KLEINE KRONIEK
Gelderse synodeleden: Onvoldoende recht gedaan aan verscheidenheid Hervormde Kerk
Via het persbulletin van de Hervormde Kerk lazen we onder bovenstaand opschrift het hier geciteerde wat we u eerst willen laten lezen. Bij de benoeming van kerkelijke hoogleraren in de afgelopen 5 jaar is onvoldoende recht gedaan aan de verscheidenheid in geloofsbeleving binnen de Hervormde Kerk. Het gevaar bestaat dat verschillende raden binnen de Hervormde Kerk zich te veel verzelfstandigen en zo een eigen instituutje gaan vormen. De thema's die in de afgelopen jaren op de agenda van de hervormde synode hebben gestaan, getuigen van een betrekkelijke eenzijdigheid. Dit zijn een paar conclusies die getrokken kunnen worden uit het rapport „Generale synode yan de Nederlandse. Hervormde Kerk 1977—1981 bezien door de ogen van enige Gelderse afgevaardigden", dat is samengesteld door zes leden van de hervormde Synode afkomstig uit de provincie Gelderland.
De zes zijn ds, C. B. Bot, ouderling J. Haeck, ds. K. G. de Noord, ouderling R. A. van Oosten, diaken W. J. van der Schans - den Duyf en ouderling: W. W. Schneider - van Schuppen. Zij hebben hun synodelidmaatschap er op zitten en hebben de afgelopen jaren gezamenlijk geëvalueerd. Hun rapport is gepubliceerd in „Woord & Dienst", veertiendaags orgaan voor het hervormde gemeenteleven. In de afgelopen 5 jaar heeft de hervormde synode acht maal een kerkelijk hoogleraar benoemd (Van Gennep, Verdonk, Dingemans, De Knijff, Hoedemaker, Spijkerboer, Van de Beek en Ter Schegget). De zes ex-synodeleden zijn van mening dat bij deze benoemingen de rechtervleugel van de Hervormde Kerk te weinig vertegenwoordigd is.
„Dat komt o.a. ook", aldus het rapport, „door het incidentele karakter dat al de hoogleraarsbenoemingen hebben. Er lijkt geen totaalbeleid achter te zitten. Het is iedere keer weer een verrassing wie er op de voordracht zal staan." De Gelderse afgevaardigden stellen daarom aan het breed moderamen van de synode voor om voortaan eenmaal per jaar een gesprek te hebben met de Commissie voor het Theologisch Wetenschappelijk Onderwijs over haar fietelijk en toekomstig beleid, over de ontwikkelingen aan de theologische faculteiten en het seminarium. Het breed moderamen zou daarover dan aan de synode verslag moeten uitbrengen.
Instituutje
De zes afgevaardigden zeggen in hun rapport het zorgwekkend te vinden dat elke raad binnen de Hervormde Kerk een „eigen instituutje" geworden is met eigen ideeën, belangen en belangrijkheid. Het zicht op het geheel der kerk is niet bij alle raden aanwezig, aldus de afgevaardigden, die daar aan toevoegen dat het in de komende jaren onvermijdelijk zal worden dat bestaande raden worden samengevoegd.
De ex-synodeleden achten het wenselijk „dat bij de herijking en herstructurering 'van de raden, de raadsleden vrijwillig hun functies ter beschikking stellen, waardoor welk soort machtsstrijd dan ook wordt vermeden."
Eenzijdig
De grote thema's waarover de hervormde synode in de afgelopen jaren heeft gesproken, waren doorgaans van politiek-maatschappelijke aard, zo meldt het rapport. Als voorbeelden worden o.a. genoemd de kernwapens, de arbeidssituatie en de gift van het anti-racismefonds van de Wereldraad van Kerken (PCR) aan Rhodesië.
„Er zaten uitstekende en hoogst belangrijke zaken bij", aldus de ex-synodeleden, „maar toch merkwaardig dat wij meenden door met deze thema's bezig te zijn, leiding te kunnen geven aan de kerk in deze jaren. Er valt niets terug te draaien, maar betrekkelijk eenzijdig waren we wel."
Bij al deze zaken, zo wordt in het rapport gemeld, was er dikwijs sprake van verzet van de kant van de Gereformeerde Bond, soms gesteund door de Confessionele Vereniging. „Hadden we hen niet echt serieus moeten nemen door een diepgaand gesprek aan te gaan? Wellicht hadden we elkaar voor eenzijdigheid behoed."
De zes afgevaardigden vragen zich achteraf af waarom er in de afgelopen jaren nooit gesproken is over zaken als de uitdaging van nieuwe buitenkerkelijke geloofsvormen, de relevantie van het Evangelie in deze tijd of de onkerkelijkheid van jongeren.
„De beweging van de 'slinger' is wat eenzijdig uitgevallen", zo concluderen de zes. „In het proberen de wereld te winnen werd de ziel uit het oog verloren."
IKON
In het rapport komt verder naar voren dat een visie op en een beleid inzake de oecumene ontbreken. Het functioneren van „Samen op Weg”
de Raad van Kerken en de Wereldraad van Kerken is nauwelijks aan de orde geweest.
De IKON daarentegén heeft naar de mening van de zes te veel aandacht gevraagd, „zonder dat dit heeft geleid tot begrip en verheldering van de verschillende posities". De IKON staat te weinig open voor de kritiek vanuit de achterban, vinden de Gelderse afgevaardigden. „Van een in televisietechnisch opzicht zo creatieve zendgemachtigde zou een grotere creativiteit verwacht mogen worden om de vele verontrusting in de achterban beter te verstaan en op een nieuwe wijze te honoreren."
Ook aan Zuid-Afrika werd erg veel aandacht besteed. „De principiële stellingname erover in verband met het kerkelijk verkeer was uitstekend.
Herhaling van het vraagstuk geeft iets drammerigs." Voor de gemeenten was vaak niet duidelijk waarom er aan Zuid-Afrika zo veel en zo vaak aandacht geschonken moest worden.
Prioriteiten
De zes ex-synodeleden zijn van mening dat waar het gaat om organisatorische zaken, bij voorbeeld het onderzoek naar overlappingen van bepaalde raden of het herstructureren van raden, het moderamen van de synode zich te voorzichtig opstelt. Verder wordt er te weinig gelet op de uitvoering van een aantal door de synode genomen besluiten.
Voor de komende jaren geven de zes een lijst van prioriteiten. Bovenaan staat de ondersteuning en bemoediging van gemeenten en gelovigen inzake geloofsbeleving in deze tijd en het zoeken naar spirituele vormen daarvan. Verder vragen zij om aandacht voor jongeren, voor de opbouw van de gemeenten, voor de oecumene, voor het bieden van hulp aan de gemeenten bij het „geloven in verscheidenheid" (een zaak die rond de pastorale brief over de kernwapens naar voren is gekomen), voor het gesprek met de Gereformeerde Bond over zijn plaats in de Hervormde Kerk, voor een reorganisatie van de raden en een verlaging van de kosten van het landelijke apparaat van de kerk. Tot zover de Gelderse synodeleden.
Commentaar
1. Ik kan volledig instemmen met wat door deze synodeleden aan de orde wordt gesteld. Ik zou het wellicht nog indringender hebben willen zeggen. Er is onrecht gedaan, zeker bij de benoeming van kerkelijk hoogleraren, aan een belangrijk deel van de Hervormde Kerk. Onrecht-, in plaats van: onvoldoende recht. Men is eerder beducht voor pressie van links, naar ik vrees, dan voor rechtmatige verlangens uit andere delen van de kerk.
2. Toch ben ik me bewust zo niet goed bezig te zijn. En dat geldt enigszins ook deze verklaring van de Gelderse synodeleden. Ik mis het opkomen voor het recht van de Schrift en het recht van de belijdenis. Het mag niet gaan om een groep of een deel van de kerk. Het gaat om de kerk in haar geheel. Daar staan we voor van Godswege. De verscheidenheid in de Hervormde Kerk is slechts geoorloofd binnen het raam van Schrift en belijdenis en daarbuiten scheiden de wegen.
3. Ik denk dat bij dat laatste de voornaamste oorzaak is te vinden voor het uiteengroeien van de leiding van de Hervormde Kerk en een zeer belangrijk deel van de leden van deze kerk. Men herkent eigen geestelijk leven niet terug in wat ter synode veelal wordt gezegd en wordt besloten. Men ervaart geen waarachtige geestelijke leiding van een orgaan waar men dat wel van verwachten mag. Zeker in een tijd als de onze waar geestelijke duisternis onder ons volk rondwaart. Schriftgetrouwe gelovigen hebben vaak de indruk dat velen ter synode achter de leuzen en strijdpunten van de hedendaags geseculariseerde mens aanlopen, uit vrees anders voor conservatief en intolerant te worden versleten. Als het over kernwapens etc. gaat weten we alles heel erg zeker. Maar als het over b.v. het Schriftgezag, de ambten etc. gaat, komen we ineens in een dikke mist terecht.
4. Ik ben me bewust dat het makkelijk is achter een buro gezeten kritiek te uiten en te formuleren, maar dat het in de kerkelijke praxis ongelofelijk moeilijk is leiding te geven aan een kerk als de Hervormde is en geworden is. Daarom heb ik waardering voor b.v. deze Gelderse synodeleden die er aan getrokken hebben blijkens hun verklaring. Ik hoop dat hun woorden ter harte genomen zullen worden door het moderamen van onze synode. En dat daar dan ook de vruchten van zichtbaar zullen worden. Niet alleen maar doordat thans verwaarloosde rechten van z.g. minderheden wat meer aandacht zullen krijgen. Maar doordat de kracht van het Woord Gods en de gloed van de religie van onze belijdenis onze kerk mag optillen uit de nevelen van eigentijdse theologieën en filosofieën. Daar zijn niet maar groeperingen in de kerk mee gediend, maar dat is tot heil van heel de kerk in al haar geledingen. En bovenal tot eer
van de Koning der Kerk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's