Drouwen rond de Kribbe
Als enige vrouw was Maria bij de kribbe in Bethlehem. Jozef mocht er ook bij zijn. Als man. Niet als vader. De band tussen moeder en kind was sterk in de Heilige Geest. Maria baarde haar eerstgeboren Zoon. Zij wond Hem in doeken en legde Hem neer in de kribbe. Het is van de Heere geschied, vrucht van de Heilige Geest. Voldragen vrucht van het mij geschiede naar Uw woord. Het gaat om het Kind. Van de kribbe zien we naar moeder Maria. Dan zien we ook Jozef. Wc noemen de leden van een geheiligd gezin, in een wat ongebruikelijke volgorde: eerst het Kind, dan de moeder en tenslotte de man. Wat in het oog springt is dit: het heil bereikt in Bethlehem man, vrouw en kind. We zien de orde van de schepping in het licht van de herschepping. En dat alles in hèt Kind. Kijk maar mee, lezer. Zie, uw Heiland, uw Losser... de Koning, vernederd ais een dienstknechtje in de kribbe. Daar ligt Hij, tot zonde gemaakt, om zondaren van zonden te bevrijden. Hoe ben ik rechtvaardig voor God? Alleen door het geloof in Hem.
Eeuwenlang hebben zondige mensen uitgezien naar de komst van dit Kind. Onze gedachten werden teruggeleid naar vrouwen, in het begin van de Bijbel genoemd, als getuigen van Zijn naderbij komen. Het moederschap richtte zich op de Messias en Zijn Rijk. In onze tijd is het moederschap in een hoekje terecht gekomen. Laten we wel vasthouden dat bijbels moederschap zich richtte op de komst van Jezus en heden gericht dient te zijn op Zijn wederkomst. Vaderschap en ouderschap staan daar niet los van! Maar nu dan aandacht voor vrouwen in het begin van de Bijbel, rond de kribbe. Ik bedoel daarmee: bevruchte vrouwen, die een kind droegen dat heenwees naar de Messias. Wonder moederschap. In blijde verwachting van verlossing, hulp en heil het mensengeslacht aangebracht.
We kunnen nu maar enkele vrouwen met name noemen en bedenken dat ze in een lange rij van moeders staan. Deze namen: Eva, Sara, Thamar, Naomi, Ruth en Hanna. Om tenslotte uit te komen bij Maria. Ik zeg het verkeerd. Om tenslotte uit te komen bij het Kind in de kribbe.
Moeder en Eva
De eerste vrouw... ons aller moeder Eva. De man mocht haar de naam geven. Hij was nog alleen, toen hij de dieren een naam gaf. Naar Gods scheppingsorde werd het Adam opgedragen namen te geven (Gen. 2). In de rechte staat van het paradijs kwam Adam er in de weg van de naamgeving achter dat hij alleen was. Hij vond geen hulpe, die als tegenover hem was. God maakte Adam in een diepe slaap. De vrouw werd uit de man genomen. Been van zijn benen. Vlees van zijn vlees. Haar naam? Manninne... uit de man genomen. En toch mag Adam haar een andere naam geven: eva oftewel Eva. 'Adam noemde de naam van zijn vrouw Eva, omdat zij een moeder aller levenden is.' Adam noemde zijn van God gegeven 'hulpe' Eva... leven. Adam kreeg 'leven' van de Heere. Haar naam 'leven' staat in Genesis drie genoemd. Is dat geen vergissing? De namen werden immers in Genesis twee genoemd? Deze naam — na de zondeval! — in Genesis drie. Van de menselijke kant bekeken had Adam zijn vrouw beter anders kunnen noemen: Dood'. Die naam paste beter. Het was immers gezegd: Ten dage als gij van de verboden vrucht eet zult gij de dood sterven.' Vlak voor de naam Eva staat de straf op de zondeval, het gericht over vrouw en man. Er zijn wel bijbelverklaarders, die zeggen dat die naam Eva tussengevoegd is. Neen... het is Geesteswerk! God openbaart de straf om de zonde in de omlijsting van de moederbelofte (Genesis 3 : 15) en de moeder-naam (Genesis 3 : 20). Liet 'doodstrafbericht' van de mens staat ingeklemd tussen het geboortebericht vanwege de levende God. Wie oren heeft, die hore onder Gods 'vuistslag' Zijn hartslag. God doet bericht van het leven, waar wij in onze voorouders in de dood neerliggen. Moeder Eva heet 'leven'! Er komt nageslacht. Levensvatbaar in het profetisch Woord: Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven'.
Heeft Adam daaraan gedacht? Verwacht maar niet teveel van Adam als naamgever. God legde die naam in zijn mond. De Geest Gods gaf in de adem leven om die naam te noemen... Heva... vol adem en leven. Verzonken in de dood mocht Adam in die naam triumferen over de dood. In Eva's kind. In Gods Zoon. In hèt Kind van Bethlehem.
Moeder Sara
Te oud om een kind te krijgen. Wij rekenen en berekenen. Zeker, we hebben ons gezonde verstand. Maar je moet je wel afvragen in onze tijd of dat verstand van ons wel zo gezond is. Ach, Sara rekende ook. Zij was nog nooit uitgerekend. Onvruchtbaar was ze gebleven. Zwanger worden was onmogelijk. Daar geloofde ze niet meer in, al geloofde Abraham in de HEERE en werd het hem tot gerechtigheid gerekend. Wat geloofde Sara's man? Dit: 'Zo zal uw zaad zijn.' Tel de sterren, indien gij ze tellen kunt. En toch... Abraham had ook zijn inzinkingen. Hij meende via Hagar kinderen als sterren te verwekken. Het werd een doodlopende weg. De Heere zorgde desondanks voor Hagar en Ismaël.
Sara was in de tent, toen God door Zijn boodschappers Abraham liet zeggen: 'Sara, uw huisvrouw, zal een zoon hebben!' Sara kon haar lachen niet houden. Zij lachte de lach van het ongeloof. Toen ze doorkreeg dat haar lachen gehoord werd, vreesde ze. Het was verkeerd van Sara, maar zouden wij niet ongelovig kijken en in de lach schieten? Een bejaarde vrouw krijgt een kind? !
Zo werkt God in het onmogelijke het mogelijke. De onvruchtbare maakt Hij vruchtbaar. Abraham leerde met Sara wat geloof is. Enkel houvast aan het Woord van God, vol van beloften. Dan is het waar:
: Zou iets voor den HEERE te wonderlijk zijn? ' Sara werd bevrucht en baarde Abraham een zoon, Izak. Deze werd later de vader van jakob en Ezau. Uit Jakobs nageslacht werd Israël gebouwd. Sara mocht een moeder van David zijn, een moeder van de grote Davidszoon. V/anneer zij zich in haar ouderdom buigt over Izak, dan zien wij daarin met ogen van het geloof al iets van het Kindeke in de kribbe. In die belofte leefden Abraham en Sara. In die belofte konden ze sterven en erven.
Thamar... ongehuwde moeder
Het is jaren later. De stervende vader Jakob zegent zijn zonen. Dan komt Juda en vader Jakob zegt: Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven.' Jakob zag in deze zoon de Messias uit de stam van Juda komen. Hij sprak op zijn sterfbed de profetische woorden: Juda is een leeuwenwelp' en 'De schepter zal van Juda niet wijken' (Gen. 49). Het is alles alleen het grote verlossingswerk van Israël's God. Wie nog mocht denken dat Juda zelf het er zo goed heeft afgebracht die moet Genesis 38 maar eens lezen. Dit zondige verleden van Juda neemt de Heilige Geest mee als achtergrond van het geslachtsregister van Jezus. We lezen in het eerste hoofdstuk van Mattheüs: En Juda gewon Fares en Zara bij Thamar' (Genesis 1 : 3a).
Een tweeling! De tweede werd bij de geboorte de eerste en de eerste werd de laatste. Zo gaat het toe, als de Koning komt, als Hij doorbreekt met macht en kracht. Niet Zara maar Fares oftewel Perez werd eerst geboren. Op hem is de breuk. Hij is de Doorbreker, voorvader van de Messias. Thamar was evenwel een ongehuwde moeder. En wie was Juda? Een weduwnaar, die niet buiten een vrouw kon. Juda was bijna zover gekomen, dat hij Thamar met de tweeling in haar schoot levend had laten verbranden. We halen deze historie op om er van doordrongen te zijn dat wij zelf vleselijk, verkocht onder de zonde zijn. In die weg werd het Woord vlees, werd het Woord tot zonde gemaakt.
Wat was het geval? Juda hoorde dat zijn schoondochter, die al jaren weduwe was, zwanger was geraakt. Juda dacht erg rechtlijnig, waar het een ander betrof... Thamar moest naar de wet verbrand worden vanwege hoererij! Als een overspelige werd ze in de familiekring gezet. Daar is het uitgekomen wie de verwekker, de vader, was. Thamar had de bewijsstukken bij zich... zegelring, snoeren en staf. Van welke man? Van Juda! Laatstgenoemde was van een schaapsschcerdersfeest terug gekomen en had behoefte aan een vrouw. Thamar had als hoer langs de weg gezeten. Het was niet mooi van haar geweest. Niet goed te praten. We moeten eerlijkheidshalve wel weten dat zij vele jaren terug haar man had verloren. Haar zwager moest lossen in het zwagerhuwelijk, dat heenwees naar de komst van de Messias. Onan verspilde echter zijn zaad. God richtte hem en hij stierf. Schoonvader Juda beloofde wel zijn derde zoon, maar toen deze huwbaar was, gaf hij hem niet aan Thamar. Hij was immers al twee zonen
kwijtgeraakt bij die vrouw... Thamar bleef weduwe en zij verlangde naar een kind. Niet egoïstisch, maar in de lijn van de heilsgeschiedenis. Desnoods een buitenechtelijk kind... Vandaar dat ze als hoer langs de weg zat. juda en Thamar vielen in zonde. Kinderen werden in zonde ontvangen. Een tweeling kondigde zich aan.
Waarom staat dit zo realistisch in de bijbel? Luther antwoordt: 'Opdat niemand op zijn wijsheid .en gerechtigheid vermetel zij en niemand om zijn zonden wanhopig zou worden.'
We zeiden het al: Thamar moest, aldus Juda, verbrand worden. Zij had echter de bewijsstukken als een getuigenis dat Juda de vader was. De kerkvader Augustinus wees daar op, toen hij zei: 'Thamar... zij, die haar schoonvader heeft bedrogen, heeft niet gezondigd door de begeerte van het vlees, noch door het verlangen naar hoerenloon, maar uit dat bloed een vrucht zoekende, heeft zij, nadat zij met twee broers reeds gehuwd was geweest, en van de weigerende derde geen vrucht verkregen heeft, haar lichaam aan Juda door bedrog ter bevruchting onderworpen, na een pand van loon genomen te hebben, dat zij niet alleen als een sieraad, maar tot een getuigenis heeft bewaard.'
Thamar stond zwanger in de kring en sprak: Bij de man, wiens deze dingen zijn, ben ik zwanger; en zij zeide: eken toch, wiens deze zegelring, en deze snoeren, en deze straf zijn.' Juda kende ze en zei: Zij is rechtvaardiger dan ik.' Beiden onrechtvaardig. Wijs nu Juda en Thamar niet aan, maar uzelf. Zeg het eerlijk mee... 'een stroom van ongerechtigheden had d' overhand op mij.' En zie, ik verkondig u grote blijdschap. Perez leek de tweede in de geboorte van de tweeling, maar hij brak het eerst door. Van hem wordt straks aan het slot van het boek Ruth spreekwoordelijk het bruidspaar Boaz en Ruth toegevoegd: Uw huis zij, als het huis van Perez (dien Thamar aan Juda baarde), van het zaad, dat de HEERE u geven zal uit deze jonge vrouw (Ruth 4 : 12).
Thamar mocht een moeder van de Messias worden. De zon brak door in de duistere nacht van zonde en schuld. Zijn er nog mensen die zich ophouden in het donker? Denk erom, want u hebt de duisternis liever dan het licht. Komt onrechtvaardigen, w T ant de éne Rechtvaardige is geboren. Hij is in de kribbe van Bethlehem voor een volk van Juda's en Thamars neergelegd, voor een wereld verloren in schuld.
Naomi en Ruik... een zoon!
We moeten inkorten, want we geven niet meer dan een bijdrage in dit kerstnummer. Er is zoveel te zeggen over deze vrouwen. We wijzen hier op een enkel punt. Naomi trok vol weg uit Bethlehem-Juda naar Moab en keerde, naar haar zeggen, ledig weer. Zij vergat als Mara (bitterheid) Ruth, de Moabitische.
Van Naomi uit menselijk wel te begrijpen. Vol trok ze weg. Met haar man en twee zonen. Waren ze wel zo vol weggegaan? Op eigen kompas weggaan... is dat wel vol?
En nu... daar is ze weer. Ze heeft in de tegenslagen de hand van de Heere erkent: De Almachtige heeft mij bitterheid aangedaan.' Ze was daarin niet verbitterd, maar zag in de tegenslagen de slaande hand van God. En toch... kwam ze echt leeg terug? Zie... Ruth, de Moabitische! Die jonge vrouw is vol van de keus van haar leven, vol van de God van Israël. Ruth mocht Boaz ontmoeten. Boaz werd Naomi's losser. Ruth en Boaz huwden in de poort (Ruth 4 : 11) en wanneer Ruth later een zoon baart, dan heeft Naomi een zoon gekregen. Wie het vat, die vatte het. In die weg wordt het broodhuis, Bethlehem, vol. Naomi zei leeg terug te keren, maar de HEERE maakt het vol. Toe pak de bijbel eens en zoek het vierde hoofdstuk van het boekje Ruth op. Lees dan de verzen veertien tot en met zeventien.
Ruth, de Moabitische, is net als Thamar de Kanaanitische in het geslachtsregister van de grote zoon van David opgenomen. Niet alleen Israël, maar ook de heidenen mogen rond de kribbe van Bethlehem komen. De schuren zijn vol. Voor jood en heiden. Komt, laten wij aanbidden die Koning. In Bethlehem mag psalm 86, het vijfde vers in de berijming, gezegend worden.
Hanna en Maria
U kent toch de geschiedenis van Hanna uit het begin van het eerste boek van Samuël? Lees haar lofzang eens na en vergelijk die met de lofzang van Maria, Wie zal zich niet verwonderen over deze grote eenstemmigheid. Wondere eenheid van het oude en het nieuwe testament.
Hèt Kind
Alles richt zich nu op de HEERE en Zijn heil. Komt, verwondert u... Hanna zong ervan: 'ik verheug mij in Uw heil' en Maria zong ervan 'Mijn ziel maakt groot den Heere; en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker. Zingt u mee? Denk erom: het gaat om hèt Kind in de kribbe. Gods eniggeboren Zoon en mensenzoon, uit de stam van Juda en uit het geslacht David.
K.a.Z.
C. van Sliedregt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1981
Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1981
Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's