Bij de Heere op school!
Toen ik nog een kind was hoorde ik iemand zeggen: e moeten allemaal bij de Heere op school komen om de goede weg te leren, de weg naar huis, de weg naar het hemels vaderland. Ik vond dat toen een eigenaardige gedachte, dat niet alleen kinderen, maar ook ouderen nog naar school zouden moeten om te leren. De meeste kinderen gingen immers van school af wanneer ze twaalf waren. Alleen zij die gingen „studeren" bleven nog op school. Maar ouderen die naar school zouden moeten, neen, daar begreep ik niets van. Ouderen wisten genoeg om door dit leven heen te trekken, zo meende ik. En toch heb ik het later verstaan, dat we inderdaad allemaal bij de Heere op school moeten komen en dat we op die school moeten blijven, al worden we nog zo oud. De Heere zegt het Zelf: Ik zal u onderwijzen en u leren van de weg, die gij gaan zult..." (Psalm 32 : 8b).
Wanneer de Heere ons tot Zijn kind aanneemt, wanneer we op Zijn roepstem acht hebben leren geven, wanneer we Hem hebben leren volgen, dan neemt Hij ons tegelijk bij Zich op school en daar blijven we ons leven lang.
Leermeester
Men hoort wel eens zeggen dat alle mensen kinderen Gods zijn en dat alle mensen een Vader in de hemel hebben, Die voor hen zorgt, omdat Hij ons geschapen heeft. En zeker, de Heere God is ons aller Schepper en in die zin zouden w 7 e Hem onze Vader kunnen noemen. Maar dan zijn wij van nature wel allemaal weggelopen kinderen. Paulus spreekt dan ook van „kinderen des toorns". En alleen om Christus' wil kunnen wc weer tot kinderen Gods worden aangenomen, doordat Hij de zonde verzoend en de schuld betaald heeft van allen die in Hem geloven. En dan ontvangen we door het geloof de Geest der aanneming tot kinderen, zodat we leren zeggen Abba - Vader.
Maar deze dingen moeten we leren op de school des Heeren. Er bestaat geen leeftijdsgrens voor de toelating op die school. Of we nu jong zijn of oud, wanneer we de weg niet meer weten, wanneer we vastgelopen zijn in ons leven, wanneer we ons verloren voelen, dan mogen we naar de Heere gaan en om Zijn onderwijs vragen. En dan geeft Hij ons de Heilige Geest tot een Leermeester, En die Heilige Geest leert ons door middel van het Woord Gods. Er zijn alle eeuwen door zogenaamde „geestdrijvers" geweest, die beweerden onmiddellijk door de Heilige Geest onderwezen te worden. Deze geestdrijvers hebben de Bijbel en de prediking van het Woord Gods niet nodig. Ze gaan af op rechtstreekse ingevingen, gezichten, dromen. Maar dat is niet het onderwijs dat de Heere God ons geeft. Dat onderwijs gaat niet buiten Zijn Woord om. Wanneer de Heere dan ook in Psalm 32 zegt dat Hij zal leren en onderwijzen de weg die we gaan zullen, dan wil dat zeggen dat Hij ons door Zijn Heilige Geest leidt op de paden van Zijn Woord. En zo leren we hoe groot onze zonde en ellende is, hoe diep we gevallen zijn in het paradijs. Maar zo leren we ook hoe heerlijk de verzoening en vergeving is in Christus' bloed. En zo leren we ook in de wegen des Heeren te wandelen.
Dankbaarheid
Wanneer we eenmaal op de school des Heeren gekomen zijn dan gaan we er nooit meer af. Want we komen hier op aarde nooit uitgeleerd. We leren steeds dieper verstaan hoe groot onze zonde en ellende is. We gaan steeds meer het wonder zien van de verlossing door het Lam Gods. We gaan ook steeds meer waarachtige dankbaarheid bewijzen aan Hem, Die ons zo uitnemend heeft liefgehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft tot verzoening van de zonde en betaling van de schuld. En het woord van Johannes de Doper wordt waarheid in ons hart en leven: „Hij moet wassen en ik minder worden." En daarbij heeft het hart van Gods leerlingen behoefte aan de voortdurende leiding van de Heilige Geest. Zo leren we ook vragen: „Och, dat ik klaar en onderscheiden zag, hoe 'k mij naar Uw bevelen moet gedragen."
En er zou niets van ons terechtkomen wanneer onze hemelse Leermeester ons aan onszelf zou overlaten. Want nu moeten we al menigmaal belijden: „Gelijk een schaap heb ik gedwaald in 't rond, dat onbedacht zijn Herder heeft verloren." Maar dat onderwijs van de Heilige Geest is niet altijd éven aangenaam. Hij moet ons immers menigmaal vermanen. Het hart van Zijn leerlingen staat immers altijd nog open voor de verzoeking tot de zonde en tot de werelddienst. De oude natuur werkt nog na in hun wil, die immers van nature onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Daarom is het zo'n rijke zegen wanneer de Heilige Geest met Zijn vermaning tot ons komt en ons barmhartig waarschuwt om ons van de zonde te onthouden. Dan legt Hij de waarheid in ons geweten, dat het gedenken des vlezes vijandschap is tegen God en dat niemand zonder heiligmaking in zal gaan in het Vaderhuis met de vele woningen.
Het onderwijs van de Heilige Geest is ook niet zelden bestraffend. Want nog menigmaal slaan zelfs de scholieren des Heeren Zijn vermaningen in de wind. Hoe dikwijls bedroeven zij de God aller genade door hun voeten te steken in dc strik die hen door de satan wordt gespannen, zodat ze vallen in de zonde, zoals ook mannen als David en Petrus en zovele anderen, die ons in de
Bijbel getekend worden. En dan zou het verdiend zijn wanneer we van de school des Heeren zouden worden weggestuurd en wanneer we nooit meer terug zouden mogen komen. Dan zou het verdiend zijn wanneer de Heilige Geest ons aan onszelf zou overlaten, zodat we in onze ellende zouden omkomen. Maar dat doet Hij niet. Maar Hij is dan wel een bestraffende Geest. Hij opent onze ogen voor de grootheid van ons kwaad. En Hij leert ons klagen: Het goede dat ik wil doe ik niet, en het kwade dat ik niet wil, dat doe ik. Ik ellendig mens, wie zal mij toch verlossen uit het lichaam dezes doods?
Kruis
Maar dan leren we ook hoe vertroostend het onderwijs van de Heilige Geest is. Want wanneer Hij een verbroken hart en een verslagen geest ziet, dan toont Hij ons het Lam Gods, de gekruisigde en opgestane en ten hemel gevaren Christus, en waar we het Lam Gods mogen zien, daar komt ook de vrede en de vreugde weer terug in ons hart: „Ik dank God door Jezus Christus, mijn Heere.' 1
En zeker, dan leren we wel dat we ons kruis op ons moeten nemen en dat we hier op aarde door veel verdrukkingen heen moeten, en dat we menigmaal in de smeltkroes van de beproeving komen om gelouterd te worden. Maar dat is de weg naar huis, de weg naar het Vaderhuis. Want dat is de weg van de Heere Jezus Christus. En we moeten achter Hem aangaan. We moeten ons kruis op ons nemen en het achter Hem aandragen. Maar wanneer we het kruis achter Hem aandragen dan zijn we op de goede weg, dan zijn we op weg naar huis. En eenmaal zullen we de poorten zien openstaan. En eenmaal zullen we binnengaan om altijd bij de Heere te zijn en in Zijn glorie en zaligheid te delen, eeuwig...
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1979
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1979
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's