Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GA IN TOT MIJN RUST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GA IN TOT MIJN RUST

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET VIERDE GEBOD

(1)

Alweer een geschenk! Het kan niet op in de verbondsomgang met Jahwe, de HEERE.

In het eerste gebod geeft de HEERE Zijn hand en hart. (Laat Mij uw God zijn!)

In het tweede gebod geeft Hij Zijn beeld. (Dien Mij naar Mijn Woord!)

In het derde gebod schenkt Hij Zijn Naam. (Heb omgang met Mijn Naam!)

In het vierde gebod verleent Hij ons Zijn rust. (Ga in tot Mijn rust!)

Wat vraagt de HEERE van ons dan dit geschenk dankbaar te ontvangen — het naar waarde te schatten en het niet als een waardeloos prul weg te werpen en in de modder te vertrappen.

'Gdenkt de sabbatdag, dat gij die heiligt.' Vergeet de rustdag, de dag van sabbat niet — zo zegt Jahwe van de Sinaï. De rustdag werd bij het uit Egypte uitgeleide volk niet als een nieuwigheid ingevoerd.

Neen — het woord 'gedenkt' wijst er duidelijk op dat de sabbat als een bekende zaak was!

Al zal er onder de tirannie van de farao wel niet veel van rusten hebben kunnen komen . . .

Maar dan zegt Jahwe: ook in dit opzicht bent u uit het diensthuis uitgeleid, dat u weer sabbat zult mogen vieren.

Eén op de zegen dagen sabbat.

Er komt dus een ritme in het leven, een maatgang in de dagen.

Alle dagen zijn niet gelijk in een eindeloze sleur van almaar werken en tobben en zorgen.

De HEERE zegt: voortaan hebt u iedere zevende dag vrij.

Vrij om te spelen voor Mijn aangezicht. Vrij om lós te zijn van alle dagelijkse beslommeringen.

Vrij om tot Mij te komen, uw Schepper, en zo tot uzelf te komen.

'Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen. Maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling die in uw poorten is.'

Het is duidelijk een gebód.

Maar niet een gebod waarvan we zouden kunnen zeggen 'moet dat nu ook weer? ' of 'je mag ook nooit eens wat'.

Integendeel — het is een gebod voor ons bestwil.

We kunnen alleen maar wél varen bij de gehoorzaamheid aan dit gebod.

Het moet toch wel een menslievend God zijn die dit gebod heeft uitgevaardigd. Heiligen

'Gedenkt de sabbatdag dat gij die heiligt.' Heiligen wil zeggen: apart houden.

Het geheel eigen karakter van deze dag erkennen.

Met name — positief — door de dienst des HEEREN waar te nemen en — negatief — door geen beroepsarbeid te verrichten. Dus de HEERE zegt:

Jongens en meisjes - Ik wil niet dat jullie alle zeven dagen naar school zouden moeten gaan cn alle zeven dagen huiswerk maken. Ik wil niet dat de slager alle zeven achter de toonbank en de pompbediende alle zeven dagen bij de benzinepomp en de fabrieksarbeider alle zeven dagen bij de lopende band zal staan.

Ik geef u vrijheid en vreugde — om van daaruit de dagelijkse arbeid niet als een vloek, als een bitter 'moeten', maar als een genadige opdracht en een 'mogen' te gaan verstaan.

Ik geef u deze vrijheid en rust — niet om ze achter Mijn rug en buiten Mij, maar om ze voor Mijn aangezicht en bij Mij te genieten.

Motief

Heel opmerkelijk is nu wat er op het eigenlijke gebod nog volgt. Namelijk een aansporing, een motief of drangreden tot gehoorzaamheid.

'Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat er in is — cn Hij rustte ten zevenden dage. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag en heiligde die.'

Waarom zijn alle mensen (wie en wat ze ook zijn) geroepen één op de zeven dagen te rusten?

Omdat Jahwe Zelf dat zo gedaan heeft! In zes dagen heeft Hij de wereld geschapen en op de zevende dag gerust.

Dat wil zeggen: toen heeft Hij Zich verblijd in de werken van Zijn handen.

Hij zag óm naar al wat Hij geschapen had en zie, het was zéér goed.

En nu zegt God: Ik wil dat Mijn schepselen zullen doen zoals Ik gedaan heb.

Hij zegt dus tegen ons: Wees hierin Mijn navolgers, ga in Mijn voetsporen en volg Mijn voorbeeld.

Terecht is opgemerkt: het tweede gebod vérbiedt een beeld van God te maken, het vierde gebod gébiedt een beeld van God te zijn.

Met de gave bij de Gever

De echte sabbat is een paradijselijke zaak. Adam en Eva zijn geschapen op de zesde dag en ze hebben gerust op de zevende dag.

Ze hebben met God méé de sabbat gevierd !

En nu was die sabbat eigenlijk voor Adam en Eva hun eerste dag.

Ze hadden zelf nog niet gewerkt.

Ze konden zich over hun eigen werken nog niet verblijden.

Maar wat zullen ze op die eerste sabbat volop bezig zijn geweest met het bewonderen van de werken van Góds handen — in de tuin rondom hen en aan de hemel boven hen en overal.

En is zó nu ook niet — ondanks de zondeval, door Gods genade in Christus — de viering van de sabbat nü?

Eén op de zeven dagen mogen we helemaal gericht zijn op de werken van Góds handen.

Om te belijden dat we het daarvan altijd moeten hebben, in verleden, heden en toekomst.

De fabrieken liggen stil, de scholen zijn dicht, het verkeer is tot een minimum gereduceerd, de nieuwsberichten behoeven we niet te horen, de krant behoeven we niet te lezen — het is sabbat!

Ons huis, óns bedrijf, óns examen, óns gedoe — het is gelukkig het hoogste en het laatste niet.

We mogen er afstand van nemen — en we mogen denken aan het ene nodige.

'HEERE — Uw werk — in de schepping, in de verzoening door Christus, in de vernieuwing door de Geest, in het scheppen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde — Uw werk, daar komt het op aan!'

Ja, zó komt de sabbat tot zijn recht.

Wanneer we met de gave bij de Gever, met het geschenk heel dicht bij de HEERE blijven.

Wanneer we met de vrije dag onze eigen wegen gaan, wanneer we hem gaan vullen met de sport, met de lotto, met de alcohol, met de film of met de flirt, ervaren we de zegen van de sabbat niet.

Zo zie je ze 's maandagsmorgens op het werk komen met een kater van de vorige dag en op dinsdag 'balen' ze alweer en op woensdag snakken ze naar het zogenaamde 'weekend'.

De zegen van de sabbat, óók voor het lichaam, is er dan, wanneer we op die dag vrij zijn voor Gods aangezicht.

We lopen steeds weer het gevaar door de drukte van ons bestaan geleefd te wórden en onszelf voorbij te draven.

Op de sabbat komen we vanuit de omtrek van ons leven weer terug tot het centrum.

De zwoegende Martha wordt weer eens een stille Maria.

We komen heel persoonlijk voor Gods aangezicht te staan?

Wie ben ik? Waar leef ik voor? Waar ga ik naar toe?

Het is de zegen van de sabbat dat deze allerdiepste vragen aan de orde komen en antwoord vinden uit Gods Woord.

De rustdag is een cadeau van de HEERE. Maar alleen in de nabijheid van de Gever komt het tot z'n recht. Keert u Hem dc rug toe, dan verknoeit u uw rustdag, ja u vertrapt het kostbare cadeau in de modder.

Jahwe, onze God, zal daar zeker op terugkomen en Hij zal u schuldig stellen met Zijn doorborende vraag: Wat hebt u met Mijn rust en met Mijn dag gedaan?

V.

J. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

GA IN TOT MIJN RUST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 mei 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's