Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De lofzang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De lofzang

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als zij de lofzang gezongen hadden, gingen zij uit naar de Olijfberg. Markus 14 : 26.

De Heere Jezus houdt dankzegging voor het Heilig Avondmaal. Zingend gaat Hij de Paaszaal uit, zingend gaat Hij de nacht van het lijden in. En darmee heeft Hij óns een voorbeeld nagelaten. Want danken kunnen we alleen in gemeenschap met de dankende Hogepriester. En het leven in, de strijd in, dat kan alleen achter Hem aan Die het kruis heeft verdragen en schande veracht.

1) Jezus zingt uit gehoorzaamheid

Aan de Paasmaaltijd en na de Paasmaaltijd wordt er gezongen. Duizenden en nogeens duizenden Israëlieten hebben in die nacht, de eeuwen door, gezongen van de machtige daden van hun God. Dat zingen is officiëel voorgeschreven. En zelfs in de keuze van de liederen is de Israëliet niet vrij. Aan de Paasmaalijtd moet het Klein-Hallel worden gezongen, de psalmen 113 en 114. En na beëindiging van de Paasmaaltijd het Groot-Hallel, de psalmen 115 t.e.m. 118.

Déze lofzang zingt de Heiland ook met Zijn discipelen. Gewoon volgens voorschrift. De liturgie moet gevierd worden. Niet alleen in de tempel waar God woont. Niet alleen in de synagoge waar de joden samenkomen. Maar ook in ieder huis. De vader zal de oude geschiedenis vertellen aan zijn kinderen. En de vader zal zijn kinderen de heilige lofzang leren.

Zó viert Israël het feest van de bevrijding. De heilige liturgie van de God Die troont boven de lofzangen van Israël. Want het leven is immers één loflied voor God?

Is ons leven ook een loflied? Niet alleen in de kerk, maar ook in huis? Spreken wc in huis welcens over Gods grote daden? Horen onze buren onze tent weergalmen van hulp en heil ons aangebracht?

Dat kunnen we leren van Hem, de zingende Borg. Jezus houdt Zich aan de liturgie van het oude volk. In de donkerste nacht van Zijn leven, aan de vooravond van Zijn lijden en sterven neemt Hij geen vrij lied op de lippen. Op dat ogenblik houdt Hij Zich nóg stipt aan de orde door Zijn Vader voorgeschreven. Héél Jeruzalem zingt het Hallel, Hij zingt óók het Hallel.

Dat is gehoorzaamheid. Hij heeft deze verzen als Kind geleerd, van Zijn moeder in Nazareth. Hij heeft ze meegezongen, jaar in, jaar uit. En nu zingt Hij ze nog.

Kennen we ook de psalmen, van huis uit 3 Hebben we ze geleerd, op school, op de zondagsschool, op de catechisatie? Wc moesten toch doorkneed zijn in ons psalmboek?

De Heere Jezus heeft alle reden om in deze nacht Zijn gevoelens uit te drukken in vrije liederen, in eigen bewoordingen, maar Hij doet het niet! Hij zingt met de Kerk van alle eeuwen uit het oude liedboek van Zijn volk, de lofzang van Gods machtige daden.

Zingt u met Hem mee? Of hebt u geen stof om te zingen? Het is zo donker, zo bestreden van alle kanten... Kijkt u eens naar Hem en luistert u eens naar Hem! In de donkerste nacht van Zijn leven zingt Hij de psalmen. Terwijl Hij wandelt in het dal van de schaduwen van de dood.

Heeft Hij op dit ogenblik niets anders om aan te denken? Judas is op pad orn Hem te verraden. Petrus zal Hem straks verloochenen. Alle discipelen zullen Hem uiteindelijk in de steek laten. De angsten van Gethsémané rijzen als bergen omhoog. Het kruis werpt z'n verschrikkelijke schaduw vooruit. Banden des doods verschrikken Hem. Angsten der hel houden Hem gevangen. Zijn ziel zal bedroefd zijn tot de dood toe. Hij zal inéénkrimpen onder de last van Gods toorn, onder de eisen en vloeken van Gods Wet.

En wat hoor ik daar? 'k Zal Zijn lof zelfs in de nacht zingen daar Ik Hem verwacht! Dat is Hij! Hij zingt het Hallel, uit gehoorzaamheid aan de heilige liturgie. Alleen, zoals Hij het zingt, zo zingt niemand het, zo is het ook nog nooit gezongen. Alle inwoners van Jeruzalem zingen in deze nacht hetzelfde lied. Velen zingen het zonder dathun hart erbij is. En anderen zingen het met instemming van heel hun hart. Maar niemand zingt het zoals Hij. De Dichter zingt Zijn eigen lied. Eeuwen voor Hij naar de aarde kwam heeft Hij Zelf, het eeuwige Woord dat bij God was, deze liederen gedicht door de Geest der profetie. Nu zingt Hij ze Zelf.

Hoeveel keer zou Hij Zijn discipelen hebben onderwezen in de Wet, de Profeten en de Psalmen? Nu onderwijst Hij de psalmen niet meer, nu zingt Hij ze vóór. Zingt u mee? Alleen maar omdat u het zo geleerd hebt. omdat het zo de gewoonte is? Of zingt u omdat de Heere Zelf uw lied, uw psalmgezang geworden is?

2) jezus zingt van heerlijkheid

Wat zingt Hij? Dankliederen, overwinningsliederen. Al deze psalmen zijn liederen die de lof des Heeren bezingen. Liederen die zingen van het vertrouwen op Zijn Naam alleen. Liederen tot lof van die God bij Wie uitkomsten zijn zelfs tegen de dood. Daar is Psalm 113, die zingt van de God Die de geringe uit het stof opricht en de nooddruftige uit de drek verhoogt. Dat kan alleen maar door Hem, de zingende Borg, Die Zich gaat buigen in het stof om anderen uit dat stof op te richten. Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.

Dan volgt Psalm 114, het lied van de uittocht. Wat past ook dit lied in de mond van Hem, de zingende Borg! Ook Zijn weg loopt door de zee van Gods verbolgenheid, door de wateren van Gods toorn. Opdat Hij voor Zijn Gemeente een weg zou banen door de woeste baren en de brede stromen. Nu zal er niet één omkomen in het oordeel des doods, nu zullen ze allen aankomen in het land vloeiende van melk en honing.

Met de woorden van Psalm 115 zingt de Heiland van het vertrouwen op de Heere. Maar Hij doet dat in gemeenschap met het huis van Aaron, de priesters. Terwijl het ontaarde nageslacht van Aaron — Kajafas en de zijnen — zich opmaakt om de grote Priester uit het huis van Juda uit de weg te ruimen, roept deze Priester alle kinderen van Levi op om op de Heere te vertrouwen. En dan gaat Hij zegenen. Dat is immers het werk van de priesters? De Heere zal zegenen, Hij zal het huis van Israël zegenen. Hij zal het huis van Aaron zegenen, Hij zal zegenen die de Heere vrezen, de kleinen met de groten...

In Psalm 116 zingt Hij van de diepte van Zijn lijden. Van banden des doods en angsten der hel. Maar midden in die strijd, midden in die benauwdheid klinkt de jubel van de verlossing: de Heere is groot, genadig en

rechtvaardig en onze God ontfermt Zich op het gebed.

Dan ziet Hij in Psalm 117 het loon op Zijn arbeid: de heidenen die de Heere zullen loven. Dat heeft de Vader Hem immers beloofd? Dat Hij Hem de heidenen zou geven tot Zijn erfdeel en de einden der aarde tot Zijn bezitting? En tenslotte loopt in Psalm 118 de weg door het lijden heen uit op de overwinning. Ik zal niet sterven, maar leven en de werken des Heeren vertellen. Dan zingt Hij van de Steen Die de bouwlieden hebben verworpen, maar Die geworden is tot een Hoofd des hoeks.

Dat is — in korte trekken — het lied dat de Borg zingt. Maar Hij zingt het niet alléén! Israël moet het zeggen, het huis van Aaron moet het zeggen, zij die de Heere vrezen moeten het zeggen dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is. Kunt u ervan meepraten? Kunt u meezingen?

Van de Avondmaalstafel gaat het weer het leven in, de strijd in. En wij kunnen dat leven niet aan. Wij kunnen in die strijd niet staande blijven. Kijkt u nogeens naar Hem. Achter Hem lopend kunnen de vijanden ons niets meer doen. Met Hem meezingend hebben de vijanden geen macht over ons. Gij, Heere, alléén, Gij zijt Verwinnaar in de strijd en geeft Uw volk de zegen!

Is Hij ons zó dierbaar, de zingende Borg? Want in deze lofzang toont Hij niet een staaltje van Zijn moed, ook deze lofzang zingt Hij als Borg. Alles wat Hij doet, dat doet Hij tot onze zaligheid.

3) Jezus zingt tot zaligheid

Waaróm zingt de Heere Jezus? Omdat wij niet meer zingen kunnen! Wij zijn toch geschapen om onze Schepper tot in eeuwigheid te loven en te prijzen? Maar dat zijn we verleerd. We kunnen alleen nog maar zingen tot meerdere glorie van onszelf. Daldoen ze in de wereld. Daar wordt de lof gezongen van de sterke, de grote, de geweldige. Van de mensen die iets gepresteerd hebben. En soms zelfs van de mensen die niets gepresteerd hebben... En dat doen we in de kerk. Ik heb dit en dat gedaan voor het Koninkrijk Gods. Ik heb dit beleefd en dat ondervonden. Allemaal varianten op dat ene thema van Nebukadnezar; Is dit niet het grote Babel dat ik gebouwd heb?

Is ons dat weieens tot schuld geworden, dat we niet meer kunnen leven tot eer van de Heere, dat we Zijn lof niet meer kunnen zingen? Dat is erger dan dat we sterven moeten, erger dan dat we verloren moeten gaan. Vele mensen denken met schrik aan de dag van hun dood, aan de dag van het oordeel. Maar wie heeft het daar te kwaad mee: ik ben een eerrover van God geworden? Dat is benauwd... Ik kan God niet meer geven wat Hem toekomt... Ik kan niet meer leven tot lof van Zijn Naam.

En daar is Hij, de Borg, Die gezegd heeft: Ik zoek Mijn eer niet, maar de eer van Hem Die Mij gezonden heeft. Daar gaat Hij de Paaszaal uit, de nacht van Gethsémané in... Niemand is er die de eer van God bezingen kan. Alleen Hij! Hij Die de Heere is van de engelen, de Dirigent van alle hemelse koren, Hij komt als Borg in Zijn diepe vernedering de lofzang zingen. Hij schaamt Zich niet mensen Zijn broeders te noemen. Hij schaamt Zich niet Zijn zuiver stemgeluid te paren met de schorre stemmen van Simon Petrus en van Jacobus en van Johannes en van Thomas en van al die anderen die Hem straks in de steek zullen laten. En Hij zingt met hen: Niet ons, o Heere, niet ons, maar Uw Naam geeft eer!

Hij is gekomen om alle gerechtigheid te vervullen. Geworden onder de Wet. En Hij zingt ook naar die Wet. De rol des boeks is met Zijn Naam vervuld.

Als u niet meer zingen kunt, zie op Hem en luister naar Hem! Hij zegt: Ik zal Uw Naam Mijn broederen vertellen, in het midden der gemeente zal Ik U prijzen.

Is deze grote Opperzangmeester u dierbaar? Bent u al bij Hem op zangles? Jongeren, jullie zingt toch niet mee met de wereld? Straks worden al die liederen van de wereld in weeklachten veranderd. En ouderen, zegt u nooit: waar is God, mijn Maker, Die de psalmen geeft in de nacht?

Er kunnen nog steeds nieuwe leerlingen worden ingeschreven voor deze zangles. U zult er klaagliederen leren: Uit diepten van ellenden roep ik met mond en hart tot U Die heil kunt zenden. Maar ook lofliederen: dan zingen zij in God verblijd aan Hem gewijd van 's Heeren wegen.

En in die droefheid en in die blijdschap is er een innige verbondenheid met de zingende Borg. Hij heeft deze liederen Zelf voorgezongen. En Hij neemt ze over waar de woorden ons in de keel blijven steken. Ziende op de lijdende en zingende Borg moeten we maar doorzingen, al zou de hel losbreken. Doorzingen, al zouden vlees en hart bezwijken. Doorzingen, want Zijn goedheid is in nood en dood voor ons. Zijn volk, oneindig groot.

Waarom — heeft iemand gezegd — zou de wereld juichende en zingende naar de hel gaan en Gods kinderen klagend en treurend naar de hemel? Daar heeft de Borg Zijn lofzang niet voor gezongen, opdat onze harpen aan de wilgen zouden hangen!

Dicht bij Hem blijven, achter Hem aankomen, goed naar Hem luisteren. Dan blijven we meezingen. En dan gaan we ook zingen met elkaar. Hoe nauwer we verbonden worden aan Hem, hoe meer gemeenschap er is onder elkaar. Dan zingen we in gemeenschap met Hem, maar ook in gemeenschap met elkaar van het heil voor ons bereid.

En al heb ik dan in dat koor maar een schorre stem of een zwakke stem, dat hindert niet. Het is toch maar een vooroefening. En al is de repetitie dan vaak mislukt, daar zal het toch volmaakt klinken. Het nieuwe lied dat niemand kan leren dan de 144000 die van de aarde gekocht zijn. Het lied van Mozes en van het Lam: Gij zijt waardig te ontvangen de lof en de eer en de aanbidding en de dankzegging, want Gij zijt geslacht en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 februari 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De lofzang

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 februari 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's