Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hervormers, ketters en revolutionairen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hervormers, ketters en revolutionairen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

JAN HUS EN DE TSJECHISCHE KERKREFORMATIE

Ik wil beginnen mijn dank uit te spreken aan het: adres van de schrijver voor dit uiterst boeiend en toch wetenschappelijk goed verantwoord beschreven fragment uit de kerkgeschiedenis, namelijk de periode vóór de Reformatie.

We zien hier duidelijk dat de geschiedenis van de Reformatie ook zijn tijd van voorbereiding heeft gekend. Bronswijk beschrijft het leven en werk van Johannes Hus in het toenmalige Bohemen. Het ontbreekt de auteur beslist niet aan een helder inzicht in de ingewikkelde maatschappelijke, kerkelijke en politieke situatie van die tijd.

Met bekwame vaardigheid weet hij ons binnen te leiden in de wereld van Johannes Hus en het diep kerkelijk verval van de rooms-katholieke hiërarchie in die dagen. Onderdrukking, uitbuiting en zedeloosheid vierden hoogtij, vooral onder de geestelijkheid, zowel de hogere alsook de lagere geestelijkheid. Heel de kerk schreeuwde om hervorming in hoofd en leden.

Aangrijpend is de wijze waarop Johannes Hus geleden en gestreden heeft voor de doorwerking van het evangelie. Interessant is het te lezen op welke manier de Engelse Jonn Wyclif de Boheemse reformatie-beweging heeft beïnvloed. Een aanfluiting is het voor een kerk zo te handelen als zij gedaan heeft op het Concilie van Constanz, waar Hus op zaterdag 6 juli 1415 tot de dood werd veroordeeld. De laster en de intriges stijgen ten top als het er om gaat de stem van deze oprechte en vrome dienaar der kerk te smoren in martelaarsbloed.

Wie de geschiedenis en de worsteling om de waarheid Gods niet wil vergeten, moet dit boek beslist lezen. Enerzijds treft hem dan verbijstering over de verwording van de kerk, anderzijds verwondering over zoveel geloofsmoed en trouw tot in de dood.

Toch blijven er na het lezen bij mij nog een paar wezenlijke vragen over die ik dan bij dezen aan de schrijver wil voorleggen. Deze vragen betreffen niet de objectiviteit waarmee hij de feiten heeft getracht weer te geven, noch de wetenschappelijkheid, noch de boeiende verteltrant. Maar wel, en dat vind ik beslist een groot nadeel, de subjectieve interpretatie van Bronswijk zelf.

Bij mij kwam de vraag op: heeft hij voldoende diepteboringen verricht met het oog op de werkelijk geestelijke achtergronden van de wat we nu gemakshalve de hussietische beweging noemen? Speelde er niet meer dan zogeheten maatschappijkritiek? Ik vind dit persoonlijk een leemte, hoewel de feiten die Bronswijk naar voren brengt er overigens niet om liegen. Komt het daardoor, mijn tweede en belangrijkste vraag, dat de schrijver te gemakkelijk, hoewel enigszins verholen, parallellen trekt met de huidige stand van zaken op maatschappijkritisch en politiek gebied?

Graag had ik gezien dat hij de bedoeling van Hus wat meer uitgediept had en het diepste Anliegen van Hus geweest is, zoals de schrijver dat zelf citeert op blz. 72, dat Hus beïnvloed door Augustinus en Wycliff de ware kerk ziet als de gemeente die God heeft uitverkoren; de gepredestineerden, die daardoor waarachtig bij Christus behoren.

Als Bronswijk dit meer in zijn beoordeling had betrokken, dan zou hij m.i. niet tot de

conclusie gekomen zijn zoals hij die nu verwoord heeft, namelijk dat „de hussieten op gedurfde wijze ernst gemaakt hebben met de eisen van gerechtigheid en gelijkheid". Dit moge dan een niet te verwaarlozen aspect zijn, maar dan komt er iets waarmee ik me beslist niet verenigen kan, namelijk , , dat dit gebeurde in een op de Bijbel geinspireerd sociaal element, waarvoor marxistische onderzoekers — van Karl Marx tot Ernst Bloch — grote belangstelling aan de dag hebben gelegd". Moet dat nu zo nodig zo gezegd worden? Is dat de maatstaf waarmee we de hervormingsbewegingen waar dan ook ter wereld moeten meten? (vgl. pag. 7).

Dat Bronswijk er zo over denkt is zijn goed recht, maar daardoor verliest het boek toch aan objectieve waarde. Suggereert hij niet te veel als hij hier termen gebruikt als links-radicalen (blz. 138) en op dezelfde pagina schrijft: „In de links-hussietische basisgemeenten werd de apostolische armoede zéér serieus genomen". Zijn dan deze „links-radicalen" niet verder gegaan dan Hus zelf bedoelde? Hebben zij de hervorming niet te uitsluitend samengetrokken op de weliswaar zeer noodzakelijke verbeteringen van het sociaal-maatschappelijk en kerkelijk leven en te veel de geest van Christus uit het oog verloren? Bepaald gestoten heb ik mij aan de opvatting van Bronswijk als hij op blz. 152 zegt: „In vergelijking met wat er in Bohemen gebeurde was de hervorming van Luther niet. meer dan een burgerlijke variant van het Hussietisme". Dat kun je misschien vanuit de benadering van een maatschappij-kritische visie zeggen, maar niet als reformatorisch christen. Ik denk dat de auteur op die manier noch aan het streven van Hus, noch aan de bedoeling van Luther recht laat wedervaren. Het is daarom ook opmerkelijk dat de schrijver met zichzelf in een gelukkige tegenspraak komt als ik op blz. 150 lees: „Dat dit experiment door de marxisten wordt gezien als een middeleeuwse vorm van het communisme is begrijpelijk. Desondanks is het op zijn minst eenzijdig om het ontstaan van de stad Tabor (de-voorpost van de links-Hussietische beweging - H.V.) slechts te verstaan als antwoord op de klassenstrijd. Het doet tekort aan de diepe godsdienstige intenties van de broederschap der Taborieten, die hun samenleving opbouwden naar de eisen van het Nieuwe Testament en niet naar de eisen van de economie". Waarom zijn dan die diepe godsdienstige intenties niet beter uit de verf gekomen ?

De vragen verhinderen mij niet om dit boek in uw hartelijke belangstelling aan te bevelen. Wie op de hoogte wil komen van de worsteling om het behoud van de reine leer der schrift mag dit boek niet ongelezen laten.

K. a. Z.

H. V.

Hervormers, ketters en revolutionairen. — Jan Hus en de Tsjechische kerkreformatie, door Alfred C. Bronswijk. Uitg.mij. J. H. Kok, Kampen. 169 pag. Prijs ƒ 25, —

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Hervormers, ketters en revolutionairen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's