Uit de Kerstprediking van Kohlbrügge
De vele Kerststoffen
Er schuilt een zeker gevaar in, te spreken over 'de Kerstpreken' van Kohlbrügge. Het ligt immers voor de hand om voor die Kerstpreken uitsluitend te grijpen naar de bekende bundel 'Feeststolïcn', waarin inderdaad vijf kerstpreken zijn opgenomen: ier over Lukas 2 : 1 — 20 en één over de naam Immanuël naar aanleiding van Jes. 7 : 14.
Op deze wijze echter zouden we de Kerstprediking van Kohlbrügge zéér beperken. Wanneer we verschillende andere werken van Kohlbrügge opslaan, dan bemerken we welk een grote plaats in zijn prediking is ingeruimd voor de geboorte van Christus, of, in zijn eigen terminologie uitgedrukt 'de vleeswording van het Woord'. De geschriften van Kohlbrügge zijn zeer rijk aan stoffen voor de Adventstijd en voor de Kerstdagen.
Ik liet de bekende, onlangs opnieuw uitgegeven b undels 'Twaalf Twaalftallen' door m'n handen gaan cn noteerde, vrij willekeurig: wee preken over 1 Tim. 1 : 15 — 16; een preek over Titus 2 : 11 — 14; vier preken
over Lukas 1 : 5 — 25; zes preken over Lukas 2 : 1 — 35 en zeven preken over Joh. 1 : 1-18.
Voor ons onderwerp is uiteraard van groot belang zijn 'Overdenking van het eerste hoofdstuk van het Evangelie van Mattheüs' (een doorlopende uitlegging van Jezus' geslachtsregister).
En om niet meer te noemen, in de bundels 'Schriftverklaringen', die nog steeds bezig zijn opnieuw te verschijnen, worden lal van teksten behandeld, die rechtstreeks of zijdelings te maken hebben met de komst van Christus in het: lees. Daarin treffen we onder meer aan: In den beginne was het Woord' (uitleg van joh. 1 : 1 — 18); een overdenking van de engelenzang (n.a.v. Lukas 2 : 13 — 14); een verhandeling over de Naam Jezus (n.a.v. Lukas 2 : 21); een beschouwing van de vlucht van Christus naar Egypte en van de kindermoord in Bethlehem (n.a.v.
Matth. 2 : 13 — 23) en over de twaalfjarige Jezus in de tempel (n.a.v. Lukas 2 : 40— 52).
Er is dus bijna geen Kerststof te bedenken of Kohlbrügge heeft erover gepreekt, soms zelfs dezelfde tekst twee-of driemaal, en dan op een totaal andere wijze. We kunnen gerust zeggen dat de vleeswording van het Woord één van de centrale thema's van zijn prediking is, dat in zijn werken telkens terugkeert. En we mogen ons gelukkig prijzen dat veel van deze preekarbeid voor ons, het nageslacht, is bewaard gebleven.
Het centrale thema
De verleiding is groot, uit de vele Kerststoffen van Kohlbrügge te gaan citeren. Maar dat zou, in het korte bestek van één artikel wellicht te veel ruimte vergen. Leest men achter elkaar een aantal van Kohlbrügge's Kerstpreken, dan zal men bemerken dat dezelfde hoofdgedachte telkens weer terugkomt. Het zijn vele en velerlei variaties op één thenia, dat met een welluidende eentonigheid ten gehore wordt gebracht: Het Woord is vlees geworden!
Wie Kohlbrügge enigszins kent, weet dat daarmee eigenlijk zijn hele theologie is getypeerd. Het is trouwens al onjuist om van een 'theologie' van Kohlbrügge te spreken. Hij wilde niets anders en niets liever zijn dan dienaar van het Woord en van het Woord alleen. Kohlbrügge's theologie en prediking is theologie en prediking van het Woord!
En het Woord Gods — dat is Christus. Hij is het Woord, waardoor God in den beginne hemel en aarde in het aanzijn heeft geroepen. Hij is ook het Woord, dat vlees geworden is. Het eeuwige Woord is tot ons gekomen, of, zoals Kohlbrügge zelf bij voorkeur zegt: 'Het Woord is in de persoon van de zondaar ingegaan'. En de persoon van de zondaar, dat is vlees!
Wie weten wil, wat Kohlbrügge daaronder verstaat: Het Woord is vlees geworden', die zou de preek over Joh. 1 : 4 in z'n geheel moeten lezen. Kohlbrügge zegt daarin onder meer: Weet gij wat vlees betekent? Vlees betekent hier niet het vergankelijke dat aan onze beenderen kleeft. Vlees betekent een mens met lichaam en ziel, die echter in een toestand leeft, waarin hij van God gescheiden, van Hem, het Leven, vervreemd is, en waarin hij zich geheel onbekwaam heeft gemaakt om de wil van God te doen, waarom hem dan ook de eeuwige dood wacht. Zulk vlees is van God vervloekt en heet voor Gods heilige ogen zonde en gelijk het verdorven is, kan het ook uit zichzelf niets anders dan alles verderven, ook het goede dat hij nog te doen krijgt. Zulk vlees is het Woord geworden; denkt u het zo zondig, zo ellendig, zo gruwelijk en afschuwelijk voor de Wet als gij wilt, zo zeg ik nochtans met luider stem: et Woord is vlees geworden! Desniettemin bleef Het het Woord; nochtans bleef Het het onschuldige en onbevlekte Lam...'
Ook in zijn geschrift over het geslachtsregister gaat Kohlbrügge diep in op de vraag wat vlees is. Dat de Heilige Geest de namen van de aartsvaders met hun zonden en gebreken, van de koningen met hun goddeloosheid, maar vooral van vier vrouwen de revue laat passeren, dat is om ons duidelijk te maken van 'vlees' is! Kohlbrügge zegt dan: 'Zó ziet het vlees eruit! Zó leeft het en zó gedraagt het zich. In zulk vlees heeft Hij, Die alleen heilig is, Zich niet geschaamd, noch het geschuwd, te zijn gekomen. Het heeft Hem behaagd, juist uit David en Bathséba de overvloedige rijkdom van Zijn genade bekend te maken'.
De rijke troost
Wanneer het vlees zó al zijn schandelijkheid en verdorvenheid openbaar komt, dan wordt de genade Gods des te groter. Midden in al die ellende, in al die zonde, in al die schuld, zet God Zijn Heil, Zijn Woord, Zijn Christus. Enerzijds trekt Kohlbrügge Christus zéér diep in het vlees omlaag, zó diep, dat hem weieens de beschuldiging heeft getroffen als zou hij de zondeloosheid van Christus in twijfel trekken. Anderzijds houdt hij eraan vast, dat dit Vleesgeworden Woord de waarachtige God en het eeuwige leven is, het onbevlekte en onbestraffelijke Lam, Dat de zonde der wereld wegneemt.
Juist doordat Hij ons vlees heeft aangenomen, doordat Hij ons in alles gelijk geworden is, kan Hij zondaren die vlees zijn en vlees blijven, behouden, redden, zaligen. Niet in een Kerstpreek, maar in een lijdenspreek heeft Kohlbrügge het bekend geworden woord gesproken: 'Zijn lijk, Zijn verscheurde vlees, vrijwillig geworpen in de macht van de dood, was juist Zijn almacht over de dood en de hel'.
De gedachte van de plaatsverwisseling, die reeds bij Luther zo'n voorname rol speelt, is ook bij Kohlbrügge van centrale betekenis. Tussen de Zoon van God en ons, zondaren, komt een wonderlijke ruil tot stand. Hij krijgt mijn zonden, ik krijg Zijn gerechtigheid. Hij is op mijn plaats gaan staan, ik mag Zijn plaats innemen. Hij is helemaal geworden wat ik ben. Maar al mijn zonden en ongerechtigheden zijn op Hem gelegd.
Of, om het met de woorden van Paulus te zeggen: Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft God zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem' (2 Cor. 5 : 21).
Nu begrijpen we nog beter wat Kohlbrügge zegt aan het slot van een Kerstpreek over Luk. 2:8 — 12: Wél ons, als wij willen weten wat voor mensen wij zijn; als wij erkennen, dat dezelfde mens, die de schuld gemaakt heeft, die ook moet uitdelgen; dat hij die de gerechtigheid Gods beledigt, haar ook weer moet verzoenen; dat hij die alles
tot op dc grond verwoest, ook alles weer oprichten en herstellen moet. Wèl ons, als wij erkennen dat wij hiertoe zo weinig in staat zijn dat wij veeleer de schuld nog dagelijks groter maken. Dan zullen we het ook indachtig zijn dat geen schepsel in staat is, dat voor ons tot stand te brengen wat nochtans in onze verlorenheid, in het vlees tot stand gebracht moet worden; want dan zullen wij met hemelse blijdschap ons verblijden dat God Zelf datgene gedaan heeft wat der Wet onmogelijk was, dat Hij Zijn Zoon gezonden heeft in gelijkheid van het zondige vlees en dat voor de zonde — en zo de zonde veroordeeld heeft in het vlees.'
Toegift
In 1891 (dus precies 80 jaar geleden) werd een geschriftje van Kohlbrügge als 'Kerstboodschap' verspreid in de gemeente Elberfeld. Als een toegift bij dit artikel mogen enkele passages uit deze Kerstboodschap hier volgen:
'Mijne geliefden! Er wordt in deze dagen veel gezongen, en van duizenden lippen klinken de bekende woorden van Luther: 'was ons dit Kindeke niet geboren, dan waren wij allemaal verloren'. Maar zijn we daarom ook allen verlost? Gods Woord sluit niemand uit dan die in een andere dan de door God verodineerde weg zalig wil worden. Desniettegenstaande zal het er tóch omgaan, of wij waarachtig tot God bekeerd zijn, of wij in waarheid geloven dat wij met al onze gerechtigheid, met al ons doen verloren zijn; of wij in waarheid geen andere verlossing begeren dan in en door onze geboren Heiland; of wij in waarheid Hem als onze Heere en Koning begeren te aanbidden, of wij alleen verlossing, gerechtigheid en heiligheid bij Hem en door Hem zoeken en daarom de wereld en onszell verloochenen. God, Die Zijn tijd en uur kent laat ook dit heden voor deze en gene onbekeerde een gezegend heden zijn. O, dat het hem als een bliksemstraal door de ziel mocht gaan: ik ben verloren! O mocht ik deze Heiland, waarvan gepredikt wordt, vinden als mijn God en Koning'.
'O gij allen, die deze waarheid hoort verkondigen, geeft uzelf eraan, en de wereld en al uw ongerechtige geschiedenissen en verkies het kleine, het verborgene, het zwakke en onaanzienlijke van het vleesgeworden Woord. Dan hebt ge meer heerschappij en meer rijkdom dan keizer Augustus had, want dit Kindeke Jezus maakt allen die niet zien en toch in Hem geloven tot heren des hemels en belooft hun dat ze met Hem zullen zitten op Zijn troon en met Hem overwinnen en heersen tot in alle eeuwigheid. Mijn geliefden, Hij Die in de kribbe lag, geeft waarachtige levensmoed, en stervensmoed, en stervenstroost. In de kribbe heeft Hij het werk van onze zaligheid begonnen, al de dagen van Zijn vlees heeft Hij dat werk voortgezet, aan het kruis heeft Hij dat volkomen voleindigd. Nu zit Hij o, p Zijn troon. Laat ons op Hem vertrouwen, welke moeilijke weg wij ook te gaan hebben. Vindt gij hier met uw Heere geen plaats in de herberg van deze wereld, zet Zijn kribbe maar in uw doodskist, en dan getroost en moedig daarin. En als wij ontwaken, zullen wij Hem zien gelijk Hij is. Daarom, dankt de Heere, want Hij is vriendelijk cn Zijn goedertierenheid duurt tot in eeuwigheid. Amen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1981
Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1981
Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's