KLEINE KRONIEK
Iets over pop-muziek
Misschien zal iedere lezer wel weten welk soort muziek bedoeld wordt. In ieder geval onze jongere lezers en ouders die jonge kinderen hebben. In Contact, het orgaan van de Bond van Christelijke Gereformeerde Vrouwenverenigingen (maart 1982) trof ik over dit thema een artikel aan van de hand van Ger Hovius, wat ik graag ter lezing en overweging aan u doorgeef omdat ik het zo inhoudvol vind. Hovius schrijft onder het opschrift:
(wan)klanken van onze tijd
„In het algemeen kan men stellen dat kunst (welke, dan ook) een afspiegeling is van de tijd en de denkbeelden van de in dat tijdperk levende mens.
Zo straalt er bijv. uit de kunst (ook die van de muziek) uit de Middeleeuwen een grote devotie, omdat dat alles had te maken met de levensinstelling van de mens in die tijd. Zo is dat in alle tijden geweest. Wie dit verschijnsel kent en onderschrijft weet dan ook meteen in welke tijd wij nu leven.
Immers, als datgene wat men in onze tijd wil laten doorgaan voor bijv. muziek wérkelijk een spiegel is van de moderne mens, dan is het met die mens heel treurig gesteld.
In lezingen en eerdere artikelen heb ik steeds, juist op grond van wat de Bijbel ons over muziek te zeggen heeft, betoogd dat de echte muziek, hoe primitief of hoe ontwikkeld ook, zich heeft te houden aan een evenwicht tussen de twee pijlers waarop ze steunt: Ritme en Melodie.
Ritme heeft alles te maken met maat of maatslag, een steeds weerkerende regelmatige impuls. De maat om maatslag is de mens eigen door de hartslag. Van nature kent de mens regelmaat bij het lopen, en het verrichten van zelfs primitieve werkzaamheden als hameren, roeien, enz.
Een telkens weerkerend ritme kan een mens op den duur zodanig hypnotiseren dat hij geheel in de ban daarvan raakt. Als voorbeeld kunt u nemen de natuurvolken.
Wordt het ritme echter verfraaid, omlijst, en binnen de „perken" gehouden door een goede en mooie melodie, dan is er een harmonisch evenwicht. Een evenwicht dat-de mens weer rustig maken kan en deze mens kan doen genieten van één der allermooiste kunstuitingen: de echte muziek! Zulke muziek (hoe sterk van totaalklank ook beginnend) ontstaat altijd vanuit de stilte.
Volkomen anders is de muziek van de „moderne" mens, " en met name de jonge mens. Er is van een harmonisch evenwicht in het geheel geen sprake. Die muziek hoeft ook niet vanuit de stilte te ontstaan. Men kan er ook rustig doorheen schreeuwen (Hilv. III).
Het ritme is veelal sterk uit zijn krachten gegroeid door overdadig gedram op trommen en slagwerk (drums), terwijl datgene, wat voor melodie zou moeten doorgaan het ritme nog eens sterk accentueert omdat daarvoor instrumenten worden gebruikt als slaggitaren, waarvan de toonsterkte, en dus ook de „aanslag" door middel van een groot versterker-vermogen wordt verveelvoudigd. Bovendien heupwiegt de zanger of zangeres (en de instrumentalist) op maat en ritme mee, zodat ook een visuele ondersteuning van het ritme wordt verkregen. Hier ligt de binding die de primitieve mens met zijn muziek heeft.
Daardoor spreekt deze muziek, die men popmuziek noemt, de jonge mensen zo aan. De jonge mensen worden zo ingepalmd, ja zelfs verteerd door het onafgebroken ritmisch gestamp van deze rock-muziek (pop-muziek is eigenlijk geen goed woord!) dat ze die muziek echt niet zelf meer horen, maar „beleven".
Het melodisch element is in deze muziek geheel ondergeschikt geworden aan het ritmische. Dat is voor degene die in de ban daarvan komt ook helemaal niet belangrijk. Hij of zij ervaart hetzelfde als de natuurmens die, opgezweept door urenlang tromgeroffel en wilde dansen, buiten
zichzelf is geraakt en dan de strijd met andere stammen, wilde dieren of boze geesten aangaat.
Het is dan ook best te begrijpen dat bij hen, die in de ban van deze „muziek" geraken de kans groot is dat alle remmen los slaan. Men waant zich vrij om te doen en te laten wat men zelf wil, maar in werkelijkheid is men een gevangene van zijn eigen cultus. In die waan van vrijheid, als er geen wetten meer gelden (ook niet de eenvoudige natuurwet die regelt dat ritme en melodie in evenwicht moeten zijn!) wordt de mens op zichzelf teruggeworpen. Hij stelt steeds meer zijn eigen wetten, zijn eigen normen, en zal zelf wel bepalen wat wel en wat niet mag. Dat laatste komt natuurlijk niet meer in zijn woordenboek voor. In zo'n stadium gekomen mag immers alles, als je het zelf maar „fijn" vindt.
De mens, die door de zonde van nature een egoïst is geworden, trekt alle pleziertjes naar zich toe. Wat zouden we nog rekenen met anderen? Daarom staat op de „eigen" jeugdkamer, ook in christelijke gezinnen, de muziek vaak keihard aan. Daarom rijden jongelui in een auto die honderden meters ver te horen is aan: de muziek. Daarom lopen de jongelui met cassetterecorders op straat en rijden ze op de fiets met een hoofd-telefoon op. Menig jongmens is echt oprecht verstoord als hem wordt gevraagd de muziek op zijn kamer dan tenminste wat „zachter" te zetten. Het zal u duidelijk zijn waarom hij dat eigenlijk niet kón. Hij is immers bezig aan een stuk muzikale bevrediging waarvan hij niet meer los kan komen!
Hij wordt daarbij nog eens extra geholpen door de wereld om heen heen. Werkeüjke stilte bestaat nergens meer. Denk maar eens aan wat ik in het vorig artikel schreef over het lawaai waarin we met onze geïndustraliseerde en technische maatschappij zijn terechtgekomen.
Omdat het uiteindelijk gaat om een stuk bevrediging van eigen gevoelens past daarin wonderwel het druggebruik. Geen enkele, zichzelf respecterende popgroep heeft niet te maken gehad met de politie, als het gaat om druggebruik en drughandel. Diverse popmusici zijn aan druggebruik, op nog vrij jonge leeftijd, gestorven. Ze propageren het druggebruik in hun songs en de fans volgen hun adviezen trouw op.
In dat kader past vanzelfsprekend de vrije sex, weer geholpen door dey propaganda middels de popsongs, en de z.g. „voorlichting" over voorbehoedsmiddelen en abortus. Dit trekt een zware wissel op de jongelui, maar vooral op de meisjes. Toch zijn vooral de meisjes het fanatiekst onder invloed van de popcultus. Zij aanbidden de popidolen; staan te dringen in massa's om ze éven te mogen aanraken. Daarvan zijn voorbeelden te over. Dit alles houdt natuurlijk weer een commercie in het leven die legaal of illegaal te maken heeft met de instandhouding van deze cultus. Denk alleen maar aan de platenindustrie, de electronica enz. enz.
U kunt zelf wel nagaan wat er op de markt is, waar dat vandaan komt, waarvoor het er is en door wie het gekocht en gebruikt wordt. Nu weet ik ook wel dat het noemen van al deze zaken erg eenvoudig is, maar wie wijst de weg om, of de jonge mens van deze heilloze weg af te houden, of hem ervan af te brengen? Vele ouders hebben, tot hun grote verdriet, gemerkt dat zij hun kind, ondanks alles, niet van de popmuziek hebben kunnen weghouden. Integendeel, steeds weer blijkt dat, hoe meer men ertegenin gaat, hoe meer het kind in de armen van deze cultus wordt gedreven. In hoever de scholen voor christelijk (voortgezet) nderwijs hieraan door georganiseerde disco-avonden mede schuldig zijn, laat ik in het midden.
Ik heb al gezegd: het is de verslaving in de eerste plaats. Maar het gaat diepar. Alles wat de mens bij zichzelf en de bevrediging van zijn eigen verlangens brengt is niet uit God. Het grote gebod luidt: God lief te hebben boven alles en de naaste als zichzelf.
Het is een Satanische macht, waarvan in Efeze 6 : 12 (zie uw bijbelstudie) wordt vermeld, dat wij niet hebben te worstelen tegen vlees en bloed (dus niet tegen een mens, ook niet uw eigen kind!) maar
tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers der duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Vaak komt de vraag van ouders: „Maar wat kan ik er dan aan doen om mijn kinderen ervan af te houden? "
In hetzelfde hoofdstuk geeft de apostel Paulus het antwoord. Hij omschrijft de geestelijke wapenrusting die nodig is om stand te houden en weerbaar te zijn. Het is de wapenrusting die wij onze jonge mensen vaak niet meer kunnen aanreiken als ze eenmaal in de ban van de demonische machten zijn geraakt. Het is de wapenrusting die ze moeten bezitten, vóórdat de brandende pijlen van de boze op hen afkomen.
De anti-religie schijnt uit te gaan van het gebod(!): Heb jezelf lief boven alles, ten koste van de naaste, en vergeet dat God bestaat.
Tegenover deze anti-religie, die de popcultuur en alles wat daarmee samenhangt over de jonge mens brengt staat nog altijd de WARE religie die uitgaat van het grote gebod: Heb God lief boven alles en de naaste als jezelf.
Spreek daarover vrijmoedig en veel met de opgroeiende jeugd. Laat ze zelf aan het woord om u uit te leggen waarom ze bepaalde popmuziek zo „mooi" vinden. Praat samen over de muziek waarmee uw kind thuiskomt. Analiseer en vertaal de teksten, en tracht meer te weten te komen van juist die éne popgroep of zanger waar uw kind zo'n belangstelling voor heeft, maar bouw de geestelijke wapenrusting op!
Heb zelf ook belangstelling voor goede muziek en leer vroeg uw kinderen daarnaar te „luisteren". Draai, als u een pick-up hebt zelf een goede plaat, en kies dan die muziek, die aansluiting vindt bij het ritmische element, dat de jonge mens zo aanspreekt. Zoek die bijv. bij Handel, Bach en Mozart, en laat dat niet aan de popmusici over, die juist van die muziek een karikatuur maken! Laat de TV eens een poosje uit, en zet de versterker van uw platenspeler of cassetterecorder niet zo luid. Praat samen ook eens over de inhoud van de muziek waarnaar u luisterde. Op goede platenhoezen treft u veel informatie aan. Lees er eens iets meer over. Er zijn echt vele goede boeken.
Maar weer: denk aan de geestelijke wapenrusting. Praat niet alleen over de geestelijke dingen die u lief zijn, maar leer uw kinderen er ook van zingen. Leer ze dat al jong, zéker nu de christelijke scholen u daarbij steeds meer alleen laten staan. Moeten we ons eigenlijk niet * afvragen of we de echte dialoog met de jeugd niet zijn kwijtgeraakt omdat we zelf meewerken aan eën wereld die barst van de geluidshinder, omdat wij daar voordeel bij hebben?
Kunnen we met de jonge mensen niet meer in de stilte en over de stilte praten omdat wij zelf allang niet meer weten wat echte stilte is? Omdat we geheel en al in de ban van de jacht van onze eigen gecreëerde „welvaarts"-wereld zijn geraakt?
Het is een hellend vlak. We horen de geluidsoverlast, die we zelf teweegbrengen niet meer, waardoor het lawaai steeds groter wordt. In dat lawaai horen we de stem van de kinderen niet meer, die eerst zachtjes, maar dan toch sterker roepen om begrip, hulp, liefde en aandacht.
Wat nog veel erger is: in het lawaai, door de mens zelf in gang gezet en opgeroepen horen we de stem van God niet meer. „Want zo zegt de Heere HEERE, de Heilige Israëls: Door bekering en rust zoudt gij verlost worden, in stilheid en vertrouwen zou uwe sterkte zijn, — maar gij hebt niet gewild."
Moet dit citaat uit Jesaja 30 : 15 ook op ons van toepassing zijn? Als dat zo is zijn we van wat David bedoelt in Psalm 65 : 2: U komt stilheid toe, een lofzang, o God in Sion". En de man naar Gods hart, David, de herder, kon het weten!"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 maart 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 maart 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's