Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het merk en veldteken van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het merk en veldteken van Christus

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

(IX)

„Wie staat in dit Boek des levens bovenaan? De Mens Christus jezus, mijn lieve Heiland, Borg en Voorspraak, Die Zich om mijnentwil met de wateren bloeddoop heeft laten dopen".

We hebben de vorige keer gezien, dat Kohlbrügge een nauw verband ziet tussen het doopboek, waarin onze namen na de doop worden ingeschreven en het Boek des levens. Het ontdekken van dit verband tussen de doop en de verkiezende liefde van God vormt het hart van de troost, die ik uit mijn doop mag putten.

Heel gemakkelijk kan nu hier misverstand optreden. In de zin van: k ben gedoopt, en düs ben ik ingeschreven in het Boek des levens. En düs..., die dorre redenering, zonder bloed. Zonder hèt bloed van het Lam. Zulke redenering bedoelt Kohlbrügge zeker niet. Het hart van de verkiezende liefde van God blijft op zijn plaats in het lichaam. Tegen deze achtergrond Iaat hij dan de troost oplichten als hij vraagt: ie staat in dit Boek des levens bovenaan? Wie is dus hier als eerste ingeschreven? De Mens Christus Jezus! Dit antwoord, al is het 'n geheel eigen wijze van spreken, is zeer duidelijk: e Naam van Jezus Christus staat als eerste vermeld in het Boek des levens. Wie zijn eigen naam hier zou zoeken, kan aan de Naam van Christus niet voorbijgaan. Deze Naam komt hij als eerste tegen. Wanneer nu het Boek des levens de namen der uitverkorenen bevat, dan wil dit zeggen: hristus is de Eerste, als Eerste verkoren door de Vader. Hij opent de rij, en dan volgen de andere namen, „gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, vóór de grondlegging der wereld" (Efeze 1:3).

Maar — ontgaat ons nu niet de troost op aarde, wanneer dit Boek des Levens bij de Vader is, in de hemel? Nee, we horen de hartslag van de verkiezende liefde van God hier op aarde: het is de Mens Christus Jezus, Die bovenaan staat geschreven. En het is de Mens Christus Jezus, Die Zich met de waterdoop en met de bloeddoop heeft laten dopen. Om mijnentwil. Met andere woorden: de verkiezende liefde van God blijft niet gehuld in de eeuwigheid, maar treedt zichtbaar in onze tijd en onze ruimte. Het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond. En hier op aarde hebben wij aanschouwd langs welke weg, op welke wijze de Mens Christus Jezus werd ingeschreven in het Boek des levens. Als Eerste! Namelijk langs deze weg en op deze wijze: Jezus werd ook gedoopt! Christus liet Zich dopen met de water-en de bloeddoop, en daarom schreef de Vader Hem als Mens in in het Boek des levens. Langs deze weg en op deze wijze kon er zelfs alleen ooit van een doopboek sprake zijn, van een Boek des Levens. Door de Mens Christus Jezus, mijn lieve Heiland, Borg en Voorspraak, Die Zich om mijnentwil met de water-en bloeddoop heeft laten dopen.

Tot onze troost letten wij eerst op de waterdoop van Christus.

Lukas beschrijft ons dit gebeuren: En het geschiedde, toen al het volk gedoopt werd, en Jezus ook gedoopt was, en bad, dat de hemel geopend werd..." (Lukas 3 : 21). Door Johannes de Doper worden veel mensen gedoopt in de Jordaan. Dit betekent,

dat een Jood als een heiden het water van de doop ingaat. De Joden kenden alleen de doop van heidenen, die tot het Jodendom overgingen. De Joden, die gedoopt werden, legden dus op de oever van de Jordaan alles af, waarin zij meenden groot te zijn voor God en hun naaste, en zij daalden af in het water van de dood. Want dat is gedoopt worden: de diepte in, het verdiende water van de dood in, ondergaan met heel ons leven, sterven aan al onze voorrechten en gerechtigheden. En toen al het volk zo gedoopt werd. kwam Jezus naar de Jordaan, en Hij werd ook gedoopt. Maar waarom? Waarom ging Christus deze vernederende diepte ook binnen, terwijl toch van ons allen geldt, wat Johannes zegt: Mij is nodig van U gedoopt te worden? Het antwoord op deze vraag is gegeven in de liefde van Christus. Zijn liefde tot de Vader, Zijn liefde tot hetgeen verloren ligt. De liefde van Christus zocht alle plaatsen, waar wij onder de toorn van. God eeuwig moesten verzinken. En geen plaats in ons leven spreekt zo diep van de heilige toorn van God over Adam en al zijn kinderen, dan juist de plaats van onze doop met het water en geen uur meldt zozeer onze ontvangenis en geboorte in zonde, als het uur van onze besprenging met het water. Daarom daalt Jezus af in de Jordaan, gedreven vanuit ondoorgrondelijke en vrijwillige liefde, Hij daalt af in het water des doods. Al de baren en golven van Gods toorn sluiten zich boven Zijn hoofd. Niet vanwege Zijn eigen zonden, maar: tot zonde voor ons gemaakt, ons in alles gelijk geworden. De zonde, niet als een vuur, dat van binnenuit naar buiten slaat, zoals bij ons, maar: Hem toegerekend. Hem als het Lam van God op de schouders gelegd. En Hij heeft ze niet van Zich afgeschud. Hij heeft niet gezegd: Wat heb Ik met die zonde te maken? Hij heeft vrijwillig daaronder Zich gebogen. Zó betaamde het Hem alle gerechtigheid te vervullen, Zó heeft Hij Zich om mijnentwil met de waterdoop laten dopen. Jezus is ook gedoopt. Hij heeft Zijn voetstappen gezet op alle plaatsen, waar ik verloren lig voor het aangezicht van mijn Schepper.

Jezus werd ook gedoopt, en daarbij horen we: Jezus bad! Dit gebed in de Jordaan kan niet anders geweest zijn dan de voorproef van Gethsémané. Het gebed in doodsstrijd. Alle heerlijkheid is afgelegd aan de oever van de doodsrivier, en Christus bidt. Een roep uit de diepte, als onze overste Leidsman en Voleinder des geloofs. Daar zag Hij voor Zich, hoe Hij om de ongerechtigheid van Zijn volk zou verbrijzeld worden. Vanaf dit moment in de Jordaan is de weg duidelijk gemaakt. De weg van de waterdoop naar de bloeddoop. En het is de hemel zelf, die boven het water van de Jordaan breekt, om deze weg duidelijk te maken.

Dan wordt de hemel geopend, vaneen gescheurd, en het welbehagen van de Vader in de Zoon doorbreekt lucht en wolken, en Gods Geest daalt neer, in lichamelijke gedaante, als een duif. Zoals in den beginne, toen de Geest Gods zweefde over de wateren, broedend, zoals 'n duif, zwevend over de woeste leegheid, om op het scheppingswoord van de Vader licht en leven uit te roepen over die doodse duisternis. Wanneer nu de Geest van God zweeft over de wateren des doods, om het leven van de nieuwe schepping voort te brengen, dan vindt de Geest een rustplaats op deze Christus, dé Gezalfde. Nu is de Geest des Heeren op Hem! En metdie adem van de Geest breekt de liefde van de Vader tot de Zoon door: Gij zijt Mijn geliefde Zoon, In U heb Ik mijn welbehagen.

Zo is ook Jezus gedoopt, opdat: wij vast zouden geloven in een zekere troost: toen wij gedoopt zijn, werd daarbij uitgesproken de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Het doopwater ontving daarmee de betekenis van: Jordaan, grote en donkere rivier van de dood, waarin wij verdienden onder te gaan, aan allerhande ellendigheid, aan de verdoemenis zelf onderworpen. Boven dit water is de hemel open gegaan. In de drie Namen, toen uitgesproken ligt het wonder bereid van het leven, het leven midden in de dood, het leven uit de dood. Het leven in Christus verrezen uit de dood, aan het licht gebracht, zoals Zijn opkomen uit het water van de Jordaan de profetie van Zijn opstanding was. En dat alles onder een open hemel, onder het welbehagen van de Vader, door het leven van de Geest. En daarom draag ik deze troost met mij: mijn leven, dat niet anders is dan een gestadige dood, is in Christus door de doodsjordaan heen het eeuwige leven binnengedragen! Het welbehagen van de Vader rust op deze doortocht. Zie, Hij schrijft de Naam van de Mens Jezus Christus als eerste in het Boek des levens.

En Jezus werd ook gedoopt. Met water. En vanaf dat gebeuren staan Zijn voeten gericht uiteindelijk naar Jeruzalem. Want de waterdoop zal vervuld worden in de bloeddoop. De werkelijke doop!

Tot onze troost letten we vervolgens op de bloeddoop van Christus. Over deze bloeddoop spreekt Christus met Zijn discipelen na de derde aankondiging van Zijn lijden, wanneer de zonen van Zebedeüs te kennen hebben gegeven, dat zij aan Zijn rechteren aan Zijn linkerhand willen zitten in Zijn heerlijkheid. , , Kunt gij... met de doop gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt wordt? " (Markus 10 : 38).

De weg, waarlangs Christus tot Zijn heerlijkheid komen zal is de weg van de bloeddoop. En die weg gaat Jezus beschrijven voor zijn discipelen, die nog niet verstaan hóe Jezus tot heerlijkheid komen zal. Christus zal met een doop gedoopt worden. Dit gebeuren kan niet slaan op de doop in de Jordaan, die nu achter Hem ligt. Welke doop ligt nu voor Hem? De eigenlijke, de werkelijke doop. Want dopen, dat is immers: de diepte in, ondergaan in het water, werkelijk sterven. Het is het water van de zondvloed, het is het water van de Rode Zee. Die weg ziet Jezus voor Zich, en die weg gaat Hij nu vrijwillig. De eigenlijke doop van Jezus: dat is Golgotha! Daar zien we het Lam van God wegzinken in de golven van het oordeel, in de wateren des doods, waar wij verdiend hadden eeuwig in weg te zinken. We zien Hem als het Lam Gods gedoopt worden, ondergedompeld in de vloed van de toorn van God tegen het ganse menselijke geslacht. Dit is de doop van het bloed. De werkelijke ondergang in de dood. De uitstorting van het leven. Het offer van het bloed. We zien Christus wegzinken in de vloed van de toorn Gods over heel deze verdorven wereld. Om nooit weer boven te komen, zo juicht het ongeloof met de satan mee. Maar deze juichkreet komt te vroeg. In de vroege morgen van de derde dag verrijst Christus uit het water van de dood, en gaat alzo tot Zijn heerlijkheid in. Door de Vader opgewekt. Uit de dood Zelf opgestaan.

De troost in deze bloeddoop van Christus ons gegeven, mag nu deze zijn: Wanneer wij als vader en moeder met ons kind bij het doopvont staan, daar te ontdekken, dat ons kind uiteindelijk gedoopt is op Golgotha. Daar is ons kind werkelijk gedoopt. Om daar, met Paulus vanuit Romeinen 6, te komen tot de onmisbaar rijke ervaring: daar, op Golgotha, zijn wij met Christus gestorven, en met Hem begraven, door de doop, in Zijn dood, maar zoals Christus in die dood niet is gebleven, maar is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, dat zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen!

De omvattende troost uit de water-en bloeddoop van Christus Jezus is dus, dat hier op aarde, en in mijn plaats, door de Mens Christus Jezus de doorgang door de dood tot het leven is gebaand. Een doorgang, waarvan verslag wordt gedaan in het Boek des levens. Wanneer Christus als Eersteling door de dood heen, door de doop heen, tot het leven komt, dan wordt Zijn Naam als eerste ingeschreven in het Boek des levens. Wanneer ik met water gedoopt word, mag dat zijn dat ik met Christus ben meegenomen de Jordaan in en met Hem meegenomen uit het water het leven in. Wanneer ik geroepen word op een dag tot de bloeddoop, tot het offer van mijn leven om Christus' wil, dan mag dat zijn dat Christus mij meeneemt Zijn dood binnen, die in Hem een doorgang blijkt te zijn tot het eeuwige leven. En deze doorgang, door de dood heen tot het leven, is in Christus een doorgang tot de Vader, tot het hart van de Vader. Een doorgang, die beschreven wordt in het Boek des levens, daarin, dat onze naam volgt onder de Naam van de Mens Christus Jezus!

Zo hebben wij vanuit Christus de waterdoop en de bloeddoop leren kennen. Nog een andere vorm van doop bestaat er. Het is de vuurdoop op de dag van Christus' wederkomst. Daarvan hopen we volgende keer in een laatste artikel te horen.

Ik ben gedoopt, en dus ben ik ingeschreven in het Boek des levens. Wie zou zo durven spreken? De waterdoop en de bloeddoop van de Mens Christus Jezus toont ons, wat het God de Vader heeft gekost namen in te schrijven in dit Boek. Het heeft gekost de prijs van de bittere en smadelijke dood aan het kruis van Zijn eniggeboren Zoon. De namen worden ingeschreven met bloed. Het bloed van het Lam Gods!

En dat is de troost van deze onuitwisbare inkt!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1978

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het merk en veldteken van Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1978

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's