Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LIJDEN HEILIGT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LIJDEN HEILIGT

11 minuten leestijd

„Dewijl dan Christus voor ons in het vlees geleden heeft, zo wapent gij u ook met dezelfde gedachte, namelijk, dat wie in het vlees geleden heeft, die heeft opgehouden van de zonde; om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, maar naar de wil van God, de tijd, die overig is in het vlees te leven. Want het is ons genoeg, dat wij de voorgaande tijd des levens der heidenen wil volbracht hebben en gewandeld hebben in ontuchtigheden, begeerlijkheden, wijnzuiperyen, brasseryen, drinkeryen en gruwelijke afgoderyen." 1 Petrus 4 : 1—3

evenals Christus

Als er één brief is in het Nieuwe Testament die veel over het lijden der christenen spreekt, dan is het wel de eerste Petrusbrief. Vanaf 3, 13 is Petrus gaan schrijven over dat lijden. Echter, in vers 19 is hij als het ware even een zijspoor opgegaan. Van de verzen 19—22 is het lijden van Christus aan de gemeente tot een voorbeeld gesteld. Een zijspoor kan je dat eigenlijk niet noemen. Veeleer het hoofdspoor. Christus' lijden overtreft alle lijden. Kenmerkend voor de Christus in Zijn lijden was de gehoorzaamheid waarmee Hij alle lijden, ook elke vorm van lijden, droeg. Daarnaar verwijst Petrus de lezers (èn ons). Hij gaf het over. Hij droeg het alles zo gewillig, zo bereidwillig! Welk een voorbeeld liet Hij na. Welnu: zo ook gij!

in het vlees geleden

In 4, 1 vat Petrus de draad die hij in 3, 18 even losliet weer op. Nu voegt hij een nieuw aspect aan zijn uiteenzetting van het christelijk lijden toe. Het lijden wil mede aansporen om niet meer te leven zoals de heidenen. Dat is waarschijnlijk de zin van het nogal moeilijk te verstane eerste vers. Exegeten heeft dat eerste vers nogal wat hoofdbrekens gekost. „Dewijl dan Christus voor ons in het vlees geleden heeft, zo wapent gij u ook met dezelfde gedachte, namelijk, dat wie in het vlees geleden heeft, die heeft opgehouden van de zonden ..."

U merkt wel, deze gedachtengang is een beetje moeilijk. Je zou veeleer deze zin verwachten: omdat Christus naar het vlees geleden heeft, moet gij u ook wapenen met dezelfde gedachte, dat wie Hem toebehoort, ook naar het vlees moet willen lijden. Maar dat staat er nu eenmaal niet. De moeilijkheid zit in het: „... wie in het vlees geleden heeft, die heeft opgehouden van de zonde". Dat laatste is misschien wel duidelijker te vertalen als: wie naar het vlees geleden heeft, die is onttrokken aan de zonde (N.V.), Of: wie in het vlees lijdt, heeft afgedaan met de zonde (Voorhoeve-vertaling).

Hier kan de gedachte in te lezen zijn, dat het lijden de mens van zonde bevrijdt: hij wordt door het lijden gelouterd (zo C. H. Lindijer in 'Het Lijden in het N.T.', pag. 62v). Dat zou dan een troost betekenen voor hen die veel lijden, Een positieve kant aan het lijden. Het weerhoudt je van veel zonde. Je komt minder in veel verleiding. Lijden onthecht, maakt je los van de wereld en van de zonde.

Het probleem van deze uitleg is dat 't hier, in het tekstverband, helemaal niet zo zeer om troost voor lijdenden gaat. De apostel wil veelmeer aansporen om naar Gods wil te leven, daartoe aangespoord door het ondergane lijden.

Zo zijn weer anderen tot een andere uitleg gekomen. Ze hebben er Romeinen 6, 1 — 14 bij betrokken. Daar betoogt Paulus dat in Christus' lijden, sterven en begraven Zijn volk mede begrepen was. In en met Christus hebben al de Zijnen mee geleden, zijn ze mee gestorven en zijn ze mee begraven. Van dat gebeuren hebben ze in de doop een teken en een zegel ontvangen (zie Rom. 6, 3—4). En omdat dat in Christus met hen gebeurd is, kunnen ze en mogen ze niet langer een slaaf van de zonde zijn. „Want die gestorven is, die is gerechtvaardigd, d.w.z. die is rechtens vrij van de zonde" (Rom. 6, 7). Er ligt één roeping: om voor de Heere te leven.

Toch is ook deze uitleg niet bevredigend. Want dan zou Petrus geen concreet lijden van zijn lezers hoeven te bedoelen en dat bedoelt hij nu juist wel. Het gaat in onze tekstwoorden ook niet om het sterven met Christus (zoals in Romeinen 6 bv.), maar veelmeer over het lijden om Christus' wil.

We hebben aan een nog andere uitleg te denken. Lijden naar het vlees (vs lb) slaat op werkelijk, aanwijsbaar, voelbaar lijden voor de gemeente. Ze staat daar, als Petrus dit schrijft, midden in, Ze ondervindt het dagelijks. Maar dat lijden is niet bedoeld als louteringsmiddel, althans hier niet. „Het is een openbaring van de gemeenschap der gelovigen aan Christus en Zijn lijden. Dat de gemeente in Christus is, blijkt o.a. hieruit dat zij, evenals Hij èn in Zijn voetstappen, geleden heeft naar het vlees" (T. Poot, Postille 27, pg. 86 v).

Het lijden om Christus geldt als een bewijs van haar behoud. Het is haar „een bewijs der zaligheid en dat van God (Filip. 1, 28). Maar wanneer de gemeente zo in haar lijden van God een bewijs heeft ontvangen dat ze deel heeft aan Christus, dan is ze in Christus ook ontheven aan de slavernij van de zonde. Met die gedachte moet ze zich wapenen als ze leert zien op Christus.

zich wapenen

Die uitdrukking 'jezelf wapenen tegen', leest u wel meer in het Nieuwe Testament. In het al genoemde Romeinen 6 b.v. lezen we er van. „En stelt uw leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid, maar stelt uzelf Gode als uit de doden levend geworden zijnde en stelt uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid" (vs 13). En denkt u maar aan de geestelijke wapenrusting, waar Paulus in Efeze 6 over schrijft. Er wordt geschreven over wapenen des lichts (Rom. 13, 12) en over wapenen der gerechtigheid (2 Kor. 6, 7).

Waartegen moet men zich wapenen, volgens Petrus? Wel, met de gedachte dat wie in het vlees lijdt, opgehouden heeft van de zonde, onttrokken is aan de zonde. De gemeenschap met Christus kan onmogelijk gecombineerd worden met een gemeenschap aan de zonde. Die twee verenigen zich niet met elkaar. Christus en Belial stemmen nu eenmaal niet samen. Licht en duisternis, water en vuur verdragen elkaar beslist niet. Met die gedachte moeten ze zich wapenen. In het vlees lijden, m.a.w. pijn lijden omdat je van Christus bent valt niet te rijmen met een leven in de zonde.

welke pijn?

De vraag die zich dan aandient is deze. Aan welke pijn moeten we hier dan denken? Van welke aard is het lijden hier en tot welke zonde wordt de gemeente Gods verleidt? Ik denk dat het antwoord in vers 2 te lezen valt. „Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, maar naar de wil van God, de tijd die overig is in het vlees, te leven

Je komt dan licht toch weer even tot de gedachte die we al noemden dat lijden onthecht en dat het lijden loutert. „Het maakt de scheiding van de zonde openbaar en definitief. De banden die de mens aan de zonde bonden, worden in het lijden radicaal doorgesneden' (M. H. Bolkestein, comment. pg. 153). De verleiding in het lijden voor de gemeente was om terug te vallen in hun vorige levenswandel. De gebruikelijke levenswandel van voorheen werd door vroegere vrienden lokkend voor ogen gesteld. Dat je met Christus je verbonden weet, goed. Maar je blijft toch nog wel komen op feesten en partijen. Je trekt je toch niet terug van wat je vroeger deed? Jawel, wil Petrus zeggen. Ge moet u wapenen met de gedachte dat wie in het vlees geleden heeft, afgedaan heeft met de zonde. Juist het lijden onthult dat u in Christus bent. Een dienstknecht is immers niet meer dan zijn heer. Welnu, die in Christus is, is ontslagen van de zonde. En daarom valt er niet meer te leven naar de begeerlijkheden van de mensen. De tijd van het leven in de zonde is voorbij. Daarmee wordt uiteraard niet bedoeld dat men de zonde te boven is. Maar wel dat men zich aan de heerschappij en de macht der zonde onttrokken weet. Niet deze heren, maar dè Heere heeft het voor het zeggen gekregen. Zijn wil is wet. De wil van God zij uw richtsnoer. Hij is uw Vader in de hemelen geworden, dankzij Christus. En van Hem bidden we: Uw wil geschiede. Zoals die wil gedaan wordt in de hemel, zo wil ze óók gedaan worden op aarde. Christus heeft die wil van de Vader volbracht. Aan Hem bent u verbonden geraakt. Om Hèm ondergaat u lijden in het vlees net als Hij. En zo wordt de wil van God volbracht.

Hoe lang duurt dat? Petrus noemt dat de tijd die overig is. De tijd die nog rest in het vlees. Een soort tussentijd. De tijd tussen de overgang in Christus en de terugkomst van Christus op de wolken. Typerend opnieuw voor Petrus die zo vaak de notie van de vreemdelingschap in zijn brieven aan de

orde stelt. Die tijd van de vreemdelingschap is aangebroken toen Christus hun Heere werd. Het oude is voorbijgegaan. Het nieuwe is gekomen. Een nieuw leven. Een nieuwe gehoorzaamheid. Een nieuwe toekomst.

Ze leven nu nog in het vlees. Dat betekent zoveel als: uw gewone leven als mensen van elke dag. Dat is uw leven in het vlees. Dat houdt ook in: er komt een einde aan. De tijd is kort. In vs 7 staat het al: het eind van alle dingen is nabij. Het bedroefd zijn om verzoekingen is maar een weinig tijds meer (1, 6). Vreemdelingschap. Kennen we het begrip nog of beter gezegd, verstaan we de zaak nog? Vanuit het nabije einde krijgt het leven in de vreemdelingschap extra klem. Burgers geworden van een rijk in de hemelen, schiet er hier niet anders op over dan vreemdelingen en bijwoners te zijn in de tegenwoordige tijd. Dat gaat ook vandaag nog met pijn lijden gepaard. Noem eens wat, denkt u misschien. Elders in deze brief (5, 9) wijst Petrus op de broederschap in de wereld die lijdt. Welnu, als het goed is, voelen wij die pijn mee. Of het altijd zo is, is een tweede. Maar het hoort wel zo te zijn. Wie waarlijk voorbede doet, voelt en lijdt mee. Gedenk de gevangenen immers alsof ge zelf gevangen waart. Wie in onze samenleving de weg van Christus gaat, moet nog op smaad, op lastering, op hoon, op uitstoting rekenen. Eenzaamheid en verachting zijn je deel als je werkelijk voor de eer van Christus opkomt. En in onze geseculariseerde samenleving komen christenen al meer alleen te staan in fabriek en op kantoor, op school en in militaire dienst. Wat is de verleiding groot om in twee werelden te gaan leven. Door de week naar de begeer-

lijkheden der mensen en privé trachten naar de wil van God. Dat bestaat niet, lezen we hier. U hebt u te wapenen met de gedachte dat wie in 't vlees geleden heeft, opgehouden heeft van de zonde. De tijd die nog rest eer Christus komt, bepale de wil van God ons doen en laten.

wat ligt achter?

Petrus noemt het nog even op wat hij als overwonnen beschouwd voor de christenen aan wie hij zijn brief richt. „Want het is ons genoeg dat wij de voorgaande tijd des levens der heidenen wil volbracht hebben en gewandeld hebben in ontuchtigheden, begeerlijkheden, wijnzuiperijen, brasserijen, drinkerijen en gruwelijke afgoderijen'.

Wie dit rijtje zonden ziet staan, denkt aan uitspattingen op sexueel gebied met name, gepaard zoals zo vaak met alcoholische overdaad. Tevens vermengd met vormen van afgoderij. Daar hebben we het in de vorige tijd van ons leven mee gehouden, zegt de apostel. En dat is lang genoeg geweest. Daar hebben we tijd genoeg aan gegeven. Nu is het de tijd om voor de Heere te leven en ons te richten op Zijn toekomst om naar Zijn wil te leven. Een duidelijk keerpunt kwam er in het leven der gemeente. Van een leven „ontbloot van iedere ethische waardigheid" tot een leven met Christus naar de wil van God. Daarom de klemmende vermaning: val niet meer terug in je verleden, maar strek je uit naar de toekomst. Dat impliceert een nieuwe wandel.

Welnu, voor de mensen aan wie Petrus dit schrijft, is dit vanzelfsprekend geworden-Maar niet voor hun omgeving. Daarover een volgende keer.

W.

J. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

LIJDEN HEILIGT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 mei 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's