Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BELIJDEND SAMEN OP WEG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BELIJDEND SAMEN OP WEG

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„.Tijdens de gebedsdienst in de Utrechtse Domkerk, waarin het 75-jarig bestaan van de Gereformeerde Bond werd herdacht, sprak ds. L. Kievit een woord dat ergens bij me bleef haken. Zinspelend op de toenadering tussen de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken zei hij: , , We zijn samen op weg, maar we gaan toch wel de goede kant uit? "

Die kernachtige uitspraak kwam weer bij me boven toen ik de brochure las die het Hoofdbestuur van de Confessionele Vereniging het licht deed zien onder de titel: , , Belijdend samen op weg". In een inleidend woord wordt gezegd dat het Hoofdbestuur zich in het kader van zijn positief-kritisch begeleiden van de kerkelijke ontwikkelingen en de kerkelijke vraagstukken met deze materie heeft beziggehouden. Een commissie — bestaande uit dr. C. Bezemer, de heer G. de Klerk, ds. C. A. van Harten en dr. J. Haitsma — stelde in opdracht van het H.B. een nota op. Het concept werd in het H.B. besproken, daarna werd de definitieve tekst vastgesteld. Deze ligt nu vóór ons in een brochure van slechts 13 bladzijden.

De titel een correctie

Toen ik genoemde brochure had gelezen dacht ik bij mezelf: „Eigenlijk heeft het H.B. van de C.V. in de titel alles al gezegd". Er is al veel gesproken en geschreven over de beweging van Samen op weg. En al vele malen zijn vragen gesteld als: „Samen op weg, maar waarheen? " of „Samen op weg, maar hoe? " De brochure geeft daarop in de titel reeds een kort en duidelijk antwoord: „Belijdend samen op weg". Mijns inziens is dat de correctie die meteen stilzwijgend wordt aangebracht. Uiteraard mogen we van de Confessionele Vereniging niets anders verwachten dan dat zij, met het oog op de hereniging van de twee grootste kerken die uit de Reformatie zijn voortgekomen en die de Belijdenis van de Reformatie hebben, voor deze Belijdenis de aandacht vraagt.

In de brochure wordt dat dan ook verder uitgewerkt. Graag wil ik er enkele hoofdzaken uit weergeven.

Onontkoombare opdracht

Als uitgangspunt wordt gesteld dat we de verdeeldheid van de Kerk hebben te zien en te ervaren als nood en schuld. We belijden immers met de Artt. 27 en 28 van de N.G.B.: „één enige katholieke of algemene Kerk, een heilige vergadering der ware Christgelovigen"? Daarom is het in overeenstemming met Schrift en Belijdenis wanneer de Kerkorde het als een opdracht ziet te zoeken naar eenheid met die kerken waarmee we dezelfde belijdenis hebben.

Betreurd wordt dat de Hervormde Kerk en de Afgescheiden Kerken niet méér pogingen hebben gedaan om naar eenheid en eenwording te zoeken. Niet alleen uit principiële overwegingen, maar ook terwille van de arbeid. Tegenover de toenemende saecularisatie is. het dringend nodig schouder aan schouder te staan.

Daarom kunnen we in beginsel alleen maar positief staan tegenover het Samenop-weg gaan van Hervormden en Gereformeerden. Dat is ook, aldus nog steeds het H.B.. geheel in de lijn van Groen van Prinsterer, die wel de Afscheiding veroordeelde, maar altijd de band met de Afgescheidenen heeft vastgehouden.

Vragen, bezwaren en gevaren

Ondanks dit principiële uitgangspunt zijn er velen in de Confessionele Vereniging die kritisch staan tegenover de herenigingspogingen en er ook geen enkel heil van verwachten. Hoewel we geen enkele reden hebben om ons als Kerk te verheffen boven de Gereformeerde Kerken zijn er toch in de laatstgenoemde Kerken problemen waarvoor we de ogen niet kunnen sluiten. In Schriftbeschouwing, dogmatiek en prediking is veel dat met het getuigenis van de Schrift en het belijden van de Kerk der eeuwen in strijd is. W r e kunnen niet verwachten dat een hereniging zal betekenen een versterking van hen die in onze Kerk opkwamen voor eerherstel van de belijdenis . . .

Zullen er dan, bij een eventuele hereniging, geen grote spanningen ontstaan? Zal een (kerkelijk) Gereformeerde de preek van een Ger. Bonder accepteren, of een vrijzinnige preek waarin de verzoening ontkend wordt? En dan — letterlijk: „Zullen Kuyper en Hoedemaker samen op de brug (kunnen) staan of hebben we hen beiden overboord gezet? "

Hoedemaker

In een volgende paragraaf wijst het H.B. van de C.V. op de weg die Hoedemaker heeft gewezen: de weg van de reorganisatie, en die, naar de mening van het H.B., in 1951 werd ingeslagen toen de Nieuwe Kerkorde werd aangenomen. Nu, na dertig jaar, moet echter worden erkend dat we na enkele stappen op die weg, hoe langer hoe verder zijn afgedwaald ...

Wanneer we als Hervormden en Gereformeerden alsnog de moed hebben om deze weg te gaan, dan zullen we vanuit Art. 10 van de Kerkorde bereid moeten zijn te spreken over de vraag waar het in de rechte prediking en in de zuivere sacramentsbediening om gaat; wat de Kerk is, waar haar grenzen liggen en of er binnen die grenzen ruimte is voor andere opvattingen en gebruiken; en hoe de Kerk te weren heeft wat haar belijden weerspreekt.

Een zekere „pluriformiteit" — aldus één van de voormannen van de C.V., Kromsigt — mag er binnen de Kerk zijn. Verscheidenheid — leerde ook Calvijn — is op zichzelf geoorloofd, als men maar blijft binnen de grenzen van het belijden, want de Kerk is immers de gemeenschap van allen die in Christus geloven.

In de Hervormde Kerk kennen we al vele jaren de verscheidenheid die dikwijls is geworden tot gescheidenheid. Richtingen die naast elkaar bestaan, soms gelegaliseerd tot „deelgemeenten". Bij een eenwording van de twee kerken zullen deze problemen alleen maar groter worden, maar voor ons, Hervormden, zijn ze niet nieuw. Misschien zou het gesprek met de Gereformeerden kunnen leiden tot meerdere eenheid tussen de Hervormden onderling.

De taak der gemeente

De éénwording van de Kerk is allereerst een zaak van héél de Kerk, dus van kerkeraden en gemeenten. Daarvoor is tijd nodig. Er zijn gemeenten waar de toenadering al zó ver gevorderd is dat men gezamenlijk Avondmaal viert, maar dat kan geen eindpunt zijn. Wie aanzit aan één tafel moet ook één gezin vormen.

Daarbij komen we kerkordelijk voor grote vragen te staan. Bij de Gereformeerden ligt de nadruk op de plaatselijke gemeente, bij ons als Hervormden op het geheel van de Kerk. Over deze verhouding zal diepgaand moeten worden gesproken.

Maar niet alleen daarover. De eerste vraag is of we elkaar kunnen vinden in het gemeenschappelijk geloof. Vragen die we daarover aan elkaar willen stellen moeten we niet uit de weg gaan.

Slotopmerkingen

Van geen enkele kerkeraad of gemeente wordt gevraagd om zonder meer enthousiast te zijn over „Samen op Weg". W T el mogen we vragen positief te staan tegenover elke eerlijke poging om de bestaande scheidsmuren te slechten.

Dat de eenheid er komt geloven we. Maar dat moet ons juist aansporen om nu naar die eenheid te streven.

Tenslotte wordt opgeroepen tot voorbede voor de Synoden en voor allen die in het kader van „Samen op Weg" een bijzondere taak hebben.

De goede kant uit?

In het bovenstaande hebben we in hoofdlijnen weergegeven hoe het Hoofdbestuur van de Confessionele Vereniging aankijkt tegen de toekomstige eenwording van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken. Het H.B. zal natuurlijk niet pretenderen hierover het laatste woord te hebben gesproken. Maar het is ieder geval een positieve bijdrage aan het gesprek over deze zaak.

Tn grote lijnen kunnen we het standpunt van het H.B. delen. Principieel is de eenheid van de Kerk alleen maar toe te juichen. Daarom mogen we het gesprek over „Samen op weg" ook niet ontlopen. Dat er grote praktische moeilijkheden liggen kan duidelijk zijn voor ieder die ook maar enigszins met de kerkelijke situatie op de hoogte is.

De enige vraag die ik na het lezen van deze brochure overhoud is, of men in de kringen van de Confessionele Vereniging nog niet te idealistisch over de situatie denkt. Ik vrees dat de vervlakking en uitholling in beide kerken ernstiger vormen heeft aangenomen dan ons hier worden geschilderd. Dat de Belijdenis — die beide kerken formeel nog onderschrijven — ook in beide kerken nauwelijks meer functioneert.

En dat in gedachten houdend ben ik weer

terug bij het begin: „We zijn samen op weg, maar we gaan toch wel de goede kant uit? "

N.a.v. BELIJDEND SAMEN OP WEG. - Overwegingen van het Hoofdbestuur van de Confessionele Vereniging in de Nederlandse Hervormde Kerk. Te bestellen door ƒ 2, 50 te storten op giro 65833 t.n.v. de penningm. van het Hoofdbestuur Conf. Ver., Vlaardingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

BELIJDEND SAMEN OP WEG

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's