klein stukje wortel blijven zitten en dat gaat weer groeien. Je moet met een akker altijd bezig blijven. Zo ook met een gemeente. De ploegschaar van de wet moet er doorheen getrokken worden, de harde harten moeten fijngemaakt worden, het onkruid moet bestreden worden. En een dominé kan nooit zeggen: nu ben ik klaar! Neen, we moeten niet denken dat het alleen maar zaaien is. Hoewel dit wel het doel is van al ons werken op de akker. Die akker moet toebereid worden voor het zaad.

Wanneer een boer zijn akker geploegd en geëgd heeft, wanneer de kluiten fijngemaakt zijn, dan kan er gezaaid worden. Verzet u niet wanneer uw predikant de ploegschaar van Gods wet door de Veenendaalse akker haalt, verzet u niet als de doornen en de distels, de kweek en alle verdere onkruid bestreden worden, als er ontdekkend gepreekt wordt, als de harten fijn gestoten worden. Want dat is nodig voor het zaad, opdat het zal kunnen ontkiemen.

Maar wanneer het zaad niet uitgestrooid wordt, kunnen er geen vruchten komen. We kunnen een akker goed bewerken, zodat ze er mooi bij komt te liggen. Maar het zaad moet uitgestrooid worden, het evangelie van de Heere Jezus Christus moet verkondigd worden. En het gaat om het goede evangeliezaad. Het gaat om het wonder van de komst van Christus, om het wonder van Zijn lijden en sterven, om het wonder van het bloed der verzoening: Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Het evangelie is de boodschap van oordeel en verlossing. Het ontsluit de afgronden van onze verlorenheid voor God en de diepten van ellende, die ons met angst en verbijstering vervullen. Op Golgotha zien we hoe erg de zonde is. Maar het evangelie openbaart ons boven alles de liefde Gods. Dc Heere heeft geen lust in de dood

van de zondaar, maar hierin dat we komen tot die Borg en Middelaar, Die de zonde verzoend en de schuld betaald en de straf gedragen heeft voor al Zijn volk dat in Hem gelooft en tot Hem de toevlucht neemt. Ja, zie het Lam Gods! Dat is zo groot en zo heerlijk dat we een arm en verloren zondaar, die gebogen gaat onder zijn zonde en schuld en die vreest voor de dood en het oordeel, op dat Lam mogen wijzen. Want Zijn bloed reinigt immers van alle zonde.

En dat is nu ook de taak van onze nieuwe predikant. Hij moet het zaad in de aarde werpen. Meer hoeft hij niet te doen. Alleen maar zaaien en blijven zaaien! De akker bewerken en zaaien. Hij hoeft het zaad zelf niet te maken. Hij mag het zaad zelf niet maken. Dat zien we tegenwoordig wel veel gebeuren. Dat men een eigen boodschap verzint en uitstrooit onder de mensen. Daar heeft de Heere ons nadrukkelijk tegen gewaarschuwd. We moeten vooral in onze tijd op onze hoede zijn dat er geen eigen verzonnen boodschap wordt gebracht. Want de een maakt het soms al mooier dan de ander. Maar dat is Gods Woord niet en dat is het zaad van het evangelie niet. En Gods Woord moet verkondigd worden, het evangelie van de Heere Jezus Christus moet uitgestrooid worden. Daar mag niets van worden afgedaan, maar daar mag ook niets aan toegevoegd worden.

Dat is dus de roeping van uw nieuwe predikant: het zaad uitstrooien, het evangelie zaaien in de bewerkte akker. En dan is het nodig dat we met tranen zaaien. Want van nature is de akker zo hard. En we zijn zo ongelovig en zo onbekeerlijk. De Heere Jezus heeft ook met tranen geweend over het onbekeerlijke Jeruzalem. En zouden wij dan geen tranen moeten schreien over het onbekeerlijke Veenendaal? Wat kan een dominé er soms onder gebukt gaan dat het evangeliezaad wel uitgestrooid wordt, maar dat er zo weinig vruchten openbaar komen. En wat komen we ook als zaaiers soms veel te kort. Zou de nood van de mensen, die onbekeerlijk voortleven en die daarom op weg zijn naar het eeuwig verderf, ons niet veel meer op het hart gebonden moeten wezen? Zouden we het evangeliezaad niet veel meer , , in de week" moeten zetten, zoals we soms wel eens met natuurlijk zaad doen. opdat het des te eerder zou ontkiemen? Zouden we ook als dominees niet veel getrouwer bezig moeten zijn, veel meer biddend bezig moeten zijn? Zou de nood van de zondaar, die niet luistert naar de roepstem Gods, die niet hoort naar de liefelijke lokstem van Christus, en die daarom voortgaat op dc brede weg des verderfs ons niet veel meer op de ziel gebonden moeten zijn? O wat schieten we ook als zaaiers menigmaal tekort!

Maar toch moeten we blijven zaaien. En we mogen in het zaaien nooit vertragen. De psalmist zegt: „Wie hier bedrukt met tranen zaait, zal juichen als hij vruchten maait " Al maar blijven zaaien, dat is onze taak, ook als we soms de neiging hebben om maar moedeloos aan de kant te gaan zitten, ook als we het soms niet meer zien zitten, ook als we stuiten op veel ongelovigheid en onbekeerlijkheid. Toch blijven zaaien, al maar zaaien, en niet meer doen dan zaaien gelijk of een mens het zaad in de aarde wierp zo staat het in onze tekst.

2. Het werk van God

Het werk van de medearbeider Gods mogen we niet onderschatten. Het is een heerlijk werk maar tegelijk een moeilijk werk. We moeten ook de hele akker bezaaien. We moeten zaaien onder de jeugd en onder de ouderen. We moeten zaaien onder de trouwen en de meelevenden, maar ook onder de afgedwaalden. In elke akker zit trouwens wel eens een verkeerde plek. Maar de boer zaait er toch en besteedt er soms nog meer werk aan dan aan het geheel. Maar we hoeven toch ook weer niet meer te doen dan te zaaien. Dat kunnen we ook duidelijk leren uit onze tekst. Want wanneer de zaaier gezaaid heeft dan mag hij het verder overgeven en de rust nemen die hij nodig heeft „en voorts sliep en opstond, nacht en dag, en het zaad uitsproot en lang werd, dat hij zelf niet wist hoe" Wanneer een boer zijn akker ingezaaid heeft dan gaat hij naar huis en dan laat hij het verder aan de Heere over. De boer kan immers wel zaaien maar hij kan het niet laten groeien. Zij kunnen planten en natmaken, maar de Heere moet de wasdom geven , want de aarde brengt vanzelve vruchten voort: eerst het kruid, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar."

En zoals in de natuur gaat het ook in het geestelijk leven. Wanneer het zaad in de akker is gestrooid gaat het ontkiemen — de zaadkorrel moet in die akker sterven om het nieuwe leven, de nieuwe plant, te voorschijn te brengen. Wie kan verklaren hoe dat gaat? Is het niet van de Heere die telkens het aanschijn van de aarde vernieuwd door het uitgestrooide zaad te doen groeien. Het is een onnaspeurlijke zaak, maar men ziet de sprietjes uit de aarde komen, die tot planten worden en die zaad geven.

Maar zo is het ook in het geestelijk leven. Het is de Heere Die op een onnaspeurlijke wijze het uitgestrooide evangeliezaad doet ontkiemen in onze harten. Die in de weg van wedergeboorte en bekering het geloof in onze harten werkt, Die ons de vruchten der bekering waardig doet voortbrengen. Wij moeten zaaien, alleen maar zaaien, maar wel Kijven zaaien en dan zal de Heere de wasdom geven.

En wanneer die wonderen van genade openbaar komen, zullen al Gods medearbeiders zich alleen maar kunnen verwonderen. Ze hebben immers niet meer kunnen doen dan het evangeliezaad uitstrooien. Maar de Heere doet er wonderen mee in de harten van Zijn kinderen. Vraag niet hoe een mens er toe komt om zijn knieën te buigen, zijn zonden te belijden en te smeken om genade voor recht. Vraag niet hoe een mens er toe komt te vluchten tot het Lam Gods om bij Hem vergeving en verzoening te vinden. Vraag niet hoe de lof des Heeren in ons hart geboren wordt. Het is het werk Gods, het is het onnaspeurlijke werk van de Heilige Geest. Dat kunnen wij niet narekenen, het is er en we weten niet hoe het er gekomen is. Nu moeten we onze tekst wel goed lezen. Er staat immers: „Want de aarde brengt van zelve vruchten voort " Dat betekent niet dat de aarde zelf de vruchten voortbrengt. Zo wil de natuurlijke mens het wel voorstellen. Dat verbeelden we ons. We kunnen het zelf wel, want de aarde doet het zelf wel. Maar zo staat het hier in onze tekst niet. Het moet immers alles van de Heere komen. Ook de geestelijke vruchten komen alleen van Hem. Van zelve dat wil hier zeggen: niet door ons toedoen, maar door het werk Gods. Wat is een medearbeider Gods afhankelijk van de Heere, van het werk van de Heilige Geest. Wij mogen zaaien en dat is een kostelijk werk. Wij moeten zaaien want dat is onze opdracht. Maar dan blijft er tenslotte toch alleen maar de bede over: „Heere, wil het zaad doen ontkiemen, wil het doen groeien, wil vruchten geven, want wij kunnen alleen maar zaaien maar Gij moet de wasdom geven."

Een goede zaaier is dan ook klein en afhankelijk. En hoe ouder hij wordt en hoe langer hij medearbeider Gods is, hoe kleiner en afhankelijker hij wordt. Want we leren het steeds meer en steeds beter dat de Heere wonderen doet, maar Hij alleen. En zo worden we steeds afhankelijker van Hem. Zo worden ook de predikanten bidders, meer en meer, bidders aan de troon van Gods genade, wetende dat de zegen van Hem moet komen.

En dan kunnen we het ook aan de Heere God overlaten. Dan kunnen we het ook rustig in Zijn hand leggen. Dan moeten we zaaien, trouw zaaien, overal zaaien, maar dan mogen we ook rusten op zijn tijd. En dan weer werken op zijn tijd. De Heere houdt immers niet van luie dienstknechten. Maar de Heere houdt ook niet van medearbeiders die Hem steeds voor de voeten lopen. Zeker, we moeten ons werk doen, trouw ons werk doen, we moeten zaaien en al maar blijven zaaien en biddend zaaien en wenende zaaien, maar verder moeten we het van de Heere God verwachten. En dan zullen we ons menigmaal verwonderen. Soms denkt een mens: Heere, zijn er wel vruchten? En dan zendt de Heere iemand die zegt: Die preek van twintig jaar geleden, dominé, die preek is me tot eeuwige zegen geworden. Daarom moeten al Gods medearbeiders blijven zaaien in de wetenschap dat God het werk zal zegenen en de wasdom zal geven. Want het gaat om de oogst.

3. De oogst

Ja, laten we dat als medearbeiders Gods nooit vergeten en laten we het als gemeente ook nooit vergeten, dat het gaat om de oogst. Daarom lezen we ook aan het slot van onze tekst: „En als de vrucht zich voordoet, terstond zendt hij de sikkel daarin, omdat de oogst daar is."

Het gaat op een eeuwigheid aan en we leven in de „laatste ure". We gaan op de dag van de oogst aan. Want we zaaien voor de oogst. Het gaat erom dat zielen gered worden van de eeuwige dood, die we van nature verdiend hebben, dat de deuren van het eeuwig koninkrijk geopend wroden, zodat men binnen kan gaan om de Heere onze God eeuwig koninkrijk geopend worden, zodat Zijn goedheid en trouw, voor Zijn liefde en genade. Daarom moet een zaaier ook zo trouw zijn, want het gaat om een eeuwig wel of een eeuwig wee. Hoe kunnen we soms ontroerd zijn wanneer iemand jarenlang onder de prediking heeft gezeten en toch nog onbekeerd voortleeft en in ongeloof de Heere God en Zijn Christus verwerpt. Maar hoe erg is het wanneer we als medearbeider Gods mede schuldig staan aan zijn verderf, omdat we het evangelie niet indringend hebben verkondigd, omdat we niet genoeg gelokt en genood hebben, niet genoeg gewaarschuwd en vermaand hebben, als we de akker niet goed bewerkt hebben, als we het goede zaad niet gestrooid hebben tot in de uiterste hoeken van het hart. Straks komt de dag van de oogst. Straks komt Christus op de wolken des hemels om te oordelen de levenden en de doden. Straks zal het kaf van het koren gescheiden worden. Het kaf zal met onuitblusselijk vuur verbrand worden. Maar het koren zal in de hemelse schuren vergaderd worden. Wat zal het groot zijn wanneer we niet alleen gezaaid hebben, maar ook mogen maaien. Wat is het groot dat het zaad dat we uitstrooien ontkiemt en tot een plant wordt en straks vruchten voortbrengt. Neen, we hebben daar niets aan kunnen doen, we hebben alleen maar kunnen zaaien — maar dat is in de diepste grond toch een groot en heerlijk werk — en de Heere heeft het wonder verricht door Zijn Heilige Geest en we weten zelf niet hoe. Maar we mogen ons toch verblijden in de oogst en we mogen toch de Heere loven en prijzen dat we als Zijn medearbeider hebben mogen zaaien.

Want het gaat ook uw nieuwe predikant om de oogst. Hoe groot is het dan wanneer door zijn dienst zielen gewonnen worden voor de Heere Jezus. Hoe groot is het dan wanneer onder zijn dienst mensen tot bekering en geloof komen, wanneer er niet alleen gezaaid maar ook gemaaid mag worden. En zeker, daarvan kan alleen de Heere de eer ontvangen. Wij kunnen immers alleen maar zaaien, wij kunnen alleen het evangeliezaad uitstrooien dat de Heere ons gegeven heeft. Maar wat een wonder is het wanneer we Gods medearbeider mogen zijn, wij die zelf zondaren zijn en alleen door Gods genade behouden kunnen worden door datzelfde evangelie dat we anderen verkondigen mogen. Wat een wonder is het dat God ons in deze dienst gebruiken wil. Maar het gaat nooit om ons als medearbeiders Gods, het gaat om de oogst, het gaat om de lof des Heeren. Daartoe worden we immers getrokken uit de duisternis der zonde en daartoe worden we gebracht tot Gods wonderbaar licht, opdat we de lof des Heeren zouden verkondigen en Zijn Naam zouden grootmaken en prijzen, de Naam van God en van het Lam dat geslacht is.

Het zal erg zijn wanneer ook op de akker van ons hart, gemeente van Veenendaal, het zaad is uitgestrooid door onze nieuwe predikant, maar wanneer dat hart als een platgelopen pad is, zodat het zaad er bovenop blijft liggen en de vogels komen om het weg te pikken. Wat zal het erg zijn wanneer de akker van ons hart vol doornen is blijven zitten zodat het zaad niet kon ontkiemen. Straks zullen we met al dat onkruid als kaf verbrand worden. Hoe erg zal het wezen om voor eeuwig te verderven, terwijl de Heere ook door Ds. Vermaat u van Godswege zal hebben gesmeekt: Laat u toch met God verzoenen!

Maar wanneer het zaad ontkiemt en wanneer de vruchten gevonden worden en het koren in de aar schiet, dan komt de oogsttijd. Er moet veel gebeuren op een akker voordat het zover is. En dan moet het koren ook nog gedorst worden. Dan moeten we soms nog door veel verdrukkingen heen om gelouterd te worden. Maar ook in die weg is de Heere bij ons. En hoe moeilijk de weg ook wezen mag en hoezeer we ook op de dorsvloer geslagen worden, we komen door al die verdrukkingen heen. De Heere vergadert Zijn volk in de hemelse schuren. Want het gaat om de oogst. Hoe zalig is het volk dat naar Gods klanken hoort. Hoe heerlijk is het, wanneer we eenmaal aan het eind van onze pelgrimstocht op aarde in mogen gaan tot Gods heerlijkheid. En dan zullen we Gods medearbeiders niet prijzen die gezaaid hebben. En dan zullen we ds. Vermaat niet prijzen die het evangeliezaad uitgestrooid heeft. Neen, dan zullen we met al Gods medearbeiders de Heere onze God prijzen, Die deze wonderen heeft gedaan en Die de wasdom heeft gegeven: „Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen."

Amen.


*) Op verzoek van enkele lezers. o.a. uit Vlaardingen, plaatsen we deze bevestigingspreek, gehouden op 27 augustus j.I. bij de bevestiging van Ds. P. Vermaat, die uit Vlaardingen naar Veenendaal kwam, in ons blad.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Over zaaien, groeien en oogsten* )

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's