Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heidendom op z'n slechtst en best

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heidendom op z'n slechtst en best

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doch de koningin Vasthi weigerde te komen op het woord des konings, dat door de dienst der kamerlingen haar aangezegd was. Toen werd de koning zeer verbolgen en zijn grimmigheid ontstak in hem.

Esther 1 : 12

Macht en wellust

Het boek Esther zouden we eigenlijk van achteren naar voren moeten lezen. Het eind van deze feestrol vertelt ons immers, hoe de HEERE Zijn volk machtig en heerlijk heeft verlost. Zo machtig en heerlijk, dat Israël het altijd in gedachtenis moest houden door jaarlijks het Purimfeest te vieren.

In het begin is dat allemaal nog volkomen verborgen. Wie niet beter weet, krijgt de indruk van een reeks gebeurtenissen, die toevallig precies op elkaar passen. Maar vanuit het einde valt een heerlijk licht op de gang van deze dingen. Vanuit het einde wordt dc HEERE openbaar als de Bewaarder Israëis, die niet sluimert nog slaapt.

De toekomst van ons leven kunnen wij niet van achteren naar voren lezen. We weten dc afloop niet. Wat zouden we die graag willen weten. En wat zijn we er druk mee om het patroon te ontdekken, waarnaar ons leven wordt geborduurd. Maar wij weten niet, wat wij zijn zullen. Een ondoordringbaar woud van vraagtekens omringt ons. Er zijn zoveel raadsels en tegenstrijdigheden in ons leven. Zit er wel lijn in? Zit er wel richting in? Gaat het wel ergens op aan? En toch de Bewaarder Israëis zal niet sluimeren noch slapen, Gij zult mij leiden door Uw raad, dat mag het wel aangevochten, maar onverwoestbaar vertrouwen zijn, van een ieder, die de HEERE vreest. Het boekje Esther bevestigt dat.

Daarom is ook niet toevallig, dat Vasthi niet te kijk wilde staan voor haar man en al de vorsten en de volken van Susan.

Wat was namelijk het geval? Koning Ahasveros had een feestmaal aangericht. Daarvóór was hij al een half jaar lang bijeen geweest met de groten van zijn rijk. Het is niet onwaarschijnlijk, dat hij in dat half jaar met hen overlegd heeft over een veldtocht tegen de Grieken. Van macht had deze Ahasveros immers niet gauw genoeg. Hij moest heersen, het liefst over de hele wereld. Ons gedeelte schetst de geweldige omtrekken van zijn rijk. Van India af tot aan Morenland toe, verdeeld in wel honderd 1 en zeven en twintig landschappen. Maar Ahasveros stelde zich er niet tevreden mee. De machtswellust had hem te pakken. Hij moest altijd maar meer. Ahasveros is een voorbeeld van het Schriftwoord: De goddelozen zijn als een voortgedreven zee, want die kan niet rusten.

Wij soms ook? Heeft de honger naar macht, de begeerte naar meer ons soms ook in haar greep? Rekent u er dan maar niet op, dat u ooit verzadiging en vrede vindt. Ons hart blijft onrustig en leeg, totdat het volheid mag vinden in Christus en in Zijn genade.

Dat half jaar zal er voor gediend hebben , om de vorsten over te halen tot een veldtocht. Ahasveros heeft hun al zijn schatten getoond. Een zo machtig vorst als hij. kon zich toch gemakkelijk de kosten en moeiten van een dergelijke onderneming veroorloven. De vorsten hebben zich tenslotte laten over-Jialen .En die diplomatieke overwinning van Ahasveros wordt gevierd. Er wordt een feest aangericht niet" alleen voor de edelen en machtigen, maar ook voor al het volk op de burg Susan.

Ons gedeelte beschrijft de pracht en praal .waarmee dat geschiedt, en de overdaad. Zeven dagen lang worden er feestmaaltijden aangericht, waarbij ook de drank rijkelijk vloeit. Een ieder mag drinken zoveel hij wil. Niet minder, maar ook niet meer. Maar van dat niet meer zal wel niet veel terecht gekomen zijn. Maat houden is er bij ons mensen maar moeilijk bij. Vooral als het feest is, dan is alles toch anders. Dan mag je toch wel eens een keertje uit de band: springen. Dan geeft het toch allemaal niet zo erg meer. We zien hier het heidendom op z'n slechtst. Een koning in de greep van de begeerte naar macht. Vorsten en volk die zich overgeven aan de lusten van het vlees.

De apostel Paulus spreekt over het feesthouden van Gods kinderen. Er is voor hen reden tot vreugde, tot hartelijke vreugde in God door Jezus Christus. Waarom zou het dan niet alle dagen feest zijn? Deze bedeling legt daar nog wel de domper op, breekt dat nog in stukken. Maar toch het blijft gelden. Verblijdt u te allen tijde. Maar dan gaat het wel heel anders toe. Gods kinderen vieren feest niet in de oude zuurdesem. Al wat we hier lezen behoort tot de begeerlijkheden, waarin Gods kinderen vroeger gewandeld hebben. Die gemakkelijke verontschuldiging van „Voor een keertje is het toch niet zo erg" mag niet en kan niet gelden. Het W T oord zegt: Zuivert dan de oude zuurdesem uit.

Karakteradel

En zoals dat zovaak gaat op zulke feesten, er moet iets gebeuren. Er moet een hoogtepunt zijn. Een verdrietig hoogtepunt van loszinnigheid en goddeloosheid. De koning heeft veel gedronken, veel te veel. Zijn benevelde geest komt op het onzalige idee om zijn vrouw Vasthi aan het feestvierende volk te tonen. De vorsten hebben al zijn schatten gezien en ze moeten nu ook maar eens de schoonheid van zijn vrouw bewonderen.

Vasthi moet te kijk staan voor al die vertroebelde mannenogen. Er is voor Ahasveros kennelijk niet zoveel verschil tussen een kostbaar juweel en zijn vrouw. Hij vergeet geheel dat een vrouw geen ding is. Dat geen enkele vrouw alleen maar een lichaam is en dat van deze vrouw in het bijzonder nog , gelden mag dat het zijn vrouw is.

Het heidendom op zijn slechtst. Bij de machtswellust voegt zich de vleselijke wellust. Misschien moeten wij ook onze ogen neerslaan. We spreken maar niet over het hedendaags heidendom, dat heeft de vrouw allang neergehaald tot haar lichaam. Maar hoe is dat onder ons? Gaan onze mannen ook zo met vrouwen om, met hun vrouwen. Laten ze zich door de geest dezer eeuw en misschien ook wel door de drank zo benevelen, dat een vrouw voor hen ook niet veel anders meer is dan een lustvoorwerp?

Ahasveros vergeet zichzelf, vergeet zijn vrouw, vergeet alles wat goed en rein is. Ahasveros gaat zich te buiten in dronkenschap. Wat heeft de drank toch een verwoestende gevolgen. En wat heeft een ieder

die de HEERE vreest toch voorzichtig te wandelen. Wat hebben we de vermaning van de apostel ter harte te nemen, dat we niet dronken zullen worden van de wijn, maar vervuld met de Heilige Geest, opdat we de Heere zullen zingen en loven in ons hart.

Als de hovelingen met Ahasveros' bevel bij Vasthi komen is ze zelf met de vrouwen ook aan het feest vieren. Ze hoort het verzoek aan en weigert. Haast onbegrijpelijk, maar toch werkelijk. Ze weigert. Ze wenst zich niet te laten behandelen als een stuk vee. Ze wil haar vrouwelijke eer hooghouden. Ze wil niet te kijk staan voor de onbeschaamde blikken van die grootdeels dronken mannen. Zo wil ze niet vernederd worden. Daar had Vasthi een te hoge opvatting voor van kuisheid en reinheid. En misschien is ze ook wel diep teleurgesteld in haar man. Als er iets van waarachtige liefde in hem was jegens haar, dan kon dit toch niet. Ze was toch zijn vrouw. Ze was toch geen pronkstuk. Had hij dan helemaal geen respekt voor haar?

Wat een fierheid van deze vrouw. Wat een karakteradel. Het heidendom op zijn best! Het heidendom zoals dat onder de algemene genade van God het christendom nog wel beschamen kan. Want deze Vasthi kan ten voorbeeld gesteld worden aan christenvrouwen en christenmeisjes. Weten zij ook van vrouwelijke eer? Hebben zij ook zo'n hoge opvatting van reinheid en ingetogenheid? In hun kleding bijvoorbeeld. Een christenvrouw zal zich niet zo kleden dat dat zoveel mogelijk mannenblikken trekt. Wat dat betreft kan de laatste mode toch niet maatgevend zijn. Dan maar wat minder vlot en modern! Vasthi had voor haar eer zelfs verstoting over. Misschien moeten wij er dan wat voor achter lopen bij de wereld. Maar dat is zo'n offer toch nog niet! We zwijgen nu maar verder over de lichaamscultus van het moderne heidendom. Laten we het maar bij onszelf houden en de HEERE vragen om matigheid en godzaligheid om daarin te wandelen temidden van een krom en verdraaid geslacht.

Vasthi weigert. Ze doet met haar weigering in wezen een beroep op de edele gevoelens van Ahasveros, een beroep op zijn liefde voor haar.

Verblinding

Als Ahasveros de weigering van Vasthi verneemt wordt hij boos. Als hij al iets verstaan heeft van het beroep dat Vasthi met haar weigering op hem doet, dan verwerpt hij dat. Hij dringt zijn beste gevoelens terug. Hij houdt zich groot en stoer. Een weg terug is er voor hem niet. Wat zou hij een figuur slaan voor zijn rijksgenoten als hij zijn ongelijk bekende, als hij belijden zou hoe weinig hij op zijn plaats was geweest met dat smadelijk bevel aan Vasthi.

Misschien kennen we dat wel: ons groot houden, de schijn ophouden. We bekleden een vooraanstaande positie. We lieten ons doorgaan voor bekeerd en gelovig. Maar er zijn dingen in ons leven waarvoor wij ons moesten schamen. En we houden ons groot. We bekennen niet. We trachten de schijn te redden. David.deed dat ook al. We lijken dan wel groot en vroom, maar wat zijn we klein en goddeloos. Ware grootheid weet van belijden, weet van schaamte. Weet van de weg terug, die er bij de HEERE altijd is en mag zijn. Weet van het nieuwe begin dat God door het bloed' van Christus altijd weer maken wil met zondaren. Laten we God vurig bidden om Zijn Geest, dat we niet te groot mogen zijn om ons te schamen en te beseffen dat het beter is ten halve te keren dan ten dele te dwalen.

Ahasveros houdt zich groot bij zijn groten. Hij maakt er een officiële staatszaak van. Zeven wijze mannen, zo ongeveer een raad van staten, worden bijeengeroepen. Ze moeten de koning van advies dienen. Wat moet er gebeuren? Want dit zomaar laten gaan is toch onmogelijk. Memukan is het die het woord voert namens allen. Inderdaad hier moet recht geschieden, zo luidt het uit zijn mond. Vasthi heeft immers niet alleen tegen de koning misdaan. Maar tegen al de vorsten en volken. Als de vrouwen dit horen, zullen zij hun mannen ook ongehoorzaam zijn. En wat een getwist en gekijf zal dat geven in het ganse rijk. Daarom, de koning moet een duidelijk voorbeeld stellen. Iedereen moet goed beseffen, dat zoiets echt niet kan. Vasthi moet verstoten worden.

In ieder geval heeft Memukan gelijk ais hij zegt: Zo vorst, zo volk. Dat geldt in alerlei opzicht. Ook voor voorgangers en gemeenten. Wat hebben we dan toe te zien op onszelf als we vooraan staan in de gemeente of in de maatschappij of waar dan ook. Een goed voorbeeld, mag goed doen volgen en kan een menigte van zonden bedekken. Des te verdrietiger is het als er een negatief voorbeeld wordt gegeven zo als hier. En zoals we dat van vele overheden heden moeten constateren. Laten we ze in het kwade miet volgen. Laten we ze op gepaste tijden en wijzen de weg van God voorhouden en laten we ze vooral opdragen aan de troon van Gods genade. Wat zou er een zegen in geweest zijn voor heel het volk als Ahasveros zich had vernederd' en zijn dwaasheid had erkend. Wat zou het de verhouding tussen man en vrouw in heel dat onmetelijke rijk ten zegen geweest zijn. Maar Ahasveros is blind, blind voor ware grootheid. En wij zijn het allen, zo God de Heilige Geest door het Woord ons niet brengt op de plaats deivernedering, waar wij het met een David leren belijden: Zie ik ben in ongerechtigheid geboren en in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen.

Vasthi wordt na officieel staatsberaad verstoten. Haar deugd wordt niet beloond. Haar reinheid kost haar haar kroon. Ze liet het zich kosten. Vasthi mag door de algemene genade van God veel zijn, meer dan menig Christin. Toch houden wij ons niet te lang bij haar op, Christus is immers meer. Oneindig veel meer. Hij offerde niet slechts zijn troon en kroon, Hij gaf zijn leven. Hij offerde dat aan het heilig recht van God. Zo betaalde Hij voor zondaren, onreinen en onheiligcn als ze zijn. En zo verwierf Hij de Geest der heiligmaking.

Van Vasthi krijgen wij een voorbeeld, van Christus zullen wij ook kracht ontvangen. De kracht van Zijn Geest om in een nieuw en godzalig leven te wandelen.

Och schonkt Gij mij de hulp van Uwe Geest! Mocht die mij op mijn paan ten leidsman strekken! 'k Hield dan Uw wet, dan leefd' ik onbevreesd Dan zou geen schaamt' mijn aangezicht bedekken, Wanneer ik steeds opmerkend' waar' geweest Hoe Uw geboön mij tot Uw liefde wekken!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Heidendom op z'n slechtst en best

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1979

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's