Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd

Iets over prof. K(laas) Schilder

In het „Gereformeerd Weekblad" (uitg. Kok) schreef prof. dr. J. Veenhof een artikel met de titel: Bij de dertigste sterfdag van K. Schilder. Dit omdat het 21 maart j.1. dertig jaar geleden was dat prof. Schilder onverwacht stierf. U zult wellicht weten dat hij één van de voormannen was bij het ontstaan van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt in de oorlogsjaren. Prof. Veenhof is zelf van huis uit nauw bij deze vrijmaking betrokken geweest omdat zijn vader, prof. C. Veenhof, jarenlang eveneens een vooraanstaande figuur geweest is in deze kring, hoewel nu niet meer daar liij buiten het verband van deze kerken is geraakt. Ik citeer enkele fragmenten uit het interessante artikel van prof. Veenhof:

„Niet alleen de levensdaden maar ook het sterven van een mens kan een geweldige invloed uitoefenen op de gang van het gebeuren. In 1896 overleed in Kampen de sigarenmaker Johannes Schilder, de man van Grietje Leydekker. Hij was nog jong en beider kinderen waren nog klein, toen de dood zijn leven afsneed. Een van die kinderen was Klaas, geboren in 1890. Evenals zijn broers en zijn zuster was hij gedoopt in de Hervormde gemeente van Kampen. Dat was de kerk van zijn vader. Toen Grietje met hem trouwde trad zij ook tot die kerk toe. Maar na het sterven van haar man besluit zij met haar gezin lid te worden van de kerk, waarin zij geboren was, de gereformeerde kerk van Kampen. En zo werd het leven van Klaas Schilder voorgoed verbonden met de gereformeerde kerken. Wonderlijke gedachte: wat zou er gebeurd zijn, als de vader was blijven leven? Zou Klaas dan uitgegroeid zijn tot een briljant hervormd theoloog van welke snit of richting ook? Het is aanlokkelijk de fantasie even in deze richting te laten spelen. In elk geval is duidelijk: het sterven van de vader was bepalend voor het leven van Klaas Schilder, zoals vervolgens dit leven weer bepalend werd — en hoe! — voor het leven van de gereformeerde kerken. Om het toegespitst te zeggen: het sterven van die onopvallende sigarenmaker maakte geschiedenis.

Die geschiedenis is omstreden, was lange tijd nauwelijks bespreekbaar. Klaas Schilder is verguisd en verafgood, als een revolutionair gevonnist en als een reformator op de troon gfeheven. Maar niemand, die met hem in wezenlijke aanraking kwam, kon zich aan de indruk van zijn persoonlijkheid onttrekken. Op 21 maart was het 30 jaar geleden, dat hij stierf. Toen de doodstijding ons, vrijgemaakte theologische studenten bereikte, waren wij op een vreemde manier geschokt. We bezochten elkaar op onze kamers en praatten en huilden zachtjes. Nog ben ik dankbaar, dat ik bij hem college heb kunnen lopen, al was het maar een half jaar. Ik ben de jongste van de studenten, die hem als Kamper professor hebben meegemaakt. En nu, na dertig jaren, is het alsof zijn geest zich opdringt aan de mijne. Hij laat mij niet los en dwingt mij zijn beeld op te roepen, mijzelf en anderen voor ogen te stellen wie hij was, wie hij is.

Zijn gang naar het volle, brede leven is een verhaal apart. Ik duid het hier slechts even aan. Een bovenmeester, die in de dromerige jongen de uitzonderlijke gaven ontdekt en het pad naar en door het gymnasium effent. De geniale student, die Kierkegaard en Nietzsche verslindt, Schleiermacher en Windelband bestudeert, wiens onstuimige creativiteit het „mengelwerk" van de studentenalmanakken met allerlei bijdragen vult — zovele, dat er diverse pseudoniemen aan te pas moesten komen —: essays, novellen, Latijnse en Griekse gedichten.

De Kamperschool was door het vertrek van Bavinck en Biesterveld in 1902 gedecimeerd. Zeven - jaar later, toen Schilder aankwam, was het getal der studenten nog betrekkelijk gering. Maar het is nooit raadzaam het kleine te verachten: er kan iets belangrijks uit voortkomen. In die kleine studentengemeenschap bloeide een krachtig leven. In haar

waren figuren van formaat, die later van zich deden spreken: D. van Dijk, J. C. Feenstra, C. Bouma, S. P. Dee, J. Waterink. Maar onder de begaafden viel Schilder op door de verbinding van felle emotionaliteit en vlijmscherpe intelligentie, door de combinatie van een kunstenaarsziel en een onstuitbare theologische en wijsgerige onderzoekingsdrang.

Het zijn deze eigenschappen, die alle aktiviteiten van de prediker, de publicist, de man van wetenschap zouden kenmerken. De wijze waarop hij de dingen aanpakte, had altijd iets uitzonderlijks. Een preek voor „Menigerlei genade" schreef hij op de nachtboot van Amsterdam naar Kampen, waar hij op de kade stapte en de kopij, nauwelijks droog, bij drukkerij Kok afleverde. Het eerste deel van de monumentale trilogie „Christus in zijn lijden" bracht hij — met de hulp van een door Kok gefinancierde secretaresse voor het stenograferen en typen — in één maand tot stand. In ruim twee jaar wist hij in Erlangen te komen tot een eervolle promotie en hoe groot de prestatie was die hij hiermee verrichtte, springt in het oog, wanneer men bedenkt, dat hij in deze periode niet alleen een lijvig scherpzinnig proefschrift over de paradox vervaardigde (in hedendaagse publicaties over de vroege dialektische theologie en de problemen van de wijsgerig-theologische ken-en taalleer nog steeds genoemd) maar ook via een omvangrijke studie van o.a. Kant zich voor het mondeling Doktorsexamen had voor te bereiden, terwijl hij tevens — want dat kon Schilder natuurlijk niet laten — zich in de pers bleef bezig houden met de gebeurtenissen op het Nederlandse kerkelijke erf!

Schilder de kunstenaar, de wetenschapper, de publicist was tegelijk een polemicus. Ieder, die de historie bewust heeft beleefd of uit de overleveringen en verhalen kent, weet, dat met name zijn polemieken een scheiding der geesten teweegbrachten oftewel, om het onvermijdelijke moderne begrip te gebruiken, polariserend hebben gewerkt. Al schrijvend creëerde Schilder 'frontgenoten en volgelingen, aan de andere kant tegenpartijders en vijanden. Vaak heeft men over Schilder's journalistieke strijdvaardigheid de staf gebroken en het is duidelijk, dat het ook thans na zovele jaren niet eenvoudig is over het optreden van een zo veelzijdige en gecompliceerde persoonlijkheid in een heel bepaalde kerkelijke constellatie met allerlei latente gevoeligheden en tegenstellingen een verantwoord oordeel te geven. Ik wil er alleen het volgende over opmerken. Dat Schilder's schrijfwijze verblufte en verbijsterde, valt aan de ene kant te begrijpen. Schilder was in zijn artikelen evenals in persoonlijke brieven voor die tijd volstrekt modern. Wie gewend was aan de voornaamste volzinnen van Herman Bavinck of aan de stichtelijke toon van de kerkbode-lectuur, moest wel met de ogen knipperen bij het lezen van Schilder. Hij uitte zich fel, existentieel en heel direkt net zo als in de contemporaine literatuur iemand als Menno ter Braak.

Voor mijn besef behoort Schilder in de hantering van de taal en algemeen gesproken in heel zijn levensgevoel een expressievorm typisch tot de generatie, die tussen de beide wereldoorlogen naar voren kwam. Het was een geladen tijd. De ruïnes van de eerste oorlog waren nog niet opgeruimd of een nieuwe, nog grotere dreiging kondigde zich al aan. Wie de recente tentoonstelling over de culturele relaties tussen Amsterdam en Berlijn in deze jaren op zich liet inwerken, heeft iets van de spanningen in deze periode geproefd — spanningen, die zich artistiek ontlaadden in een intensief cultureel leven. Welnu, in deze geestelijke dampkring leefde en werkte Schilder. Hij bezat een fijne antenne voor wat er in de lucht zat. Reeds in 1930 voorvoelt hij de katastrofe van het heidens-nationalistische germanendom. Hij heeft er met kracht tegen gestreden en veler oog voor de zuigkracht der verleiding geopend. Hij was er heilig van overtuigd, dat er gekozen moest worden en dat compromissen uit den boze waren. Hij was gegrepen door het woord uit de Bergrede: uw ja zij ja, uw neen zij neen.

Het was vooral deze overtuiging, die aan zijn schrijven een fel karakter en een scherpe spits verleende, ook als het over kerkelijke zaken ging. Schilder was daarin trouwens de enige niet. Men leze er Miskotte's perspublicaties in deze periode maar eens op na!"

Wat bedoelde Schilder?

Prof. Veenhof gaat dan in op de stijl die Schilder kenmerkte in zijn discussiëren, de felheid waarmee dat gepaard pleegde te gaan. Veenhof relativeert de klachten die in gereformeerde kring rondgingen over Schilders perswerk als zou deze veel te heftig zijn. Aan het eind geeft Veenhof dan nog een korte beoordeling van wat Schilder bezielde. Hij schrijft dan o.a.:

De vraag, die dan aanstonds opkomt is: brengt hij het oude in een nieuw gewaad of het nieuwe in een oud gewaad? Bij Schilder waren het oude en het nieuwe verstrengeld op een wijze, die in meer dan een opzicht heel curieus was en daarin tevens de verklaring vormt van de indruk die hij maakte, en van de geestdrift die hij bij een deel der gereformeerden wekte. Poogt men deze verstrengeling wat nader te ontleden, dan krijgt men het volgende beeld: Schilder was tot in het diepst van zijn ziel religieus gegrepen door de centrale motieven van de gereformeerde geloofsovertuiging: de soevereiniteit van God, de verzoening door Christus, de heilsbemiddelende functie van de kerk en haar prediking. Maar hij vertolkte deze motieven in beelden en termen die afgestemd waren op de eigen tijd. Voorts wist hij traditionele dogmatische inzichten weer spannend en operationeel te maken door frisse, pakkende, diepgravende exegese — Schilder gebruikte b.v. intensief het grote theologische woordenboek van Kittel, waar iemand als Hepp geen of nauwelijks zichtbare aandacht aan schonk. Over heel de linie valt op, hoezeer hij allerlei materiaal, ontleend aan de eigentijdse (en ook oudere) theologie en filosofie op een vaak orginele manier aanwendde om het gereformeerde gedachtengoed in verrijkte, attractieve vorm door te geven. Let wel: ik spreek hier over Schilder van de dertiger jaren. Op de oudere Schilder wil ik naderhand nog ingaan.

Welnu, deze nieuwe vertolking van het erfgoed impliceerde kritiek op bepaalde theologoumena van Kuyper — algemene genade, pluriformiteit van de kerk en (later) verbonds-en wedergeboorteleer. Kritiek, die hem uiteraard door lang niet allen in dank werd afgenomen en aanleiding vormde tot vele twistgedingen. Maar opmerkelijk is daarbij, dat de zojuist genoemde punten van kritiek tevens ook de onderwerpen markeren, waar Schilder's eigen theologische onderzoekingen zich op richtten: de conceptie der genade, de functie van de kerk en de leer van het verbond inclusief de heilsorde. Schilder's program was dus in feite ontleend aan Kuyper en men kan met recht, zoals b.v. Puchinger doet, Schilder typeren als een geniale leerling van Kuyper, die zijn leermeester ontrouw geworden is, maar zelfs in deze ontrouw nog de invloed van die leermeester ten toon spreidt."

Tot zover prof. Veenhof. Onze oudere lezers zullen zich de zoveelste kerkstrijd nog wel herinneren op het gereformeerde erf die zich juist ontlaadde in die barre oorlogswinter van 1944. Toen spraken velen over prof. Schilder. Welnu, het artikel van prof. Veenhof geeft ons een sympathiek beeld van

deze geniale man.

* (Verklaring enkele moeilijke woorden: creativiteit = dadendrang; gedecimeerd = gehalveerd; paradox = schijnbare tegenstrijdigheid; contemporain = eigentijds; theologoumena = theologische stellingen of posities; pluriformiteit = veelvormigheid).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's