KLEINE KRONIEK
Een gekantelde Bonder
U vraagt u misschien verbaasd af wat dat nu weer voor een fenomeen is. Een nieuw scheldwoord? Of een poging om grappig te zijn. Niets van dat alles. Ik ben tot deze aanduiding gekomen na het lezen van een intervieuw met ds. B(arthold) van Ginkel in het weekblad Kerknieuws dat redacteur N. Scheps met hem had. Als titel kreeg dit gesprek mee: 'Ds. B. van Ginkel — eens gereformeerde-bendspredikant — nu vrijzinnig'. Wel, in dit gesprek lijkt het werkwoord 'kantelen' haast een stopwoord van ds. van Ginkel. Hij gebruikt dat woord om er een voor hem wezenlijke vorm van spiritualiteit mee aan te duiden. Geestelijk leven is 'voorthobbelen in het donker', 'kantelend, hinkend leven'. Leest u maar:
De uitersten raken elkaar
„Wil men die ontwikkeling begrijpen, dan moet men er in de eerste plaats rekening mee houden dat de term 'gereformeerde-bonder' ook niet alles zegt. Men behoeft helemaal geen lid van de Gereformeerde Bond te zijn om toch als bonder bekend te staan. De gemeenten van de modaliteit van de Gereformeerde Bond maken zich er helemaal niet druk over of hun predikant lid van de Bond is. Het komt er niet op aan van welke organisatie hij lid is, maar welke boodschap hij brengt. Hoewel ds. van Ginkel acht jaar lang, van 1934 tot 1942 in een gemeente van gereformeerde-bondssignatuur heeft gestaan, is hij alleen de eerste vijf jaar van die periode maar lid van de bond geweest.
Bovendien denken ook zij die wèl lid van de Gereformeerde Bond zijn, niet allemaal gelijk. Zo kon iedereen die de jonge dominee van Renswoude ruim veertig jaar geleden beluisterde, wel horen dat hij met een eigen type bonder te maken had.
En raken de uitersten elkaar niet? Ds. van Ginkel: Ja, ook in de theologie raken de uitersten elkaar. Er is een grondstroom die de bevindelijke bonder verbindt met de spirituele vrijzinnige. In de bevinding zweert men niet bij de bijbelletter. De vragen betreffende de geboorte van Jezus, Zijn wonderbare geboorte worden niet letterlijk uitgeplozen, maar bevindelijk in het eigen hart ervaren. Het gaat er om dat Christus geboren wordt in het hart. De spirituele vrijzinnige trekt dezelfde conclusie. Ook hij legt het accent op de ervaring. Terwijl hij in tegenstelling tot de bonder de letter van de bijbel kritisch onder de loep neemt in de studeerkamer.
Voorthobbelen in het donker
In het accent leggen op de religieuze ervaring meer dan op de letter van de Bijbel ben ik gelijk gebleven, 'aldus ds. van Ginkel. Ik heb mij altijd gedistantieerd van de voor mij gortdroge exegese van de letter. Altijd, ook nu, heb ik het accent gelegd op de vertolking van de vragen en angsten waarmee aile mensen, ook de bijbelschrijvers, worstelen. Zo krijgt de preek kracht om te boeien: de luisteraar wordt geconfronteerd met de problemen die hij ook zelf niet de baas kan. Het is mij wel gebeurd dat ik één preek hield 's morgens in een afdeling van de Nederlandse Protestantenbond en 's avonds in een dienst waar ook vele gereformeerden en bonders aanwezig waren. Ik preekte bijv. over Psalm 88 en Psalm 42: de kanteling van verbijstering naar verwondering en weer terug. Ook 's avonds luisterde men met instemming en aandacht.
De bevindelijke bonder en de spirituele vrijzinnige ervaren dat zij religieus gsproken 'voorthobbelen in het donker' dat zij 'kantelend, hinkend, leven'. De middenorthodoxie, de confessionelen en de gereformeerden leven meer uit de 'Boodschap'. Zij staan vaster in de religieuze schoenen. Zij dragen gemakkelijker de hallelujah-hoed van : ik dank u, ik dank u!
Bevindelijke bonders en spirituele vrijzinnigen luisteren dan wat zwijgend toe. U begrijpt, wat ik bedoel." —
De Lind van Wijngaarden
Ds. van Ginkel verwijst dan naar de omkering die indertijd (1933) in het leven van dr. de Lind van Wijngaarden plaats vond. De oudere generatie ook van onze lezers zal zich dat nog wel weten te herinneren. Immers, de Lind van Wijngaarden was in het begin van deze eeuw hoofdredacteur van het Gereformeerd Weekblad. Ds. van Ginkel schrijft dat hij onder invloed van De Lind van Wijngaarden is geraakt.
Invloed van De Lind van Wijngaarden
„Een van mijn leermeesters was dr. J. D. de Lind van Wijngaarden, die predikant is geweest: o.a. in De Bilt. Hij was een van de oprichters van de Gereformeerde Bond en erevoorzitter van de Gereformeerde Zendingsbond. Toen hij 72 jaar was, werd hij vrijzinnig. Dat wil dus zeggen dat hij naar de grondstroom — de ervaring boven de letter — geen steek veranderde. Maar in de kringen van de niet-bevindelijke bonders kreeg men bijna een appelflauwte. De 'grote de Lind' nam de bocht naar de afgrond! Deze op dit moment verzwegen figuur is een proefschrift waard. Op een samenkomst van studenten zei hij: 'Ik ben, naar de grondstroom, sinds mijn negentiende jaar niet ver-
anderd. Voor mij is de grondstroom: het oervertrouwen in de allesomvattende erbarming van God.
Alleen: vanuit de Ietter van de bijbel meende ik eerst nog te moeten vasthouden aan 'twee wegen'. Omdat God, (zoals de belijdenis naar de letter zegt) met voorbijgang van velen die hij in de val van Adam laat liggen, enkelen in Christus uitverkiest naar het eeuwige leven.
Welnu, zei dii Lind, sinds mijn negentiende jaar zette ik achter deze vertolking een vraagteken vanuit mijn persoonlijke ervaring. Ik beleefde de genade Gods als allesomvattend. Voor mij was de grondtekst: God was in Christus de wereld met zichzelve verzoenende... Maar de letter van bijbelteksten en belijdenis deed mij zwijgen. Toch dacht ik: Mijn ervaring is anders, de Eeuwige is vol van genade en vol is... vól! Op mijn twee-enzeventigste (vijftig jaar te laat) nam ik het besluit: ik laat mij door de letter van redactoren en theologen niet langer op de kop zitten. Ik volg de bevinding, de ervaring van mijn hart: vol is vol er kan niets anders meer bij.'
Zo sprak de Lind de laatste vijf jaar van zijn leven vanuit de universele verzoening. Hij stond kritisch tegen elke bijbelletter, tegenover elke bijbelvisie, die aan deze grondervaring 'twee wegen' toevoegde.
Hij achtte deze bijbelteksten de waardeloze 'bast' van de cocosnoot. Het ging hem om de voedzame cocosmelk: het religieuze oervertrouwen. Buber zou dit oervertrouwen in een alles dragend mysterie centraal stellen.
Eigen variant
Ds. van Ginkel herkende zich in deze levensgang van dr. de Lind. Natuurlijk in een eigen variant. Op grond van zijn bijbelstudie kwam hij tot de overtuiging dat ook de bijbelschrijvers schrijven vanuit hun eigen ervaring. In de hoop dat anderen een zelfde ervaring zullen beleven. Zij overhandigen geen pakketje leerstellingen, in de catechismus keurig op een rij gezet, maar roepen op tot een leven in een (kantelend en hinkend en hobbelend) oervertrouwen. Daarbij zijn ze, evenals wij op onze beurt, kinderen van hun tijd. Daarom is er voortgaande 'openbaring' nodig. Iedere nieuwe periode vraagt om een meer heldere en uitgezuiverde vertolking. Dat ik startte vanuit de Bond en overging naar spirituele vrijzinnigheid vindt ook mede zijn oorzaak in de invloed van mijn milieu. Ik onderging de invloed van de huisvriend ds. B. Batelaan, die predikant is geweest in Zeist, Utrecht en Huizen .Een Bonder van een bijzonder milde en spirituele signatuur. Ik onderging de invloed van de Utrechtse Academie waar een bijbelkritische en op de ervaring toegespitste aanpak mij niet werd aangewezen. Tegelijkertijd onderging ik de invloed van de vrijzinnige familie van moeders kant die in de Remonstrantse Broederschap en Vrije Gemeente actief was. Aan de hand van mijn grootvader in Devenjter — vrijzinnig diaken — ging ik naar diensten in de Bergkerk. Zo wordt het enigermate begrijpelijk dat je start vanuit een bepaalde invloed en tóch weer uitkomt bij beseffen die je van héél vroeger reeds bijbleven.
Renswoude
Toen ik in Renswoude begon, las ik in de notulen omstreeks 1860 dat daar gestaan had: Ds. Philip Hugenholtz (toen orthodox); later oprichter van de Vrije Gemeente te Amsterdam. Reeds toen, in die oude paperassen snuffelend, wist ik intuïtief: daar ligt mijn levenslijn. Collega Buskes zei eens: als van Ginkel een gedicht doorgeeft op de kansel zit hij feilloos in het ritme... maar als hij enige verzen uit de bijbel voorleest , hoor je hem aarzelen of een zin hernemen. Deze waarneming is juist. Dichters dichten vanuit een kantelende bevinding: vanuit een aangevochten oervertrouwen. Maar bij - belschrijvers vertellen soms 'te veel', redeneren soms 'teveel'. Al lezend denk ik dan: ach man, wees wijzer...
Het waren soms duidelijk kinderen van hun tijd, de nijd die vijanden opriepen, sleept hen soms mee. Dan is de genade niet 'vol' meer. Ze doen er een scheut wraak en toorn bij.
Intermezzo
Met De Lind kan ik zeggen: de Bond was een intermezzo: vanuit milieu-invloed. De verdere jaren brachten me waar ik van mijn gymnasiumjaren af gestaan heb: niet de letter van de bijbel of belijdenis, maar de persoonlijke ervaring vanuit ons hart, dat van nature onrustig is, geeft de doorslag." —
'Kantelen en hobbelen en zweven'
Na de bekende vrijzinnige uitleg van Lucas 2, sluit ds. van Ginkel dan als volgt en weer vallen ons de woorden hierboven genoemd op:
„Is uw Godsbeeld veranderd? En uw opvatting over Christus? Wat ziet u in evangelisatie?
Mijn Godsbeeld is in zoverre veranderd dat ik zou willen zeggen: 'God is de Liefde of Hij is nergens'. Wij ervaren, in kantelende momenten, het geheim van de Liefde die zich belangeloos heenbuigt over slachtoffers en uitvallers. In die momenten gaat het Godsgeheim voorbij als 'het
ruisen van een zachte stilte' als een 'voorbijzwevend Zwijgen'. Wie meer over God wil zeggen vervalt, naar mijn inzicht, al snel in gebabbel en algebraformules. In Jezus van Nazareth, in zijn manier van leven, verschijnt dit Geheim van belangeloze Liefde. Hij buigt zich heen over de bermfiguren. Daarin is hij 'zoon van God': hij wandelt op de weg van de Liefde-wil, op de weg van de Thora. Hij gaat ons voor als plaatsvervanger. Hij leeft ons voor, in onze plaats, de weg van het oervertrouwen. De weg waarin dit vertrouwen kantelt en echec lijdt. De kruisweg die uitloopt in verbijstering en wanhoop (Eloi). Toch een weg die in dat kruis, in dat 'verloren gaan' niet doodloopt.
Uitzicht
Het gaat erom te verlangen naar de dag (Rom. 8, 19) dat alle mensen zullen verschijnen, in hun manier van leven, als 'zonen van God'.
Wie vanuit dit verlangen (kantelend en hobbelend) bij momenten leeft kan met de voorstelling van een eeuwige hel — een erfenis — uit Perzië: Abraham heeft er nooit van gehoord — niets aanvangen.
Evangelisatie is dan: mensen oproepen te ontwaken: zodat het Christusgeheim over hen gaat lichten. Dan, is hun manier van leven , buigen ze zich heen (vanuit de ervaring van de Liefdewil) over slachtoffers en uitvallers. Natuurlijk ten déle. Want wij mensen zijn ook roofdieren met klauwen van twintigduizend kilometer (atoombom en neutronengranaat).
We zitten met deze menselijke, fundamentele tweespalt. Het blijft, achter Jezus, voorthobbelen in het donker... we capituleren niet. Het is spijtig dat de kerkelijke orthodoxie altijd weer watervrees koestert in de ontmoeting met spirituele vrijzinnigheid. De appelflauwtes zijn niet nodig. We zijn allemaal pelgrims op weg naar Morgen." —
Ik zou zeggen: het heeft niets met watervrees of appelflauwtes te maken, als ds van Ginkel vermoedt dat de kerkelijke rechtzinnigheid, waartoe wc ons als Gereformeerden in de Hervormde kerk willen rekenen, zich niet erg aangetrokken gevoelt tct deze spirituele vrijzinnigheid. Het is niet naar de Schrift wat hier gezegd wordt. Het heeft niets te maken met de klare taal die ons de Schrift doet horen over bijv. het volgen van Christus. Dat is geen 'voorthobbelen in het donker', maar een wandel in het licht en niet wandelen in het duister. Wij zijn 'gekanteld' van nature. We liggen dood in zonden en misdaden. Maar het behaagt God om Christus' wil gekantelden op de benen te zetten, niet van zichzelf, maar op die van Christus. Ik begrijp trouwens niet waarom mensen die er deze gedachtengang op na houden nog de rechten als van een emeritus willen hebben van een kerk die naar haar kerkorde uitspreekt Gereformeerd wil zijn. Een inkonsekwentie die men meerderen verwijten kan trouwens. Deze opmerking van mij zal anderen wel weer doen zeggen: er is maar één weg voor de Gereformeerde Bond: scheidt u dan van hen af! Je kan het ook zo zien naar mijn mening: we willen het geweten zijn van een'kerk die Gods Woord verlaat en haar. bij de voortduur oproepen en onszelf daarbij insluiten: keer weder tot de God Die we verlaten hebben.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1979
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1979
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's