Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Filippus van Azote tot Caesarea

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Filippus van Azote tot Caesarea

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Maar Filippus werd gevonden te Azote, en het land doorgaande, verkondigde hij het Evangelie in alle steden, totdat hij te Caesarea kwam." Hand. 8 : 40.

, , L'n des anderen daags, Paulus en wij die met hem waren, gingen vandaar en klimmen te Caesarea; en gegaan zijnde in het huis van Filippus de Evangelist, (die één ivas van de zeven) bleven ivij hij hem. Deze nu had vier dochters, nog maagden, die profeteerden". Hand. 21 : 7b—8

Filippus eii zijn werk

Van Filippus, die ons doorgaans alleen maar bekend was om de moorse kamerling, hoorden wij al enkele wetenswaardige dingen. Vooreerst, dat hij met Stephanus tegelijk van het diakenschap ontheven werd, Stephanus door de dood en Filippus doordat de gemeente van Jeruzalem uit elkaar gedreven werd door de vervolging en dan dat Filippus tot Evangelist bevorderd werd door de Heere en dat die man tot grote zegen gesteld werd in Samaria. Velen geloofden, velen werden van de duivel verlost en genezen en velen werden gedoopt. Filippus V/as uitgegaan tot de arbeid, die dc Fleere Jezus voordien in Samaria gedaan had.

Van Filippus weten wij dan dus dat een engel hem zond naar de weg van Gaza en dat de Geest hem voerde tot de wagen van de kamerling. En nu onze tekst: de Geest des Heeren nam Filippus weg en plaatste Filippus te Azote. Hoe de Geest dat gedaan heeft, meldt de Schrift niet: alleen dat de kamerling hem niet meer zag en dat Filippus te Azote gevonden werd, dat is vele mijlen van Gaza. De Geest Gods kon eenmaal Elia wegnemen van Obadja in de dagen van Achab. De Geest Gods heeft eenmaal Elia weggenomen naar de hemel. Zo kan de Geest Gods iemand verplaatsen op een voor ons onbegrijpelijke wijze. Hier gebeurden bij Filippus nu eenmaal wonderlijke dingen: De engel, die tot Filippus kwam. De Geest Gods, Die tot Filippus sprak en hem nu eensklaps wegnam. 't Is toch maar zalig voor Filippus in de dienst Gods te staan. Hij is en blijft de God, Die wonderen doet.

Filippus werd gevonden te Azote. Dat is Asdod, een Filistijnse stad. Hier staan wij voor een nieuw wonder, dat namelijk Filippus geplaatst werd na het halfheidense Samaria in het geheel heidense Filistijnse As-e dod. Azote, dat is een van de drie plaatsen, waaruit de Enakieten, de Enakskinderen, in de dagen van Jozua, niet verdreven konden worden. Wij lezen in Jozua 11 : 22, dat niemand van de Enakieten in het land der kinderen Israëls verbleef: lleenlijk bleven zij over te Gaza, te Gath cn te Asdod. Dat is dan Azote. En zie nu eens, hoe zelfs van dat gevloekte volk, in late nageslachten onder dit heidendom Filippus begint het Evangelie te verkondigen. Dat is wat! Aan die het niet gehoord hebben, aan die het niet verkondigd was, is het toen verkondigd. En de Geest zette hem daar. En Filippus werd daar gevonden. En achter Filippus stond de grote Meester: Ik ben gevonden van degenen, die naar Mij niet zochten. Ik ben gevonden van degenen, die naar Mij niet vraagden."

Het is ook een vondst, als men de Heere vindt, het is een \'óndst, als men het Evangelie vindt, het is een vondst als men voor het eerst met bewustheid een Evangeliedienaar ontmoet, hoort, vindt. Zo werd Filippus gevonden te Azote. En dan gaat Filippus het land door, verkondigende het Evangelie in alle steden, totdat hij te Caesarea kwam.

Hier zijn verschillende dingen op te merken. Vooreerst, dat het God beliefd heeft de diaken Filippus tot wel niet een Apostel te m.aken, maar dan toch tot een Evangelist. Calvijn besluit hieruit, dat het diakenschap uit Hand. 6 slechts een tijdelijke zaak geweest was, dat met de verstrooiing van de Jeruzalemse gemicente op non-actief geraakt was. Derhalve had de Heere Zelf Filippus in het ambt van een Evangehst geplaatst, waarvan ettelijke bewijzen van des Heeren eigen hand waren. Vooreerst de buitengewone zegen te Samaria, namelijk de vele bekeringen onder het volk, dan de genezingen en het uitwerpen van onreine geesten. — Dan ook dat een engel Filippus zelf aandrong om naar de woeste weg te Gaza te gaan, met de heerlijke uitkomst daarop. Daarna nog de aandrang van de Geest Zelf om zich bij die wagen te voegen. Tenslotte dat onderwijs en de doop van de kamerling. Nu weer die wegvoering door de Geest tot Azote toe.

En nu de Evangeliebediening van Filippus te Azote (Asdod). En dan gaat hij maar door naar al de steden tot Caesarea toe. In al die steden, onder andere ook te Joppe, was nog geen der apostelen geweest. Is het te veel verondersteld, als wij nu zeggen, dat het grondleggend werk dus door Filippus geschied is? Zou dan niet het huis van Cornelius, zou dan niet een Dorcas vruchten van Filippus' arbeid geweest zijn.? En is niet Caesarea, hoewel een stichting van Hcrodes, de stad genoemd naar dc heidense keizer, de basis van heel de zendingsarbeid geworden? Dan is toch wel, als daar later Barnabas en Paulus hun uitgangspunt zochten voor de zending, de arbeid van Filippus grondleggend, funderend werk geweest!

Wat een zegen is er dan toch uitgegaan van deze eenvoudige man. Bescheiden-weg was hij zijn weg gegaan. Stil-weg was hij zijn weg gegaan. Wat had hij dan gedaan.? Hij had het Evangelie verkondigd in al die steden. Welk Evangelie.? Dat zelfde Evangelie, wat hij op die wagen bij de Moorman verkondigd had. Hetzelfde Evangelie, waarop en waarmee Stephanus gestorven was.

Dat was dat Evangelie — die blijde boodschap — waarop de Moorman verblijd was henen gereisd, dat was dat Evangelie, wat Filippus blijde verkondigd heeft. En dat het in heel die stedenrand van Azote tot Caesarea gedaan heeft!

Filippus en zijn gasten

„En des anderen daags Paulus, en wij, die met hem waren, gingen vandaar en kv/amen te Caesarea; en gegaan zijnde in het huis van Filippus, de evangelist (die één was van de zeven) bleven wij bij hem." Handelingen 21 : 8. Dat lijkt een eenvoudige geschiedenis, maar het is het niet. Deze geschiedenis werpt een apart licht op onze Fihppus, op het werk van Filippus, op het leven, het kerkelijk leven van die tijd. Filippus wordt vooreerst hier genoemd: e Evangelist, die één was van de zeven, namelijk diakenen uit

Handelingen 6. Hier is het bewijs van onze stelling, dat de Heere Zelf de diakenschap na de verstrooiing van de Jeruzalemse gemeente, toen de Griekse weduwen nagelaten werden in de verzorging, voor een tijd opschortte. Voorts heeft de Heere Zelf de eerste diaken Stephanus opgenomen in heerlijkheid, al predikende en al biddende, cn daarna Filippus aangesteld tot het Evangelist-schap. Het woord Evangelist niet in de zin van de Evangelieschrijver, maar in de zin van Evangelieprediker. En dan wel te onderscheiden van het Apostelschap, ondergeschikt aan het Apostelschap. Maar daarmee geenszins te onderschatten. Het woord Evangelie cn Evangeliebediening wordt onder ons sterk ondergewaardeerd! Het is de blijde boodschap voor een mens zonder God, voor een mens, die dorst naar God, naar de levende God. Het is de blijde boodschap voor een zondaar, die hoopt van zijn zonde verlost te worden. Het is de blijde boodschap voor een mens, die in Christus al zijn heil en zijn zaligheid vindt. Maar dan ook al zijn zaligheid, nu in dit leven en straks na dit leven.

Is het wonder, dat de eenvoudige Filippus entree vond in al die heidense steden? Is het wonder, dat zijn Evangelie, zijn blijdschap, alom in die kuststreek entree vond? Merkwaardig, dat Jezus in die kuststreek niet gewandeld heeft, noch ook Zijn discipelen. De eerste, die daar zijn voet zette, was Petrus in Joppe, de tweede Paulus en dat wel in de noordelijkste stad, Caesarea. En dat wel in het huis van Filippus.

Filippus heeft zich dus in Caesarea gevestigd en had daar met zijn gezin een eigen huis. In dat huis nu vond Paulus, na zijn afscheid in Efeze cn zijn boottocht naar Caesarea via Cyprus, onderdak bij Filippus. Caesarea lag in de stam Manasse, wat dus ook zijn deel kreeg in de genade Gods. Dat Manasse, dat voor de helft aan deze zijde van de Jordaan aan de zee lag. Daar kwam Paulus, voor wiens vervolging voor die Filippus uitgeweken was naar Samaria.

En nu ontvangt Filippus hem, die eertijds een vervolger was, en herbergt hern vele dagen. Hij brengt in practijk: „Hebt uw vijanden lief, zegent hen, die u vervolgen, doet wel, die u geweld aandoen." Hier is een vijand een vriend geworden. Een man, aan wiens handen bloed der heiligen kleefde. Filippus is een bescheiden man, maar een recht christen, die bidden mag: „Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren." Hier is een man, die de herbergzaamheid betracht en zo onwetend of welwetend engelen herbergt.

En dat doet hij vele dagen, terwijl hij toch ook zelf een gezin heeft. En hij herbergt niet alleen Paulus vele dagen, maar ook die met Paulus waren, namelijk Sopater, Aristarchus, Sekundus, Timotheüs, Tychicus, Trofimus en Lukas. Dat is dus een gastvrijheid verleend voor vele dagen (vers 10) en wel aan acht man. Filippus heeft dus niet eens „een" engel, dit is een bode des Evangelies, geherbergd, maar niet minder dan een achttal engelen. Zoals vader Abraham in ditzelfde land de HEERE en twee engelen, de drie mannen, aan de maaltijd genodigd heeft. Hoeveel logies en hoeveel maaltijden heeft Filippus in zijn huis verschaft en laten bereiden? Hier hebt ge een voorbeeld van: „Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het om niet!" Hier hebt ge een voorbeeld van een Evangeliedienaar, die uitgegaan is zonder buidel en male. Hier hebt ge een voorbeeld van het bevel: „Doet wel aan alle mensen, meest aan de huisgenoten des geloofs." Afgezien van de betrekkelijk onbekende gasten, zijn er drie heel bekende, n.1. Paulus, Timotheüs, Lukas. Deze zijn bij Filippus in huis geweest, vele, vele dagen. Eén vraag: Welke christenen kwamen bij u in huis? Wie zullen u ontvangen in de eeuwige tabernakelen? Zingt nu met mij:

Ik ben een vriend, ik ben een metgezel Van allen, die Uw naam ootmoedig vrezen , En leven naar Uw goddelijk bevel. O Heer', hoe wordt Uw goedheid ooit volprezen Gij doet op aard aan alle schcps'len wel; Och wierd ik in Uw wetten onderwezen. Psalm 119 : 32.

Daar was in dat huis geen slaapplaats te weinig. Daar was in dat huis geen spijs of drank te kort. Een stukje geschiedenis, huiselijke en kerkelijke geschiedenis in de vroeg Christelijke gemeente. Ten huize van Filippus. Daar zijn nog meer zegeningen.

Filippus en zijn gezin

'k Moet u nog in herinnering brengen, vs 10, dat Filippus de Evangelist was één van de zeven, n.1. diakenen, die in Handelingen 6 te Jeruzalem gekozen werden door de menigte van Christenen aldaar: „mannen, die goede getuigenis hadden, die vol des Heiligen Geestes waren en vol van wijsheid". Van die zeven w r as Stephanus nummer één en Filippus nummer 3. IJ vindt hier een diaconaat beoefend gedurende vele dagen aan een achttal predikanten en zendelingen.

Maar nu dan het mooiste: Filippus' gezin. U vindt nogal eens predikanten of zendelingen, waarvan de gezinnen alles behalve onder de zegen van het Evangelie vallen: vaak zeer ongodsdienstig, met vaak grote ketterijen, zelden naar de kerk, zeker geen twee keer, vaak Sabbathsschenders. Dat is een slechte aanbeveling voor het Evangelie. Niet alzo was het bij Filippus. Hij woonde in Caesarea in een eigen huis met zijn gezin. Dat is blijkbaar hem nagekomen, toen hij door de engel en door de Geest gekomen is van Samaria naar de weg van Gaza, Asdod en verder tot aan Caesarea.

Van zijn vrouw of zoon leest u niet, maar wel dat hij vier dochters had, alle vier nog maagden, ongetrouwd, meisjes nog. Van deze lezen wij dat zij alle vier de gave deiprofetie hadden. Dat waren dus vier meisjes, die allemaal bedeeld waren met de Heilige Geest. Die vielen dus onder de zegen van de Pinksterdag, uit Handelingen 2, waar Petrus gesproken had tot de scharen: U komt de belofte toe cn uw kinderen". Die belofte was dus toen op Filippus gevallen en op zijn kinderen — meisjes nog. Dat Filippus de Heilige Geest bezat, hebben wij duidelijk gezien, maar aan zijn kinderen was ook bevestigd de belofte uit Joël 2 : 28: En uw zonen en uw dochteren zullen profeteren." Een vrouw of meisje mocht niet spreken in de gemeente, maar zij mocht wel degelijk profeteren, zoals profetesse Hulda in het Oude Testament en Anna in het Nieuwe Testament. Die profetische gave bestond in bijzondere wijsheid in Gods Woord, een verstaan van de waarheid, inzicht in de waarheid, helderheid in geloofszaken en zicht in de toekomst. De Schrift spreekt hier van wat Paulus overkomen zou te Jeruzalem. Dit voorziet Agabus, maar dat hebben blijkbaar ook die vier meisjes gezien. Maagden waren zij, dus vrijwel volwassen meisjes, maar nog niet getrouwd. Kostelijk, als iemand zo kinderen heeft, meisjes met profetische gaven bedeeld. En als er nu zo eens één was onder de dochters van Filippus, dan was dat al bijzonder. Maar zo waren zij alle vier... belangstellend voor de leer en de zaak van de Heere Jezus, belangstellend voor de leer der genade, bezorgd over het leven en welzijn van één van de grote apostelen en met een vooruitziende blik op de gang van het koninkrijk Gods. En in dit alles zo eensgezind, zo met een zelfde visie.

En dit alles nu als zegen op het leven en werk van hun bescheiden en begaafde vader, Filippus. God zegent, die Hem liefhebben. God zegent, die zich zo geheel aan de dienst des Evangelies geven. God zegent een gelovig leven. Dat zegent Hij in kinderzegen. Dat zegent Hij bijzonder in de godsvrucht der kinderen. En als Hij dat hier doet in alle vier die meisjes, dan is dat wel heel bijzonder. Het is ook heel apart, dat zij alle vier nu deze bijzondere gaven bezaten. Zicht in de toekomst is ook in het koninkrijk Gods heel bijzonder. U komt zelfs onder de bijbelschrijvers deze gave maar weinig tegen. Zodat wij besluiten willen met een bijzonder discipel, Filippus en ook bijzondere genade en genadeloon in dit leven.

W.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Filippus van Azote tot Caesarea

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's