Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wederkomst en toekomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wederkomst en toekomst

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tweede Advent

De Adventsweken zijn weer begonnen en dat betekent dat we de beloften overdenken die de Heere in het Oude Testament aan de vaderen heeft gedaan. Beloften waarin de komst van Gods Zoon in ons vlees werd aangekondigd. Veertig eeuwen van te voren was de Middelaar al beloofd! Op deze wijze mogen we ons ieder jaar weer voorbereiden op het Kerstfeest.

Maar tegelijk denken we in de Adventstijd aan nog een andere belofte: de belofte van Zijn tweede komst. Want Hij Die eenmaal gekomen is als een hulpeloos Kind om de wereld te behouden, Hij zal straks wederkomen in heerlijkheid om als Rechter van hemel en aarde levenden en doden te oordelen. En zoals het gelovige Israël reikhalzend uitzag naar de komst van Christus in het vlees, zo behoort de Gemeente van het Nieuwe Testament de dag van Zijn wederkomst te verwachten met een groot verlangen. Alleen is er dit verschil: onder Het Oude Testament werd verwacht dat Hij Zijn verlossingswerk zou beginnen, wij verwachten dat H ; \ dat werk zal voltooien.

De wederkomst

We zijn gewend die laatste verschijning van Christus, op de wolken des hemels, aan te duiden als Zijn wederkomst. Dat doet de bijbel óók, en Christus Zelf gaat ons daarin voor. Als Hij in Zijn diepe vernedering staat voor de Hoge Raad, dan richt Hij Zijn blik naar Zijn uitnemende verhoging en dan zegt Hij: Van nu aan zult gij zien de Zoon des mensen, zittende ter rechterhand der kracht Gods en komende op de wolken des hemels" (Matth. 26 : 64). En wanneer de twee engelen na Zijn hemelvaart op de Olijfberg bij de discipelen staan, dan zeggen zij: Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo wederkomen gelijk gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren". (Hand. 1 : 11).

Zijn toekomst

Het Nieuwe Testament kent echter nog een ander woord, dat veel vaker wordt gebruikt dan het woord „wederkomst", en dat ook meer zégt over de heerlijkheid van Hem Die komen zaL Het is het Griekse woord „parousia", dat meestal wordt vertaald met „toekomst". Zo vragen de discipelen, wanneer de Heere gesproken heeft over „de laatste dingen": Wat zal het teken zijn van Uw toekomst? " (Matth. 24 : 37). Paulus spreekt in zijn brieven herhaaldelijk over „de verschijning van Zijn toekomst" (2 Thess. 2:8). Jacobus vermaant: de toekomst des Heeren genaakt" (Jac. 5 : 7). En Petrus merkt op dat er spotters zijn die zeggen: Waar is de belofte van Zijn toekomst? " (2 Petr. 3:4). Het zijn zomaar enkele voorbeelden om te laten zien hoe vaak er in het Nieuwe Testament gesproken wordt over „de toekomst van Christus", wanneer het gaat om Zijn wederkomst en om Zijn verschijning in heerlijkheid.

De Koning komt!

Hoewel het woord „parousia" dus meestal

wordt vertaald met „toekomst", is het niet zo eenvoudig weer te geven wat er precies mee wordt bedoeld. Het werd in de hele oosterse wereld ook gebruikt als een vaste uitdrukking voor het bezoek van een koning of keizer. Zo'n hoog bezoek werd zorgvuldig voorbereid en bracht heel wat kosten met zich mee. Er werden officiële feesten gehouden en de vorst werd een geschenk aangeboden. Daarvoor werden dan ook meestal de belastingen verhoogd en men sprak van „parousie-uitgaven"! In ieder geval was zo'n „parousie", zo'n vorstelijk bezoek, een gebeurtenis waar men lang tegenaan keek, die veel voorbereiding kostte en met veel luister en statie gepaard ging.

Letterlijk vertaald betekent het woord „parousie": tegenwoordigheid, aanwezigheid, verschijning, en dan wel van een vorst, of van een of ander hooggeplaatst persoon. Nu wordt het ons duidelijk waarom de apostelen dit woord annexeren voor de wederkomst van Christus. Hij, de Koning der koningen en de Heere der heren, zal straks wederkomen in heerlijkheid. Hij zal verschijnen in Zijn volle glorie. Hij is nu nog verborgen en lichamelijk afwezig, maar dan zal Hij Zich openbaren en aanwezig zijn en in Zijn volle heerlijkheid gezien worden. De Koning komt op bezoek, echter niet om na korter of langer tijd weer te vertrekken, maar om altijd te blijven. Dat is de „parousie", de toekomst van Christus.

Gespannen verwachting

Het is bekend dat de oudste christengemeente dichtbij de wederkomst heeft geleefd en die wederkomst op zeer korte termijn heeft verwacht. Dat is geen wonder, wanneer men bedenkt dat de vervolging zo hevig was. De gelovigen zagen met verlangen uit naar het ogenblik dat Christus zou wederkomen en hen zou verlossen van hun vijanden. Bovendien was hun liefde tot Christus zó groot dat ze Zijn toekomst als het ware naar zich toe trokken. Hij was immers heengegaan om voor hen plaats te bereiden en zou dan Sjpoedig wederkomen

om hen tot Zich te nemen.

Die spoedige vewachting van Christus' tweede komst nam soms overspannen vormen aan. Paulus moet de gemeenteleden van Thessalonica waarschuwen omdat zij, in de verwachting van een spoedige wederkomst, „niet meer werken, maar ijdele dingen doen" (2 Thess. 3 : 11 w).

Het moet voor deze mensen een teleurstelling hebben betekend dat het ene jaar na het andere voorbij ging zonder dat hun hoop werd vervuld. Ook de apostelen stierven. Zouden ze zich dan toch hebben vergist? Deze vraag moet hen hebben bezig gehouden, maar hen ook hebben gebracht tot een diepere bezinning en tot een beter kennis nemen van de apostolische brieven. Zo werd hun al te gespannen verwachting wat gecorrigeerd en leerden ze met lijdzaamheid te wachten en te volharden tot het einde.

Te weinig — te veel?

Op de belijdenis-catechisatie ging het onlangs over „Hemelvaart en Wederkomst". Een vraag uit het boekje luidde: „Kunnen we ook te weinig bij de wederkomst van Christus leven? En te veel? " (Veldhuizen-Verboom, Wij geloven en belijden).

Om met het laatste te beginnen: dat we te veel bij de wederkomst kunnen leven, dat zagen we in de gemeente Thessalonica. Daar nam de verwachting van de wederkomst wat overspannen vormen aan. Deze christenen konden nog niet weten dat Luther eeuwen later zou zeggen: „Als Christus morgen zou wederkomen, zou ik vandaag nog ^een appelboom planten". Dat woord zou een remedie hebben kunnen zijn tegen hun al te gespannen verwachtingen.

Ik denk echter dat wij in onze tijd niet zo lijden aan deze overspannen verwachtingen. Weliswaar wordt onze wereld en onze maatschappij geïnfecteerd door het „doemdenken": de catastrofe staat voor de deur, wat gééft het allemaal wat wij doen? Maar dat zijn andere gevoelens dan de verwachting van Christus' wederkomst en de hoop op Zijn toekomst. Ik vrees dat de Gemeente van Christus meer het beeld vertoont van de dienstknechten die in hun hart zeggen: „Mijn heer vertoeft te komen", dan van die dienstknechten die de lendenen omgord hebben en de lampen brandende houden...

Kom, Heere Jezus

Het is duidelijk dat we alleen vanuit een levend geloof kunnen uitzien naar de toekomst van Christus. Zonder dat geloof kunnen we alleen maar met schrik denken aan de dag waarop Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Dan schuiven we die dag zo vèr mogelijk voor ons uit.

Alleen de Gemeente die deelt in de verlossing door Zijn bloed en die Hem als Koning erkent en zich door Hem laat leiden en regeren, die mag het hoofd opheffen, wetend dat haar verlossing nabij is. En ook die Gemeente heeft zich vaak nog zo genesteld op deze aarde en heeft haar tentpinnen zo vast in de grond zitten...

En toch ziet de Bruid, als de verhouding tot haar Bruidegom goed is, met verlangen uit naar de dag van de bruiloft. Toch zien de onderdanen van Christus, als ze hun Koning dienen en liefhebben, met spanning uit naar de dag van Zijn volkomen heerschappij. Dan heeft zij alle reden om méé te bidden met de Geest en de Bruid: „Kom, Heere Jezus, ja kom haastig!"

Dat mag onze overdenking zijn in de Adventstijd die we nu weer beleven. Wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont (2 Petr. 3 : 13). „Daarom", zo staat het aan het slot van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, „verwachten wij die dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods in Jezus Christus, onze Heere".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Wederkomst en toekomst

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's