Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een overwonnen vijand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een overwonnen vijand

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

Verhoogde aktiviteit

Door de dood en de opstanding van Christus is de strijd tussen God en de satan in principe beslist. De duivel heeft de nederlaag geleden. De Zoon van God is geopenbaard opdat hij de werken van de duivel verbreken zou. De Heere Jezus heeft trouwens vóór Zijn lijden en sterven al gezegd: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen". En Paulus schrijft dat Christus „de overheden en machten in het openbaar tentoongesteld heeft en door het kruis over hen heeft getriomfeerd" (Coll. 2 : 15).

Dat wil, zoals we gezien hebben, echter niet zeggen dat de satan geen macht meer heeft. Integendeel, hij is ook nü nog „de god dezer eeuw, die de zinnen verblindt" (2 Cor. 4 : 4), en „de overste van deze wereld" (Joh. 12 : 31). En we behoeven alleen de Openbaring aan Johannes maar te lezen om te weten hoe groot de macht is die de satan ontplooit. Naarmate het einde aller dingen dichterbij komt, naar die mate wordt de satan zelfs aktiever. Christus heeft gewaarschuwd dat hij, indien het mogelijk was, de uitverkorenen nog zou verleiden. En juist in het hoofdstuk waarin de val van de satan wordt beschreven staat de waarschuwing: Wee degenen die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is tot u afgekomen en heeft grote toorn, wetende dat hij een kleine tijd heeft" (Openb. 12 : 12).

Vergeefse moeite

De vraag kan opkomen, en wordt ook herhaaldelijk gesteld: Waarom laat de Heere

dat toe, dat de satan zo schijnbaar oppermachtig te werk gaat, terwijl hij toch een overwonnen vijand is? Wanneer hij in principe door Christus verslagen is en de nederlaag heeft moeten lijden, waarom laat de Heere het dan toe dat hij nog zoveel eeuwen zijn verwoestend werk blijft doen?

Dan moeten we allereerst bedenken dat de satan wel véél macht heeft, maar niet alle macht. Hij kan niet zelfstandig optreden en handelen. Hij is in alles gebonden aan God, die hem de grenzen gesteld heeft die hij niet mag overschrijden. Zelfs in het geval van Job, die hij alles kan afnemen en zelfs aantasten in zijn gezondheid moet hij nog eerst aan de Heere toestemming vragen! (Job 1 : 12).

Deze geschiedenis van Job leert ons trouwens dat de satan gebruikt wordt om Gods werk te beproeven en juist helder aan het licht te brengen. Satan kan niet geloven dat iemand vrijwillig en uit liefde God dient. Daarom wordt het hem toegestaan Job zwaar te beproeven. Dan zal het werk van God in Job, die door alles heen aan zijn God vasthoudt, des te heerlijker aan het licht komen. De satan bereikt dus precies het tegenovergestelde van wat hij eigenlijk bedoelde.

Het gaat dus in feite, ook in het werk van de satan, om de eer van God. Hij heeft Zich een volk verkoren dat Zijn lof zal verkondigen. En de satan zal proberen wat hij kan om de Heere bij Zijn volk verdacht te maken en op deze wijze Hem van Zijn eer te beroven. Maar hij doorziet niet dat hij alleen maar meewerkt aan de uitvoering van Gods raad en aan de verwezenlijking van Zijn plan met de wereld en de mensheid.

De Heere Zelf zegt: Zie, Ik heb de smid geschapen, die de kolen in het vuur opblaast en die het instrument voortbrengt tot zijn werk, ook heb Ik de verderver geschapen om te vernielen" (Jes. 54 : 16). Maar tegelijk geeft Hij Zijn volk deze belofte mee: Alle instrument dat tegen u bereid wordt zal niet gelukken en alle tong die in het gericht tegen u opstaat zult gij verdoemen" (Jes. 54 : 17).

Dus het instrument dat Gods kinderen moet benauwen en kwellen is in Gods hand. Het kan wel veel doen, en het doet ook veel. Maar het zal hopeloos mislukken. Het zal er zelfs aan meewerken dat de Heere verheerlijkt wordt in Zijn eigen werk.

God laat de satan zwoegen en sloven. Hij laat hem zelfs in de waan dat hij alles kan en alles mag. Hij laat hem toe Gods kinderen in de smeltkroes te werpen, of op de zeef. Want het goud moet voor de dag komen, de tarwe moet van het kaf gescheiden worden. En zo zal blijken, juist ook door de aktiviteit van de satan, wie God werkelijk dient en wie Hem niet dient.

Verpletterende nederlaag

Principieel is de strijd al beslist. De satan is al een overwonnen vijand. „Want indien God de engelen die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden" (2 Petr. 2:4). Ze zijn dus al op hun voorlopige strafplaats. Het uiteindelijke oordeel is al begonnen. De duivelen kunnen nu al niet meer doen wat zij willen.

Maar het volle oordeel komt nog. Bij de wederkomst van Christus wordt de duivel voor eeuwig verdoemd. Dan is het ook met zijn macht voor eeuwig gedaan.

Hij wordt niet vernietigd, hij blijft wel voortbestaan, maar hij zal geen voet meer zetten in de nieuwe hemel en op de vernieuwde aarde. Wanneer Christus het Koninkrijk aan Zijn God en Vader zal hebben overgegeven, zal Hij meteen „tenietgedaan hebben alle heerschappij en alle macht en kracht. Want Hij moet als Koning heersen totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten zal gelegd hebben" (1 Cor. 15 . 24-25).

En in de Openbaring lezen we dat de antichrist en de valse profeet geworpen worden in de poel des vuurs, waar ze gepijnigd zullen worden tot in alle eeuwigheid.

En hier staan we voor een mysterie . . . Waarom heeft de Heere omgezien naar de gevallen mens en hem opgezocht toen hij al bevende voor Hem vluchtte? En waarom heeft Hij de satan gelaten in zijn diepe val, zonder enige mogelijkheid nog ooit tot God terug te keren?

Op die vraag hebben wij geen antwoord. Dat antwoord ligt alleen in Gods eeuwig welbehagen. Hij ontfermt Zich over wie Hij wil en Hij verhardt die Hij wil.

En daarvan zal Hij eeuwig de eer ontvangen. Want de zondaars zullen van de aarde verdaan worden en de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof de Heere, mijn ziel!len niet meer zijn. Loof d e Heere, mijn ziel!

(Ps. 104 : 35).

W. v. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Een overwonnen vijand

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 april 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's