Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Belijdenis van een koningin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Belijdenis van een koningin

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , Omdat de Heere Israël in eeuwigheid bemint, daairom heeft Hij u tot kaning gesteld, om Recht en gerechtigheid te doen". 1 Koningen 10 : 9b.

De koningin van Scheba heeft gehoord van de wijsheid van Salomo. Daarom onderneemt ze de tocht naar Jeruzalem om hem persoonlijk te ontmoeten. Als ze dan nader kennis genomen heeft van zijn wijsheid en zaken geeft ze uiting aan haar verwondering: „zie, de helft is mij niet aangezegd; gij hebt met wijsheid en goed overtroffen het gerucht, dat ik gehoord heb."

Laten wij bidden, dat het hart van koningin Beatrix en onze harten geneigd worden om te horen van de wijsheid en de zaken van die meerdere Salomo: onze Heere Jezus Christus. Meer dan Salomo komt tot ons in het W-oord van God. Bij Hem is wijsheid voor onze koningin, voor haar echtgenoot, voor haar kinderen, cn voor haar onderdanen.

Door de wijsheid van de Koning der koningen worden koningin Beatrix en wij gebracht tot de belijdenis van de koningin van Scheba: „Omdat de Heere Israël in eeuwigheid bemint, daarom heeft Hij u tot koning gesteld om recht en gerechtigheid te doen."

In deze belijdenis gaat het om:1) de Gever van het koningschap 2) de reden van het koningschap 3) het doel van het koningschap

Gever van het koningschap

Het koningschap staat niet op zichzelf. Het heeft zichzelf niet uitgedacht. Het komt ook niet zomaar uit de lucht vallen. De koningin van Scheba belijdt tegenover Salomo: de Heere heeft u tot koning gesteld. Salomo heeft zichzelf niet tot koning aangesteld of uitgeroepen.. Zadok de priesteren Nathan de profeet hebben in opdracht van koning David zijn zoon Salomo tot koning gezalfd over Israël.

Is de aanstelling en de inhuldiging van Salomo dan geen mensenwerk? Nee, want in deze weg wordt de belofte van God aan David vervuld (2 Sam. 7 : 12). De aanstelling van Salomo is geen mensenwerk, maar Gods werk. Alleen schakelt God voor Zijn werk mensen in. Zo heeft God ook mensen ingeschakeld om Salomo tot koning aan te stellen over Israël.

Op vergelijkbare wijze heeft God Willem van Oranje aangesteld om stadhouder te zijn over Holland. Llij was zich dit door Gods genade ook bewust. Hij belijdt, dat hij alvorens hij de bescherming van de christenen en andere verdrukten in dit land aangevangen had, hij met de alleropperste Potentaat der potentaten een vast verbond had gemaakt. Daardoor was hij verzekerd, dat hij en al degenen, die vast daarop vertrouwden, door Gods geweldige en machtige hand tenslotte nog bevrijd zouden worden van de Spaanse tyrannie.

Uit 't nageslacht van deze vader des vaderlands is Prinses Beatrix tot koningin aangesteld. Alleen al daarom geloven wij, dat zij door God Zelf tot koningin is aangesteld. Maar meer nog, omdat Hij de Overste van de koningen der aarde is en door Hem de koningen regeren.

Reden van het koningschap

Waarom heeft God Salomo tot koning aangesteld? De koningin van Scheba zegt: „omdat de Heere Israël in eeuwigheid bemint..." De Heere heeft Israël liefgehad. Niet omdat Israël zo lief was. Nee, Israël was te walgelijk in zichzelf om te aanschouwen. Het aankijken niet waard. De profeet Ezechiël vergelijkt Israël met een misdracht. Israël was immers het geslacht van Jakob. Een geslacht van bedriegers, afgodendienaars en overspelers. Een geslacht, dat naar God niet vroeg. Dat geslacht heeft God liefgehad. Niet vanwege Israël, maar terwille van Gods heilige Naam, opdat die verheerlijkt zou worden.

Het was alleen om de vrije gunst die eeuwig God bewoog. Deze liefde was bovendien een eeuwige liefde. En een liefde tot in eeuwigheid. Vanwege deze liefde heeft God Israël uit Egypte verlost en het gebracht in het beloofde land. Vanwege deze liefde heeft God Salomo tot koning aangesteld over dit volk.

Nu is Nederland Israël niet en toch geloven wij dat God een bijzondere zorg voor ons volk aan de dag heeft gelegd. Dat komt vooral tot uiting in de geestelijke doorbraak, die de Heere bewerkt heeft in de tijd van de Reformatie en daarna. Het Evangelie werd weer klaar en duidelijk verkondigd. Er werd ruimte geschapen voor de verkondiging van het Evangelie. Reeds in 1568 werd op het convent van W r ezel de hoop uitgesproken, dat God voor de prediking van het Evangelie de deur in Nederland zou openen. En door de prediking van het Evangelie heeft God Zijn liefde ook aan ons volk geopenbaard.

Van deze liefde getuigt Guido de Brés (de opsteller van de Nederlandse Geloofsbelijdenis) in 1567, terwijl hij wacht op de voltrekking van het doodvonnis: „Op dit ogenblik voel ik de trouw van mijn Heere Jezus Christus... ik bid mijn God, dat het Hem behage, u te bevestigen in de kennis van Zijn Woord tot het einde toe. Amen..."

Vanwege deze liefde Gods in Christus Jezus heeft Willem van Oranje goed en bloed opgeofferd; hebben de oranjetelgen op de troon gezeten en is ook koningin Beatrix aangesteld. Moge deze liefde Gods ook haar drijvende kracht zijn.

Doel van het koningschap

Met welk doel heeft God Salomo aangesteld? De koningin van Scheba belijdt: „om recht en gerechtigheid te doen". Daartoe is Salomo als koning aangesteld om recht en gerechtigheid te doen. Recht en gerechtigheid doen wil zeggen: handelen overeenkomstig de wet van God en gedreven door de liefde van God. Eén en ander kreeg in de regering van Salomo ook gestalte.

Salomo spreekt recht en bouwt een tempel. Salomo veroordeelt de misdadigers en bidt in dc tempel om vergeving van de zonden van het volk.

Dat is recht en gerechtigtheid doen. Voor dit recht en deze gerechtigheid heeft Willem van Oranje gestreden. En omdat hij daarvoor goed en bloed over had werd hij nu precies 400 jaar geleden door Philips II in de ban gedaan. In het laatste couplet van het Wilhelmus belijdt hij:

Voor God wil ik belijden en zijner grote macht, dat ik te genen tijden den koning heb veracht, dan dat ik God den Heere der Hoogste Majesteit heb moeten obediëren (= gehoorzamen) in der gerechtigheid.

Daarbij was zijn strijd voornamelijk toegespitst op het verwerven van de vrijheid terwille van de verkondiging van het Evangelie, terwille van de opbouw van de gemeente van Christus.

Koningin Beatrix wordt geroepen in een tijd, waarin velen in ons vaderland er niet voor terugdeinzen deze verworven vrijheid in te ruilen voor de dictatuur van het commmunisme. Laten wij onze gebeden tot de Koning der koningen opzenden of God zich wil ontfermen over haar, over haar gezin en over ons arme volk. Dan zal haar naam schitteren als een diamant: Beatrix, zij die gelukkig maakt. Dan zal haar regering de ruimte scheppen om ons volk te brengen tot de kennis van Immanuël. Dan gaan we verstaan wat met het oog op de meerdere Salomo, onze Heere Jezus Christus mag worden beleden: Omdat de Heere Israël bemint, daarom heeft Hij U tot koning gesteld om recht en gerechtigheid te doen.

Christus heeft er goed en bloed voor over gehad om verloren zondaren vergeving van zonden en het eeuwige leven te schenken. Amen.

Ridderkerk.

J. Blom.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Belijdenis van een koningin

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 mei 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's