Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wij zijn des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wij zijn des Heeren

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want niemand van ons leeft zichzclven en niemand van ons sterft zichzelven. Want hetzij dat wij leven, wij leven de Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven de Heere. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, ivij zijn des Heeren. Romeinen 14 : 7 —8

Een splinterige kwestie splitst de gemeente van Christus te Rome in twee groepen. De ene groep gelovigen, zwakken noemt Paulus hen, wil uit principe geen vlees eten, dat uit het slachthuis komt, en waarvan een deel voor heidense afgoden bestemd was. De andere groep, zij heten hier de sterken, vinden eten van dit soort vlees helemaal niet zo bezwaarlijk. Zodoende vasten de zwakken voor hun principe en de sterken eten uit principe. Beiden zijn ze wel gelovigen. Dit laatste staat voor Paulus onomstotelijk vast. Jammer is het wel dat ze juist dit van elkaar niet willen geloven. De sterken, die puur uit de genade van Christus willen leven, laten de zwakken links hggen. Terwijl de zwakken op hun beurt vinden dat het geloof van de sterken niet echt is. Bij elkaar missen ze steeds iets, maar dat ze beiden de liefde bij zichzelf een beetje missen, daar hebben ze zo geen erg in. Paulus zegt nu heel scherp: gij verbreekt het werk Gods om de spijs.

Nu ze eenmaal de kwestie van het wel of niet vlees eten boven op de tafel hebben gezet, en het verschil tot een geschil is uitgegroeid, nu heb je dat niet één, twee, drie uitgeroeid. Intussen wordt de liefde onder tafel gewerkt. Misschien bent u geneigd om om deze kwestie een beetje te glimlachen. Voor dat u er aan begint, moet u zich eens afvragen hoeveel er onder ons verscheurd en verdeeld ligt om bijzaken die tot hoofdzaken gemaakt worden. Hij haalt intussen een heel andere zaak boven tafel. Hij vermaant de sterken de zwakken in liefde te verdragen, en de zwakken krijgen te horen dat zij in liefde de sterken moeten aanvaarden. Het één en het ander motiveert hij vanuit de opstanding van Christus. Uw leven staat of valt met deze belangrijke vraag. Aan wie behoort uw leven toe. Kunt u zeggen: wij zijn des Heeren.?

De tegenstelHng niet eten wel eten valt weg tegen een veel fundamenteler verschil, WTI of niet Christus toebehoren. Paulus verklaart van die gemeente, en hij sluit er zichzelf bij in: wij zijn des Heeren, we behoren Hem toe; we zijn van Christus, zoals de schapen bij de herder horen. Wij zijn des Heeren. Wie.? De gelovige christenen, zeggen onze Kanttekenaren kort en correct. Al degenen die door de kracht van Christus' opstanding uit de doden met Hem levend gemaakt zijn. door het geloof der werking Gods. Ze kunnen ervan getuigen dat hun levensscheepje als een verloren wrak uit de schipbreuk is opgehaald en dat ze met Christus levend gemaakt zijn.

Zó raakt Gods levendmakend woord ons hart, dat we op de stem van Gods Zoon vanuit de dood zijn overgegaan in het leven. Het gehoorde Woord sloeg ons neer, deed ons beven voor Gods majesteit en lokte ons, opdat wij vluchten zouden tot Christus, die ons Leven is. Zonde en schuld waren geen koude formules die als ijspegels aan de dakgoot van ons godsdienstig levenshuis hingen. Het waren aan de kaak gestelde feiten, die ons deden smeken: gena o God, gena. Daarop ging u van de ene hand, de klauw van satan, over in de zachte en doorboorde handen van Christus. En u leerde het geheim dat Gods handen slaan èn helen. Hieraan ontleent nu de verslagen zondaar de wetenschap des geloofs, dat wij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijn uit onze ijdele wandel, maar door het dierbaar bloed van Christus als van een onbevlekt en onbestraffelijk Lam.

Wij zijn des Heeren betekent niets minder dan: gij zijt duur gekocht, gekocht en betaald. Dit geldt aldus de apostel de zwakken en de sterken, zonder onderscheid, klein en groot. Vecht daarom niet over onbenullige zaken, maar vraag of u concreet antwoord hebt op de vraag of Christus' eigendom te zijn uw enige troost is in leven en in sterven. Van nature geldt van ons allen het tegenovergesteld. Ik breid dit nu niet uit. Gelóóft u het.? Dan hebt ge er genoeg aan om te leren dat het u uit genade gegeven is om in de zaak van Jezus Christus te geloven. Ik ken een slechtere meester. U ook.? Meesters in het meervoud. We stemmen in met de klacht van de oude profeet: Heere, andere heren behalve Gij hebben over ons geheerst. Gelukkig als dat verleden tijd is, en we er op mogen laten volgen: doch door U alleen gedenken wij aan Uw Naam. Spel die Naam maar, midden in nood en dood. Jezus Zaligmaker. Die Naam die goed is voor het oprecht gemoed van al Gods gunstgenoten. Voor het geval dat u nog niet tot de keus gekomen bent moet ik u wel zeggen dat niemand twee heren kan dienen.

Wij zijn des Heeren

Is dit niet te hoog gegiepen, Paulus.? Wie kan dat zeggen.? Lezer hebt u er ook zo'n verdriet van dat deze kloeke geloofsbelijdenis in de verdachte hoek geplaatst wordt door velen onder ons.? Het niet-weten staat hoger genoteerd dan het weten des geloofs. Waarom willen wij het toch altijd beter weten dan het Woord ons leert.? Die tijd heeft Paulus zelf ook gekend. Maar de heerschappij van de opgestane Christus heeft van deze hele zondaar een gebroken mens gemaakt. Hij wijst daarop in het vers dat op onze tekst volgt. Want hiertoe is ook Christus opgestaan, opdat Hij beide over levenden en doden heersen zou. Halleluja, Christus leeft en Hij laat de kracht van Zijn opstanding gelden. In het kort gezegd: Door te sterven en op te staan heeft Christus zich een gemeente tot zijn eigendom gekocht. En heersen betekent dat Hij het eigendomsrecht op haar verworven heeft. Gestorven is Hij om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. Let even goed op en lees nauwkeurig, vóór ons — óm ons.

Het betekent intussen dat er niets van ons bijkomt. Wie er door genade met zichzelf buiten valt, valt door diezelfde genade binnen het machtsbereik van deze Koning en Hogepriester. Onder Uwe heerschappij zijn wij zalig, zijn wij vrij. Hoe staat het met uw leven.? Bent u gezonken op grondeloze genade als het fundament van uw eeuwig behoud, dan geldt de vraag en zij blijft gelden, uw leven lang: Heere wat wilt Gij dat ik doen zal.

Wat gebeurt er als Christus zijn heerschappij laat gelden in het hart van een kind.? Dan bidt het kind: Leer mij vroeg Uw

kind te worden. En als je een opgeschoten jongen bent of een opgroeiend meisje en Christus krijgt het voor het zeggen, wat gebeurt er dan? Dan komt er strijd om baas af te worden en Christus gaat heersen in je hart. Dan kun je het maar niet kwijt worden: Heere, maak mij Uwe wegen bekend, leer mij Uw paden. Zodra Christus de troon bestijgt dan leert u Hem liefkrijgen om Zijn wonderlijke, eenzijdige, ongevraagde, onverdiende, eeuwige liefde. Je weet je dan omklemd in de houdgreep van een liefde die u nooit meer loslaat. Als nieuw geboren kinderen zegt u dan: wij zijn des Heeren.

Welnu zegt Paulus nu dat zo is nu Christus het enige en volmaakte fundament van uw behoud en zaligheid is, dan moet het kleine verschil tussen zwak en sterk toch wegvallen. Nu hoor ik u zeggen: „ik ben van de groep die vlees eet". Een ander brengt er tegen in: „Ik ben van de groep die alleen maar vegetarisch eet..." Maar haal dat andere nu eens boven tafel en kijk dan elkaar weer recht in de ogen, spreek er elkaar maar op aan; wij zijn des Heeren. Aan een kind wordt wel eens gevraagd: van wie ben jij er één? Van die en die. Dat kun je wel zien is dan vaak het antwoord. Net zoals ik dacht. Je lijkt sprekend op je moeder, je bent precies je vader. Als u zegt dat u een christen bent, zegt een ander dan ook: dat kun je wel zien? Ik dacht het wel. Dat moet toch kunnen lijden dat ze u er op aankijken. Of niet soms?

Hoe dan? Luister. Want niemand van ons leeft voor zichzelf en niemand van ons sterft voor zichzelf. Niemand is, mits Hij Christus toebehoort, slaaf van zichzelf. Dat is voorbij als Christus zijn genade tot heerschappij brengt, uw leven lang, uw leven door. Dan is de angst weg en dan raakt de kramp er uit. Uw leven is voor rekening van Christus komen liggen. U bent nooit meer alleen. De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. En in het sterven reikt Hij ons de hand. Kom in gij gezegende Mijns Vaders. Waar maak je je dan nog druk om als het niet om Christus is, dan blijft u beneden de maat. Want hetzij dat wij leven, wij leven voor de Heere. We gaan Zijn beeld vertonen, op Hem lijken van Hem leren dat Hij lankmoedig is en nederig van hart. We laten onze haan geen koning kraaien, maar bukken neer om elkanders voeten te wassen. Moeilijk vindt u niet? Heerlijk vindt u niet? We moesten nu maar eens ophouden met elkaar te bestoken en te betwisten, en ik stel voor dat we maar eens een versje zingen:

't Rechtvaardig volk zal welig groeien. Daar twist en wrok verdwijnt. 't Zal alles door de vrede bloeien.

We zijn des Heeren ook in het sterven. Daarom sterven we dan ook voor de Heere. De zalige opstanding der doden is onze hoop. We leggen op de verdienste van Christus ons hoofd neer. Onze dood is geen betaling voor de zonden, maar een afsterven van de zonde en een doorgang tot het eeuwige leven. De dood stelt mij in de volle vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods. Vele onbelangrijke kwesties verdwijnen als sneeuw, waar de Zon der gerechtigheid, op Paasmorgen zo heerlijk uit de doodsduisternis verrezen, opgaat met genezing onder haar vleugelen. We zijn niet geroepen om standpunten te verdedigen maar om te leven uit het wonder van genade.

Er mag veelkleurigheid zijn in de gemeente van Christus. Zoals een schilder de kleuren mengt op zijn palet tot één geheel, zo schildert God het doek van Zijn gemeente, die in haar veelkleurige rijkdom het ene beeld van Christus laat uitkomen hoog boven grenzen en grenzeloze verwijdering van elkaar wil dit woord zijn wieken uitslaan. Wij zijn des Heeren. Te hoog zegt iemand? Hier is het antwoord. Met minder dan God belooft hoeft u niet tevreden te zijn.

K. a. Z. H. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Wij zijn des Heeren

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's