Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beginselvastheid en verandering van mening

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beginselvastheid en verandering van mening

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een vorig artikel signaleerde ik de vele veranderingen van onze tijd en de bekoring daarvan die naar velen uitgaat. Bij de vraag naar onze houding in dezen willen we eerst luisteren naar Gunning. Hij is in zijn tijd ook sterk op deze vragen betrokken geweest. Eigenlijk zat toen al in de lucht, wat we in onze eeuw krachtig zien doorwerken. Het hechte bolwerk, dat de nederlandse gereformeerde staatskerk in de eerste eeuwen van haar ontstaan was, was langzaam maar zeker geslecht. Gunning leefde in de tijd, dat allerlei geestelijke stromingen zich van dc kerk meester trachtten te maken. Temidden daarvan probeerde hij met de schitterende gaven, die God hem gaf zich te oriënteren en anderen leiding te geven.

Hij wilde daarbij zijn weg vinden tussen verstarring en vervaging. Aan de ene kant verzet hij zich in bovenvermeld boekje duidelijk tegen hen, die zweren bij de onveranderlijkheid van de dogmatische leerstelling. Elke dogmatische formule is maar erg betrekkelijk. Ze is het wezenlijke, het eigenlijke niet. Dat ligt in het levend geloof van het hart. Het geloof in dc levende Christus. We vertrouwen ons toch niet toe aan een leerstelling. We geven ons over aan een Persoon, aan Jezus Christus. Als de Reformatie betekende de reduktie van de vele leerstellingen tot de ene, n.1. die van de rechtvaardiging door het geloof, dan is ze niet ver geneog gegaan. Het gaat niet om de leer van de rechtvaardiging, het gaat om de werkelijkheid ervan in de ontmoeting met de levende Christus. Die ontmoeting vindt plaats in het heiligdom van het hart. Maar zodra wij uit dat heiligdom naar buiten treden, krijgen wc te maken met de betrekkelijkheid van ons menselijk bestaan.

Buiten dat heiligdom van de onmiddellijke ontmoeting met Christus compromiteren wij ons. Ons kennen is gebrekkig, ten dele.

Gunning vindt het dan ook zeer bedenkelijk, als men niet bereid is leerstellingen onder kritiek te zetten van het levend beginsel Jezus Christus Zelf. Hij vergelijkt dat met de houding van de Israëlieten in de woestijn, die het niet waagden om elke dag weer van het gegeef te leven, maar een voorraad wilden aanleggen en daarop vertrouwen. Het geloof in de levende Christus heeft zulke voorraden niet nodig. Het wil het voor elke dag en voor elke tijd weer opnieuw van God verwachten.

Wie strak en stijf wil vasthouden aan bepaalde formuleringen loochent alle ontwikkeling en geeft er eigenlijk blijk van dat zijn beginsel niet levend is maar dood. Leven kenmerkt zich immers door voortgang. Gunning laakt daarbij de orthodoxie van zijn dagen, dat ze met woorden ontwikkeling niet ontkent en zeifs toejuicht, maar als het puntje bij het paaltje komt toch altijd alles bij het oude laat.

Met name had hij bij deze kritiek het oog op hen, die het in zijn dagen opnamen voor de formuleringen van de belijdenis. Gunning verwijt hen dat op hun weg, de gemeente gaande weg plaats maakt voor de kerk, de kerk voor de school en de school voor de rechtszaal. Het daarmee samenhangend elkaar beoordelen als al of niet christen op grond van bepaalde vaste formuleringen is voor Gunning een onbegaanbare weg. Men maakt het zich dan te gemakkelijk.

De gemeente van Christus mag geen partij worden met een bepaald programma dat door dik en dun gehandhaafd moet blijven. De gemeente van Christus is op weg naar het koninkrijk van God. Zij leeft naar voren. Dat heeft voor haar de konsekwentie van een blijvende openheid naar dat rijk toe. De onvolkomen formuleringen die op weg naar dat rijk gevonden worden kunnen ons nooit helemaal binden. Toch wil Gunning de gemeente niet uit leveren aan de oeverloosheid, aan de totale onbepaaldheid van het liberalisme van zijn dagen. Integendeel bij verandering en ontwikekling voert hij dringend het pleit voor vastheid van beginsel. Alleen, en dat kwam eigenlijk al naar voren bij de weergave van zijn bedenkingen tegen de orthodoxie, dat beginsel kan voor hem niet het karakter dragen van wat formules.

Vastheid, is voor hem niet de vastheid van het staan op een definitieve, maar ten diepste de zekerheid van het geloof. Het standpunt waarop wij staan is de levende Christus Zelf, de vleesgeworden Zoon van God, zoals Hij Zich aan ons openbaart. Van Hem worden wij zeker door de overgave van het geloof. Dat geloof beschrijft Gunning in zijn boekje als een zien, een samentreffen van God en mens in het geweten. We worden dan ook pas eigenlijk mens. We hebben dan ook alleen maar een levenscentrum. Gunning wordt niet moe dat beginsel het hele boekje door telkens weer aan de orde te stellen.

Vanuit dit vaste beginsel van het geloof in Christus als een leven des harten ontwikkelt ieders gelovige zijn overtuigingen en meningen. Een overtuiging ligt daarbij dichter bij het levenscentrum dan een mening, die oppervlakkig is, en zo weer veranderd kan worden. Maar ook bij het vormen van een overtuiging voegt ieder iets van zijn eigen persoon toe, al naar gelang zijn omstandigheden aanleg en karakter. Zo ontstaan ook in overtuigingen onderlinge verschillen en is verandering ervan mogelijk, terwijl toch het beginsel, de innerlijke overgave aan de levende Christus vastligt.

Van die levende Christus uit zijn verschil en verandering geen negatief te waarderen zaken. Daarin openbaart zich juist de rijkdom van Christus. Daarom moet ook met nadruk gesteld worden dat verandering niet alleen mogelijk is, maar zelfs ook noodzakelijk, noodzakelijk n.1. als ontwikkeling. Zo manifesteert zich de levende kracht van ons beginsel. Bij wijze van spreken, het is opgewassen tegen de meest verschillende omstandigheden. Als levend beginsel gaat het op die omstandigheden in, neemt ze in zich op en drukt zich daarin uit.

Gunnnig licht zijn betoog toe om aan de hand van de godsdienstige ontwikkeling van de mens. In onze kinderjaren nemen we de dingen als vanzelfsprekend aan. Bij het opgroeien komen de vragen en de twijfels. Maar door alle vragen en twijfels heen, handhaaft zich het beginsel. Woont Christus in ons hart, dan zal zich ons geloven tenslotte rijker en rijper openbaren. Een ander voorbeeld geeft hij in het verschil dat er is tussen de bijbelschijvers. Ook aan de hand daarvan laat hij zien, hoe het ene beginsel is, dat zich verschillend openbaart. Hij wijst in dit verband ook nog op de gang van het evangelie door de wereld. In iedere nationaliteit vond het geloofsbeginsel haar eigen uitdrukking. Zondige en daarom onbruikbare eigenaardigheden werden afgestoten, de wezenlijke opgenomen en dienstbaar gemaakt aan de eer van Christus.

Dogmatsiche leerstellingen, belijdenisgeschriften, die in een bepaalde tijd onder bepaalde omstandigheden worden gevormd liggen voor Gunning dan ook op het vlak van de overtuigingen. Wij eren onze vaderen niet door bij de uitdrukkingen en geloofsovertuigingen van toen te blijven staan, maar van het beginsel uit te herzien en te ontwikkelen. Daarbij mogen we geloof hebben in de allesomvattende heerlijkheid van Christus en de leiding van de Heilige Geest. W T ie God vreest, wordt niet altijd bewaard voor afwijkingen maar vindt wel , , en gros" het rechte in zijn leven. En wat voor het persoonlijk leven geldt, geldt ook voor het gemeenschappelke, geldt ook voor de gemeente. Op grond van dit vasthouden aan het levend beginsel Christus, werpt hij telkens weer het verwijt van subjetivisme van zich. Alles immers wat uit de levende Christus is kan niet subjektief zijn, het is niet van ons, het is van Hem. We ontvangen het van Hem, door de Heilige Geest.

Gunning wil dan ook geen onbepaaldheid en vaagheid. Vanuit de verbondenheid met Christus mag er bepaaldheid zijn naar ieders omstandigheden. Hij is er ook van overtuigd, dat er grenzen bestaan, maar kan en wil ze niet aangeven. Voor de herkenning van anderen als onze broeders en zusters kunnen we dan ook niet uit de weg met leerstellingen, maar mogen we ons laten leiden door onze intuïtie. Gunning bedoelt hier kennelijk iets als een innerlijke antenne, waardoor we aanvoelen wie van Christus is en wie niet. Tn concreto leidt het bij hem tot een grote vedraagzaamheid.

Wie een beetje thuis is op het kerkelijk erf beseft hoezeer deze gedachtengangen vandaag aan de dag een rol spelen. In oecumenische kring komen ze sterk naar voren. De wereldraad van kerken houdt haar basisformule met opzet sober, belijdt daarin vooral het geloof in Jezus Christus en wil dat iedere aangesloten kerk, gemeente van Christus zal zijn met haar eigen traditie, haar eigen karakter en identiteit. Herhaaldelijk spreekt men zich uit tegen vermenging en vervaging. En het kan er ook niet omgaan enkele dode formules op te stellen als grootste gemene deler van het christelijke geloven. Onderlinge verschillen moeten niet gladgestreken worden, maar dienen tot verheerlijking van de rijkdom van Christus. Bovendien zijn we, op weg naar de toekomst van het koninkrijk, allen samen in de voortgang van denken en geloven betrokken. En wie met de hedendaagse oecumene niet zo rechtstreeks in aanraking komt, kan tegen deze gedachtengangen aanlopen in het binnenkerkelijk gesprek.

Er is daarom reden te over om onszelf af te vragen hoe onze houding hierbij zou kunnen zijn. Daarover nog iets in een volgend artikel.

A.

Jac. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Beginselvastheid en verandering van mening

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1980

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's