Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In den beginne

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In den beginne

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

„In den beginnen schiep God de hemel en de aarde" Genesis 1 : 1

„Heere, mijn God, welke is de diepte va^i Uw verborgen geheimenissen en hoever hebben de gevolgen van mijn zonden mij daarvan verwijderd? Genees mijn ogen, en moge ik mij verblijden in Uw licht." Met deze woorden uit het gebed van Augustinus beginnen we een uitleg van de eerste bladzijden der Heilige Schrift. Daarbij kan ons spreken en ons luisteren slechts een gebed zijn. We staan tegenover de diepte van de geheimen Gods in de schepping en weten van de verre afstand van dezie verborgenheid vanwege de gevolgen van onze zonden. Zo is, al luisterend en ontvangend, ons gebed: Genees onze ogen, opdat wij ons verblijden in Uw licht!

Van het zich verblijden in het licht van God is het bericht van de schepping van hemel en aarde onmiskenbaar doorstraald. Een opgetogen loflied klinkt ons hier in de oren. We horen niet een willekeurige stem het ontstaan van alle dingen verklaren. Wij vernemen in de Schriftwoorden niet een voor ons denken redelijk aanvaardbare evolutietheorie, of welke andere theorie dan ook. Wij ontvangen hier — kenmerk der openbaring — het antwoord van de Heilige Israëls, vóórdat wij mensen onze vragen kunnen stellen.

Dit woord aangaande de schepping sprak God temidden van Israël. We worden hier vanaf het eerste woord der Schrift de tempel van Jeruzalem binnengeleid, waar rond het altaar het volk van God vergaderd is als volk van het verbond, om dóór het gegeven offer heen de God des verbonds te mogen ontmoeten, en waar vanuit het heilige der hei-Ugen, vanuit de donkerheid en de verborgenheid, de Stem klinkt en het licht opgaat.

Genesis is in de eerste woorden voor ons oog als de tempel, waar zeven dagen lang de heilige eredienst gaande is. dag en nacht, totdat de zevende dag gekomen is, de sabbatdag: , , Wat in zes dagen heeft de EIEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die". De schepping loopt uit, niet op de schepping van de mens

— wij mensen zijn niet het eigenlijke doel van Gods schepping — maar op de sabbat, en dat houdt in naar het Psalmwoord: „Het is goed, dat men de HEERE love, en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste!" God rust. Hij zegent. Hij heiligt deze dag, en

daarom: de vreugde in God, dat al wat adem heeft. Hem love — daarop loopt het uit door de zes dagen heen. Wij horen en verstaan het scheppingsbericht dus ten diepste van achteren naar voren, en vanuit het einde — de zevende dag — wordt het begin verstaan. En deze beweging, deze rugwaartse gang mag ons niet vreemd zijn: zij is de sleutel tot het verstaan der Schriften.

Op deze wijze klinkt de vraag, indringend en persoonlijk ook: waar kom ik vandaan.? Hoever kan ik terugzien.? Hoever kan ik terugblikken in mijn vroegste herinneringen toen ik een kind nog was.? Hoever kunnen we terugzien in de wetenschap, en blikken in het eindeloze heelal, speuren onder de microscoop tot aan de huiveringwekkende grenzen der atomen.? Geeft daarbij ooit een theorie, aan menselijk inzicht ontsprongen, antwoord aan het hart op de vraag: vanwaar.? En dit is de vraag, tegelijkertijd, waarheen.? In de Schriften wordt het begin — nogmaals — slechts vanuit het einde verstaan. En het einde is aan Johannes op Patmos voor ogen gesteld: En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. In dit licht nu zien we terug en leren de Schriften spellen van achteren naar voren: In den beginne schiep God de hemel en de aarde. En zo gaan we luisteren, ademloos, zoals een kind hangt aan de hppen van een verteller. Als een kind, zo neemt hier de hemelse Vader ons op de armen en leidt ons rond in het werk van Zijn handen, zodat onze ogen beginnen te lichten en te glanzen en wij omwille van de schepping onze Schepper beginnen te loven, te aanbidden, te psalmzingen...

Immers — niemand van ons mensen is zelf erbij geweest, die zes dagen lang. Geen mens was ooggetuige: zo konden wij God niet rechtstreekss op de vingers zien, toen Hij al scheppend buiten Zichzelf trad. Evenmin kunnen wij Hem zien in de verborgenheid van de herschepping, in de heilsfeiten van de kerstnacht, de paasmorgen en de pinksterdag. En ook zien we Hem niet schrijden door de dood tot het leven in het diep en onmisbaar geheim der wedergeboorte. Geen mens is getuige geweest van de scheppingsdagen, maar in de woorden van den beginne zijn we geleid in de tempel van Israël, in de synagoge, in de gemeente, en worden aldus in de ontmoeting met de levende God teruggeleid naar het begin: God Zelf neemt ons op de armen, en laat aan ons oog voorbijgaan, wat Hij wil laten zien als een Vader aan een kind en in de taal van het kind. Laten zien wil Hij hoe het gekomen is tot de sabbat, de rust van God, de rust in God, de vreugde in elkaar en met elkaar. En wanneer straks de sabbat verstoord is, en de vrede geweken, dan valt het Hcht terug vanuit de eeuwige sabbat, die God nieuw schept in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde. „Deze nieuwe hemel en deze nieuwe aarde", zegt Kohlbrugge, „had ook Mozes voor ogen, toen hij de schepping van de eerste hemel en de eerste aarde beschreef."

Nu luistert ons hart in het heiligdom: „In den beginne...". Deze eerste woorden, dit eerste woord der Schrift: wanneer was „in den beginne".? En wat was daarvoor.? Onze vragen! Calvijn, in zijn schone inleiding op de uitleg van Genesis, spreekt van de spottende mensen, die vragen, hoe God zo plotseling op de gedachte kwam een wereld te scheppen en waarom Llij zo lang werkeloos is geweest in de hemel. Hij geeft dan het antwoord door, dat God toen volstrekt niet werkeloos is geweest, doch de hel gemaakt had voor de nieuwsgierigen.

Voor de tè nieuwsgierigen, zouden we kunnen zeggen. Er zijn grenzen, die wij mensen niet mogen overschrijden: ze zijn heilzaam gesteld. Er is een menselijke nieuwsgierigheid, die tot wetenschap, tot onderzoek leidt, en die ook onmisbaar is voor het leven op aarde. Maar daarbij stoten we op grenzen: wanneer we staren langs de verste nevelvlek, of langs bet gespleten atoom, wanneer we staan voor het mysterie van het leven zelf, de geboorte van een kind. Dan overvalt ons de huiver, de ontzetting, de stilte ook: er is de onzichtbare hand, er is de schepping, het kleed van God, waarin Hij Zich hult voor ons oog...

In den beginne — we willen van Israël leren. Dit hebben Joodse geleerden gezien: de Schrift begint met de hebreeuwse letter beth, een letter, die naar drie kanten gesloten is, naar boven, naar beneden, naar achteren. Opdat — zo klinkt het dan — wij ons niet zullen afvragen wat boven of beneden of achter is, maar wij slechts zullen luisteren naar hetgeen komt: alleen naar voren is de eerste letter van de Schrift open!

In den beginne — letterlijk overgezet vanuit de grondtekst: n een begin, of ook: mwille van een begin. Daarbij kan het woord voor „begin" ook zijn een aanduiding voor de Torah, het Woord van God tot Israël gesproken. En zo hebben Joodse schriftgeleerden dan ook het eerste vers van de Schrift vertaald: mwille van de Torah schiep God de hemel en de aarde. Daarbij komt ditzelfde woord voor , , begin" ook voor als aanduiding voor Israël, het volk van het verbond Gods, en dan kan de vertaling luiden: mwille van Israël schiep God de hemel en de aarde. Een der rabbijnen sprak: Om.wille van Israël is de wereld geschapen... Wat betekent: n den beginne.? Daarmee zijn de Israëlieten bedoeld, die „begin" genoemd worden, zoals het heet: Israël was de HEERE een heiligheid, de eerstelingen van Zijn inkomst..." (Jer. 2 : 3). Omwille van Israël — het klinkt ons vreemd, ongeloofwaardig in de oren: e horen er van óp. Zo is ook de bedoeling: mwille van Israël, of ook: mwille van de Torah schiep God de hemel en de aarde.

In den beginne — vervolgens leren we van Israël: de Schrift begint met de letter beth, en deze is de tweede letter van het hebreeuwse alfabet. Waarom — zo klinkt een vraag — begint de Schrift niet met de eerste letter, dat is: de alef.? Dan luidt een antwoord: De Tien Woorden van de Sinaï beginnen met de eerste letter, in de woorden „Ik ben de HEERE, Uw God..." De Torah, zo wil deze duiding zeggen, gaat vóóraf aan de schepping van hemel en aarde. En dat zou opnieuw onderstrepen: omwille van de Torah, die vóór de schepping van hemel en aarde is, zijn hemel en aarde in het aanzijn geroepen.

Wonderlijke gedachtengang.? Speculatie wellicht.? Maar — worden onze gedachten niet een richting heengeleid.? Wanneer we horen: e Torah vóór de schepping van hemel en aarde, de Torah, het Woord, de Wijsheid van God — dan horen we meeklinken en opklinken de woorden uit het Spreukenboek: De HEERE bezat Mij in het begin van Zijn weg, voor Zijn werken, van toen aan", spreekt de Wijsheid, „Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest; van de aanvang, van de oudheden der aarde aan. Ik was geboren, toen de afgronden nog niet waren..." (Spr. 8 : 22, 23).

In den beginne — zo beginnen we vanuit de Schriften te verstaan. Hier klinkt niet maar een aanduiding van: eenmaal, lang geleden, maar dieper: , , In den beginne" geeft aan de diepe verbondenheid van Schepper en schepping. En onverwacht slaan de woorden rondom ons, als heldere lichten in de nacht: In den beginne schiep God de hemel en de aarde. In den beginne w^as het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. In den beginne: dat is „in Christus" schiep God de hemel en de aarde. Alle dingen zijn geschapen door het Woord, en in het Woord...!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

In den beginne

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1983

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's