Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BARNABAS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BARNABAS

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Saulus nu, te Jeruzalem gekomen zijnde, poogde zich bij de discipelen te voegen, maar zij vreesden hem allen, niet gelovende dat hij een discipel was. Maar Barnabas, hem tot zich nemende, leidde hem tot de apostelen en verhaalde hun hoe hij op den weg den Heere gezien had, en dat Hij tot hem gesproken had, en hoe hij te Damascus vrijmoediglijk gesproken had in de Naam van Jezus. En hij was met hen ingaande en uitgaande te Jeruzalem. En vrijmoediglijk sprekende in de Naam van de Heere Jezus, sprak hij ook en handelde tegen de Griekse Joden; maar dezen trachtten hem te doden. Doch de broeders, dit verstaande, geleidden hém tot Caesarea, en zonden hem af naar Tarsen. De gemeenten dan door geheel Judea en Galilea en Samaria hadden vrede en werden gesticht; en ivandelende in de vreze des Heeren en de vertroosting des Heiligen Geestes, werden vermenigvuldigd. . Hand. 9 : 26—31

1. De vrees voor Saulus

Saulus is te Jeruzalem gekomen na zijn verblijf te Damascus, vrij kort na zijn bekering, als hij te Damascus vrijmoedig het Evangelie verkondigde in de synagogen.

Daar predikte hij der Heere Jezus, dc Joden zodanig overtuigende, het bewijs van Jezus' Messiasschap leverende, dat de Joden besloten hem te doden. Dat was nogal wat. Nu werd de vervolger bedreigd ook zelf met de dood. Dat zou hem straks in Jeruzalem ook weer gebeuren en onder dat teken van de vervolging en de doodsdreiging zou heel zijn leven komen te staan.

Saulus was niet zodra een christen of hij werd een prediker, en hij werd niet zodra een prediker of hij werd een lijder en hij is zo opgeklommen tot de hoge rang van apostel van wereldformaat.

Het christen-zijn is de voetstappen van Christus drukken en dat is ook Zijn lijden gelijkvormig worden. „In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed, want Ik heb de wereld overwonnen". Dat is een verbondsbelofte, die geldt voor de ganse kerk, voor elk waar christen, voor elke ware prediker.

Saulus moest vluchten uit Damascus, moest vluchten uit Jeruzalem en leefde altijd onder de schaduw van het kruis.

Daar was meer. Hij zou ook in de kerk zelf verdrukking vinden. Als hij te Jeruzalem kwam, zocht hij Petrus te zien en zocht hij entree bij de gemeente, bij de discipelen. Vele dagen is hij in Damascus geweest bij Ananias, en bij de vrienden, daar heeft hij gepreekt Christus en daar hebben de vrienden hem, toen hij met de dood gedreigd werd, geholpen te vluchten. Nu te Jeruzalem gekomen zocht hij uitteraard de discipelen, maar tevergeefs. Zij ontvingen hem niet. Hij was als inquisiteur in Jeruzalem al te bekend. Zij lieten hem voor de deur staan en vreesden achter de deuren maar al te zeer. Als de groot-inquisiteur aan de deur der christenen geklopt heeft, dan is het met een boodschap aan de deur en een sluiter van de deur voor die christenmensen, die overal vervolgd en gejaagd werden, heus niet afgedaan.

Maar Saulus dan? Er staat zo: hij poogde zich bij de discipelen te voegen. Niet alleen binnengelaten te worden, maar ook innerlijk, geestelijk tot hen te naderen. Hij poogde zich bij hen te voegen: zich in te voegen in hun gezelschap, zich in te voegen in hun gemeenschap: in hun geloof, in hun kennis, in hun overdenkingen, in hun gebedsgemeenschap. Maar neen: zij vreesden hem, zij vertrouwden hem niet. Achtten het mogelijk, dat hij een spion was, die kwam verkennen waar zij hun samenkomsten hielden, met hoevelen zij waren en wie zij waren, wie de voorgangers waren, of dat oudere mensen waren en ook jongere mensen.

En zij geloofden zeker niet, dat hij een discipel was. En dat het begin van de later grote Paulus, een eerste grote stichter van de kerk. Dit wantrouwen zal Paulus ook Iater nog weer aantreffen in de gemeente van Corinthe.

Wat is dat een bekende zaak in het koninkrijk Gods, "'at nieuwelingen aan de poorten van de Kerk maar moeilijk entree vinden. Vooral als zij eertijds tegenstanders waren. Wat een teleurstelling voor nieuwkomers, als de deuren van het Koninkrijk maar nauwelijks opengaan, of terstond weer gesloten worden. Als men zo argwanend ontvangen wordt. Wat proeft men wantrouwen direct. Wat is dat pijnlijk, als iemand's geloof en vooral zo'n pas ontluikend geloof in twijfel getrokken wordt. En het lag toch bij Saulus zo helder: hij had niet Jezus gezocht, maar Jezus hèm. En hij had niet Ananias gezocht, maar Ananias hèm. Zelfs als hij terstond Jezus predikte, bewijzende, dat Hij de Christus is. Dat vonden ze waarschijnlijk tegelijk wat hoog gegrepen.

Twee dingen hierover: De vraag doet zich voor af de kerk niet bang moet zijn, dat zij door haar vrees voor nieuwkomenden hen voor goed zal afstoten. Ach neen, dat niet. Die de Heere Jezus grijpt, houdt Hij eeuwig vast. En Saulus was door de Heere Jezus gegrepen. Nieuwkomers, pasbekeerden moeten nu eenmaal door het wantrouwen heen tot het vertrouwd worden en aangenomen worden komen. Het tweede, wat wij hierover willen opmerken is dit, dat het niet goed is als mensen, die in de genade staan, zo argwanend nieuwelingen bejegenen. Zijn wij van nature niet allemaal vijanden van God en vijanden van Christus? Wij willen toch van nature geen van allen weten van een gekruisigde Zaligmaker?

2. De voorspraak van Barnabas

Maar Barnabas...! Daar hebt ge Barnabas weer. Anders als elk ander! Een goed man! De Zoon der vertroosting! Maar Barnabas, hem tot zich nemende! Toen niemand hem vertrouwde, gaf Barnabas hem zijn vertrouwen. Er wordt soms de gedachte geopperd, dat Barnabas als leviet voorheen kennis aan Saulus gehad kon hebben als rechte Jood en als vertrouweling van de hoge priester Kajafas. Epifanius meent zelfs te weten dat Saulus de begaafde student in de theologie, leerling van Gamaliël, jongeman uit gegoede koopmansfamilie in Tarsen, die in staat was deze zoon in het Oude Land te laten studeren het oog geslagen had op de dochter van Kajafas, de hogepriester. Ik denk dat de Leviet Barnabas heel wat lager op de map'""happelijke ladder stond dan Saulus. Dw affiniteit tussen beiden kan dan geweest zijn het „Jood zijn", bij beiden voorheen.

In elk geval Barnabas, de Apostel, nam Saulus tot zich. Voor Saulus ging de deur open, Barnabas gaf hem zijn vertrouwen en vertrouwde hem, goedhartig en gul. Niet aleen zijn deur en huis, maar ook zijn hart ging voor hem open. Hij nam hem aan. Hoe Barnabas wist, wat er allemaal met Saulus gebeurd was, of hij dat van anderen gehoord had of van Paulus zelf, dat weten wij niet.

Het is mogelijk dat Saulus iets had van dat „Hoort wat mij God deed ondervinden, wat Hij gedaan heeft aan mijn geest." Hoewel Saulus betrekkelijk zuinig geweest is met het vertellen van zijn eigen geestelijke ervaringen. In elk geval Barnabas nam hem tot zich. vertrouwde hem en gaf hem zijn vertrouwen. Deze nu leidde Saulus tot de Apostelen, niet tot de in vers 26 genoemde discipelen, maar tot Petrus en Jacobus. Die waren de enige Apostelen, die toen in Jeruzalem verkeerden. Wat een gebeurtenis, dat Barnabas Saulus tot de apostelen Petrus en jacobus leidde en dat zo Saulus op één keer drie mede-apostelen ontmoette. W 7 isten zij dat Saulus van de Heere bestemd was tot het Apostelambt! Wat leidt de Heere toch alle dingen van te voren reeds zo, dat men duidelijk ziet, dat Hij Zijn raad volvoert! Barnabas verhaalt ook aan Petrus en Jacobus, hoe Saulus op de weg de Heere gezien had en dat de Heere tot Saulus gesproken had. — Hier in ging Saulus èn Petrus èn Jacobus èn Barnabas te boven, dat hij de Heere Jezus als de Verheerlijkte Zaligmaker gezien cn gesproken had.

Dat was geen alledaagse zaak! Dat was geen gewone Gods-ontmoeting, maar zeer wel een bijzondere openbaring van de Christus. Dan ook vertelde de goede Barnabas aan Petrus en Jacobus, hoe Saulus te Damascus vrijmoediglijk gesproken had in de naam van Jezus. In de naam van Jezus spreken, dat is nog wat anders dan prediken, dat is in Zijn opdracht iets zeggen, iets prediken. Het scheelt een stuk of iemand zomaar een preek houdt of dat hij in opdracht dit of dat predikt. Zo nu was het met Saulus. Net als met de profeten van het Oude Testament! Dit nu had volgens Barnabas Saulus gedaan te Damascus, waar hij om het leven gezocht werd. En niettemin had Saulus er onder de doodsdreiging door vrijmoedig gepredikt. In de naam van Jezus, op Wie te preken gevangenis-en doodstraf stond.

Is het wonder, dat de beide apostelen, op Barnabas' voorspraak, Saulus ter stond aanvaardden? Wat ook de discipelen, die de deuren voor hem gesloten hielden, toen deden, want hij ging bij hen in en uit. Nee niet bij hen, maar mèt hen. Saulus werd bij dit volk als een echte bekeerling en gelovige aanvaard. De scheiding was gevallen en zij aanvaardden hem ten volle. Zelfs nam Saulus de vrijmoedigheid om daar, ook daar vrijmoediglijk te spreken tot de Griekse Joden. Tot tweemaal toe staat daar: vrijmoediglijk. Wat is dat mooi; als een jong en toekomstig prediker met zoveel vuur en vrijmoedigheid gaat prediken. Dat is het vuur van de eerste liefde.

Ai ziet, hoe goed, hoe lieflijk is 't, dat zonen Van 't zelfde huis als broeders samen wonen, Door 't liefdevuur niet wordt verdoofd: 't Is als de zalf op 's hogepriesters hoofd, De zalf waarmee hij is aan God gewijd. Die door haar reuk het hart verblijdt.

Die liefdegunst moet elk tot liefde nopen Als d' olie die van Aron's hoofd gedropen Zijn baard en klederzoom doortrekt. Ps. 133 : 1 en 2

Hier staan vier apostelen bij elkaar, van wie twee die tot de priesterlijke bediening bestemd waren, Barnabas de Leviet en Saulus, de vriend van de Hogepriester.

3. De bescherming der gemeente

Dat waren Grieks sprekende Joden, dus uit de deasopra, waar Saulus voor sprak. Hij handelde tégen hen, sprak dus tot hen over dat waar zij niet aan wilden. Een Evangelie preken, waar de mensen niet aan willen, dat is wat! Zij werden zo boos, dat die Joden. óók die Griekse Joden, hem wilden doden! Dat is dus al de tweede keer dat de Joden Saulus zochten te doden, eerst die van Damascus, nu die van Jeruzalem en dan nog wel Joden uit de buitenlanden. Saulus is zijn levensgang onder vervolging bedreigd en is censlotte onder Nero de martelaarsdood gestorven. , .Ik zal hem tonen hoeveel hij lijden moet om Mijn naam". Een mens zijn verleden is vaak bepalend voor zijn christenleven. En wat een mens doet in zijn leven, ontmoet hij ook doorgaans. Plet is intussen een slechte zaak die men door vervolging meent te moeten handhaven!

En ziet daar dan het gezelschap vertrekken naar Caesarca, om hem te begeleiden. Als broeders! Kostelijke zaak: kinderen van één huisgezin, wier Vader God was, wier oudste broeder Jezus was en wier Leidsman (ook op dit pad!) de Heilige Geest was. De bescherming, die zij Saulus boden was het geloof als een borstwapen, het Woord Gods als een zwaard en de zaligheid als een helm.

A.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

BARNABAS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's