PAASLOOS LEVEN
In een paasnummer van een christelijk weekblad mag en moet in allerlei toonaarden de rijkdom van het heilsfeit van Pasen bezongen worden. U als lezer mag verwachten dat de meditatie en de overige artikelen van Paas-vreugde doortrild zijn. Een bijdrage met de titel 'paasloos leven' schijnt daarbij uit de toon te vallen. Ik heb toch vrijmoedigheid gevonden dit artikeltje in te zenden, gedachtig aan het voorbeeld van de apostel Paulus, zoals hij dat geeft in 1 Korinthe 15. Zoals bekend trekt hij daar alle registers open om het Paasevangelie in een machtig fortissimo te doen klinken. Maar dan tekent hij ook met een enkele pennestreek het grote kontrast van het paasloze leven — zoals dat voor de onmiddellijke omgeving van de korinthische gemeente maar al te zeer realiteit was. Ik denk aan de verzen 32 en 33: 'Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij. Dwaalt niet. Kwade samensprekingen verderven goede zeden.'
Het nederlandse volk Anno Domini 1980 vervalt steeds meer tot een paasloos leven. We kunnen dat maar niet in alle nuchterheid konstateren om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag. Het moet ons aangrijpen in het diepst van onze ziel en het moet ons een voortdurende smart zijn. De paasloosheid van het moderne denken — die dan ook troosteloosheid en uitzichtsloosheid inhoudt — is op allerlei wijze te illustreren. Ik wil het hier doen naar aanleiding van een viertal artikelen die verschenen zijn in de februari - en maartnummers van Elseviers Magazine. Het betrof een serie over zelfmoord en euthanasie.
De psychiater P. J. Stolk schreef het openingsartikel. Hij constateerde daarin dat de publieke opinie ten opzichte van suïcide (zelfmoord of zoals men tegenwoordig liever zegt: zelfdoding) sterk gewijzigd is. Meer en meer wint de gedachte veld dat de mondige mens recht moet hebben op een vrijwillige en zelf gekozen dood. Als uiterste konsekwentie van het hameren op 'de rechten van de mens' verschijnt dus het recht om een punt achter het leven te zetten, met name wanneer lijden en moeite zich aandienen. Dergelijke schaduwzijden van het menselijk bestaan worden immers
niet meer geaccepteerd, de positieve betekenis ervan nog minder gehonoreerd. Hebben we geen recht op 'welzijn'? Welzijn is het toverwoord van deze tijd. Shakespeare is achterhaald met zijn gevleugelde woord 'to be or not to be, that is the question'. Het gaat niet om zijn of nier zijn, het gaat om welzijn of niet zijn!
Maar hoe is het mogelijk dat er zo lichtvaardig gedacht kan worden over beëindiging van het menselijk leven? Wel, dit hangt onmiddellijk daarmee samen dat het leven niet meer als gave Gods wordt gezien! Levensvisie en stervensvisie hangen samen. Verzakelijking van het leven brengt tot verzakelijking van de dood. Zo schreef de humanist R. A. P. Tielman in 'Woord en Dienst', het officiële orgaan voor de hervormde ambtsdragers, het volgende: 'Vanuit humanistisch oogpunt is het menselijk leven geen geschenk van hogerhand. Wij hebben als mensen niet cm het leven gevraagd: we zijn er ongevraagd in terecht gekomen.' De konklusie ligt voor de hand: onder bepaalde omstandigheden moet een mens ook definitief 'neen' kunnen zeggen tegen het leven, . (Het is mij overigens een raadsel waarom zo'n humanistische stem in 'Woord en Dienst' gehoord moet worden. Ook zonder deze bijdrage bevat het nummer van 15 maart j.1. al onbijbelse en vrijzinnige uitspraken genoeg.) Wanneer het leven een lot is geworden en zo losgemaakt van de Schepper, moet ook 'zelfdoding' uit de sfeer van veroordeling worden gehaald. De ethicus H. van Luijk schrijft: 'de gezochte dood komt uit de taboesfeer, de sfeer van stigmatisering (brandmerking, J.H.) en geheimzinnigheid, van verdoemenis en van middeleeuwse zekerheden: zelfmoordenaars gaan regelrecht naar dc hel en worden dan ook niet begraven "in gewijde aarde" — een heel openlijke sociale stigmatisering op grond van godsdienstige overtuigingen.'
Ik zou niet graag de opvatting over zelfmoord die in dit citaat wordt aangewezen voor mijn rekening nemen. Ons past geen hardvochtig oordeel over zelfmoordenaars. Maar wel dienen we vast te houden aan de ondubbelzinnige afwijzing van de zelfmoord, zoals deze in de gereformeerde ethiek bij alle meedogen met de zelfmoordenaar altijd werd gevonden. We kunnen beducht zijn voor wat een commissie, voorgezeten door professor Speyer en ingesteld door de Nederiandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie, de regering gaat adviseren inzake verandering van de wetgeving op het punt van (hulp bij) zelfmoord. Ongetwijfeld dringt hierachter het streven naar volledige liberalisering van de euthanasie. Meer en meer wordt gesproken over de 'beschermwaardigheid' van het menselijk leven. Terecht heeft prof. Velema er op gewezen hoe misleidend en gevaarlijk dit woordgebruik is. Dat zou immers betekenen dat we kunnen onderscheiden tussen fasen waarin beschermwaardigheid geldt en waarin die niet meer van kracht is. Ik zou zonder meer van de plicht tot bescherming van het leven willen spreken'. (Midden in de maatschappij, pag, . 83). En inderdaad wordt door verscheidene ethici thans gesteld dat alleen het menswaardige leven of het leven dat tot communicatie in staat is of het leven waar we de zin van inzien, nog bescherming verdient. Bekend is de ontstellende uitspraak van Kuitert dat het beginnend menselijk leven in de eerste weken van de zwangerschap waardevrij zwangerschapweefsel, slechts 'een klompje cellen' zou zijn. Wie zoiets eenmaal heeft uitgesproken, heeft geen enkel verweer meer tegen Hitier en zijn euthanasiepraktijken onder het motto van 'Vernichtung des lebens unwerten Lebens', vernietiging van het leven dat het niet waard is om te leven.
Paasloos leven! Paasloos, omdat de Heere van leven en dood niet meer erkend wordt. Het eeuwigheidsperspektief is verdwenen. Met des te minder gewetensbezwaren gaat men zichzelf en anderen 'uit het lijden verlossen'.
Hoe zou dat lijden ook aanvaard kunnen worden binnen de opvatting dat dit leven hier en nu het één en het al is? Het kortstondige leven moet genoten kunnen worden zonder de angst voor een slopend zieken sterfbed. Maar wanneer 'de onvermijdelijke dood zich aandient, laat het dan maar snel, clean en doeltreffend gebeurd zijn.
De gemeente van de Heere Jezus Christus leeft meer dan ooit in een paasloze wereld. En toch is aan haar levende Heere gegeven alle macht in hemel en op aarde. Zij is dan ook geroepen door de kracht van Zijn Geest als een opgericht teken in de ontkerstende samenleving te staan. Zij mag door woord en wandel verwijzen naar het geheimenis van leven en sterven in de verbondenheid met de Heere van leven en dood. Het zou al te mager zijn wanneer van christenen slechts bekend was dat zij tegen suïcide, euthanasie en abortus provocatus (op niet strikt medische indicatie) zijn. In de ethische discussies van vandaag de dag doet zich de gelegenheid voor het waarom van die positiekeuze duidelijk te maken. 'Degenen die buiten zijn' moeten weten dat de christelijke houding bij deze kwesties van leven en dood onmiddellijk samenhangt met het belijden van Christus als Heere van leven en dood. Onder Gods zegen zal de Paasbelijdenis blijvende werfkracht hebben in een paasloze wereld. Het laatste woord is dus niet aan 1 Kor. 15 : 32, maar aan 1 Kor. 15 : 58. Zo waarlijk als de Heere is opgestaan!
V.
J. H.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 1980
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's