Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Christelijke Gereformeerde kerken

Deze kerken kregen de vorige week nogal wat belangstelling in de pers vanwege de opening van de synode in Amersfoort. Elke drie jaar houden deze kerken een generale synode. In de dienst ter opening van deze synode sprak de plaatselijke predikant, ds. T. Harder, er zijn bezorgdheid over uit dat binnen zijn kerken de polarisatie dreigt toe te nemen. Uit het verslag in „Trouw" blijkt dat hij gezegd zou hebben geen moeite te hebben met verscheidenheid, maar wel met een verscherpen van de tegenstellingen. Tevens keurde hij het verdoezelen van de tegenstellingen af. Nu is het geen geheim dat ook in deze kerken de onderlinge verschillen en tegenstellingen eerder toenemen dan minder worden. Men is daar trouwens ook zelf niet geheimzinnig over. In het jaarboekje dat onlangs uitkwam schreef ds. J. H. Velema een terugblik op 1979. Daarin schonk hij ook aandacht aan deze verscheidenheid. Hij deed dit onder het hoofd 'eenheid en verscheidenheid' als volgt:

„Als we ons kerkelijk leven overzien, dan treft ons dat in dit jaar het licht viel op zowel onze eenheid als op onze verscheidenheid.

Wat de eenheid betreft denken we aan allerlei gebeurtenissen op en rond onze Theologische Hogeschool, door de kerken gesticht en verzorgd, ten dienste van de kerken opleidend tot het ambt van Dienaar des Woords.

En als we het hebben over de verscheidenheid brengen we in herinnering de twee ouderlingenconferenties waarop over onze onderlinge verschillen werd gesproken.

Aan deze beide conferenties werd niet alleen in de dagbladen, maar ook in andere kerkelijke bladen dan de onze aandacht gegeven. Blijkbaar een opvallend feit — nog niet zozeer dat we verschillen hebben, maar wel welke die verschillen zijn en dat we ze op deze wijze konden bespreken. Overigens is deze karakteristiek van ons kerkelijke leven in 1979 typerend voor ons kerk-zijn als Christelijke Gereformeerde Kerken.

Er wordt onder ons eenheid gevonden in vele opzichten; er is niet minder verscheidenheid. De eenheid behoeft niet zo ver te gaan dat we de verscheidenheid willen ontkennen. En de verscheidenheid mag niet zo sterk worden beklemtoond dat de eenheid een loze belijdenis is.

Er mag een gezonde spanning zijn tussen eenheid en verscheidenheid. Die spanning is alleen geoorloofd en geboden zelfs zolang de verscheidenheid zich beweegt binnen het raam van Schrift en belijdenis. Wordt die grens overschreden, dan is er van meer dan verscheidenheid sprake en dan is ook de eenheid duidelijk in gevaar.

We bewijzen elkaar een grote dienst wanneer we sprekend over de verscheidenheid dat doen vanuit de beleden en bespreekbare eenheid. Dat is zelfs meer dan dienst; dat is heilige plicht. En staat de verscheidenheid voor ons besef werkelijk op gespannen voet met de eenheid en dreigt de eenheid daardoor illusoir gemaakt te worden, dan zal dat moeten worden aangetoond. Ook dat is heilige plicht, wil de eenheid meer zijn dan alleen formeel tot hetzelfde kerkverband behoren.

Verschillen

Even verder in genoemd jaarboekje komt ds. Velema dan weer terug op de al genoemde ouderlingenconferenties en gaat dan nader in op de binnenkerkelijke verschillen.

Op twee drukbezochte ouderlingenconfcrenties werden de verschillen in ons kerkelijk leven op een eerlijke manier besproken.

De predikanten P. Beekhuis en B. van Smeden gaven op zaterdag 28 april hun visie op het onderwerp 'Gemeentebeschouwing'. Aile vragen konden toen niet worden behandeld. Eind oktober werd het gesprek voortgezet via een breder samengesteld forum. Vooral deze laatste conferentie trok veel belangstelling en gaf binnen en buiten onze kerken stof tot gesprek en geschrijf.

Er is reden tot dankbaarheid dat dergelijke conferenties in een broederlijke en over het algemeen rustige sfeer konden worden gehouden. Maar juist deze vergaderingen, inzonderheid de laatste, doen ons ook gevoelen dat we al te lang langs elkaar \ heen geleefd hebben en ons vastgebeten hebben in enze visies en ideeën.

Er zijn zaken, die nooit goed zijn doorgepraat en doorgedacht en die een eigen leven zijn gaan leiden tot schade van de geestelijke opbouw en de geestelijke leiding, die aan de gemeente moet worden gegeven.

Onze positie als kerken temidden van andere kerken is altijd moeilijk geweest. De jaren door is er onbedoeld en onbewust enerzijds vrees geweest ten aanzien van andere kerken: wat zullen zij van ons zeggen? en anderzijds een begeerte dat zij onze ontwikkelingen zouden zien en konden concluderen dat wij anders waren dan zij dachten. Over en weer hebben we elkaar in ons kerkelijke leven niets te verwijten.

We hebben ons vaak te weinig rekenschap ge-

geven van de rijkdom van Gods Woord en de schatten van onze gereformeerde belijdenis.

Daar moet wel de oorzaak liggen dat voor de één de lSe-eeuwse theologie het eind van alle tegenspraak lijkt te zijn en voor de ander de beïnvloeding door nieuwere theologische gedachten geruisloos lijkt te verlopen.

Op de laatste Amersfoortse conferentie bleek dat over de verhouding wedergeboorte en geloof nog niet voldoende is doorgedacht in alle hoeken van ons kerkelijke leven. We luisteren te weinig naar elkaar cn proberen veel te weinig in eikaars huid te kruipen, maar bekijken elkaar vanuit onze eigen ingenomen stellingen.

Tegelijk bleek hoe in de praktijk van het gemeentelijke leven hoofdzaak en bijzaak niet voldoende worden onderscheiden en ook niet voldoende worden gepeild. Wie er over nadenkt moet tot de conclusie komen dat ons in vele opzichten de ware geestelijke vrijheid ontbreekt, het fijne inzicht dat alleen de Christus der Schriften het criterium is voor onze zaligheid — niemand en niets meer, maar ook niemand en niets anders. Wetticisme en kerkelijk libertinisme kunnen scherp tegenover elkaar staan en met elkaar niet te verzoenen zijn, maar ze hebben een gemeenschappelijke wortel: een onjuiste houding tegenover de wet in persoonlijk leven en in de kerk; geen zicht op de betekenis van Christus, Die de wet heeft vervuld — niet om ons door die wet te laten gebieden en evenmin om ons die wet te doen vergeten, maar om die te doen uit dankbaarheid. Het zou een zegen zijn wanneer in dc praktijk van het kerkelijke leven hier meer over werd nagedacht en meer uit de ware vrijheid werd geleefd. We zouden ook kunnen zeggen: wanneer de waarachtige, niet de formele, niet de kerkverbandelijke, maar de geestelijke eenheid — geworteld in Christus, het Hoofd van Zijn gemeente, de inhoud van de Schriften — werd beleefd.

Agenda synode

Intussen is ds. J. H. Velema tot praeses van de synode gekozen. Voor de vierde keer in zijn leven. Die keuze lijkt mij mede ingegeven door de grote ervaring die ds. Velema heeft in het synodale werk. Ook neemt hij in deze kerken een centrale plaats in. Elke kerk, modaliteit of groep heeft wel een persoon die sterk het gezicht naar buiten bepaalt. Van de Christelijke Gereformeerde kerken is dat zeker ds. Velema. Het is veelal kenmerkend voor zijn publikaties, standpuntbepalingen dat hij een middenweg probeert te gaan tussen de duidelijk aanwezige vleugels in zijn kerken. Het zal geen gemakkelijke synode worden. Op de agenda staat o.a. de gezangenkwestie. Tot nu toe geldt nog steeds in deze kerken het standpunt dat in de kerkdiensten alleen de 150 psalmen worden gezongen; oude of nieuwe berijming staat de kerkeraden vrij en ook enkele berijmde Schriftgedeelten, kerkordelijk vastgesteld. Toch worden er in verschillende gemeenten al lang gezangen gezongen, zij het alleen vóór de dienst of in zogenaamde bijzondere diensten. In 1977 hield nog maar een krappe meerderheid (27 tegen 24) de invoering van het gezang tegen. Toen werd de zaak opnieuw in studie gegeven. Als resultaat daarvan hebben de synodeleden nu een omvangrijk rapport op tafel gelegd gekregen. De beslissing is aan de synode. Dat zal voor deze synode geen eenvoudige zaak worden. In de Gereformeerde Gezindte is immers het al dan niet gebruiken van het 'vrije lied' in de eredienst een heet hangijzer, altijd geweest en

steeds meer aan het worden, naar het lijkt. Het functioneert vaak als een herkenningsteken voor het al dan niet Gereformeerd meer zijn. Ook onder ons is de laatste weken de discussie over deze kwestie weer enigszins opgelaaid. We zijn benieuwd hoe de synode van deze ons zo sympathieke kerken zich weet te redden uit deze netelige zaak. Hoewel je nooit 'zwart-wit' redenerend kunt zeggen: wie zo sterk pleit voor het vrije lied in de eredienst, is tevens verwaterd in het Gereformeerd gehalte van zijn prediking, wordt liet vaak door het kerkvolk toch zo aangevoeld cn geïnterpreteerd. Los van de niet-theologische factoren rond deze kwestie, lijkt een principiële uitspraak over het zingen van het nieuw-tcstamentische lied in de gemeente gewenst en nodig.

Tenslotte, helemaal los van deze kwestie, hoor je nogal eens bezorgde geluiden, ook uit deze kerken, over het gehalte van de prediking en het geestelijk leven in de gemeenten. Ook deze kerken staan op de tocht van de moderne tijd, raken beinvloed door moderne gedachtengangen in de theologie. En hoezeer altijd sterk op de onderlinge eenheid gehamerd wordt, je kan je soms wel eens afvragen, gedachtig aan de bekende 'paardestaart': hoeveel haren mag je missen om toch nog Christelijk Gereformeerd te kunnen blijven?

Intussen leven we hartelijk mee met deze broeders (en zusters) in het leiding geven aan een kerk waarmee we ons vanuit de Gereformeerde confessie sterk verwant weten. We wensen het moderamen van de geopende synode en de leden veel wijsheid toe om in gebondenheid aan de Schrift en in de lijn van de confessie leiding te geven aan hun kerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's