Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

John Knox, de hervormer van Schotland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

John Knox, de hervormer van Schotland

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

(i) - In Schotland had sinds 1527 de kerkhervorming wortel geschoten. Het optreden van Luther was er niet onbekend gebleven. Boeken van Luther werden al spoedig van over zee ingevoerd. In Schotland stond het, in het begin van de 16e eeuw, er met de verlichting en beschaving niet al te best bij. Vergeleken bijv. met het aangrenzende Engeland, kwam men een eind achter. De Schotse geestelijkheid maakte daarop geen uitzondering. Ook onder deze geestelijke leidslieden was de onwetendheid ontstellend groot. Zo verklaarde de bisschop van Dunkelde, in een gesprek met een van ketterij beschuldigde predikant, dat hij: „vele jaren geleefd had, zonder het Oude-of Nieuwe Testament te kennen. Ik stel mij 'tevreden met mijn Pontificale en mijn Brevarium". (liturgisch boekwerk met gebeden).

Preken ging men in de roomse kerk meer en meer zien als een overbodige bezigheid. Vandaar, dat geen bisschop meer op de kansel verscheen. Als er nog gepreekt werd, dan gebeurde dit door verleugende monniken, wien het meer om financieel voordeel, dan om het zieleheil van hun volgelingen te doen was. Grote ergernis gaf ook het leven van de geestelijken. Zwelgerij en praalzucht gingen hand in hand met onzedelijkheid. Langzamerhand kwam onder het volk verzet tegen deze toestand. Men ging vragen om hervorming van de zo zeer verziekte kerk. Zo werd in Schotland een geestelijke beweging in gang gezet, waarbij, we zeiden het al, wat in Duitsland aan de orde was, een woord meesprak.

Zo had Patrick Hamilton, een jongeman van koninklijke bloede, gestudeerd in Wittenberg en Marburg. Als overtuigd voorstander van de reformatie, keerde hij in 1527 terug in Schotland en preekte daar in de geest van de reformatie. Al spoedig veroordeelde het bisschoppelijk gerecht hem tot de brandstapel. Hij stierf in 1528. Staande op de brandstapel, deed hij een beroep op het geweten van hem, die het vonnis voltrok. Hij vroeg hem, of hij niet in zijn geweten overtuigd was van de waarheid van de leer, waarom hij hem deed sterven.

Waren zo de eerste lichtstralen van de hervorming ook in Schotland doorgedrongen, de man, die de naam zou krijgen van: „Reformator van Schotland" was John Knox. Zijn jeugd

Van de jeugd Van Knox is weinig bekend. Zekerheid waar hij werd geboren is er niet. Evenmin staat de datum er van vast. De een noemt het jaar 1505, een ander zegt, dat 1513 of 1515 het geboortejaar was. Oudere schrijvers, waaronder Beza, noemen Gifford in Oost-Lothian als plaats van geboorte, anderen menen, dat in Haddington de wieg van Knox heeft gestaan.

Merkwaardig, dat Knox, die de geschiedenis van zijn tijd heeft beschreven, over eigen jeugd en bekering niets zegt. Bescheidenheid? Of was het hem in de strijd der geesten zó tot in merg en been te doen om de eer van zijn God, dat hij zichzelf vergat?

Vader en moeder Knox waren goed rooms katholiek. Knox senior was klein grondbezitter. Derhalve waren ook de inkomsten klein. Desondanks liet vader Knox zijn zoon studeren. Eerst aan de latijnse school in Haddington, daarna aan de universiteit van Glasgow. Deze universiteit stond op niet zo hoog peil. Van een wetenschappelijke opleiding mocht nauwelijks worden gesproken. Als enige taal stond op het lesrooster het

latijn. Dat was dan ook de taal, nodig, om de liturgie in de roomse kerk te kunnen volgen. Grieks kende men bijna niet en Hebreeuws in het geheel niet. Knox heeft dan ook eerst in latere jaren zich deze talen eigen gemaakt. Het Hebreeuws zelfs na zijn 40ste jaar. Na zijn priesterwijding heeft Knox blijkbaar het ambt van kapelaan bekleed. Dan verdwijnt hij zo ongeveer 20 jaar uit het gezichtsveld. Als de reformatie in Schotland binnentreedt, is hij gouverneur van enkele adellijke kinderen. Hoewel van de bekering van Knox dus weinig bekend is, omdat hij daarover zwijgt, moet deze dateren uit ongeveer 1542. We mogen aannemen, dat er reeds een aantal jaren was voorafgegaan, waarin een strijd gestreden werd om te komen tot het welbewust kiezen voor de beginselen van de reformatie. Van belang daarbij is geweest de bestudering van de kerkvaders Hieronymus en Augustinus, het ernstig onderzoeken van Gods Woord en de omgang met George Wishart. Deze Wishart, een vriend en leerling van de zwitsers, die ook contact had met Bullinger, predikte in Schotland het Evangelie van vrije genade.

George Wishart

In de preken van deze Wishart had de bestrijding van de ernstige misbruiken en nutteloze (praktijken van Rome, mede een plaats. Nu was Knox er niet de man naar, om zijn overtuiging lang verborgen te houden. Omdat hij geloofde, moest hij spreken. Wat hij dacht, moest er ook uit. We zullen hem later leren kennen, als een man van onbuigzame moed en profetische kracht. Met een karakter als een rots, een overtuiging als van staal. Een man, die niet zichzelf zoekt, geen rijkdom of eer van mensen najaagt, maar als de profeten van de oude dag verteerd wordt om Gods Woord te spreken tot volk en vorst.

Geen wonder, dat hij een trouw volgeling wordt van Wishart en hem op zijn gevaarvolle reizen vergezelt. En als het nodig geoordeeld wordt Wishart van een gewapende geleide te voorzien, is hét Knox een eer, daarin te worden, opgenomen. Als Wishart het vermoeden krijgt weldra gearresteerd te worden, stuurt hij Knox terug met de boodschap: „Keer terug tot uw leerlingen, één is genoeg voor een offer. God zegene u!"

Over Schotland regeerde in die dagen Jacobus de vijde. In 1524 was hij koning geworden. Toen zijn vrouw, Magdalena van Frankrijk overleden was, hertrouwde hij met Maria van Lotharingen uit het ultra-roomse geslacht van de Guises. Er op uit om de geestelijkheid te behagen, moedigde hij de vervolging van eventuele aanhangers van de nieuwe leer aan. Eigenbelang dreef hem daartoe. Tegen de machtige adel had hij de steun van de geestelijkheid nodig. Volgens kardinaal David Beaton, een ketterjager eerste klasse, moest de strijd tegen de verfoeilijke afvalligen niet kracht ter hand worden genomen. Het ontging deze kardinaal niet, dat onder de aanzienlijken van het land de afkeer tegen Rome toenam. Nu had in Engeland koning Hendrik de achtste om redenen van persoonlijke aard, de kerk van Engeland losgemaakt van Rome's heerschappij. Van zijn neef Jacobus de vijfde verlangde hij, dit voorbeeld in Schotland te volgen. Deze weigerde dit. Er ontstond tussen beide landen een conflict. Een oorlog brak uit, welke door Jacobus werd verloren.-De schok was voor de Schotse vorst zó groot, dat hij op 14 december 1542 overleed.

Kort voor zijn dood ontving hij nog het bericht, dat hem een dochter geboren was. Deze later zo beruchte Maria Stuart werd n, u koningin van Schotland, zijnde 6 dager oud! Als regent werd de graaf van Arran gekozen. Deze was aanvankelijk voorstander van het protestantisme. Onder zijn leiding nam het parlement op 15 maart 1543 het gewichtige besuit, dat voortaan iedereen de Heilige Schrift in de moedertaal ongehinderd mocht lezen. Helaas was deze Arran een zwakke figuur. Door invloed van de koningin-weduwe en David Beaton viel hij van zijn nieuwe geloof af. Kardinaal Beaton kreeg nu de handen vrij om de vervolging van de protestanten met kracht in te zetten. Opnieuw verrezen de brandstapels! Het vermoeden van Wishart, dat arrestatie hem wachtte, werd bewaarheid. Hij werd gevangen genomen en naar Sint Andrew overgebracht. Op 1 mei 1546 stierf hij de vuurdood. Staande op de brandstapel, riep hij kardinaal Beaton toe, dat ook zijn dagen geteld waren en dat hij eerlang loon op zijn werk zou ontvangen. Deze voorzegging' kwam uit. Een verbond van 16 edelen vermoordde de kardinaal in een van zijn kamers in zijn kasteel, uit wraak voor het onschuldig vergoten bloed. De edelen verschansen zich in het kasteel, waar meerdere verzetstrijders zich bij hen voegen. In deze vesting wil men de komst van Engelse hulptroepen afwachten.

John Knox in St. Andrew en op de Galeien

Na de dood van Wishart neemt Knox met kracht het zwaard van Gods Woord, dat Wishart had moeten loslaten, ter hand. Hij wordt nu de „reformator van Schotland". Hij ontving die naam vooral, omdat hij met grote energie het aangevangen reformerende werk heeft voortgezet. Zijn heilige overtuiging, dat kerk en volk onvoorwaardelijk hadden te buigen onder Gods Wet, hebben op zijn volk een stempel gedrukt. Het theocratisch besef, aanwezig in Calvijn en door deze in Genève in praktijk gebracht, was in Knox tot het uiterste opgevoerd. Gedreven door dit absolute beginsel, was hij zelfs er niet afkerig van om de adel of het volk op te wekken, zich ook met het wereldlijk zwaard tegen de vervolgers en afgodendienaars te verdedigen. De kardinaal Joh. Hamilton volgde Beaton op. Hij evenaarde zijn voorganger in haat tegen de protestanten. Vooral op Knox had hij het gemunt. Waar mogelijk vervolgde hij hem.

Voortgejaagd van oord tot oord, weet Knox met zijn volgelingen het slot van St. Andrew, waar de verbonden edelen zich

bevonden, binnen te komen. Hij wordt garnizoensprediker van de vesting. Het aantal aanwezige verzetsstrijders^in het kasteel was intussen aangegroeid tot 150 man. Gaarne wilde men, dat Knox niet alleen in de vesting, maar ook in de kerk van St. Andrew zou preken. Knox maakte daar bezwaar tegen. Er was immers geen roeping van een Gemeente. Maar die roeping zou komen! In St. Andrew was Joh. Rough predikant. In een kerkdienst waar ook Knox aanwezig was, sprak ds. Rough over de beroeping van dienaren van het Woord. Op een bepaald moment richt de spreker op de kansel zich rechtstreeks tot Knox: Broeder ik bezweer u dat gij het predikambt in deze stad op u zult nemen... zo gij niet de zware toorn van God op u laden wilt, maar zijn zegeningen en overvloeiende genade wilt ontvangen." En zich tot de aanwezigen richtend vraagt ds. Rough: Gemeente is dat niet uw opdracht aan mij? En keurt gij deze beroeping goed? " Als uit één mond antwoordt de Gemeentel „Het is onze opdracht. Ja wij keuren de roepin goed." Tot schreiens toe bewogen staat Knox op. In ernstige strijd zondert hij zich dagen lang af. Dan mag hij de roeping aannemen en houdt zijn eerste preek over Daniël 7 : 24 en 25.

Intussen is hij vol zorg voor de gevaren die dreigen. Hoe toch zullen de protestanten, verschanst in het kasteel, stand kunnen houden als de vijand zich tegen hen keert? Spoedig bleek dat zijn vrees terecht was.

Voor de stad verschijnt een Franse vloot! Ze is te hulp geroepen door de regent. Als aan de landzijde, de stad wordt ingesloten door roomse en Schotse troepen, wordt de toestand voor de vesting hachelijk. Op 31 juli 1547 moet het kasteel zich dan ook overgeven. De protestanten worden meegevoerd naar Frankrijk. Met anderen wordt ook Knox naar een Frans galei gezonden. Een galei was een platgebouwd soort oorlogsschip van ongeveer 40 meter lang. De voor-en achtersteven waren sterk gekromd. De bewapening bestond uit 2 kleine kanonnen. Deze lange schepen werden voortbewogen door middel van lange riemen, ruim 20 stuks, zowel aan bak-als aan stuurboord. De bemanning bestond deels uit soldaten, deels uit gevangenen, de z.g. galeislaven. Het lot van deze mensen was barbaars hard! In weer en wind vastgebonden op een bank, waaronder zij 's nachts moesten slapen. Ook Knox moest het lot van deze galei-slaven delen, geketend op de roeibank van een galei, kruisend op de kusten van Schotland en Engeland. Hevige kwelling wordt zijn deel. Zijn gezondheid krijgt een klap. Maar zijn geestkracht mag ongebroken blijven. Zelfs in deze barre omstandigheden weet hij zijn lotgenoten te vermanen, te versterken en te troosten. Als de galei voor de Schotse kust komt en in de verte de toren van St. Andrew zichtbaar wordt, : roept hij uit: „In die kerk zal ik nog eens mijn stem doen horen en zij zal tot ver gehoord worden". Pogingen om hem ontrouw te maken aan zijn geloofsovertuiging zijn tevergeefs. Als men op zekere dag een plank aan boord brengt met de afbeelding van Maria er op geschilderd, pakt Knoxde plank en werpt ze in zee, zeggend: „Laat onze lieve vrouwe nu zichzelf helpen. Ze is licht genoeg, laat ze zwemmen leren." Zelfs ziet hij kans een zendbrief naar zijn vaderland te sturen. Hij wekt daarin zijn geloofsgenoten op tot trouw en volharding onder de vervolgingen. De aanhef van deze brief was aldus: „John Knox, de gebonden dienaar van Jezus Christus, aan zijn geliefde broeders en zuster in het slot van St. Andrew en aan alle belijders van het ware Evangelie van onze Heere: genade, barmhartigheid en vrede van God de Vader met bestendige vertroosting van de Heilige Geest." Zo trachtte hij de verslagen gemoederen tot vernieuwde geestdrift te brengen.

Bolnes/Ridderkerk

H. H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

John Knox, de hervormer van Schotland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's