Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog iets over de prediking

In het Hervormd Weekblad van de Confessionele Vereniging van 1 juli 1982 stond de tekst te lezen van het referaat dat dr. B. Maarsingh hield op de jaarvergadering van genoemde vereniging. Dit referaat droeg de titel „Wat is de kern van de prediking nu? " Mij gaat het uit deze lezing vooral om het eerste gedeelte waarin dr. Maarsingh een treffende schets geeft over eigentijdse opvattingen binnen onze eigen kerk die van regelrechte invloed zijn op prediking en pastoraat. Hier volgt het eerste gedeelte van het referaat:

Preken is vertolken

„Een tolk moet twee talen volledig beheersen. Wanneer het gaat om een vertaling van het Frans in het Nederlands wordt van hem een gedegen kennis van het Frans verwacht èn een grondige kennis van het Nederlands. Alleen zo kunnen we erop rekenen dat de woorden en gedachten van de ene taal in de andere goed overkomen.

Wie geroepen is om het Woord van God te verkondigen staat voor een soortgelijke taak. Enerzijds behoort hij goed op de hoogte te zijn met de wereld van de Bijbel. Kennis van de grondtalen, het Hebreeuws en het Grieks en eigenlijk ook Tiet Aramees, is een eerste vereiste. Voorts is het nodig de achtergronden van de teksten en bijbelgedeelten te kennen, want de levensgewoonten waren vroeger nu eenmaal anders dan tegenwoordig. Daarbij kunnen de gegevens die de opgravingen aan het licht hebben gebracht, ons bepaalde dingen verduidelijken. En niet te vergeten, alles wat er uit de wereld rondom Israël bekend is geworden.

Anderzijds behoort de prediker te weten wat er op het ogenblik in onze onze wereld, in ons land, in onze samenleving aan de orde is. De daden, de woorden, de gedachten, de levenssfeer leren we kennen door de krant, de radio, de televisie en de moderne mens. Er moet nauwkeurig naar die kant geluisterd worden en opgevangen wat er onder de mensen van nu leeft. Immers, datgene wat de Bijbel zegt, is bedoeld om de mensen die nu leven te bereiken. Daarom is het zaak om het aloude Woord over te zetten in de taal van de gedachtengang van de hedendaagse mens.

Een poging om dit te doen

Een poging om dit te doen Gaandeweg sterker breidt zich een bepaalde stroming in de Nederlandse Hervormde Kerk uit die uitgaande van bepaalde Schriftgegevens het verlossende woord probeert te spreken ten aanzien van misstanden in de wereld, in ons land en in de samenlevingsverbanden. We merken dat uit allerlei publikaties op theologisch en kerkelijk terrein, uit de officiële bladen van de Kerk, uit wat er geschreven wordt in de geschriften die uitgaan van onderafdelingen op het gebied van de Evangelieverkondiging. Hier volgt de lijn die zichtbaar wordt.

Bij het spreken over God noemt men Hem bij voorkeur onze Verbondspartner (goed Nederlands zou zijn: Bondgenoot). Op zichzelf is deze aanduiding verantwoord, mits men voor ogen houdt in welke zin men de term bedoelt. Men kent in het Oude Nabije Oosten namelijk twee soorten verbonden. De ene noemt men een vazalverdrag. Daarin is het de opperheer die de dienst uitmaakt. Hij richt het verbond op, hij stelt de regels vast, hij belooft zijn vazal te zullen helpen en beschermen op voorwaarde dat deze zich in trouw en gehoorzaamheid houdt aan de geboden die in het verdrag zijn vastgelegd. De andere verbondsvorm noemt men een pariteitsverdrag, een gelijkwaardigheidsverbond. De bondgenoten staan op gelijke hoogte. Ze noemen elkaar „broeder". De regels over en weer zijn gelijkluidend. In het beroemde verdrag tussen de koning van het Hettitische Rijk en de farao van Egypte wordt bijvoorbeeld overeengekomen dat een Hettiet die naar Egypte vlucht, moet worden uitgeleverd. Eveneens levert de Hettitische vorst een gevluchte Egyptenaar uit. Zo is het met alles. Over en weer gelden dezelfde verplichtingen.

Nu is God blijkens de gegevens in de Bijbel een Bondgenoot in de zin van het vazalverdrag. Hij richt het Verbond op, Hij stelt de regels ervoor vast in bijvoorbeeld de Tien Geboden, Hij belooft aan zijn bondgenoot Israël bescherming en zegen, mits het volk trouw is aan de geboden. Wanneer men echter de teksten in de Bijbel anders opvat en uitgaat van een gelijkwaardigheidsverdrag, dan ko-

men we tot een heel andere houding. God en mens staan op één lijn. Het wordt een verbinding tussen een God die wij wel nodig hebben, en ons mensen die toch tegenover Hem mondige wezens zijn. Een stap verder gaande op deze lijn komt men tot de gedachte van een lijdende God. Hij, onze Bondgenoot, lijdt onder het leed in deze wereld, zowel onder het grote van de volken als onder het kleine van de enkelingen. Nu kunnen we inderdaad zeggen dat God bewogen is door het lijden in deze wereld, zelfs door het verdiende lijden, ja, we kunnen ronduit zeggen door alle leed dat voortkomt uit de menselijke schuld. Buitengewoon tere woorden lezen we daarover in Hosea 11. Israël is zo diep gezonden dat God zijn volk zou moeten behandelen zoals Hij met de steden van de Jordaanvlakte heeft gedaan. Maar dan lezen we ineens, volkomen onverwachts, dat Hij het niet kan. Achter deze woorden ligt een ontzaglijke spanning. Het Woord wil vlees worden. Maar wanneer men over het lijden van God spreekt als iets vanzelfsprekends zijn we ver bij de Levende God vandaan. Geen wonder dat we, op deze lijn nog een stap verder gaande, stuiten op de gedachte dat God eigenlijk niet meer de Almachtige genoemd kan worden. Hij kan blijkbaar niet op tegen de nood van deze wereld.

Jezus Messias

Letterlijk is er weinig verschil tussen Jezus Messias en Jezus Christus. Beide worden hangen samen met het woord „zalven". De evangelist Johannes vertaalt het voor zijn lezers kennelijk onbekende woord Messias met de term Christus. Maar door het gebruik dat genoemde stroming maakt van de verbinding Jezus Messias, is de inhoud een geheel andere geworden. Hij is niet de Zone Gods voor wie de mens in aanbidding neerknielt, neen, Jezus is een mens, meer niet. Hij is echter als mens wel een heel bijzondere figuur. Immers, we kunnen Hem noemen de mens die geheel geleefd, gehandeld, gesproken en gedacht heeft volgens de bedoeling van God. In het bijzonder komt dit tot uitdrukking in zijn opkomen voor de armen, verdrukten, buitengeslotenen, vertrapten en uitgebuiten. Hij is partijganger van de armen. Als zodanig is Hij tot het uiterste gegaan door zijn leven op te offeren en als een martelaar aan het kruis te sterven.

De Messiaanse beweging

Hoewel Hij ondergegaan is in zijn strijd en als martelaar is gestorven, is zijn leven niet tevergeefs geweest. Integendeel, de zin van zijn bestaan ligt in het feit dat Hij 'een beweging heeft ontketend. Zelfs zijn dood kan deze niet stuiten. Men kan hierbij het woord „revolutie" op de lippen nemen. Een messiaanse revolutie. En in de navolgende geslachten zullen er steeds opnieuw mensen zijn die eraan meedoen. Messiaanse mensen die strijden tegen onrecht, onderdrukking, uit-buiting, tyrannie. Hier ligt de roeping van de christelijke Kerk.

Het kan zelfs zonder God Nog een stap verder en we hebben God niet meer nodig. We kunnen uit eigen kracht messiaanse daden verrichten. Was er oorspronkelijk sprake van God de Vader, de Almachtige, later heten God en mens eikaars bondgenoten die elkaar over en weer nodig hebben, en tenslotte kunnen wij het wel alleen af, zonder Hem. Wij veranderen de maatschappij, wij bouwen een andere, een betere wereld, wij brengen de heilstaat op aarde tot stand.

En het gebed?

Als we het zonder God kunnen stellen, is bidden een overbodige zaak. Of we hebben het over bidden met de ogen open en zien het gebed als een opwekking om tot daden over te gaan. Of bidden is een daad van geestelijke weerbaarheid en mondigheid waarin wij uitspreken dat we van de dingen vinden en waarin we laten zien wat we zelf zijn. We staan rechtop voor God. Onafhankelijk en mondig. Wat er in Fil. 4 : 6 staat, kunnen we wel schrappen.

Deze kant gaan we niet op

We hebben geprobeerd te laten zien waar we uitkomen, als het wonder van Gods genade buiten, beschouwing blijft en Hij vanzelfsprekend onze partner is. Jezus Messias is dan niet de Midde-

laar die de hoge God en de schuldige mens verzoent, doch Hij is een martelaar. En, aan onszelf overgelaten, worden we voortgedreven met de zweep van steeds meer geboden ten einde messiaanse daden te verrichten. Doch deze weg is niet de weg van het Evangelie."

Tot zover dr. Maarsingh.

Hoe dan wel?

In dit verband las ik nog eens het boeiende artikel van de in 1973 overleden ds. G. Boer, te vinden in de bundel Vast en Zeker (Kampen, 1974) over Verbond en prediking. Uit dat artikel licht ik een citaat, mede n.a.v. een vraag van een lezer over de prediking van de beloften. Ik kan haar trouwens aanbevelen het hele artikel van ds. Boer nog eens na te lezen. Hier dan het citaat van ds. Boer.

De Middelaar

„Het gaat om die God, die zegt: Wendt u tot Mij heen alle einden der aarde. Maar tot de gemeente zegt Hij: Ik ben uw God en de God van uw zaad Hij wil werken in de lijn der geslachten. Als een gouden draad loopt Zijn verkiezende liefde door de geslachten. Daar is de bodem toebereid. Daar liggen de gebedsworstelingen der voorgeslachten, daar is het geloof werkzaam van de gelovigen met hun nageslacht. Daar liggen de beloften en de toezeggingen Gods. Deze gemeente is de gemeenschap der gelovigen, maar ook de moeder der gelovigen. Hier wil de Heere werken. Hier is de Geest des Heeren broedend en levenwekkend bezig om het Woord Gods als een zaad der wedergeboorte in de harten in te planten. Hier heeft de prediker een grote taak. Met dezelfde ernst, waarmee hij het volk des verbonds midden in de dood ziet liggen, dient hij het in Christus geheiligd aan de orde te stellen. Hij mag niet verbergen, dat de gemeente in Christus heeft vergeving der zonden en de vernieuwing van het leven. Daarom moet en mag hij de Middelaar des verbonds preken. Hij heeft alles vervuld. Hij heeft alle voorwaarden volbracht. Alle nadruk mag vallen op het volbrachte werk. Hij heeft de "levendmakende Geest verworven. De volle rijkdom en de onnaspeurlijke rijkdom van Christus mag levend worden uitgedragen.

Wie uit vrees voor de honden de kinderen het brood onthoudt, had beter nimmer dienaar des Woords kunnen worden. Wanneer de angst ons beheerst de korf van vrije genade 'te laag te zetten, zijn wij in strijd met de prediking van Christus en de apostelen. Zij toch hebben onbevreesd en met blijdschap het Evangelie verkondigd met bevel van geloof en bekering. Is er iets gewonnen, wanneer de Middelaar des verbonds wordt verborgen? O, dat God de Geest over ons uitstorte om deze Middelaar onbevreesd en onverkort te prediken.

Wanneer de Christus in de prediking niet meer levendwekkend en levend wordt uitgedragen, kweken wij een volk, dat hoog opgeeft van het verbond en van het geloof, maar aan de Middelaar des Verbonds voorbijgaat, Hem niet nodig heeft en niet kent.

Anderzijds wordt er een volk gekweekt, dat soms de weg der zaligheid tot in de onderdelen weet uit te stippelen. Zij vallen de zielszorgers telkens als voorlijke leerlingen in de rede en bezorgen deze moeite door hun telkens in de rede te vallen, maar zij zijn geen bidders, verootmoedigen zich niet en kennen geen oefeningen in het ware geloof. In beide gevallen is het een volk, dat rein is in eigen ogen, maar zij zijn van hun drek niet gewassen.

Het Woord Gods moet worden geopend zonder enige menselijke bijmengselen. Paulus predikte de Heere Jezus in de betoning van de Geest en van kracht. Onder ons wordt alle nadruk gelegd op het waarheidsgehalte van de prediking. En het is goed. Wee ons, wanneer wij het Evangelie vervalsen en niet al onze gedachten leren gevangen geven in gehoorzaamheid aan Christus. Wee ons wanneer wij een ander Evangelie verkondigen. Maar wordt er evenzeer de nadruk gelegd op de betoning van de Geest en kracht? Hebben wij de volmacht in de prediking van Christus ontvangen en de zalving met de Heilige Geest? Paulus was zeer bewogen in de prediking. Met de schrik van de komende Rechter in zijn gebeente verkondigde hij de Heere Jezus en bewoog de mensen tot het geloof."

Tot zover ds. Boer. Woorden waar niets aan toe

te voegen is van mijn kant.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1982

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1982

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's