Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAAROM IS HIJ BEGRAVEN?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAAROM IS HIJ BEGRAVEN?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de voorbereiding van een Catechismuspreek over Zondag 16 — dood, begrafenis en ncderdaling ter hel — stuitte ik op een probleem. Het probleem dat in Vraag 41 aan de orde wordt gesteld: „Waarom is Hij (Christus) begraven geworden? "

Nti zit de moeilijkheid niet zozeer in de Vraag, als wel in het Antwoord dat de Heidelbergse Catechismus hier geeft: „Om daarmee te betuigen dat Hij waarachtig gestorven was". De begrafenis van Christus diende dus om ons te overtuigen van de waarheid van Zijn dood. Dat is het (enige) motief dat de Catechismus ons geeft.

Wat valt des te meer op, wanneer wij déze vraag vergelijken met de voorafgaande en met de volgende. Wanneer in Vraag 38 wordt gevraagd: „Waarom heeft Hij onder de rechter Pontius Pilatus geleden? ", dan luidt het antwoord: „Opdat Hij, onschuldig onder de wereldlijke rechter veroordeeld zijnde, ons daarmee van het strenge oordeel Gods dat over ons gaan zou, bevrijdde". Vraag 39 werpt het probleem op van de kruisdood: „Heeft dat iets méér in dat Hij gekruisigd is geweest dan of Hij met een andere dood gestorven was? " En dan krijgen we te horen: „Ja, want daardoor ben ik zeker dat Hij de vervloeking die op mij lag, op Zich geladen heeft..."

Vervolgen wordt in Vraag 40 een onderzoek ingesteld naar het „waarom" van Zijn vernedering tot in de dood. „Omdat vanwege de gerechtigheid en de waarheid Gods niets anders voor onze zonden kon worden betaald dan door de dood van de Zoon van God". Tenslotte wordt in Vraag 44 gevraagd: „Waarom volgt daar: nedergedaald ter helle? " En volgens het antwoord op die vraag heeft dan Christus de helse smarten in Zijn ziel geleden om ons van de helse benauwdheid en pijn te verlossen.

Elk artikel van de Apostolische Geloofsbelijdenis — gekruisigd, gestorven, nedergedaald ter hel — wordt dus door de Catechismus in verband gebracht met de satisfactie, de voldoening. Alles wat Hij heeft geleden, dat leed Hij in de plaats van zonda-

ren. Alleen bij de uitleg van het woord „begraven" verlaat de Heidelberger blijkbaar dat spoor. De begrafenis diende slechts tot bevestiging van Zijn dood. Dat Hij ook begraven zou zijn „voor ons", „in onze plaats", laat de Catechismus geheel buiten beschouwing.

Onvolledig en overbodig?

Het is geen wonder dat Vraag en Antwoord 41 in dc loop der eeuwen nogal kritiekheeft opgeroepen. Wat zouden de opstellers van de Catechismus voor reden gehad hebben om de begrafenis te beschouwen vanuit een andere invalshoek dan de andere trappen van Christus' vernedering? Men heeft gezegd: het antwoord moge dan niet onjuist zijn, het is in ieder geval te kort en ook onvolledig. De begrafenis van Christus houdt méér in dan alleen het bewijs van Zijn dood.

Bovendien — zegt Abraham Kuyper in zijn bekende E Voto — hóefde de waarheid van Christus' dood niet meer bewezen te worden, want dat bewijs was al geleverd door de speerstoot in Zijn zijde: Die het gezien heeft, die heeft het getuigd en zijn getuigenis is waarachtig; en hij weet dat hij zegt hetgeen waar is, opdat ook gij geloven moogt" (Joh. 19 : 35).

Volgens Kuyper heeft Zacharias Ursinus. één van de opstellers van de Catechismus, zelf de leemte in dit antwoord aangevoeld. Immers, in het „Schatboek", zijn eigen commentaar op de Heidelbergse Catechismus, geeft hij méér motieven voor de begrafenis:

1) Opdat de begrafenis een getuigenis zou zijn dat Hij waarachtig gestorven was;

2) Opdat Zijn vernedering alzo des te groter zou zijn;

3) Opdat onze begrafenis geheiligd zou worden.

Hoewel de laatste tw 7 ee motieven dus in de tekst van de Catechismus niet worden genoemd, heeft Ursinus deze wel duidelijk gezien.

De diepte van de vernederig

fn de Oude Kerk, maar ook in de tijd na de Reformatie^ zijn er theologen geweest die de begrafenis van Christus eigenlijk niet meer rekenden tot de staat van Zijn vernedering. Christus had aan het kruis immers reeds uitgeroepen: „het is volbracht!"

Dit is een onhoudbare stelling, als men bedenkt dat het graf het teken is van schande en de vloek die op ons rust als gevolg van onze zonde. In het paradijs is dat duidelijk uitgesproken: In het zweet van uw aanschijn zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, daar ge daaruit, genomen zijt..." (Gen. 3 : 19). En het is juist die smaad en die vloek die Christus óók heeft willen dragen, Hij is onze Middelaar tot in 't graf toe! Overal waar wij moesten komen is Hij geweest. Wanneer Calvijn spreekt over de betekenis van de dood en de begrafenis van Christus, dan zegt hij: Daarin kan men wederom zien hoe Hij Zich overal in onze plaats heeft gesteld om de prijs voor onze verlossing te betalen" (Inst. II, XVI, 7).

Het graf geheiligd

Tegelijk heeft Christus, door Zich te laten begraven, het graf geheiligd voor allen die in Hem geloven. Zoals Hij de prikkel van de dood door Zijn dood heeft weggenomen, zo heeft Hij ook, door in het graf te liggen, de verschrikking van de groeve der vertering weggenomen. „Gij zult Uw Heilige niet overgeven om verderving te zien", zo citeert Petrus op de Pinksterdag de dichter van Psalm 16 (Hand. 2 : 27).

De gedachte aan het graf kan ook Gods kinderen doen huiveren. Maar ziende naar het graf in de hof van Jozef mogen we zeggen: Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij, Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij" (Psalm 23 : 4).

Anti-docetisme?

Dc betekenis van Christus' begrafenis komt er dus inderdaad in de Catechismus, vooral ook in het licht van de andere vragen, wat mager af. Zoals gezegd: niet onjuist, maar wel wat onvolledig. Het graf waarin Christus gelegen heeft biedt ons méér troost dan de Catechismus ons hier geeft.

De vraag blijft dan over: wat zullen de opstellers die toch wisten van die rijkere troost voor reden gehad hebben om alléén dit cnc motief te noemen? Daar kunnen wij uiteraard na vier eeuwen slechts naar gissen. Er is weieens geopperd dat hun antwoord gericht was tegen het „docetisme", dat is die stroming in de kerkgeschiedenis die de Middelaar slechts een schijnlichaam toekende. De heilsfeiten zouden dan niet reële waarheden bevatten, maar slechts symbolische betekenis hebben. Dit oude docetisme openbaarde zich ook in de tijd van de Hervorming met name onder de Dopersen, die onder andere leerden dat. Christus eigenlijk Zijn mensheid uit de hemel had meegebracht en slechts door Maria zou zijn heengegaan zoals het water door een goot stroomt. Dat alles heeft natuurlijk consequenties voor de betekenis van de verzoening die Hij door Zijn lijden en dood heeft verwerkt. Vandaar dat de Reformatie telkens weer de nadruk legt op de waarachtigheid van Zijn Menszijn en van Zijn vernedering. Of het nu waar is dat de Catechismus, die lang niet zoveel aandacht schenkt aan de Dopers als bijvoorbeeld de Ned. Gel. Bel., hier een zijdelingse aanval op de Doperse opvatting doet, zou ik niet met zekerheid durven bew T eren. In ieder geval ademt dit omstreden Antwoord 41 wel dezelfde geest als Artikel 19 van de N.G.B.: „Zo was dan hetgeen Elij stervend in de handen van Zijn Vader bevolen heeft, een ware menselijke geest, die uit Zijn lichaam scheidde, maar intussen bleef de Goddelijke natuur altijd verenigd met de menselijke, ook zelfs toen Hij in het graf lag".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

WAAROM IS HIJ BEGRAVEN?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's