Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

6 minuten leestijd

Luther en de aanvechting

In hel' sept./okt.-nummer van Wapenveld (1982), een themanummer over 'God cn het kwaad' stond ook een artikel te lezen van ds. A. J. de Jong (Leiden) over Luther, de duivel en het kwaad. Ds. De Jong Iaat zien in zijn artikel welke plaats in Luthers theologie de duivel, de aanvechting heeft gehad. En dat blijkt een hele grote plaats te zijn. Ds. De Jong begint zijn artikel alsvolgt:

„Op iedere bladzijde van Luthers geschriften, in iedere preek en verhandeling komen we de duivel tegen. Het is niet vreemd, dat de scène van de naar de duivel gesmeten, inktkoker op de Wartburg, zo bekend gebleven is. Die inktvlek, dat gat in de muur, is een close-up van de strijd, die Luther zijn leven lang met de satan gestreden heeft. Het is als de bebloede helm, die eenzaam op het slagveld is overgebleven. De satan heeft Luther z'n hele leven lang niet met rust gelaten. Hij spreekt veeLjninder over oorsprong, val of wijze van bestaan van de duivel dan over zijn werken en listen. Als hij spot, dan doet hij dat niet met het bestaan van de duivel, maar met zijn macht, en dan wel met een spot, die geboren is uit het geloof in Christus' overwinning. Alle andere spot is levensgevaarlijk, want hij is waarachtig geen god van de vliegen maar een vorst en heer van deze wereld.

Zolang we leven hebben we een strijd met de satan te voeren. We kunnen Luthers theologie ook een theologie van de aanvechting noemen. Dit woord duidt op een aanval van buiten en de enige hoop ligt in een overwinning van buiten door Christus, die duivel, dood en hel overwon."

het „lieve, heilige kruis"

Ds. De Jong schrijft dan verder over wat Luther pleegde te noemen „het lieve, heilige kruis":

„Nu volgt' de vraag waarom het lieve heilige kruis nodig is en waartoe het dient:

1. De aanvechting slaat aanmatiging en zelfverheffing neer.

Er bestaat nauwelijks een groter kwaad, dat dieper in de natuur van de mens geworteld is dan die subtiele aanmatiging. Ze is er op uit om God voor te zijn en Hem door zijn werken gunstig te stemmen. We moeten nergens groter zorg over hebben, dan om haar met wortel en tak uit te roeien. Uit dat monster komen al die goddeloze dogmata in de kerk voort, waardoor de mensen gedreven worden tot werken en aflaten om God te verzoenen en de zonden weer goed te maken, terwijl het geloof in God helemaal weggelaten wordt. De vermetele aanmatiging is het diepstgewortelde kwaad en de mooistversierde afgod (het diepst geestelijk) en die kan niet worden uitgeroeid, ja zelfs niet worden gekend, dan door de grootste aanvechtingen. Om het bedrog in de geest (Ps. 32 : 2) weg te nemen, hebben we nodig om gekweld te worden over dood en hel of over geloof, hoop, uitverkiezing. Al het andere, of het grote deugden of werken zijn, vergroten eer de geestelijke hoogmoed, dan dat ze haar wegnemen.

Wellicht ten overvloede zij gezegd, dat we onder hoogmoed, zelfverheffing, aanmatiging geen morele ondeugden moeten verstaan. Luther spreekt altijd over de mens „coram Deo". Zo is die aanmatiging niet anders dan dat wij God weg willen hebben, tot niets willen reduceren, miskennen en ontkennen. We willen God niet God laten zijn en het Woord niet laten staan, en daarmee verbonden: we willen niet, dat we mensen zijn en niets meer. Om daartoe te komen hebben we kruis en aanvechting nodig.

Waarom laat God de mens zo aanvechten? Opdat de mens zichzelf en God zal leren kennen: Zichzelf kennen, dat hij niets kan dan zondigen, God kennen, dat Gods genade sterker is dan alle schepselen, en zo lere om zichzelf te verachten en Gods genade te loven en te prijzen. En: Dit is de

oorzaak, dat de kerk, die God met zo grote gaven als vergeving der zonden, de Heilige Geest, het eeuwige leven begiftigd heeft, aan zoveel gevaren en rampen onderworpen is. Indien ze die gaven zonder aanvechting zou gevoelen en ervaren, zou ze verwilderen en overmoedig worden.

2. De aanvechting leert acht geven op Woord en sacrament.

Dit is een bijbeltekst in Luther's vertaling van Jesaja 28 : 19 „Denn alleine die Anfechtung Ieret auffs Wort mereken", en hij tekent hierbij aan: anvechting maakt goede christenen. Rom. 5: erdrukking - eronderblijven — bevinding — beproefdheid, bewijs. Mensen, die niet verzocht worden zijn onervaren, alleen maar nutteloze speculanten, wat zouden ze weten? Ze verleiden toch dc hele wereld.

Geloof blijft altijd „getrooste vertwijfeling". We hebben hier immers te maken met de aanvallen van de gevaarlijke tegenstander, de satan. Met medisch-psychologische verklaringen komen we niet klaar, hoe boeiend het ook mag zijn om die te lezen (Erik H. Erikson, Menno ter Braak over Luther en zijn trouwe duivel). Het geloof blijft alleen levend als het steeds weer de ergernis overwint.

Hij laat de vromen machteloos worden en verdrukt — en gebruikt daartoe duivel, wereld en „eigen vlees" — zodat iedereen zou denken: het is uit met hen, ze zijn aan het eind en juist op dat moment is het 't meest present, maar zo verborgen en geheim, dat zij het zelf niet voelen, die de druk ondergaan, maar ze geloven het. Daar is Gods kracht in volheid en Zijn gehele arm. Want waar de kracht der mensen verdwijnt, ook door het kwaad, dat over hen komt, daar komt Gods kracht binnen.

Indrukwekkend is de wijze waarop Luther daarover spreekt in z'n Genesiscommentaar, met name als het gaat over het leven van de aartsvaders.

3. De aanvechting leert bidden, het gebed overwint dc aanvechting.

We leven hier in de herberg van de satan. Hij heet „In de moord en in de leugen". Dit wapen heeft Christus zelf boven z'n deur gehangen. Wie tot z'n personeel behoort, die moet hem voortdurend helpen om dit opschrift waar te maken, wie z'n gast is, moet voortdurend bidden.

Het zou ons ertoe moeten brengen alle uren te roepen en te bidden zolang wij in dit verschrikkelijke leven zijn, dat ons van alle kanten belaagt, voortjaagt en drijft — dat God niet toelaat, dat we mat en moe worden en weer terugvallen in zonde, schande en ongeloof want zonder gebed is het onmogelijk ook maar de allerkleinste aanvechting te overwinnen... daarom hebben wij op aarde niets anders te doen dan zonder ophouden tegen deze hoofdvijand te bidden.

Hij draagt zijn rusting nog..."

Slot

Na nog aandacht te hebben gegeven aan de visie die bij Luther te lezen valt op de plaats van de satan in de geschiedenis, eindigt ds. De Jong zijn artikel met dit citaat van Luther waaraan hij dan in een slotregel zijn mening voegt:

„lk ben Doctor in de theologie, heb Christus jaren gepredikt, en tegen de duivel en zijn valse doctoren gevochten, maar ik heb ervaren, wat een moeite ik ermee heb. Ik kan de duivel niet terugslaan, zoals ik graag zou willen. Ik kan ook Christus niet zo aangrijpen, zoals de Heilige Schrift Hem mij voorstelt, maar telkens schuift de duivel er een andere Christus onder. Maar God zij dank die ons in Woord, geloof en gebed bewaart.

Het is niet zo vreemd, dat Luther dat, waarmee hij schrijven móest, naar de duivel wierp: we staan hem voet voor voet."

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's