Doen jullie er nog iets aan?
De vraag die boven dit artikel staat zou kunnen worden uitgelegd als informatie naar godsdienstige of kerkelijke meelevendheid. Nietwaar, „ergens aan doen" betekent dikwijls: er een christelijke levensstijl op na houden, een band met de kerk hebben. En „er niet (meer) aan doen" wil zoveel zeggen als: afgehaakt hebben, niet meer bijbellezen, niet meer in de kerk komen, kortom, geen praktiserend christen zijn.
Toch heb ik met deze vraag iets heel anders op het oog, Wordt er in de tweede helft van november gevraagd of we er dit jaar „nog iets aan doen", dan kan het ook betekenen: zijn jullie van plan aandacht te schenken aan 5 december, of gaat die datum ongemerkt voorbij?
Merkwaardig dat we dezelfde bewoordingen kunnen gebruiken voor twee zulke uitéénlopende zaken! Men kan „aan godsdienst doen", men kan ook „aan Sinterklaas doen"...
Glad ijs
Dat ik tot deze wat vreemde gedachtenspinsels ben gekomen is te danken aan een vraag uit de lezerskring. Een vraag die me telefonisch werd gesteld en die de aanleiding werd tot een gesprekje over het al of niet vieren van Sinterklaas, met name in het gezin en op school. De vraagsteller had er zijn eigen opinie over en die was in grote lijnen gelijk aan de mijne. Maar hij vond het gewenst, omdat het probleem vaker opduikt, en misschien meer mensen ermee zitten, dat ik er maar eens een artikeltje aan wijdde. Dat wil ik graag doen, al besef ik terdege dat ik me op glad ijs begeef, ook al is de temperatuur buiten nog boven normaal en al is er zelfs tot op dit moment nog nauwelijks sprake geweest van nachtvorst. Maar als ik het goed zie is Sinterklaas in onze kringen altijd een wat omstreden feest geweest. Ik ben er dus op voorbereid dat ik op het gladde ijs zou kunnen uitglijden en vallen. Maar dat merk ik dan vanzelf wel...
De herkomst
Over Sinterklaas en de oorsprong van dit feest is al heel wat geschreven. In de eerste helft van de vierde eeuw is er in Myra (Klein-Azië) een bisschop geweest die Nicolaas heette. Toen de Mohammedanen dat gebied in handen kregen werd zijn stoffelijk overschot door Italiaanse zeelieden overgebracht naar Zuid-Italië. Vandaar uit drong de verering voor deze „heilige" door naar het noorden. Vooral in Nederland werd 6 december, zijn geboortedag, een volksfeest. Over het leven van Sint-Nicolaas ontstonden tal van legenden, waarin hij werd getekend als de grote kindervriend.
Ontegenzeggelijk zijn er in de Sinterklaasviering allerlei heidense elementen ingeslo-, pen. Dat hij op zijn paard over de daken zou rijden doet uiteraard sterk denken aan de germaanse god Wodan die op zijn schimmel door de lucht rijdt...
Hoe dan ook, eeuwenlang is in Nederland Sinterklaas gevierd, ook al is men zich de herkomst van het feest nauwelijks meer bewust.
„Paepsche superstitiën"
De Reformatie heeft van het begin af fel protest aangetekend tegen het vieren van de roomse heiligendagen, en daaronder viel ook Sinterklaas... Op vergaderingen van kerkeraden, classes en synoden kwamen de „Paepsche superstitiën" met de regelmaat van de klok aan de orde en de drie feesten die het moesten ontgelden waren: Drie Koningen, Vastenavond en Sint-Nicolaas. Waarbij overigens moet worden vermeld dat de eerste twee het zwaarder te verduren hadden dan het laatste...
Dat neemt niet weg dat verschillende predikanten tegen dat feest te velde bleven trekken. Zo hield de Amsterdamse predikant Petrus Wittewrongel een scheldtirade tegen „desen Sint-Nicolaes, één van de versierde Santen van het Pausdom, die wel mede eenen heyligen dagh heeft in den Al-
manack..." Schandelijk vond hij het dat de Amsterdamse kindertjes werden aangespoord „haere schoenen in die schouwe te hangen opdat desen St-Nicolaes oock yets goeds daerin mochte bringen om haer soo van jogh op tot superstitie en afgoderije te gewennen..."
Toen het echter duidelijk was dat dit volksfeest onuitroeibaar was, werden de protesten zwakker en deden de predikanten en kerkeraden terwille van de zwakheid van het vlees een oogje dicht. Toch bleven individuele protesten doorklinken, vooral van de kant van die predikanten die wij rekenen tot de „Nadere Reformatie". Het meest bekende en wellicht ook het meest extreme voorbeeld vinden wij bij Johan Verschuir, die, van 1714 tot 1737 predikant was in het Groningse Zeerijp. Hij schreef:
„Op Sint Nicolaasdag schenkt men aan de jonge kinderen heimelijk giften en maakt hun door een afgodischen leugen wijs, dat deze Sint-Nicolaas zulks des nachts, als zij sliepen, gebracht heeft. Is dat niet de kinderen fraai in den Gereformeerden godsdienst op te voeden als men hunne tere hersenen van jongsaf aldus de afgodendienst inprent? En om hieraan nog meer schijn te geven, worden zekere koeken vervaardigd, waarop de gewaande heilige wordt afgebeeld. O schande! Is dat niet hetzelfde als wij lezen bij Jer. VII : 18: e kinderen lezen hout op en de vaders steken 't vuur aan, en de vrouwen kneden het deeg om gebeelde koeken te maken voor de Melèchet des hemels, en andere goden dankofferen te offeren om Mij verdriet te doen".
Het is duidelijk voor welk gevaar onze vaderen beducht waren: het vieren van Sinterklaas zou de Roomse afgoderij bevorderen!
Een huiselijk feest
Dat laatste is het argument dat in sommige kringen nog steeds tegen Sinterklaas wordt ingebracht: de Sin^ was een roomse bisschop en Sinterklaas is een rooms feest. Maar het heeft allemaal niet zoveel geholpen. Alle protesten ertegen ten spijt vieren rooms en „onrooms" de 5de december en ik denk niet dat er veel gezinnen zijn, ook de meest anti-papistische niet, die „er helemaal niets aan doen". Wanneer men elkaar al geen cadeautjes geeft, dan zal men toch nog wel iets lekkers bij de koffie hebben!
Nu mijn persoonlijke mening, die uiteraard niet terzake doet, maar die wèl gevraagd is! Inderdaad stamt het Sinterklaasfeest uit een half-roomse, half-heidense traditie. Of dat nu een reden moet zijn om het te schuwen en 5 december ongemerkt voorbij te laten gaan? Dan zouden we op dezelfde gronden ook bijvoorbeeld het klokluiden bij een begrafenis moeten afschaffen, dat evenzeer heidens van oorsprong is, maar in de loop der eeuwen gekerstend.
Ik geloof, als Sinterklaas gevierd wordt, in de huiselijke kring, als een gezellig avondje, waarbij we elkaar wat surprises geven, soms elkaar ook een beetje in het zonnetje zetten, dat niemand daar veel bezwaar tegen kan maken. We moeten oppassen dat ons verzet tegen Sinterklaas geen „Prinzipienreiterei" wordt. En het behoeft, naar ik hoop, niet eens te worden gezegd dat we zeker onze kleine kinderen niet bang moeten maken van de Sint of van zijn knecht, maar ze zo vroeg mogelijk vertellen dat de „goedheiligman" niet bestaat.
Op school?
Nu de zaak waar het eigenlijk om gaat. Is het juist dat de Sint ook een bezoek komt brengen aan een (christelijke) school? Ik weet dat hierover verschillend wordt gedacht, . Wel, als ik dan — bescheiden of onbescheiden — daarover mijn mening mag geven, dan zeg ik: liever niet. Laten we het huiselijk houden. Waarom moet die oude man tegenwoordig overal opdraven: op scholen, op verenigingen, bij clubs? Bovendien komt de verschijning van de Sint zelf me toch wel voor als een beetje in strijd met het karakter van het christelijk onderwijs. En we zouden mensen die het allemaal niet mee kunnen maken, ook nog voor het hoofd stoten. Laten we elkaar de vrijheid gunnen om in huiselijke kring 5 december te vieren. Maar laten we elkaar ook niét onnodig kwetsen.
Twee vermaningen
Twee zaken moeten me nog van het hart. In de eerste plaats dit: Sinterklaas is een puur-commerciële zaak geworden. En in de jaren van weelde en welvaart die achter ons liggen gingen de aankopen ter gelegenheid van Sinterklaas weieens de porporties te buiten. Daarom zou ik, nu de economische situatie verslechterd is, willen pleiten voor soberheid en matigheid. Daarin hebben we als christenen een voorbeeld te zijn.
Het tweede is dit: Sinterklaas valt dit jaar op zondag. Ik hoop dat het alleen boze tongen zijn die beweren dat het de kerkgang niet ten goede komt wanneer 5 december op zondag valt... Het zal toch niet nodig zijn de lezers van ons blad erop te wijzen dat we de kerkdienst niet verzuimen voor „het heerlijke avondje"...? In dat geval zouden de strenge vermaningen van onze vaderen ook vandaag nog aktueel zijn...
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1982
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's