Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zaligmakende genade Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zaligmakende genade Gods

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want de zaligmakende genade Go is verschenen aan alle mensen, en onderwijst ons dat wij de goddeloosheid en de wereldse begeerlijk heden verzakende, matig en rech vaardig en godzalig leven zouden deze tegenwoordige wereld. Verwachtende de zalige hoop en verschijning van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus. Titus 2 : 11-12

Het is Kerstfeest geweest. En wat nu? De sfeer is weg uit kamers en kerken. Zijn we nu teruggevallen in de grauwe werkelijkheid of... is er eigenlijk niets veranderd? Maar het is niet voor niets kerstfeest geweest. Wat er gebeurd is, is er gebeurd, maar nooit meer kan ongedaan gemaakt worden dat de zaligmakende genade Gods Verschijnt aan alle mensen.

De apostel Paulus drukt zijn broeder en medewerker in het evangelie op het hart om er op toe te zien, dat het geloof in en de belijdenis van Christus op de juiste wijze functioneert in het leven van christenen. Hij richt zich in deze brief, die aan Titus is geadresseerd tot alle lagen van de bevolking. Hij wekt oude mannen en oude vrouwen, jonge mannen en jonge vrouwen, werkgevers en werknemers op, om de leer van onze God en Zaligmaker te versieren met een godzalige wandel.

Hij wil da.t christenen de naam van Christus eer aan doen. De versieringen zijn geloof, liefde, lijdzaamheid, stemmigheid in kleding, matigheid in eten en drinken. Onderlinge liefde tussen mannen en vrouwen, tussen ouders en kinderen. Versieren is niet de zaak optuigen aan de buitenkant en verder elkaar een beetje af lopen tuigen. Het heilig versiersel, om niet te verkrijgen, is nog altijd een zachtmoedige en stille geest, die kostelijk is voor God.

Waarom hecht Paulus zoveel waarde aan die versiering, zonder de vals-bewogen sfeer? Want — en nu geeft hij de reden aan — de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen. Nog meer klemtoon krijgt dit Kerstlied van Paulus als we letterlijk vertalen:

Verschenen is de zaligmakende genade ds Gods, met nadruk op het werkwoord verschénen. Zijn lezers begrepen waar hij op , zinspeelde en wat hij uiteindelijk bedoelde. - Het woord verschijnen was de vastgestelde t-uitdrukking als de keizer van Rome ergens een in statiebezoek bracht. Dan riepen de herauten: de keizer is verschenen en de mensen die reikhalzend in de rij stonden om een glimp van die godenzoon, die verhevene op te vangen, beantwoordden het herautengeroeip met Kyrie-eleison. Kurios, goddelijke keizer, heer der wereld, erbarm u over ons.

Ver boven dit menselijk bedrijf uit, jubelt de apostel: Verschenen is de zaligmakende, de heilbrengende genade van Gód. Daarmee zet hij de keizer van Rome terzijde.

Met deze Kerstboodschap staat hij haaks op de wereld van zijn tijd. Dan poneert hij klaar en eenvoudig dat de redding der wereld niet uit Rome komt. Netzomin als zij vandaag uit Washington of uit Moskou komt.

De heilbrengende genade van God is niet een vage vrede, niet een zinnenbetoverende romantiek, maar de reddende genade van God is een Persóón. Hij is de Kurios — Christus, de Heere, in wie de reddende genade van God vlees en bloed is geworden. Zó is God bij de mensen. Leest u er hoofdstuk 4 : 3 ook nog maar even op na. Daar wordt het nog duidelijker gezegd dat de goedertierenheid van God onze Zaligmaker en Zijn liefde tot de mensen verschenen is.

Dat is het, dat alleen. Dat maakt Kerstfeest tot Christusfeest. Reddende genade van God, goedertierenheid, verbondstrouw. Heel de verschijning van Christus van kribbe tot kruis in vernedering en verhoging, dat noemt Paulus zaligmakende genade van God.

Johannes geeft ej een andere naam aan, die op hetzelfde neerkomt. Johannes spreekt van geopenbaarde heerlijkheid des Vaders, vol van genade en waarheid. Christus wordt bedoeld, zoals Hij het hele werk der zaligheid op zich heeft genomen en tot stand gebracht.

Wat zegt u ervan? Ik...? Ja u! Maar heb ik er dan mee te maken, wordt u er dan in betrokken? Zeker, zeker, want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen. Lees ik dat goed? Ja wrijf uw ogen maar eens uit. Het klopt met wat Simeon zong, dat Christus een Licht was tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Zijn volk Israël. Daar hebt u alle mensen bij elkaar. Denken wij niet vaak dat het voor een paar mensen is. Dingen wij niet teveel af op de verschijning van onze grote God en Zaligmaker? Wij nemen dit woord onder de loep en zeggen: „wel alle mensen, dat gaat toch zo maar niet!" Ik zou u willen vragen, Iaat het Woord staan, zoals het er staat. Als 's morgens de zon opgaat, dan is er geen mens die deze zon kan tegen houden.

En nu God de Zon der Gerechtigheid heeft laten opgaan in deze verloren wereld, kunt u op twee manieren reageren. Bidden: Zon der Gerechtigheid beschijn ons. Verlicht ons hart dat duister is. U kunt ook met een verduisterd verstand redeneren dat het niet voor alle mensen is. En hoezeer het waar is dat niet alle mensen zalig worden, maar alleen die Christus door een waar geloof zijn ingelijfd en al Zijn weldaden aannemen, wie het Woord en ziin belijdenis een beetje kent handhaaft het andere ook.

Dat de schuld of oorzaak van het ongeloof geenszins ligt in God, maar in de mens. Graag geef ik toe dat Paulus allerlei mensen bedoelt. Dus toch beperking van de verschijning? Neen Paulus bedoelt met dat woord alle (allerlei) alle soorten mensen. Mensen in het voorgaande genoemd. Oude mannen, vrouwen, jonge mannen, vrouwen, kinderen, vrijen en slaven. Alle rassen en alle klassen. Gods genade aldus Calvijn is afgedaald tot de slavenstand, tot de meest verachte, tot de diepst gezonkenen. En dank de God en Vader als Hij u door die reddende genade bracht uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Zaligmakende genade is verschenen, in de komst van het Kind. Hij redt uit de banden, hij bevrijdt van de vloek.

Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien. Dit Kind, dit Kind! O God, Gij zijt de diepste bron van mijn heil. Alle ogen zullen de zaligheid Gods zien. Behalve degenen die er moedwillig hun ogen voor sluiten.

Zaligmakende genade Gods, die Hij rijkelijk over ons heeft uitgegoten, door Jezus Christus onze Zaligmaker. Zij wordt persoonlijke zaligheid en dient dat te zijn of te worden in de afbraak van mijn on-en eigengerechtigheid, in het omhelzen van Borggerechtigheid. Als dat geen Kerstfeest is, wat

is het dan? Het verschijnen van de zaligmakende genade Gods blijft niet vruchteloos,

Zij voedt op tot een godzalig leven.

Waar de zaligmakende genade Gods verschijnt, maakt zij zondaars tot Gods kinderen. De verschijning wordt gevolgd door een wandel in het licht. Daarom de zaligmakende genade onderwijst ons. Wie zijn die „ons"? Dat zijn de mensen die gekomen zijn tot het licht, die metterdaad zich omsloten weten door de reddende armen van God in Christus. Zij laat ons niet dezelfde mensen. De genade vernieuwt en verlicht en beschijnt hen, die gezeten zijn in de schaduw van de dood. Waartoe? Hoor daar zingt Zacharias: opdat wij Hem zouden dienen in heiligheid en gerechtigheid al de dagen van ons leven.

Die genade onderwijst ons. Letterlijk staat er: zij voedt ons op. Het doel van de geestelijke opvoeding is dat wij het beeld van Christus gelijkvormig worden. Het Kerstfeest houdt niet met één of twee dagen op.

En onderwijst ons dat wij de goddeloosheid verzaken, verloochenen, afzweren. Goddeloosheid, ja daar is de wereld vol van. Ons hart ook. Het ziet niet eens zozeer op bepaalde dagen, die we dienen te laten. Dat ook! Een ieder die de naam van Christus noemt sta af van ongerechtigheid. Het ziet vooral op de innerlijke houding en de verhouding waarin wij staan tegenover God. Goddeloosheid raakt het — zonder-God-zijn. Genade geeft er de doodsteek aan. We Ieren niet alleen nee zeggen tegen goddeloze dingen, maar tegen ons goddeloze en eigenzinnige ik vooral.

Paulus zegt het nog sterker. Hij predikt niet, mensen doe nu je best. Maar hij zegt het in de voltooid verleden tijd. Gij hebt verzaakt, gij hebt verloochend, gij hebt gebroken met de wereld en uw eigen ik. Datmoet nu doorgaan.

Vervolgens hebt ge ook uw wereldse begeerlijkheden te verloochenen. Tegen de zonde in al haar gevarieerdheid in haar vergroving en verfijning neen zeggen, 't Doopsformulier zegt het zo prachtig, de wereld verlaten, de oude natuur doden. De wereldse begeerlijkheden is een leven dat met tuchteloosheid en bandeloosheid te maken heeft. We worden er in meegezogen vandaag de dag, als in een draaikolk. Maar er zijn ook verfijnde wereldse begeerlijkheden. Als ons leven alleen maar gericht is op de dingen van beneden. In het nette, ja natuurlijk altijd iruhet nette. Dan hebben de mensen er zo'n erg niet in dat we gierig zijn, of dat we alleen maar leven voor de wereld, .of dat we niet kunnen en willen vergeven. Heel fatsoenlijke zonden zijn er ook. Maar waar de reddende genade van God verschijnt, verdwijnt deze levenshouding om plaats te maken voor een matig, rechtvaardig en godzalig leven. Na het krachtige „neen" Legen het leven in de zonde, komt het even krachtige „ja", dat het leven in heiligmaking onderstreept.

De zaligmakende genade onderwijst ons, voedt ons op tot christenen, die het beeld van Gods Zoon gelijkvormig worden. De vrucht van een leven in de omgang met Christus, komt tot uitdrukking in de matigheid, in de rechtvaardigheid en in de godzaligheid. Dat zijn heel praktische zaken, die het leven van iedere dag raken en in de lichtkring van het Kind van Bethlehem trekken.

Matigheid, de apostel bedoelt ons te matigen in eten en drinken, in kleding en versiering, in arbeid en ontspanning, in bezitten en niet bezitten.

De rechtvaardigheid bedoelt dat we een ander laten delen in wat we zelf bezitten. U beleeft het Kerstwonder meer en meer, naar de mate dat u de liefde van Christus uitdraagt in daden van barmhartigheid, in het lenigen van de nood, in het wegnemen van onrecht op grote en kleinere schaal. Zo voedt de genade ook op tot godzaligheid, tot tere Godsvreze. Dan straalt er iets uit, wat anderen aantrekt, aanlokt en dan zijn we kinderen des lichts. Dat betekent nu Kerstfeest na datum, dat we leven uit Christus. Dat we leven om te vergeven, om lief te hebben om ons brood te delen met hongerigen en onze overvloed met ontheemden.

Rechtvaardig matig en godzalig leven in een wereld die in het boze ligt. Toen, toen de apostel deze woorden schreef en nu in 1982. Kerstfeest vieren doe je niet in een versierde kamer, maar door als ouderen stemmig te zijn, voorzichtig, gezond in het geloof, in liefde en lijdzaamheid. Door je te kleden in overeenstemming met je geloof, gelijk de heiligen betaamt, eerbaar en ingetogen. Door niets te lasteren en niet overmatig wijn te drinken, maar door voorzichtig te zijn, je man lief te hebben, je vrouw lief te hebben, je kinderen lief te hebben. Leest u het maar na in het begin van dit hoofdstuk. Dan zal in ieder geval de wereld van ons niet meer kunnen zeggen: ze hebben het er wel over, maar ze léven er niet naar.

In elk geval zal deze zaligmakende genade Gods de gelovigen zelf

Vervullen met blijde hoop.

Waar zo Kerstfeest gevierd wordt, worden we op aarde hoe langer hoe meer vreemdelingen. Raakt bij ogenblikken ons hart vol van heimwee, naar de dag van volle vrede, naar de plaats waar geen rouw, geen dood, geen tranen meer zullen zijn. De zaligmakende genade Gods legt 'n schakel tussen komst en wederkomst van Christus. Zeker, ik beleef hier het pijnlijke van het-nog-niet. Nog is die dag verborgen. Maar dat hoeft niet moedeloos en. lusteloos te maken. Het geloof laat niet vruchteloos.

De apostel Petrus wekt op en zegt tegen de christenen van zijn tijd en zo tot ons: En gij tot hetzelve alle naarstigheid toebrengende, voeg bij uw geloof deugd en bij de deugd kennis en bij de kennis matigheid en bij de matigheid godzaligheid en bij de godzaligheid broederlijke liefde en bij de broederlijke liefde, liefde jegens allen. Want zo deze dingen bij u zijn en in u zijn, zij zullen u niet ledig en onvruchtbaar laten in de Dag van onze Heere Jezus Christus.

Ziet u dat een godzalig leven niet alleen de hemel in het hart brengt, maar ook de Dag van Christus doet zien? Dat zegt nu ook onze tekst. Zó levend verwachten wij de zalige hoop en verschijning van onze grote God en Zaligmaker, Jezus Christus.

Christus die op aarde verschenen is, is nu verdwenen achter de wolken des hemels. Hij is wel uit het oog en niet uit het hart. Als Zijn licht schijnt in onze duisternis dan zijn wij de mensen gelijk die op hun heer wachten. Dan wachten we met brandende lampen. De dag dat Christus wederkomt is de dag van Zijn verschijning en heerlijkheid. In de stralende heerlijkheid waarvan de engelen zongen in de Kerstnacht zal Hij opnieuw verschijnen. Niet als een Kind, maar als een Koning. Want Hij, die eenmaal geopenbaard is om veler zonde weg te nemen, zal ten andere male zonder zonde gezien worden van degenen die Hem verwachten tot zaligheid. Daar is de verschijning van Rome's keizers een armzalige vertoning bij, want dan zal Hij teniet doen alle heerschappij en macht en kracht.

Het eeuwige Christus' feest dat nooit voorbijgaat mag door de Kerk des Heeren worden ingewacht. Hoe zult u Hem ontvangen? Als de wijze of als de dwaze maagden? Het feest van God en het Lam staat voor de deur. Hebt u Zijn verschijning liefgehad? Is Hij aan u verschenen in uw duisternis van zonde en oordeel? Zo ja dan worden we vervuld met zalige hoop. Dan wordt de bruidsgemeente weer adventsgemeentc. Het is Kerstfeest geweest en wat nu? Zalig wie Kerstfeest heeft mogen vieren, die gaat Christus tegemoet. De strijd is zwaar, de lucht bewolkt en... o wonder van het geloof, het uitzicht verheldert.

Verwachtende de zalige hoop en verschijning van onze God en Zaligmaker. En als u het „onze" door genade hebt leren stamelen, dan klinkt het als het lied van een nachtegaal in het donker.

Al scheurt het kruis uw schouder Al dooft het laatste licht De Trooster en Behouder Gaat voor uw aangezicht

K.a.Z.

H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1982

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De zaligmakende genade Gods

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1982

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's