Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere toegewijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere toegewijd

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij offerden diezelfde dag grote slachtofferen, en waren vrolijk; want God had hen vrolijk gemaakt met grote vrolijkheid; en ook waren de vrouwen en de kinderen vrolijk; zodat de vrolijkheid van Jeruzalem tot van verre gehoord werd Nehemia 12 : 43.

De dienst der priesters daarin

Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Wat hebben Nehemia en de zijnen dat ook gedaan: met tranen zaaien. Groot was de tegenstand geweest van Sanballat en Tobia. Soms liet ook het volk de moed: zakken. Dan was er weer de innerlijke verdeeldheid. Onder al die zorgen en al die moeiten hadden ze echter door mogen gaan, al gaande en wenende. Maar ook al gaande en zaaiende. Bouwende in het vertrouwen, dat ondanks alles God van de hemel het hun zou doen gelukken. In dat vertrouwen zijn ze niet beschaamd. In dat vertrouwen zal geen mens beschaamd worden. Daar staat de HEERE in Zijn Christus Borg voor. En zo is ook voor Nehemia de dag van het juichend maaien aangebroken. Jeruzalems muur werd voltooid.

Nu mag die muur worden ingewijd. Dat is allereerst: de HEERE worden toegewijd. En met die muur wordt eigenlijk heel de stad aan de HEERE gew 7 ijd. Nee, ze houden die muur en die stad niet voor zichzelf. Die zullen hun eer en hun naam niet dienen. Ze zullen de eer en de Naam Gods dienen. Jeruzalem mag de stad zijn van de Allerhoogste Koning. Jeruzalem is het Sion Gods.

Wat een genade, zo Gods gaven aan Hem terug te geven. We zijn anders maar licht geneigd om ze voor ons zelf te houden. We zijn anders maar zuiniger op onze eer dan op Gods eer, op onze naam dan op Zijn Naam. Onze wortelzonde is, dat we aan onszelf zijn vervallen en daarom onszelf zoeken. En dat reikt erg ver, dat reikt tot in het godsdienstige toe. Moeten fraaie kerkgebouwen soms ook onze eer dienen? Dat hebben wij dan toch maar tot stand gebracht! Dat is toch nog wel even meer dan bij een andere gemeente, of bij een ander kerkgenootschap! Zien we zo vol zelfbehagen op onze prestaties? We mogen wel altijd diep in het stof buigen en de HEERE vragen om doorgronding en bekering van ons hart.

Jeruzalems muur en stad worden de HEE-RE toegewijd. Daarbij gaan de priesters en trouwens ook de levieten met hun bediening voorop. Het begin van ons hoofdstuk geeft ons nog weer opnieuw een aantal lijsten. Lijsten namelijk van de priestergeslachten en van hun hoofden; lijsten ook van de hogepriesters en van de levieten. Lijsten uit verschillende tijden. De schrijver van het Nehemia-boek hecht grote waarde aan de orde en de zuiverheid van hen, die in het ambt de HEERE dienen. De dagen van David en Salomo waren voor hem de heerlijke dagen, waarin de dienst in het heiligdom met orde en eer mocht geschieden. Door de verwoesting van de tempel en de ballingschap was er zoveel verstoord en verward. De lijsten, die hij verzamelde moesten het herstel dienen. Een zuivere en ordelijke priester — en levietendienst was zijn ideaal. Het mag ook ons ideaal zijn. De heerlijke dienst Gods, de bediening der verzoening is dat helemaal waard. Voor ons geldt dan geen vleselijke afstamming meer. Voor ons mag gelden een ordelijke roeping en bevestiging in het midden der gemeente. Laat niemand zich onordelijk indringen! Laat ook niemand zulke indringers behagen en bevestigen door ze nog geestelijker te vinden dan hen, die in de ordelijke weg aan de kerk werden gegeven. Voor ons geldt geen vleselijke afstamming, maar wel een afstamming van een worteling in het Woord van apostelen en profeten. Daar kunnen w 7 e niet teer genoeg op zijn. De HEERE is immers teer op Zijn eer. Een ordelijk en zuiver priester-en levietendom is tot heerlijkheid van Zijn Naam. Over een rechtmatig geroepen en in het Woord geworteld volk van predikanten, ouderlingen en diakenen wil de HEERE Zijn zegen gebieden.

Voor de inwijding van Jeruzalems muur moet dan al dit volk aantreden. De levieten, de zangers onder hen met name worden uit de omliggende dorpen opgeroepen om het feest luister bij te zetten.

Het eerste wat er dan plaatsvindt is de reiniging. De priesters en levieten ze reinigen zichzelf, het volk wordt gereinigd, de poorten en de muur worden gereinigd,

Wat een diep besef van de reinheid en de heiligheid Gods spreekt daaruit. De HEERE is te rein van ogen om het kwade te aanschouwen. Een onrein en onheilig priester kan voor Hem niet bestaan. Bij een onrein volk kan Hij niet w r onen. En onreine poorten en muren wil Hij niet bewaken. In zichzelf zijn de priesters en volk immers zondig. En dat zondige kleeft als het ware aan alles wat ze aanraken. De vloek van hun zonde rust op de poorten en de muur, die ze hebben gebouwd. Het waren geen reine handen waarmee ze de stenen hebben aangedragen en de poorten opgericht. En daarom, er is reiniging nodig. Er is een offer nodig. Ermoet bloed vloeien, wil 's HEEREN gunst worden ingewacht.

Met ons is het niet anders. Wij zijn ook vervloekt en het werk onzer handen is vervloekt. Al wat wij bouwen ligt onder de vloek Gods. Ja, al bouwen wij kerken, dan is er nog onze zonde en dan is er nog Gods oordeel daarover. Daarom, wij hebben in alles reiniging nodig, reiniging en verzoening.

Hebben wij dat ook werkelijk nodig? We menen toch niet met het werk onzer handen te kunnen bestaan voor Gods Aangezicht? We weten toch dat zelfs onze beste werken nog met zonde bevlekt zijn? Wat arm en. dwaas toch als we 't ook maar voor 't minste nog van ons zelf verwachten. Het blijft gelden tot in eeuwigheid: Vendoekt is een ieder, die niet blijft in al hetgeen geschreven staat in het boek der wet om dat te doen.

Wat is de bediening van Christus dan heerlijk. Hij heeft met één offerander in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden. De priesters van het oude verbond moesten met hun offers telkens weer klaar staan. Er was nooit genoeg. Christus' offer is volmaakt. In Hem worden vervloekten gezegend. Hij is immers tot een vloek geworden, hangende aan het hout. En in Hem wordt ook het gevloekte gezegend. In Hem mogen zondaren ontvangen vergeving van hun ongerechtigheid en een zegen over al het werk hunner handen.

De optocht van de oversten daarbij

Na de reiniging wordt er een omgang over de muur gehouden. Op een punt aan de

westkant van de muur worden twee stoeten gevormd. Ze bestaan uit oversten van Juda, dankkoren en muzikanten. Nehemia sluit bij de ene stoet aan. Ezra bij de andere. De ene stoet trekt langs de zuidkant van Jeruzalem naar de tempel. De andere volgt de noordroute. Al juichend, zingend en musicerend gaat men over de muur. In de tempel voegen beide stoeten zich weer samen om met een stem de HEERE te loven en te danken.

Wat moet dat een vrolijk en blij gezicht geweest zijn en een feestelijk gehoor, die beide stoeten, al juichend gaande over Jeruzalems muur. Nog niet zolang geleden was er een heel andere rondgang gemaakt om Jeruzalem. Met enkele mannen was Nehemia in de nacht de muur gaan inspecteren. Wat was er toen weinig reden geweest tot gejuich, veeleer tot geween. Nehemia's nachtelijke tocht was in het puin geëindigd. Zo naar was het er met Jeruzalems muur aan toe.

Maar nu was alles zo anders. Wat had de HEERE hen rijk gezegend. Wat mocht hun hart vol zijn van dank en lof. Nu konden ze met vreugde rondom Sion gaan, haar omringen en haar torens tellen zoals in Psalm 48 gezongen wordt. Die psalm had eerder hun hart maar weemoedig gemaakt. Immers het lag alles zo verwoest en verstoord door hun eigen zonde. Maar nu, ja nu kon en mocht er vreugde zijn, de vreugde om het heil Gods. Jeruzalem is de stad onzes Gods. De HEERE zal het bevestigen tot in eeuwigheid.

Mogen we zo eigenlijk ook niet over de muren gaan! Neen, niet over de muur, die onder Nehemia's leiding is hersteld. Die muur, is allang weer verwoest. Zacharia mocht spreken van een andere muur. De HEERE zou wezen tot een vurige muur rondom. De IiEERE zou beschermen en afzonderen van al de heidenen.

Wat is er dan 'n reden tot vrolijke optocht ook voor ons. God zal ze zelf bevestigen en schragen! Moeten we ons eigenlijk niet schamen als we die vrolijke optocht over Jeruzalems muur zien gaan. Wij zien er vaak weinig in, in de kerk, in de toekomst van de kerk. Zal ze tenslotte niet geheel overspoeld worden door de golven van materialisme en wereldsgezindheid? En wat te denken van ons eigen hart en leven. Zelf zullen we ook niet stand houden. Is er niet veel meer reden om te wenen dan om te juichen. Niet veel meer reden voor een rouwstoet dan voor een feeststoet. Ja, en toch, de HEE-RE zal haar zijn tot een vurige muur van rondom. Dat mag geloofd worden. En in dat geloof mag het blijde overwinningslied klinken. Dat geloof wil de HEERE door Zijn Geest in onze harten werken. Laten we daarom maar alles van Hem nodig hebben.

Die blijde feeststoet omsluit Jeruzalem. Ze sluit zo ook als het ware Jeruzalem af. Al lovend en dankend wordt Jeruzalem afgesloten van kwade en verkeerde invloeden. De vijanden worden buitengesloten. De stad wordt zo geheel apart gezet voor de HEERE en voor Zijn dienst. Zo is eenmaal ook Jericho aan de HEERE toegewijd. Wat treffend dat dat hier juichend en zingen gebeurt.

Zou het zo nog niet kunnen? Zou het zo nog niet mogen? Dat het lied, dat de dank, de kerk Gods insluit en zo ook afsluit van de boze? Waar men zingt, heeft de duivel geen plaats. Al juichend en dankend mogen we de kerk, mogen we ons eigen leven volkomen toewijden aan de HEERE.

Maar u dan, die geen kracht en geen geest vindt voor dat lied? U dan, die telkens weer door het ongeloof en de zwaarmoedigheid overwonnen wordt? Ach, bedenk toch dat het ten diepste niet ons lied is dat Jeruzalem verdedigt, maar Zijn lied. Het lied van Christus. Hij is gegaan, al gaande en wenende. Maar Hij is ook gekomen, al lovende en dankende. Hij zet in het hemels gewest de lofzang in. Hij is biddend en dankend voor het Aangezicht van de Vader. Hij is het die klaagliederen omzet in lofliederen. Mijn God, U zal ik eeuwig leven omdat Gij het hebt gedaan. De beide stoeten komen samen in de tempel. Gods weldadigheid mag herdacht worden in het midden van Zijn heilige woning. Daar is die dank helemaal op zijn plaats. Waar kunnen we beter de HEERE danken en groot maken voor Zijn uitreddingen en zegeningen dan in Zijn huis. Wat mogen dat goede uren zijn, als ons hart vrolijk is over de weldaden des HEEREN, of dat nu in het geestelijke is of in het natuurlijke en wij met de gemeente liederen van dank en lof mogen opheffen. Ja, dan mag er iets van de eeuwigheid in het hart dalen, eeuwige vrede, eeuwige vreugde.

De luide vrolijkheid van het volk daarin

Het wordt dan verder ook een dag van luide vrolijkheid onder het ganse volk. Er worden grote offers gebracht. Gewone dankoffers. Dat kan immers niet anders. Waarachtige dankbaarheid weet van offers. Dan kunnen we wat missen, dan kunnen we desnoods alles missen. Er wordt vrolijk en blij feest gevierd door het ganse volk. Door de mannen en de vrouwen en de kinderen. Ieder deelde in de vreugde, van de kleinste af tot de grootste toe.

Wat een zegen als er zo vreugde mag zijn onder mannen, vrouwen en kinderen. Vreugde over de weldaden des HEEREN. Wat een zegen als zo onze kinderen doortrokken mogen zijn van dankbaarheid en lof. Dat is nog wat anders dan de ontevredenheid en genotzucht waarvan nu soms gezinnen vol kunnen zijn. Al maar meer wil men hebben, vaders, moeders en kinderen. Men zucht onder de geringste moeite die op het levenspad komt. Dat is dan vrucht van het vlees. Maar de vrucht des Geestes is rechtvaardigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest.

De vrolijkheid van het volk van Jeruzalem is een hemelse vrolijkheid. God had hen vrolijk gemaakt, zo lezen we. Ze hebben zichzelf niet in de stemming gebracht. Het is geen opgeschroefde, krampachtige menselijke vrolijkheid. Het is de vrolijkheid om de weldaden des HEEREN. Het is de vrolijkheid, die mag opwellen in het hart als het geloof gaat zien op al wat de HEERE geeft.

Neen, we worden niet opgeroepen tot een gemaakte vrolijkheid. Ons wordt gepredikt, die God die zondaren dag aan dag overladen wil met Zijne gunstbewijzen. Zou het dan niet mogen leven in onze harten: Gij hebt vreugde in hijn hart gegeven, meer dan ter tijd als hun koren en hun most vermenigvuldigd waren. En wie dat niet haalt, vinde daarin geen rust, maar smeke de HEERE: Geef mij weder de vreugde Uws heils, en Uw vrijmoedige Geest ondersteune mij.

De vreugde van het volk is luid. Zo luid dat het in de verre omtrek van Jeruzalem wordt gehoord. Waarom ook niet? Waarom zouden de heidenen het ook niet mogen horen. Waarom zouden zelfs de heidenen ook niet mogen aanheffen: God heeft bij hen wat groots verricht. Houdt uw blijdschap dan maar niet in, onderdruk haar maar niet. Laat ze maar uit uw ogen stralen. Laat ze maar gehoord worden in uw lied, getuigt er maar van. Laat uw blijdschap maar aanstekelijk zijn, opdat anderen voor Christus gewonnen worden. Van het klaaglied gaat toch niet zoveel aantrekkingskracht uit? Van het gebogen hoofd en het sombere gelaat. En nog eens, we wekken niemand op tot gemaakte vrolijkheid, maar als het lijden kan, verblijdt u dan, verblijdt in de de HEERE. En waarom zou het niet kunnen lijden. Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook is opgewekt, Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt.

Dat Sions berg weergalm' van vreugd; Laat Juda's dochters zijn verheugd; Wijl Gij haar vijand sloegt in 't strijden. Gaat Sion rond aan alle zijden; Telt al de vestingwerken En torens, die 't versterken; Ja, ziet met een oplettend oog, Paleizen stijg'ren hemelhoog, En stout verduren al 't geweld Opdat gij 't aan uw kroost vertelt.

A.

Jac. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De Heere toegewijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's