Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet de geest der wereld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet de geest der wereld

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doch, wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn; dewelke wij ook spreken, niet met woorden, die de menselijke ivijsheid leert, maar met woorden, die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende. 1 Corinthe 2 : 12 en 13.

De Geest, niet der wereld, maar uit God

De HeiHge Geest is tezamen met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God.. Wij worden in Zijn Naam gedoopt evenals in die des Vaders en des Zoons. Op dc gemeente wordt Zijn zegen gelegd als .die van de Vader en de Zoon. Hij mag aangebeden worden als de Vader en de Zoon en is ook gelijke ere waardig als de Vader en de Zoon. Toch staat er in de Schrift dat Hij van Zichzelf niet spreken zal, maar dat Hij het uit Christus nemen zal cn ons verkondigen. Er wordt ook in dc Schrift niet zoveel van Hem gezegd, al is heel de Schrift van Hem gegeven. Wel begint de Schrift mede bij Hem en wel eindigt dc Schrift mede bij Hem. De Geest Gods zweefde op dc wateren, vers 2 van Genesis 1. De Geest en de bruid roepen naar Openbaring 22 : 17, om de komst van de Heere Jezus. Intussen doet de Geest mee aan de schepping, vergadert Hij door het Woord de gemeente voor Christus, heiligt en zaligt Hij Christus' kerk, leert Hij haar alles van Christus en leert haar het Abba zeggen. Onze tekst zegt schone dingen van de Geest.

„Wij hebben ontvangen", zegt de tekst. Dit zegt Paulus, dit zegt Paulus met en namens de gemeente van Corinthe. Dit zegt Paulus met en namens de gehele kerk van alle ware Christgelovigen. Dat op de Pinksterdag de discipelen de Geest ontvangen, dat is klaar. Echter, wie waren dat.? Alleen de twaalven.? Of waren dat de zeventigen, of waren dat de honderd twintigen.? Wij hoorden reeds dat na de hemelvaart de discipelen Zijn komst biddend verwachtten, maar daar werden dan genoemd de vrouwen, het zij de vrouwen der discipelen, hetzij de vrouwen die uit 't Noorden van Galilea met Jezus waren meegekomen. Daar ontmoetten wij ook Maria en de broeders van Jezus. Die hebben dan dus mede de Heilige Geest ontvangen. Wat is de Geest toen met bruisend geweld nedergekomen in Zijn volheid. Maar ook op de schare der drieduizend is Hij gekomen en daarna nog op de schare aangegroeid tot vijfduizend. Wij lezen later dat er zo'n uitstorting plaats vond te Efeze, wij lezen ook in Joppe dat de Heilige Geest viel op allen, die in 't huis van Cornelius waren. Van deze bijzondere uitstortingen van de Geest geldt dus: „Wij hebben ontvangen". Maar daarin zette zich de mededeling van de Geest voort alom waar het Woord gepredikt en aangenomen, geloofd werd. Wij lezen herhaaldelijk: „En de Geest Gods wrocht mede" en waar dat geloof maar kwam, daar kwam dat door de Heilige Geest. Zodat de kerk door de eeuwen heen maar zeggen kon, daar waar het Woord gepredikt en door het geloof aangenomen werd: „Wij hebben ontvangen". Als de Geest komt, dan komt Hij op het gebed en op de verwachting, als de Geest komt, dan komt Hij middels de beloften Gods, of ook middels de prediking. Zo op de Pinksterdag na de verwachting van de tien dagen van de discipelen, cn later op de prediking van Petrus en van Paulus. „God hoort hen, die Zijn heil verwachten, die Hoorder der gebeen".

Van die Geest geldt nu, dat Hij niet is de geest der wereld. Die komt niet van de aarde, van beneden. Al ging gij om naar Oost, naar West, naar Noord, naar Zuid, gij zoudt Hem van daar niet krijgen, want Hij komt van boven. Hij is de Heere uit de hemel. Nader gepreciseerd: Hij komt van God, Hij komt uit God, omdat Hij Zelf God is, met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God is. Hij gaat eeuwig uit van de Vader en de Zoon. En Hij is gekomen op grond van het offer van Christus, Hij is verworven door de Zoon en op Diens voorbede gezonden van de Vader. De Geest is de Heere uit de hemel. Hij is niet van de aarde, en zeker niet uit de aarde aards. Hij is ook niet van de mens. Wel had de mens eens bij de schepping de Geest meegekregen waardoor hij beelddrager Gods was en ook van de Geest bewoond. Door de zondeval is het beeld Gods verloren, maar is ook de Geest Gods van de mens geweken. En daar is de wereld , , wereld" geworden. En de geest, die de wereld, die de overste dezer wereld was, was dc boze, zodat de wereld in het boze kwam te liggen. En de geest der wereld werd de geest van een gevallen engel en voor zover de wereld de wereld der mensen was, was die de geest van de gevallen mens. Komt nu de Geest Gods van boven, van God, uit God, dan is deze Geest Gods die centraal tegenover de geest der wereld, , hetzij dan van de gevallen boze, hetzij dan van de gevallen mens.

Komt de Heilige Geest, God uit God, dan komt Hij uit God, gezonden van de Vader, verworven door de Zoon. Dan komt Hij als de Geest der genade en der gebeden. Dan komt Hij als de Geest der waarheid, vol van genade en waarheid. Dan komt Hij als eenmaal onze Schepper, thans als de Herscheppcr. Die alle dingen machtig is. Van Hem is niets werelds — Hij is „heilig", zoals ook Zijn naam aangeeft. En heiligende degenen, die door Hem tot God gaan.

De dingen van de Geest geschonken

„Opdat wij zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn". Daar is voor eerst dat „weten!" Het eerste stuk van het beeld Gods, dat de Schepper de mens had meegegeven, was: kennis. Het is ook het eerste werk, dat de Heilige Geest doet in de herschepping van de mens.

Als de mens door de Geest Gods wordt wedergeboren, dan ontvangt hij allereerst een verlichting van het verstand. Wij waren kwijt geraakt de sleutel der kennis. Wij werden verduisterd in het verstand. God kwijt. De kennis van God kwijt. Afgesneden van God onze levenswortel, werden wij dood in de zonden en misdaden.

Wordt nu een nieuw leven geschonken door de Heilige Geest, dan wordt de kennis zo geschonken, dat men terstond gaat weten, dat God is en de Geest gaat schenken een kennis Gods, men gaat God leren kennen, niet met een wijsheid van deze wereld.

niet met een menselijke wijsheid, maar met die wijsheid, die van boven is. Dan ontvangt men niet alleen een zekere kennis, maar dan ontvangt men ook iets. Daar worden „dingen" van God geschonken. De dingen Gods worden geschonken.

Daar is voor eerst het V/oord Gods, dat gaat open. Men krijgt achting voor Gods Woord, en dat werkt de Geest. Geen wonder, want het Woord Gods is het eigen werk van de Heilige Geest, Die de heilige mannen Gods inspireerde tot het schrijven daarvan. De profeten en de apostelen gaan voor zo iemand leven. Men hoort in het Woord de eigen stem Gods, zowel in de Wet als in het Evangelie. Het woord wordt hem zo gegeven dat het hem een zaad der wedergeboorte is. Dat woord werkt levenwekkend, leven vernieuwend. Dat woord wordt voor hem levend en krachtig, het veroordeelt hem vanwege zijn zonden. Maar dat woord wordt ook openbarend de genade Gods in Christus Jezus onze Heere. De beloften Gods gaan leven en komen op hem. aan. Zij worden hem op de ziel gebonden, in zijn hart geschreven. De Heilige Geest overtuigt niet alleen van zonden, maar openbaart Christus en al Zijn heil aan die mens. Zoals de Geest de Wet toepast aan een zondaar te zijner overtuiging, zo past de Geest ook Christus toe, Christus en al Zijn weldaden. Zichzelf past Hij aan die mens toe, om hem het heil te leren kennen en deelachtig te maken, maar aldoende wordt de Heilige Geest Zelf ook het bezit van die zondaar. Men krijgt dèèl aan Hem, Hij wordt het deel van die mens. En zoals de Geest Christus en Zijn heil aan een zondaar bekend maakt en deelachtig maakt, zo leert de Geest ook door de inleiding in het Woord de mens God aanroepen als „Vader". Door de Geest leert men zeggen: Abba, Vader, Abba, lieve Vader!

Zo worden ons van God „de dingen" geschonken: De Vader schonk Zijn Zoon, de Zoon verwierf genade cn verzoening, en de Geest bracht dat alles in het verstand, in het hart van de mens. Dat is de wetenschap van al het heil Gods, in gans de Schrift geopenbaard, die de Geest bekend maakt en daarin en daarover in het bezit brengt. De mensen zeggen wel eens: „Daar moet men kennis aan hebben." Dat is terecht gezegd. Daar moet men kennis aan krijgen: een verstandelijke kennis, maar ook een bevindelijke kennis. Dan gaat het door het verstand in het geheugen. Nooit zal men die dingen, die men van God ontvangt, vergeten: „geen leed zal 't ooit uit mijn geheugen wissen." En door het geheugen komt het in het hart. De Geest leert het van binnen. Schrijft het in de wanden van het hart. Zo weten wij de dingen, die ons van God geschonken zijn.

'k Ben eeuwiglijk gedachtig aan Uw woord, Want ik ontving door Uw bevelen 't leven, 'k Ben d' Uwe, HEER', geleid mij ongestoord; Behoud mij toch, naar 't woord aan mij gegeven; Ik heb met lust Uw wetten nagespoord, En die gezocht, door Uwe Geest gedreven.

Dan vloeit mijn mond steeds over van Uw eer, Gelijk een bron zich uitstort op de velden; Wanneer ik door Uw Geest Uw wetten leer,

Dan zal mijn tong Uw redenen vermelden; Want Uw gehoon zijn waarlijk recht, o HEER'; Gij zult de vlijt van die U zoekt vergelden.

In woorden, die de Geest leert

„denwelken wij ook spreken, niet met woorden, die de menselijke wijsheid leert, maar met woorden, die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen, met geestelijke samenvoegende".

De Heilige Geest is dus een andere dan die van de wereld: Hij komt van boven en niet van beneden. Hij komt van God, uit God, en niet uit de wereld. Zeker niet uit de mens. Daarom leert dc Geest niet naar menselijke maatstaven en ook niet naar menselijke wijsheid. De dingen, die Hij brengt, zijn ook geen aardse dingen, zeker geen wereldse dingen, zij zijn hemelse dingen. Gods gerechtigheid is van de hemel, het Evangelie is van de hemel, Christus en Zijn heil zijn 'van dc hemel. — En wat ook van boven is, dat is de Woordverkondiging! Calvijn en ook onze belijdenis zegt, dat de Heilige Geest in de toevergadering van Christus Zich door een zonderlinge genade bedient van mensen. Hij bedient Zich van het Woord, maar ook van de verkondiging daarvan. Zie het op de Pinksterdag: de predikende apostelen. En zo doet dc Geest dat nog. Zelf: alleen het geluid van de wind, geen enkele waarheid laat Hij vallen, ook geen stem, geen woord". Maar wel de predikers. En dan een preek van Petrus, niet over de Heilige Geest hoofdzakelijk, maar over Christus.

En nu dan de manier van prediken, èn bij Petrus èn bij Paulus en bij al Gods knechten: het Woord — Christus en al Zijn heil en dat voor zondaars, voor ontdekte zondaars. Denkt maar aan de ontdekkende, beschuldigende prediking van Petrus: „Welken gij gekruisigd hebt". Een preek met een ernstige oproep tot bekering en tot de Doop. Bijbelse begrippen, religieuze begrippen, van God cn een zondaar, van Christus cn genade en van „W r ordt behouden van dit verkeerd geslacht." De Geest leert bijbels preken, geen philosophie, geen gekunstelde preken. Niet naar menselijke rhetoriek. Wij moeten niet met begaafdheden pronken met de bijbel, zeker niet ten koste van de bijbel. Wij moeten niet naar links met een linkse gemaaktheid en ook niet naar rechts met rechtse gemaaktheid de mensen zoeken te behagen, de mensen zoeken te trekken. Niet voor óns moeten mensen getrokken worden, maar voor Hem, voor Christus. In bijbelse begrippen preken en ook met bijbelse woorden.

De Geest leert ook geestelijke dingen met geestelijke samenvoegen. Wij moeten niet zoeken de hemelse dingen aannemelijk te maken met aardse dingen. Wij moeten ook niet de geestelijke dingen met stoffelijke dingen samenvoegen. Wat wij moeten, dat is dit: de leerstukken ook in de bevinding des geloofs in goede orde voorstellen, opdat de gemeente wasse en toeneme in de kennis en in de genade van de Heere Jezus Christus. Wij moeten het Oude Testament laten doorstralen naar het Nieuwe, de belofte naar de vervulling en ook het Nieuwe Testament laten terugvallen in het Oude. Zij zijn beide Gods Woord, gewrocht van de Heilige Geest. Zij willen dan ook bijbels gepredikt worden in de taal van de bijbel, cn dat tevens in de taal, waarin wij geboren zijn. Opdat het volk goed bijbels gefundeerd worde. Geestelijke mensen, die niet gevormd worden voor de wereld, maar voor God en Zijn volk, voor Christus en Zijn hemels koninkrijk.

W.

W. L. T:

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Niet de geest der wereld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's